Brief commissie : Verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven over het verloop van de verkiezingen, de vaststelling van de verkiezingsuitslag en de toelating van de leden
36 852 Verkiezingen 2025
Nr. 1
VERSLAG VAN DE COMMISSIE VOOR HET ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEVEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2025
Op 3 juni 2025 viel het kabinet waardoor een vervroegde Tweede Kamerverkiezing moest
worden uitgeschreven. Een paar dagen later besloot het kabinet na overleg met de Kiesraad,
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken
(NVVB) dat de vervroegde Tweede Kamververkiezing zou plaatsvinden op 29 oktober 2025.
In vijf maanden tijd dienden de Kiesraad en gemeenten te zorgen voor een uitvoerbaar
en controleerbaar verkiezingsproces. Zij hebben wederom keihard gewerkt om in korte
tijd te zorgen voor een zorgvuldig en betrouwbaar verkiezingsproces. In ruim 10.000 stembureaus
kon worden gestemd. Het organiseren van het stem- en telproces is een enorme operatie.
Al diegenen die hebben meegeholpen aan het organiseren van deze Tweede Kamerverkiezing
verdienen niet anders dan lof en complimenten. Wij zijn al deze mensen veel dank verschuldigd,
want zonder al deze fenomenale inspanningen zouden wij hier vandaag niet hebben gezeten.
Veel dank, namens de commissie maar ik denk dat ik die dank ook namens de gehele Kamer
mag uitspreken.
Vandaag breng ik namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven (de
commissie) verslag uit over het verloop van de verkiezingen, de vaststelling van de
verkiezingsuitslag en de toelating van de leden. Deze taken volgen uit artikel 7.6
van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer. De Grondwettelijke grondslag van deze
taken is artikel 58 van de Grondwet.
De commissie zou kunnen worden omschreven als het laatste slot op de deur: na alle
controles van gemeenten en Kiesraad kijkt de commissie nog eens goed naar mogelijke
verkiezingsgeschillen zoals onregelmatigheden, bezwaren van kiezers en telverschillen.
Dat doet de commissie door de processen-verbaal van alle stembureaus te controleren.
Deze controle is op donderdag 6 november en vrijdag 7 november jongstleden uitgevoerd
door tientallen medewerkers van de Kamer in de plenaire zaal. Met veel precisie en
enthousiasme hebben zij de controle uitgevoerd en daarmee een belangrijke bijdrage
geleverd aan de taken van de commissie, dus ook hen zeg ik veel dank.
Het verloop van de verkiezingen en de vaststelling van de verkiezingsuitslag
Werkbezoeken aan stembureaus tijdens telproces
Als voorbereiding op haar taken heeft de commissie een aantal werkbezoeken afgelegd.
De commissie is op woensdag 29 oktober jongstleden bij een aantal stembureaus gaan
kijken om kennis te kunnen nemen van het telproces, de organisatie daarvan en de ingebouwde
controles. Daarnaast is de commissie ook op bezoek geweest bij een centrale stemopneming
op donderdag 30 oktober jongstleden. Het was wederom indrukwekkend om te zien hoe
er met vele vrijwilligers en medewerkers van gemeenten op een gestructureerde manier
werd geteld. Het organiseren van verkiezingen is ingewikkelder dan vaak gedacht wordt.
Stembussen moeten beveiligd vervoerd worden, gemeenten hebben hele commandokamers
om alles te kunnen volgen, vrijwilligers en gemeentelijke medewerkers zijn de hele
dag bezig met controleren en daarna met tellen. Het is mijn hoop dat in de toekomst
in het openbaar wat uitgebreider aandacht besteed wordt aan de ongelooflijke organisatie
die noodzakelijk is om verkiezingen mogelijk te maken.
Onregelmatigheden/bijzonderheden
De commissie heeft bij de controle van de processen-verbaal onder andere gekeken naar
de onregelmatigheden en bijzonderheden die zijn genoteerd en naar de bezwaren van
kiezers.
Hieruit zijn de volgende observaties naar voren gekomen:
− De toegankelijkheid van stembureaus leidt nog steeds tot problemen en bezwaren van
kiezers, met name als het gaat om de toegankelijkheid voor rolstoelen en scootmobiels.
Dit is een terugkerend probleem.
− In veel stembureaus was er regelmatig een storing met de tablets voor de elektronische
registratie waardoor kiezers soms even moesten wachten tot ze hun stem konden uitbrengen.
− Kiezers klaagden over het gebrek aan privacy in het stemhokje. Zo gaven zij aan dat
andere mensen makkelijk konden zien wat ze stemden, waarbij ook de grootte van het
stembiljet vaak als reden werd genoemd.
− De meest voorkomende klacht ging dan ook over de grootte en daarmee leesbaarheid en
begrijpelijkheid van het stembiljet. Niet alleen voor kiezers maar ook voor tellers
blijft dit een enorm obstakel. Zo gaat er veel tijd verloren aan het uitvouwen en
sorteren voordat toegekomen kan worden aan het daadwerkelijk tellen van de stembiljetten.
− Daarnaast kozen dit jaar weer meer gemeenten voor de centrale stemopneming in plaats
van de decentrale stemopneming. Dit zorgt ervoor dat tellers niet tot diep in de nacht
door moeten tellen en dat er daardoor dus fouten worden gemaakt. Veel gemeenten zijn
ook erg positief over de optie van de centrale stemopneming. Een kanttekening hierbij
is dat het meer geld en capaciteit kan kosten. Zo moet er een grote locatie worden
afgehuurd voor de centrale stemopneming op de dagen na de verkiezing en zijn er meer
vrijwilligers nodig. Kleine gemeenten lijken daarom nog steeds voor de decentrale
stemopneming te kiezen.
De commissie heeft ook bijzonderheden van andere aard geconstateerd, die zij de Kamer
niet wil onthouden:
− In Delft verloor een kiezer zijn trouwring toen hij zijn stembiljet wilde inleveren.
Pas aan het einde van de avond, toen de stembus mocht worden geopend, kon de trouwring
eruit worden gevist en kon de kiezer opgelucht weer naar huis.
− Een jongedame was net achttien geworden en zou voor het eerst haar stem mogen uitbrengen.
Ze had een ansichtkaart ontvangen van de burgemeester en dacht daarmee te kunnen stemmen.
We hopen dat ze haar stempas nog heeft gevonden.
− In Bloemendaal viel er een lamp uit het plafond van het stembureau. Gelukkig was er
net op dat moment een heel lange kiezer die de lamp direct weer heeft aangesloten.
− Bij een stembureau ging om 19.00 uur de buitenverlichting uit. De buitenverlichting
was niet meer aan te krijgen en uiteindelijk is een auto bij het stembureau geplaatst
met de verlichting aan.
− Dat het uitbrengen van je stem niet altijd zonder gevaar is, blijkt uit het verhaal
van een kiezer uit Barneveld. Bij het vervullen van zijn burgerplicht raakte de Barnevelder
tot bloedens toe gewond aan zijn hand toen die vast kwam te zitten in de gleuf van
de stembus. Het duurde uiteindelijk een half uur om hem uit zijn benarde positie te
bevrijden. In de plaatselijke krant spreekt hij van «verkiezingen om nooit te vergeten».
Telverschillen
De commissie heeft zoals voorgaande jaren ook de telverschillen onderzocht. De commissie
heeft net als in 2023 en 2024 een telverschil van meer dan 15 als richtlijn genomen.
Vervolgens kijkt de commissie of er een verklaring voor het hoge telverschil is gegeven.
Zoals eerder vermeld, ziet de commissie haar werk als de controle van de controle.
Dat betekent dat de commissie eerst nagaat wat de gemeenten en de Kiesraad in dit
geval al hebben gedaan.
Bij de vorige Tweede Kamerverkiezing in 2023 besloot de Kamer op verzoek van de commissie
tot hertelling van vier stembureaus in Tilburg. Bij deze vier stembureaus constateerde
de commissie namelijk een telverschil van groter dan 15 zonder verklaring, waarbij
in één stembureau het telverschil groter was dan twee procent van het aantal uitgebrachte
stemmen. In het controleprotocol van de Kiesraad van 2023 stond dat een telverschil
groter dan twee procent nader moest worden onderzocht hetgeen kon leiden tot een hertelling.
Destijds moest echter volgens het controleprotocol alleen het aantal toegelaten kiezers
worden herteld en dus niet het aantal uitgebrachte stemmen. De verklaring is juist
vaak te vinden bij telfouten van de stembiljetten. Na de hertelling op verzoek van
de Kamer waren uiteindelijk 74 van de 75 telverschillen opgelost.
Naar aanleiding van het onderzoek en de bevindingen van de commissie heeft de Kiesraad
twee veranderingen doorgevoerd, namelijk:
− Het criterium van de commissie wordt overgenomen in het controleprotocol: een telverschil
groter dan 15 moet voortaan nader worden onderzocht en kan dus ook tot een hertelling
leiden;
− Indien een nader onderzoek leidt tot een hertelling dan moet ook altijd het aantal
uitgebrachte stemmen worden herteld en niet alleen maar het aantal toegelaten kiezers.
Door deze veranderingen, ook wel verbeteringen, worden telverschillen veel eerder
al opgelost en vindt nog grondigere controle plaats.
Terug naar de Tweede Kamerverkiezing van 2025.
Tijdens de controle van deze verkiezing constateerde de commissie uiteindelijk in
drie stembureaus in Rotterdam een telverschil van groter dan 15 zonder verklaring,
waarbij in één stembureau het telverschil groter was dan twee procent. Deze keer ging
het om telverschillen van 17, 19 en 22: in totaal 58. De commissie heeft een hertelling
echter niet noodzakelijk geacht. Het grootste verschil ten opzichte van 2023 is immers
dat de stembiljetten wel herteld zijn. Een kwaliteitsteam van tellers in de gemeente
Rotterdam heeft bij deze stembureaus het aantal toegelaten kiezers en het aantal uitgebrachte
stemmen herteld. Bij het stembureau met het telverschil van groter dan twee procent
heeft dit kwaliteitsteam beide aantallen zelfs nogmaals herteld. Daarom achtte de
commissie het uiteindelijk niet nodig om hiervoor op vrijdagavond 7 november jongstleden
de Kamer te verzoeken opdracht te geven tot een hertelling van deze stembureaus.
Experiment met het kleiner stembiljet
Tijdens deze verkiezing vond er ook een experiment plaats: in vijf gemeenten (Alphen
aan den Rijn, Boekel, Borne, Midden-Delfland en Tynaarlo) werd voor een tweede keer
geëxperimenteerd met een kleiner stembiljet. Nu voor het eerst tijdens een Tweede
Kamerverkiezing.
Tijdens de werkbezoeken van de commissie werd direct duidelijk dat er net zoals in
2024 veel enthousiasme is over dit kleiner stembiljet. Het tellen van de stemmen is
gemakkelijker en gaat veel sneller. Zo zijn tellers niet eerst heel lang bezig met
het uitvouwen van een enorm biljet en kunnen ze in één oogopslag zien op welke lijst
en op welke kandidaat is gestemd. Daarnaast zijn ook kiezers erg positief. Zij vinden
het kleiner stembiljet overzichtelijk en handig. De enige klacht vanuit kiezers was
dat de lijstnummers verticaal en de kandidaatnummers horizontaal zijn gerangschikt.
Deze verwarring is volgens de commissie makkelijk te voorkomen door voortaan ook de
kandidaatnummers verticaal te rangschikken.
Een belangrijk aandachtspunt is het aantal ongeldige stemmen bij dit experiment. Het
landelijk gemiddelde was toen 0,18 procent, terwijl het gemiddelde van de vijf experimentgemeenten
vier keer zo hoog was met 0,74 procent. Dit jaar was het landelijk gemiddelde aantal
ongeldige stemmen 0,27 procent (bij de Tweede Kamerverkiezing 2023 was dit 0,22 procent).
In de experimentgemeenten was het gemiddelde aantal ongeldige stemmen 0,48 procent.
Dat is dus minder dan twee keer zo veel, en ook duidelijk minder dan bij het eerste
experiment in 2024. Dit kan het gevolg zijn van het feit dat kiezers in die gemeenten
gewend zijn geraakt aan het kleiner stembiljet. De commissie adviseert de Kamer, en
regering, om op korte termijn stappen te zetten ter zake het kleinere stembiljet.
Dit grote stembiljet is simpelweg niet meer te doen.
Ongeldige stemmen in gemeenten Losser, Stein en Westerwolde.
In de gemeente Losser, Stein en Westerwolde zijn in totaal 262 stemmen ongeldig verklaard
omdat die op een stembiljet uit een andere kieskring zijn uitgebracht. Dit is een
buitengewoon betreurenswaardige situatie die zich niet zou mogen voordoen. Temeer
omdat de ongeldigheid van de stembiljetten in dit geval buiten de macht van de kiezers
ligt. Zij konden er niets aan doen dat ze een biljet uitgereikt kregen van een andere
kieskring, dat biljet had natuurlijk nooit op die plek mogen zijn. De oorzaak hiervan
ligt in het distributieproces van de drukker van de stembiljetten. De commissie en
de Kiesraad hebben helaas moeten concluderen dat er op grond van de wet geen andere
mogelijkheid was dan deze stemmen ongeldig te verklaren. Dat doet pijn, want deze
mensen dachten gestemd te hebben, om vervolgens hun stem ongeldig verklaard te zien.
De commissie betreurt dit zeer.
Aanbevelingen voor volgende verkiezingen
Op basis van haar onderzoek doet de commissie een aantal aanbevelingen voor volgende
verkiezingen:
− Criteria voor telverschillen en eventuele hertellingen
De uitslag van deze verkiezingen lag historisch dicht bij elkaar. Nergens is echter
geregeld hoe moet worden omgegaan met telverschillen indien het verschil nog kleiner
is en of bijvoorbeeld hertelling noodzakelijk is. Het is voorstelbaar dat bij een
klein verschil tussen de eerste en de tweede van bijvoorbeeld duizenden stemmen, hertelling
wenselijk is. De huidige termijnen uit de Kieswet maken dat ook bepaald niet eenvoudig.
− De termijnen uit de Kieswet
Deze termijnen dienen wat de commissie betreft in alle gevallen tegen het licht worden
gehouden, zeker indien hertellingen noodzakelijk zijn. De schaduw van een Kamerbesluit
op zaterdag is ook niet bepaald bevorderlijk.
− Centrale stemopneming:
De centrale stemopneming wordt door twee derde van de gemeenten gekozen. Aangezien
de Kiesraad altijd alle gemeenten adviseert de centrale stemopneming te hanteren voor
een beter telproces, beveelt de commissie aan om te kijken of de keuze hiervoor ook
gepaard kan gaan met extra financiële ondersteuning. Een terugkerend geluid is namelijk
dat gemeenten, zeker de grote gemeenten, fors financieel moeten bijleggen om verkiezingen
te organiseren. Dat is natuurlijk wel vreemd aangezien zij voor ons deze landelijke
verkiezingen organiseren. De Kieswet zou op dit punt duidelijkheid moeten verschaffen.
− Toegankelijkheid stembureaus:
Zoals aangegeven is de toegankelijkheid van stembureaus voor rolstoelen en scootmobiels
een terugkerend probleem. De commissie beveelt aan voor volgende verkiezingen hier
wederom werk van te maken en te zorgen dat de toegankelijkheid wordt vergroot.
− Ten aanzien van het kleiner stembiljet beveelt de commissie dus aan om hier stappen
in te zetten.
− De Kieswet moet uitdrukkelijk weer tegen het licht worden gehouden, het lijkt de commissie
een verantwoordelijkheid van de Kamer en regering om dit daadwerkelijk ter hand te
nemen.
− Creëer duidelijkheid over de gang van zaken na sluiting van stembureaus. Er is geen
definitieve uitslag op woensdagavond, sterker nog: er moet bij de meeste gemeenten
donderdag nog geteld worden. Onduidelijkheden ontstaan door prognoses, exit polls
en extrapolaties. Telwerk is mensenwerk en moet zorgvuldig gebeuren.
De toelating van de leden
De commissie beoordeelt of de door de Kiesraad benoemde personen als lid van deze
Kamer kunnen worden toegelaten. Ten behoeve hiervan onderzoekt de commissie de geloofsbrieven.
Dit onderzoek wordt bij elke verkiezing en tussentijdse benoemingen zeer nauwkeurig
voorbereid door Griffie Plenair. De geloofsbrieven zijn de documenten waarmee wordt
aangetoond dat een gekozene voldoet aan alle eisen van het Kamerlidmaatschap. Deze
staan vermeld in artikel 56 en 57 Grondwet en artikel V 1 en V 3 Kieswet. De liefhebber
kan deze daar nazoeken. De essentie is de benoeming, aanvaarding daarvan en natuurlijk
het bezitten van de Nederlandse nationaliteit, de vereiste leeftijd en geen ontzetting
uit het Kiesrecht. Ook controleren we op onverenigbare openbare betrekkingen.
De commissie meldt dat de heer Timmermans en de heer Castelein hun benoeming niet
hebben aanvaard. Voor alle door de Kiesraad 150 benoemden die de benoeming hebben
aanvaard heeft de commissie vastgesteld dat zij als lid kunnen worden toegelaten tot
de Kamer. De commissie stelt daarom voor als lid van de Kamer toe te laten, nadat
zij de eed respectievelijk de verklaring of de belofte hebben afgelegd, de volgende
leden:
1.
A.A. Aartsen te Terheijden
2.
I. El Abassi te Utrecht
3.
F. Abdi te Amsterdam
4.
A.F.J. van Ark te Maarssen
5.
E. Armut te Groningen
6.
R.J. van Asten te ’s-Gravenhage
7.
S.R.T. van Baarle te Rotterdam
8.
P. Bamenga te Eindhoven
9.
T.H.P. Baudet te Amsterdam
10.
B. Becker te Wassenaar
11.
S.M. Beckerman te Groningen
12.
F. Belhirch te Rotterdam
13.
D.J. van den Berg te Huizen
14.
N. van Berkel te Wassenaar
15.
H. Bevers te Leeuwarden
16.
A.N. Biekman te Schiedam
17.
M.H. Bikker te Gouda
18.
L. Boelsma-Hoekstra te Idskenhuizen
19.
H. Bontenbal te Rotterdam
20.
D.T. Boomsma te Amsterdam
21.
M.C.H. Boon te Bergen op Zoom
22.
M. Bosma te Amsterdam
23.
D.G. Boswijk te Kockengen
24.
S. El Boujdaini te Rotterdam
25.
R.P. Brekelmans te Oisterwijk
26.
C.M. van Brenk-van Barneveld te Utrecht
27.
T.A. van den Brink te Amersfoort
28.
G. van den Brink te Amersfoort
29.
L. Bromet te Monnickendam
30.
J.G.L.M Bühler te Geleen
31.
E. van der Burg te Amsterdam
32.
T.J. Bushoff te Groningen
33.
A.A.H. van Campen te Zwolle
34.
D.G.M. Ceder te Amsterdam
35.
S. Ceulemans te Rotterdam
36.
R.A.B. Claassen te Landgraaf
37.
D.R.F. Clemminck te Utrecht
38.
I. Coenradie te Rotterdam
39.
L.A.J.M. Dassen te ’s-Gravenhage
40.
R.J. Dekker te Amsterdam
41.
H.L.O. Dijk te Delft
42.
J.P. Dijk te Groningen
43.
A.P.C. van Dijck te Amsterdam
44.
D.J.H. van Dijk te Benthuizen
45.
E. van Dijk te ’s-Gravenhage
46.
I. van Dijk te Gemert
47.
S.E.M. Dobbe te Arnhem
48.
P. van Duijvenvoorde te Amsterdam
49.
B.J. Eerdmans te Rotterdam
50.
W.P.J. van Eijk te Weert
51.
U. Ellian te Almere
52.
D.A. Ergin te Schiedam
53.
S.P.A. Erkens te Kerkrade
54.
M.H.M. Faber te Hoevelaken
55.
A.J. Flach te Hendrik-Ido-Ambacht
56.
M. Goudzwaard te Leeuwarden
57.
D.J.G. Graus te Heerlen
58.
P.A. Grinwis te ’s-Gravenhage
59.
P.C. de Groot te Harderwijk
60.
S. Hamstra te Ermelo
61.
E. Heinen te ’s-Gravenhage
62.
H.D. Heutink te Overdinkel
63.
R. den Hollander te Ansen
64.
M.P. Hoogeveen te Oegstgeest
65.
H.E. de Hoop te Sneek
66.
P. van Houwelingen te ’s-Gravenhage
67.
T. ten Hove te Ernst
68.
D.J. Huidekooper te ’s-Gravenhage
69.
R.A. Huizenga te Zwolle
70.
C.A. Jansen te Almere
71.
F.J.H. Jansen te Amsterdam
72.
R.A.A. Jetten te ’s-Gravenhage
73.
H.G. Jumelet te Erica
74.
V.P.G. Karremans te Rotterdam
75.
B.C. Kathmann te Rotterdam
76.
M.C.G. Keijzer te Edam-Volendam
77.
A. Kisteman te Zwolle
78.
J.F. Klaver te ’s-Gravenhage
79.
F.C.O. Klos te Sint-Gillis, België
80.
J.C. Koorevaar te Goudriaan
81.
A. Kops te Overasselt
82.
A.H.J. de Kort te Eindhoven
83.
U.I. Köse te Dongen
84.
I. Kostić te Groningen
85.
S.C. Kröger te Amsterdam
86.
H.M. Krul te Den Helder
87.
A. Lahlah te Tilburg
88.
A.N. Lammers te Genemuiden
89.
M.R.H. van Lanschot te Eindhoven
90.
T.M.T. van der Lee te Amsterdam
91.
V. Maeijer te Krimpen aan den IJssel
92.
G. Markuszower te Amsterdam
93.
C. Martens-America te Bilthoven
94.
R.F. van Meetelen te Bergen op Zoom
95.
G.F.C. van Meijeren te Heino
96.
I.J.M. Michon-Derkzen te ’s-Gravenhage
97.
M. Mohandis te Gouda
98.
N. Moinat te Purmerend
99.
J. Mooiman te Zoetermeer
100.
M. Moorman te Amsterdam
101.
E. Mulder te Zwolle
102.
S. Mutluer te Zaandam
103.
A. Nanninga te Amsterdam
104.
S.J. Neijenhuis te Bennekom
105.
J.N.J. Nobel te Hoofddorp
106.
A.S. van Oosterhout te Amsterdam
107.
H. Oosterhuis te Amersfoort
108.
A. Oualhadj te ’s-Gravenhage
109.
E. Ouwehand te ’s-Gravenhage
110.
J.M. Paternotte te Leiderdorp
111.
M.H. Patijn te Hilversum
112.
W. Paulusma te Groningen
113.
K.P. Piri te ’s-Gravenhage
114.
C.A.M. van der Plas te Deventer
115.
A. Podt te Utrecht
116.
E.C. Prickaertz te Dordrecht
117.
A.J. Raijer te Almere
118.
Q.M. Rajkowski te Vleuten
119.
I. Rooderkerk te Amsterdam
120.
R. de Roon te Aardenburg
121.
J.M.M. Schilder te Volendam
122.
J. Schoonis te Coye-la-Forêt Frankrijk
123.
B.A. Schutz te Oud-Vossemeer
124.
J.C. Sneller te ’s-Gravenhage
125.
H.S. Steen te Hengelo OV
126.
C. Stoffer te Elspeet
127.
T.S.M. Stöteler te Almelo
128.
J.C.G. Straatman te Bladel
129.
J.A. Struijs te Hellevoetsluis
130.
L.C.J. Stultiens te ’s-Gravenhage
131.
M. Synhaeve te Lent
132.
C. Teunissen te ’s-Gravenhage
133.
E.S. Tijmstra te Purmerend
134.
M. Tseggai te ’s-Gravenhage
135.
M.C.A. Vellinga-Beemsterboer te Boazum
136.
H. Vermeer te Harderwijk
137.
M. Vervuurt te Venlo
138.
J.A. Vijlbrief te Woubrugge
139.
L. Vliegenthart te Rijswijk
140.
E. Vlottes te Apeldoorn
141.
M. Vondeling te Rhoon
142.
L.G. de Vos te ’s-Gravenhage
143.
H. Wendel te Groningen
144.
J.J. van der Werf te Voorburg
145.
E.M. Westerveld te Nijmegen
146.
F.M. Wiersma te Holwert
147.
G. Wilders te ’s-Gravenhage
148.
D. Yeşilgöz-Zegerius te Amsterdam
149.
A. Zalinyan te Hoofddorp
150.
J.M. Zwinkels te Utrecht
Conclusie
De commissie voor het Onderzoek voor de Geloofsbrieven komt tot de conclusie dat de
Tweede Kamerverkiezing op 29 oktober 2025 eerlijk, transparant en controleerbaar zijn
verlopen. Ook voldoet deze Tweede Kamerverkiezing aan de waarborgen van toegankelijkheid,
stemgeheim en stemvrijheid. Voorts concludeert de commissie dat de zojuist genoemde
150 personen toegelaten kunnen worden als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Tot slot dank ik mijn medecommissieleden, mevrouw Songül Mutluer, de heer Alexander
Kops, mevrouw Marieke Wijen-Nass en mevrouw Ilse Saris. Mevrouw Wijen-Nass en mevrouw
Saris hebben ondanks het feit dat zij niet herkozen zijn hun bijdrage geleverd aan
deze commissie, dat verdient het om apart te benoemen. Uiteraard dank aan de griffier
de heer Youri Kling, onze communicatieadviseur mevrouw Samira Kleijn en de Griffie
Plenair onder leiding van mevrouw Linda Kipp. Rest mij alle collega’s te danken voor
het in mij gestelde vertrouwen als voorzitter van deze commissie. Dat ik wederom een
bijdrage heb mogen leveren aan democratische verkiezingen in het land dat mijn ouders
en mij vrijheid en democratie heeft gegeven, blijf ik als buitengewoon eervol beschouwen.
De voorzitter van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven, Ellian
De griffier van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven, Kling
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
U. Ellian, voorzitter van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven -
Mede ondertekenaar
Y.C. Kling, griffier