Schriftelijke vragen : Het bericht dat investeren in ontwikkelingssamenwerking gunstig is voor de Nederlandse economie
Vragen van de leden Hirsch (GroenLinks-PvdA) en Ceder (ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Financiën over het bericht dat investeren in ontwikkelingssamenwerking gunstig is voor de Nederlandse economie (ingezonden 18 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederlandse economie heeft baat bij ontwikkelingssamenwerking»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusies uit het rapport van de Universiteit van Göttingen,
waarnaar dit artikel verwijst? Deelt u de conclusies, gebaseerd op econometrische
berekening, dat elke euro ontwikkelingshulp de Nederlandse export en economie flink
doet groeien? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de conclusies, gebaseerd op econometrische berekening, dat elke sinds 2010
via ontwikkelingssamenwerking geïnvesteerde euro, bijna vier euro aan Nederlandse
exportgroei opleverde? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de conclusie van de onderzoekers dat deze bevindingen in lijn zijn met eerdere
gepubliceerde onderzoeken, waaronder door de IOB van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in 2014? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt de Minister van Buitenlandse Zaken de conclusie dat de positieve impact van
ontwikkelingssamenwerking op de Nederlandse werkgelegenheid en economie steeds groter
wordt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot uitspraken van uw voorganger
– Minister Klever – dat bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking in het Nederlandse
belang zouden zijn?
Vraag 6
Deelt u de zorgen, geuit door de experts in het artikel, dat de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking
ten koste gaan van banen en economische ontwikkeling in Nederland?
Vraag 7
Bent u bekend met het ODI-onderzoek naar de terugverdieneffecten van Europese ontwikkelingssamenwerking,
waarin geconcludeerd wordt dat investeren in ontwikkelingssamenwerking een positieve
impact heeft op Europese economieën? Hoe beoordeelt u de conclusies uit dit onderzoek?2
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat bij goed bestuur vereist dat de gevolgen van relatief grote
bezuinigingen voor de Nederlandse economie, werkgelegenheid, veiligheid en samenleving
vooraf in kaart gebracht zouden moeten zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Hebben uw ministeries onderzoek laten doen om de brede maatschappelijke kosten en
baten van de miljardenbezuinigingen van uw kabinet op ontwikkelingssamenwerking in
kaart te laten brengen om zodoende een goed geïnformeerde afweging te kunnen maken?
Zo nee, waarom niet? Zo nee, bent u voornemens dit alsnog te doen?
Zo ja, welke kosten en baten voor het Nederlandse eigenbelang zijn onderzocht? Zijn
ook de gevolgen buiten Nederland onderzocht? Zo ja, kunt u deze onderzoeken voor het
einde van het zomerreces delen met de Kamer?
Vraag 10
Kunt u deze vragen uiterlijk voor het einde van het zomerreces beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
E. Heinen, minister van Financiën -
Indiener
Daniëlle Hirsch, Kamerlid -
Medeindiener
Don Ceder, Kamerlid