Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Saris, Patijn en Bikkers over borging van de regionale scholingsfondsen
Vragen van de leden Saris (Nieuw Sociaal Contract), Patijn (Groenlinks-PvdA) en Bikkers (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over borging van de regionale scholingsfondsen (ingezonden 18 september 2025).
Antwoord van Minister Paul (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 23 september
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de regionale scholingsfondsen Twente Fonds en het Achterhoeks Talentenfonds
Opijver?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat regionale scholingsfondsen zoals Het Twents Fonds voor Vakmanschap
en het Achterhoeks Talentenfonds Opijver een significante bijdrage leveren aan een
toekomstbestendige leercultuur en belangrijk zijn voor de arbeidsmarktvraagstukken
van nu en de toekomst? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Wij delen de mening dat regionale scholingsfondsen een significante bijdrage kunnen
leveren aan een toekomstbestendige leercultuur en belangrijk kunnen zijn voor de arbeidsmarktvraagstukken
van nu en de toekomst. Het interessante aan regionale scholingsfondsen is dat dit
uit de regio zelf komt en vaak ook gebaseerd is op een intensieve samenwerking met
onderwijs en bedrijfsleven in de regio. In verdiepende gesprekken met (vertegenwoordigers
van) provincies, gemeenten en regionale scholingsfondsen bekijken we of en hoe het
mogelijk is de regionale scholingsfondsen te verbinden met de regionale arbeidsmarktinfrastructuur.
Vraag 3
Bent u het er mee eens dat deze arbeidsmarktvraagstukken zoals een groot onbenut arbeidspotentieel
vragen om structurele financiële borging van scholingsfaciliteiten in de regionale
arbeidsmarktinfrastructuur?
Antwoord 3
In de lopende verkenningen en programma’s onderzoeken we hoe we de basisinfrastructuur
voor LLO kunnen vormgeven en wat dit vraagt aan financiële middelen. Onderdeel van
de basisinfrastructuur moet een goede ondersteuningsinfrastructuur zijn, juist voor
mensen die niet snel tot scholing geneigd zijn. Hiervoor willen we aansluiten op de
Werkcentra. De uitwerking van de basisinfrastructuur, in samenwerking met alle betrokken
partners, is een belangrijke opgave voor een nieuw kabinet.
Vraag 4
Herkent u het beeld dat veel partijen nu afzien van een aanvraag bij de SLIM-regeling
vanwege de complexiteit en het ontbreken van (financiële) zekerheid over de borging?
Antwoord 4
Sommige sectoren hebben inderdaad aangegeven geen collectieve aanvraag in te dienen.
Sectoren die niet aanvragen hebben hiervoor ieder hun eigen redenen die breder zijn
dan complexiteit en het ontbreken van (financiële) zekerheid. Bijvoorbeeld een afweging
over hoe capaciteit wordt ingezet als er ook elders mogelijkheden voor subsidies zijn.
Mijn ministerie is voortdurend in goed overleg met sectoren die de SLIM-scholingssubsidie
kunnen aanvragen en speelt waar mogelijk in op signalen van deze sectoren als blijkt
dat er onbedoelde complexiteit in de regeling zit.
Vraag 5
Ziet u dat de SLIM-regeling nu moeilijk gebruikt kan worden voor initiatieven zoals
in Twente en de Achterhoek, terwijl die regeling nu juist bedoeld zou moeten zijn
voor dergelijke initiatieven? Zo niet, wat is er dan voor nodig om dit budget wel
toegankelijk te maken voor deze initiatieven?
Antwoord 5
Vanwege de noodzakelijke verbinding met werkplekken bij werkgevers en de inzet op
scholing voor huidig personeel gaat de SLIM-scholingssubsidie uit van (paritaire)
collectieve aanvragen vanuit sectoren. Regionale scholingsfondsen kunnen geen hoofdaanvrager
zijn. Regionale scholingsfondsen kunnen, als zij deel uitmaken van de regionale arbeidsmarktinfrastructuur,
betrokken zijn bij de uitvoering van de collectieve subsidieaanvraag door onderdeel
uit te maken van een collectief dat subsidie aanvraagt. Daarvoor zijn wel samenwerkingsafspraken
met sectoren nodig.
Voor de inzet van scholing voor werkzoekenden bevat de SLIM-regeling een verplichting
voor sectoren om met de 35 arbeidsmarktregio’s samen te werken. Sectoren zijn verplicht
bij hun aanvraag samen te werken met arbeidsmarktregio's die dat willen. De centrumgemeente
is dan namens de arbeidsmarktregio medeondertekenaar van de aanvraag.
Met de in het antwoord op vraag 2 genoemde verdiepende gesprekken willen we eraan
bijdragen dat waar de toegang via verbinding met de regionale arbeidsmarktinfrastructuur
er nog niet is, die alsnog komt.
Vraag 6
Bent u bereid de niet benutte gelden van de SLIM-regeling beschikbaar te stellen voor
regionale scholingsfondsen om een overbrugging te kunnen maken naar het uitwerken
van structurele borging in de dienstverlening en financiering vanuit het Rijk?
Antwoord 6
Er zijn geen middelen beschikbaar voor structurele borging, waardoor een overbrugging
naar structurele borging niet reëel is. Daar komt bij dat vooralsnog de prognose is
dat de middelen uit het collectieve aanvraagtijdvak volledig worden aangevraagd. De
SLIM-scholingssubsidie kent sectorale budgetplafonds. Vanwege het wegvallen van aanvragen
vanuit een drietal sectoren zijn de budgetplafonds voor de overige sectoren aangepast.
Op basis van een inventarisatie van de behoeften bij de andere maatschappelijk cruciale
sectoren is het budget over deze sectoren herverdeeld. Die behoeften telden op tot
globaal het beschikbare budget van 22 miljoen euro.
Vraag 7
Wat is de stand van zaken van de Leven Lang Ontwikkelen (LLO) Agenda waar het kabinet
gezamenlijk aan werkt?
Antwoord 7
Het kabinet werkt momenteel aan de gezamenlijke LLO agenda. Leven Lang Ontwikkelen
is immers van groot belang voor mensen die zich willen blijven ontwikkelen tijdens
hun loopbaan. We zijn voornemens voor het einde van dit jaar een brief naar uw Kamer
te sturen. In deze brief informeren we u over de stand van zaken, de resultaten tot
nu toe, en de stappen die nog worden gezet.
Vraag 8
Hoe bent u voornemens te komen tot een landelijk dekkend stelsel van regionale talent-
en scholingsfondsen?
Antwoord 8
Bij de Werkcentra die in alle arbeidsmarktregio’s worden geopend, kunnen alle mensen
en werkgevers terecht voor laagdrempelig en vrijblijvend advies over werk en scholing.
Naar verwachting zijn begin 2026 in alle regio’s Werkcentra actief. In veel regio’s
zijn ook scholingsfondsen actief om scholingsmiddelen vanuit verschillende publieke
en private regelingen te ontsluiten. Hiervoor wordt over het algemeen samengewerkt
met de Werkcentra. SZW zet zich samen met VNG, IPO en de G40 in om in de regio’s deze
verbinding tot stand te brengen.
Vraag 9
Op welke wijze wilt u succesvolle voorlopers zoals de arbeidsmarktregio’s Twente en
de Achterhoek betrekken bij het verder uitwerken van de gezamenlijke LLO-agenda en
een dergelijk landelijk dekkend stelsel van regionale scholingsfondsen?
Antwoord 9
Het kabinet hecht groot belang aan de inbreng van arbeidsmarktregio’s en andere betrokken
bij het opstellen van een nieuwe LLO-agenda. Zoals hiervoor aangegeven, zet SZW zich
samen met VNG, IPO en G40 in om in alle regio’s deze verbinding tot stand te brengen.
Ook vindt periodiek overleg plaats met de partijen achter HC-NL, de landelijke structuur
rondom regionale scholingsfondsen.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het geplande commissiedebat Arbeidsmarktbeleid
en Arbeidsmarktdiscriminatie op 24 september?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.