Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel

5 juni 2025, wetsvoorstel – Een wijziging van het Wetboek van Strafrecht moet ervoor zorgen dat mensenhandel strafrechtelijk effectiever kan worden bestreden. De Kamer debatteert erover met de ministers Van Weel (Justitie en Veiligheid) en Van Hijum (Sociale Zaken).

Vereenvoudiging van de strafbepaling van mensenhandel, betere aansluiting van juridische kwalificaties en strafmaxima op het karakter van gedragingen en belangrijke verruimingen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Deze aanpassingen moet de aanpak van Externe link:mensenhandel verbeteren. Onder mensenhandel vallen onder andere seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting.

Aangifteplicht

Mensenhandel is een zeer ernstig misdrijf dat een afschuwelijke inbreuk maakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van kwetsbare mensen, benadrukt Verkuijlen (VVD). Daarom zou iedereen die er weet van heeft, volgens hem de plicht moeten krijgen om er aangifte van te doen.

Van Weel is geen voorstander van een aangifteplicht: er zitten haken en ogen aan. Het leidt er bijvoorbeeld toe dat mensen die door slachtoffers in vertrouwen worden genomen, verplicht zijn om aangifte te doen.

Non-punishment

Slachtoffers van mensenhandel zouden niet mogen worden gestraft voor strafbare feiten die zij onder dwang hebben gepleegd, vinden Van Nispen (SP) en Tseggai (GroenLinks-PvdA). Het wettelijk verankeren van dit beginsel kan volgens hen de opsporing versterken en legt de nadruk op de rol van de echte criminelen.

Het Nederlandse rechtsstelsel voorziet al in het beginsel van non-punishment, betoogt Van Weel. De officier van justitie en de rechter wegen dit mee bij de vervolging en het uitspreken van een vonnis.

Europese richtlijn

Wijen (BBB) wijst erop dat in de gewijzigde Europese Externe link:richtlijn over mensenhandel gedwongen draagmoederschap, gedwongen huwelijken en illegale adoptie expliciet worden genoemd als vormen van uitbuiting. Het lijkt haar goed om dit eveneens in de Nederlandse wet te doen, om recht te doen aan de ernst van deze misdrijven.

Met de implementatie van de Europese richtlijn zouden deze voorbeelden van mensenhandel al in de Nederlandse wet komen, zegt Van Weel. Hij ziet geen bezwaar om dat nu al te regelen.

Prostitutie

De wetswijziging zal juist de mogelijkheden verminderen om het ronselen van buitenlandse vrouwen voor prostitutie strafrechtelijk aan te pakken, vrezen Van Dijk (SGP) en Boomsma (NSC). Ze willen dit met een aanpassing van het wetsvoorstel voorkomen. De bedoeling van het wetsvoorstel is juist dat de kring van vervolging wordt verbreed, zegt Van Weel. Hij heeft dan ook geen bezwaar tegen de aanpassing.

De meerderheid van de vrouwen in de prostitutie is slachtoffer van mensenhandel, denkt Ceder (ChristenUnie). Personen jonger dan 21 jaar zijn volgens hem extra kwetsbaar voor seksuele uitbuiting. Hij wil daarom wettelijk regelen dat iemand die jongeren tot 21 aanzet tot prostitutie en uitbuit, sneller valt onder mensenhandel.

Ernstige benadeling

Het is terecht dat meer gedaan wordt om arbeidsuitbuiting aan te pakken, zegt Krul (CDA). Door het opnemen van "ernstige benadeling" in de wet worden kwetsbare groepen, zoals arbeidsmigranten en mensen met een verstandelijke beperking, beter beschermd. Maar waarom is het strafmaximum hiervoor slechts 6 jaar, waar die 12 jaar is voor arbeidsuitbuiting?

Van Dijk (PVV) heeft bezwaren tegen het opnemen van "ernstige benadeling" in de wet. Het leidt er volgens hem onterecht toe dat slecht werkgeverschap onder mensenhandel komt te vallen. Bovendien vreest hij voor misbruik van de regeling dat slachtoffers van mensenhandel een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen.

Ook bij ernstige benadeling kan het gaan om serieuze misstanden, zegt Van Hijum. Maar de lat ligt lager dan bij arbeidsuitbuiting, zodat er een vangnet komt voor de Arbeidsinspectie om meer zaken rond te krijgen. Er zijn vuistregels, zoals de mate van onderbetaling, voor wanneer sprake is van ernstige benadeling of arbeidsuitbuiting, legt Van Weel uit. Dit verklaart ook de verschillende strafmaxima.

De Kamer stemt op 10 juni over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: