Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Stultiens over het bedrijf Pluspetrol
Vragen van de leden Hirsch en Stultiens (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken en van Financiën over het bedrijf Pluspetrol (ingezonden 29 september 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Aukje de Vries (Buitenlandse Zaken), mede namens de
Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 23 oktober 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de Eindverklaring van het OECD National Contact Point (NCP)
over het bedrijf Pluspetrol die op 3 september is gepubliceerd?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Pluspetrol een Argentijns bedrijf is met tien brievenbusmaatschappijen
in Nederland?2 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het is mij bekend dat Pluspetrol activiteiten in Nederland heeft.
Vraag 3
Heeft Pluspetrol in het verleden geprofiteerd van Nederlandse handelsfaciliteiten
zoals subsidies, bilaterale investeringsverdragen, deelname aan Nederlandse handelsmissies,
exportkredieten en toegang tot overheidsopdrachten en aanbestedingen? Is deze steun
openbaar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Pluspetrol heeft in het verleden niet geprofiteerd van Nederlandse handelsfaciliteiten.
Conform internationale afspraken3 investeert de Nederlandse overheid niet langer of verleent geen financiering of actieve
ondersteuning met handelsbevordering instrumenten, zoals missies, met betrekking tot
de fossiele energiesector in het buitenland. In specifieke gevallen kan hierop een
uitzondering worden gemaakt als energieleveringszekerheid voor Nederland of Europa
in het geding is.
Vraag 4
Bent u van mening dat Pluspetrol, na het zeer kritische oordeel van het NCP, nog steeds
recht heeft op Nederlandse handelsfaciliteiten, zoals subsidies, deelname aan Nederlandse
handelsmissies, exportkredieten en toegang tot overheidsopdrachten en aanbestedingen,
indien zij hierom verzoeken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? En welke maatregelen
gaat u dan treffen?
Antwoord 4
Pluspetrol kan geen aanspraak maken op het handelsinstrumentarium vanwege de in het
antwoord op vraag 3 benoemde afspraken over de uitfasering van de ondersteuning voor
de fossiele energiesector. In principe kan aan Pluspetrol geen toegang tot overheidsopdrachten
en aanbestedingen worden ontzegd. Wel kunnen er bij aanbestedingen ten aanzien van
mensenrechten eisen worden gesteld waaraan bedrijven moeten voldoen.
In algemene zin verwacht het kabinet van Nederlandse bedrijven die internationaal
opereren dat ze de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen inzake maatschappelijk
verantwoord ondernemen (OESO-richtlijnen) toepassen.4
Vraag 5
Heeft u kennisgenomen van het feit dat het bedrijf Pluspetrol meer dan 3.200 vervuilde
locaties heeft achtergelaten in Peru? Heeft u kennisgenomen van het feit dat Pluspetrol
weigert voldoende financiële middelen ter beschikking te stellen om de vervuilde locaties
in Peru te saneren? Deelt u de analyse dat de financiele stromen van Pluspetrol via
vennootschappen zonder reële economische activiteit in onder andere Nederland, verborgen
blijven? Zo nee, kunt u dan op basis van publiek toegankelijke data aangeven hoeveel
belasting de Nederlandse entiteiten van Pluspetrol de afgelopen 15 jaar aan de Nederlandse
Belastingdienst hebben betaald?
Antwoord 5
Ik heb kennisgenomen van de bevindingen van de Eindverklaring van het NCP. Niet alle
financiële stromen van bedrijven zijn openbaar. Het is op dit moment niet mogelijk
om op basis van openbare data aan te geven hoeveel belasting bepaalde bedrijven in
Nederland hebben betaald. Er worden echter relevante stappen gezet op het gebied van
transparantie over de belastingafdracht van grote bedrijven. Met ingang van het boekjaar
dat begint op of na 22 juni 2024 zijn multinationals in de EU met een totale geconsolideerde
omzet van minstens € 750 miljoen jaarlijks verplicht om in het handelsregister onder
meer openbaar te maken hoe veel winstbelasting zij betalen in de landen waarin ze
actief zijn (de zogenaamde openbare country-by-country reporting, CbCR). Ook grote
dochtermaatschappijen in de EU-lidstaten, waarvan de uiteindelijke moedermaatschappij
buiten de EU is gevestigd, zijn verplicht openbaar te maken hoe veel winstbelasting
het hele concern in elke EU-lidstaat en in de landen daarbuiten betaalt.
Vraag 6
Heeft de NCP-uitspraak consequenties voor eventuele afspraken met de Belastingdienst?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties?
Antwoord 6
De Belastingdienst is het op basis van artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen
(AWR) niet toegestaan in te gaan op individuele fiscale dossiers. In algemene zin
kan wel het volgende worden opgemerkt.
Een belanghebbende kan verzoeken om vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf.
Dit geldt zowel voor burgers als bedrijven. Zo kun je als belastingplichtige vooraf
zekerheid krijgen over de fiscale gevolgen van voorgenomen handelingen of transacties.
Dit doet de Belastingdienst binnen de kaders van wet- en regelgeving, beleid en jurisprudentie.
Een ruling zorgt dus voor zekerheid vooraf over de uitleg van de wet. De uitleg van
fiscale wet- en regelgeving voor belastingplichtigen is echter altijd gelijk, met
of zonder ruling. Zekerheid vooraf vervult niet alleen een waardevolle functie voor
belastingplichtigen, maar ook een belangrijke functie in het toezicht van de Belastingdienst.
De Belastingdienst zal onder andere echter geen zekerheid vooraf geven als het besparen
van belasting de enige of doorslaggevende beweegreden is voor het verrichten van de
(rechts)handeling(en) waarover zekerheid vooraf wordt gevraagd of wanneer de (rechts)handeling(en)
buiten het beoogde fiscale voordeel geen of weinig reële, praktische betekenis heeft
(hebben).
Vraag 7
Bent u bekend met de observatie van het NCP dat het vanwege een gebrek aan capaciteit
en informatie niet in staat was om de belastingontwijking door Pluspetrol te beoordelen?
Bent u van mening dat bedrijven en de overheid meer gegevens en informatie moeten
verstrekken over de activiteiten van bedrijven als Pluspetrol? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, welke maatregelen treft u hiertoe?
Antwoord 7
Ik ben bekend met de observaties van het NCP. Zoals aangegeven in het antwoord op
vraag 5 zullen grote multinationals meer transparantie moeten betrachten over hun
belastingafdracht onder de openbare country-by-country reporting regels. Daarin wordt
dus een stap gezet naar meer transparantie. Het kabinet ziet niet de mogelijkheid
om vanuit de overheid meer informatie openbaar te maken over de fiscale positie van
individuele belastingplichtigen gelet op de fiscale geheimhoudingsplicht. Naast het
beschermen van de privacy dient de fiscale geheimhouding het belang van de staat.
De fiscale geheimhouding draagt namelijk bij aan de compliance, en daarmee de belastingheffing.
Hierover heeft de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en
Douane uw Kamer op 21 juli 2025 geïnformeerd.5 Het kabinet verwijst u graag naar die brief voor de afwegingen die hebben geleid
tot deze conclusie. Uw Kamer heeft de motie-Stultiens6 aangenomen om opties in kaart te brengen voor het vergroten van transparantie over
belastingen door bedrijven en de overheid. De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit,
Belastingdienst en Douane zal voor de plenaire behandeling van het Belastingplan 2026
inhoudelijk reageren op deze motie.
Vraag 8
Klopt het dat het aantal bedrijven dat de OECD Guidelines heeft erkend, op 35% staat?7 Klopt het dat het streven is om dit percentage naar 90% te brengen? Vallen bedrijven
die hier gevestigd zijn als brievenbusfirma, zoals Pluspetrol, onder deze meting?
Zo nee, waarom niet? Gaat dit veranderen naar aanleiding van het NCP oordeel, dat
stelt dat ook deze bedrijven aan de OECD Guidelines moeten voldoen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 8
In 2013 is de doelstelling geformuleerd dat 90% van de grote Nederlandse bedrijven
in 2023 de OESO-richtlijnen expliciet zou onderschrijven als referentiekader voor
hun internationale activiteiten. Bij de eindmeting in 2023 bleek dat 41% van deze
bedrijven de OESO-richtlijnen en/of UN Guiding Principles on Business and Human Rights onderschreef.8 De onderzoeksgroep betrof in Nederland gevestigde bedrijven die binnen de destijds
beoogde reikwijdte van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vielen
en waarvoor relevante data beschikbaar was. In het BHOS-jaarverslag 2023 (Kamerstuknummer
36560-XVII-1) is toegelicht dat dit de laatste keer was dat de voortgang op de 90%-doelstelling
is gemonitord. Dit met het oog op aanstaande IMVO-wetgeving die het voor een deel
van het bedrijfsleven verplicht maakt gepaste zorgvuldigheid toe te passen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.