Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Energieraad (formeel) 20 oktober 2025 (Kamerstuk 21501-33-1161)
2025D44260 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Klimaat en Groene Groei voorgelegd over de geannoteerde agenda
van de formele Energieraad van 20 oktober 2025 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1161).
De voorzitter van de commissie,
Thijssen
Adjunct-griffier van de commissie,
Teske
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II
Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geannoteerde agenda van de formele Energieraad op 20 oktober. Deze leden hebben hierover
nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vooral enkele vragen over de Actieagenda
Elektrificatie Industrie. Kan de Minister toelichten welke concrete acties er in deze
actieagenda staan? Betekent de pijler «consistent beleid» dat er vanuit de Europese
Unie (EU) meer regie zal komen op de elektrificatie van de industrie? Wat betekent
dit concreet? Wat betekent de verkenning van Contracts for Difference (CfD’s)? Is er een mogelijkheid dat CfD’s in de toekomst ook door de Europese Commissie worden
opengesteld? Of is dit een verkenning waarbij de Europese Commissie onderzoekt hoe
lidstaten deze vorm van subsidie kunnen opzetten? Hoe verhoudt deze verkenning zich
tot het Nederlandse traject om CfD’s per 2027 open te stellen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het belangrijk dat de industrie wordt
geholpen met elektrificatie en dat gelijktijdig fossiele voordelen voor de industrie
worden afgebouwd. Onderschrijft de Minister dat deze twee zaken met elkaar verbonden
zijn? Wat is de samenhang tussen de plannen voor de elektrificatie van de industrie
en het gelijktijdig afbouwen van de fossiele industrie en fossiele subsidies? Als
deze trajecten nu niet met elkaar verbonden zijn, kan de Minister er dan voor zorgen
dat dit wel gaat gebeuren? Kan de Minister toezeggen dat zij in de Brussel gaat inbrengen
dat trajecten voor elektrificatie van de industrie moeten samengaan met een Europees
afbouwpad voor fossiele subsidies?
Vragen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor
de Energieraad van aanstaande 20 oktober en hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de Volt-fractie hebben heuglijk kennisgenomen van het akkoord van de
lidstaten over de REPowerEU-verordening. Hoewel deze leden voorstander zijn van het
opvoeren van de druk op Poetin via de gerichte aanval op de energiesector, zien zij
ook dat zowel Nederland (5%) als de rest van de EU (13% totaal) een afgebouwde, maar
nog significante afhankelijkheid van Russisch gas kennen. Momenteel is Oekraïne druk
bezig met de ontwikkeling van de Flamingo-raket en de eventuele levering van Tomahawk-raketten
door de Verenigde Staten, die op zowel militaire als energiedoelwitten ingezet zullen
worden.
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van het nieuwsbericht dat de Verenigde
Staten Oekraïne met intelligence ondersteunen om de Russische energie-infrastructuur
te raken, en daarmee de Russische economie aan banden te leggen. Hoe duidt de Minister
beide ontwikkelingen in verband met de Europese gasimport vanuit Rusland, die tot
zeker 1 januari 2028 zal bestaan? En zet de Minister stappen om ervoor te zorgen de
Nederlandse en Europese economie zo min mogelijk worden getroffen door de diplomatieke
en militaire aanval op de Russische energiesector?
De leden van de Volt-fractie merken op dat Rusland ook de aanvallen op de energiesector
en -infrastructuur van Oekraïne heeft geïntensiveerd. Hierdoor zal Oekraïne meer gas
moeten importeren vanuit Europa, waardoor de prijzen van Europees gas zullen stijgen.
Deze leden vragen hoe het kabinet de Nederlandse burger zal beschermen tegen de toekomstig
verhoogde gasprijzen, en tegelijkertijd de behoeften van Oekraïne en zijn burgers
tegemoet kan komen.
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Thijssen, voorzitter van de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei -
Mede ondertekenaar
C.M. Teske, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.