Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 846 Wijziging van de Bankwet 1998 in verband met de invoering van een periodieke rapportageverplichting betreffende hypothecaire leningen ten behoeve van de financiële stabiliteitstaak en statistische taak van DNB (Wet rapportage hypotheekmarkt DNB)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is De Nederlandsche Bank
toegang te geven tot gegevens betreffende hypothecaire leningen, zowel voor woningen
als voor zakelijk vastgoed, waarvan banken, beleggingsinstellingen, pensioenfondsen
en verzekeraars de schuldeiser zijn of die zij in beheer hebben, om inzicht te krijgen
in ontwikkelingen op de hypotheekmarkt in het kader van haar financiële stabiliteitstaak
en statistische taak, en daartoe een verplichting voor deze ondernemingen in de wet
op te nemen op grond waarvan zij gehouden zijn periodiek deze gegevens aan De Nederlandsche
Bank te rapporteren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Bankwet 1998 wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 9d worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 9da
1. Een bank, beleggingsinstelling, pensioenfonds of verzekeraar als bedoeld in artikel
1:1 van de Wet op het financieel toezicht met zetel in Nederland verstrekt aan de
Bank bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens op leningniveau over hypothecaire
leningen voor woningen gelegen in Nederland en voor zakelijk vastgoed gelegen in of
buiten Nederland, waarvan de onderneming de schuldeiser is of die de onderneming in
beheer heeft, de partijen waaraan de lening is verstrekt en de onroerende zaken waarop
de leningen betrekking hebben.
2. Een bank betrekt bij de in het eerste lid bedoelde verplichting de hypothecaire leningen
waarvan haar niet-bancaire dochterondernemingen met zetel in Nederland de schuldeiser
zijn en de hypothecaire leningen die door deze dochtermaatschappijen worden beheerd.
3. De in het eerste lid bedoelde verplichting is van overeenkomstige toepassing op banken
en verzekeraars met zetel buiten Nederland die via een in Nederland gelegen bijkantoor
schuldeiser of beheerder zijn van hypothecaire leningen voor woningen gelegen in Nederland.
4. Indien een beleggingsinstelling een beheerder heeft, rust de in het eerste lid bedoelde
verplichting op de beheerder van die beleggingsinstelling.
5. Indien een verzekeraar deel uitmaakt van een verzekeringsrichtlijngroep als bedoeld
in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht waarvan de moederholding haar
zetel heeft in Nederland rust de in het eerste lid bedoelde verplichting op die holding.
De holding betrekt daarbij de hypothecaire leningen waarvan de Nederlandse entiteiten
van die groep de schuldeiser zijn en de door hen beheerde hypothecaire leningen.
Artikel 9db
1. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de periodiciteit
en termijnen van verstrekking van de gegevens, bedoeld in artikel 9da, eerste lid.
Bij die maatregel wordt tevens bepaald dat de rapportageverplichting uitsluitend geldt
voor ondernemingen met een hypotheekportefeuille boven een bij die maatregel te bepalen
drempelwaarde.
2. De gegevens worden in afwijking van de artikelen 2:7, tweede lid, en 2:8 van de Algemene
wet bestuursrecht uitsluitend langs elektronische weg verstrekt. Bij ministeriële
regeling worden regels gesteld omtrent de wijze van elektronische verstrekking, de
vorm waarin de gegevens moeten worden aangeleverd en de bij de verstrekking te gebruiken
inlogmethode.
3. De gegevens over hypothecaire leningen voor woningen worden gepseudonimiseerd aan
de Bank verstrekt. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent
de wijze van pseudonimisering van gegevens.
4. Er kunnen voor de verstrekking van de gegevens geen kosten bij de Bank in rekening
worden gebracht.
Artikel 9dc
1. De Bank verwerkt de gegevens bedoeld in artikel 9da, eerste lid, ten behoeve van
de in artikel 4, eerste lid, onderdelen c en d, bedoelde taken en ter voldoening aan
informatieverzoeken van ingevolge artikel 9d, eerste lid, aangewezen internationale
organisaties.
2. De Bank gaat niet over tot re-identificatie van de gegevens.
3. De gegevens worden voor zover het herleidbare persoonsgegevens betreft door de Bank
ten hoogste 12 jaar bewaard.
Artikel 9dd
Bij ministeriele regeling kan vrijstelling worden verleend van de bij of krachtens
artikel 9da gestelde regels.
B
Artikel 9e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «op grond van artikel 9d» vervangen door «op grond van de
artikelen 9d en 9da» en aan het lid wordt de zin «Deze gegevens worden door de Bank
niet verder verstrekt behoudens aan het Centraal bureau voor de statistiek voor zover
de gegevens noodzakelijk zijn voor de statistische taak als bedoeld in de Wet op het
Centraal bureau voor de statistiek.» toegevoegd.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het organisatieonderdeel van de Bank dat is belast met de in artikel 4, eerste lid,
onderdeel c of d, bedoelde taak kan de in het eerste lid bedoelde gegevens verstrekken
aan organisatieonderdelen van de Bank die belast zijn met een andere taak, voor zover
verstrekking op niet-structurele basis plaatsvindt, de gegevens geanonimiseerd zijn
en zelfstandig verkregen hadden kunnen worden van de financiële instellingen waarop
de Bank toezicht uitoefent op de voet van de daarvoor geldende wettelijke regelingen.
3. In het derde lid wordt «worden slechts zodanig openbaar gemaakt dat daaraan geen»
vervangen door «worden slechts in geaggregeerde vorm openbaar gemaakt en zonder dat
daaraan» en wordt «instelling of rechtspersoon» vervangen door «instelling, rechtspersoon
of natuurlijk persoon».
C
In artikel 9f wordt «gegevens aan de in artikel 9d, eerste lid, bedoelde internationale
organisaties» vervangen door «gegevens ontvangen op grond van artikel 9d aan de in
het eerste lid van dat artikel bedoelde internationale organisaties».
D
Artikel 9g wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De Bank is bevoegd tot oplegging van een last onder dwangsom ter handhaving de bij
of krachtens de artikelen 9da en 9db gestelde regels.
2. In het derde lid (nieuw) wordt «artikel 9d, derde lid» vervangen door «de bij of
krachtens de artikelen 9d, derde lid, 9da en 9db gestelde regels».
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor
de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL III
Deze wet wordt aangehaald als: Wet rapportage hypotheekmarkt DNB.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.