Schriftelijke vragen : Het artikel 'Homo zijn mag wel, homo doen niet: de dubbele boodschap in religieus onderwijs'
Vragen van het lid Rooderkerk (D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel «Homo zijn mag wel, homo doen niet: de dubbele boodschap in religieus onderwijs» (ingezonden 7 oktober 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de in dit artikel genoemde lesmethoden waar op stigmatiserende manieren
over onder andere LHBTI-personen en mensen met Joodse komaf wordt gesproken?1
Vraag 2
Heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) zicht op hoeveel scholen
deze of soortgelijke methoden gebruiken?
Vraag 3
Zo ja, kunt u inzicht verschaffen in deze cijfers?
Vraag 4
Waren deze methoden bekend bij de inspectie voorafgaand aan deze rapportage van Nieuwsuur?
Vraag 5
Bent u het er mee eens dat de voorbeelden die in dit artikel worden gebruikt homofobie
normaliseren, zoals ook door de geciteerde religiewetenschapper wordt gesteld?
Vraag 6
Passen de voorbeelden die in dit artikel worden gebruikt, zowel over de verhouding
tussen man en vrouw en de houding ten opzichte van LHBTI-personen, binnen de kaders
van de kerndoelen, in het bijzonder kerndoel 38 en de burgerschapsopdracht?
Vraag 7
Kunt u vraag 6 beantwoorden specifiek in relatie tot de volgende teksten over Joden
in de oudheid waarbij de methode historische verhalen over «het volk van Isra’iel»
en «de Joden» uit de oudheid verbindt aan liefde voor geld, en zegt dat deze mensen
zich beter voelden dan anderen die geen «Joods bloed» in hun aderen hadden – waarbij
een vergelijking wordt gemaakt met de volgelingen van Hitler en over homoseksualiteit,
waarover in de methode onder meer de vraag staat waarom moslims niet mogen trouwen
met hetzelfde geslacht met in de lerarenhandleiding als antwoord: «Ontwrichting van
de samenleving (geen stabiele gezinnen waarin vader en moeder een voorbeeldfunctie
[sic], uitsterving van de mens, hygiënisch oogpunt, het kan (ernstige) ziektes veroorzaken.»?
Vraag 8
Kunt u per voorbeeld aangeven welke stappen worden ondernomen om het gebruik van deze
lesmethode tegen te gaan?
Vraag 9
Is dit kerndoel naar uw mening scherp genoeg geformuleerd om lespraktijken tegen te
gaan die homofobie of discriminatie in de hand werken?
Vraag 10
Hoe vaak is er al door de inspectie ingegrepen bij scholen waar stigmatiserende methodes
worden gebruikt die homofobie of discriminatie in de hand werken?
Vraag 11
Wat betekent het bieden van «tegenwicht tegen» of «context bij» de aangehaalde denkbeelden
en hoe moet dit in de praktijk worden vormgegeven?
Indieners
-
Gericht aan
G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
Ilana Rooderkerk, Kamerlid