Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stultiens ver het schrappen van 130 tot 180 banen bij Wageningen Universiteit
Vragen van het lid Stultiens (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het schrappen van 130 tot 180 banen bij Wageningen Universiteit (ingezonden 21 mei 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 3 juli
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2421.
Vraag 1
Kent u het bericht dat Wageningen Universiteit volgens een recent bezuinigingsplan
in totaal € 80 miljoen denkt te kunnen besparen op, in eerste instantie, ondersteunende
afdelingen (€ 35 miljoen) en onderwijs en onderzoek (€ 45 miljoen)?1 Zo ja, wat vindt u van dit bericht?
Antwoord 1
Ik ben bekend met het bericht. De WUR heeft de autonomie om het budget naar eigen
inzicht in te zetten en deze keuzes behoren tot de verantwoordelijkheid van instellingen.
Naar aanleiding van de berichtgeving is contact opgenomen met de WUR. De WUR geeft
aan te moeten gaan besparen en dat hier meerdere redenen voor zijn: dalende studentenaantallen,
bezuinigingen op de begrotingen van OCW en LVVN, en minder beschikbare middelen vanuit
Buitenlandse Zaken voor onderwijs- en onderzoeksprojecten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Overigens geeft de WUR aan dat er al sprake was van een operationeel verlies voordat
er sprake was van bezuinigingen door het kabinet. Deze factoren maken dat de WUR lastige
keuzes heeft moeten maken om de organisatie financieel gezond te houden.
Daarnaast is het van belang te benadrukken dat circa de helft van de € 80 miljoen
bezuiniging bij de WUR betrekking heeft op het universitaire deel van de WUR. De andere
helft heeft betrekking op Wageningen Research dat zich richt op toegepast onderzoek
en voor een substantieel deel wordt gefinancierd door het Ministerie van LVVN. Ik
begrijp dat dergelijke besluiten grote impact hebben op de WUR en diens medewerkers.
Ik vertrouw erop dat instellingen hun maatregelen weloverwogen nemen.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat door dit soort bezuinigingsplannen onomkeerbare en onherstelbare
schade wordt toegebracht aan het huidige onderwijs- en onderzoekniveau van Nederlandse
kennisinstellingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Zoals de situatie van de WUR aantoont, is de achtergrond van de bezuinigingen divers
en niet één op één te relateren aan de bezuinigingen van het kabinet. Naast bezuinigingen
wordt de WUR bijvoorbeeld geconfronteerd met dalende studentenaantallen, minder inkomsten
voor ontwikkelingssamenwerking en was er al sprake van een operationeel verlies.
Om hun organisatie financieel gezond te houden moeten instellingen soms ook lastige
keuzes maken. Hogescholen en universiteiten hebben een hoge mate van autonomie. Het
is aan de hogescholen en universiteiten zelf om keuzes te maken over de inhoud van
onderwijs en onderzoek.
Het is daarom voor het ministerie niet mogelijk om specifieke uitspraken te doen over
de impact en de gevolgen van de bezuiniging. Wel heb ik er vertrouwen in dat instellingen
weloverwogen keuzes maken met betrekking tot het personeelsbeleid waarbij de oplossingsrichtingen
ook aansluiten bij de oorzaak van de problemen.
Vraag 3
Moet niet juist met het oog op het voorkomen van onomkeerbare beslissingen snel helderheid
worden gegeven aan onderwijsinstellingen over de te verwachten bezuinigingsmaatregelen?
Antwoord 3
Met de vaststelling van de begroting 2025 is er voor onderwijsinstellingen duidelijkheid
gekomen over de hoogte van het beschikbare budget en de resterende bezuinigingsopgaven.
Voor het zomerreces wordt naar verwachting de eerste suppletoire begroting 2025 vastgesteld.
Instellingen zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor de aanwending van het beschikbare
budget ten behoeve van onderwijs en onderzoek.
Dankzij interne waarborgen, zoals de Raad van Toezicht en medezeggenschap, heb ik
er vertrouwen in dat de WUR, maar ook andere instellingen, op een zorgvuldige wijze
keuzes zullen maken ten aanzien van hun onderzoek en onderwijsaanbod. Ook vertrouw
ik erop dat keuzes ten aanzien van het personeelsbeleid in lijn zijn met wet- en regelgeving
en arbeidsrechtelijke afspraken.
Met het oog op de dalende studentenaantallen onderschrijf ik overigens het belang
van een stabiele en voorspelbare financiering voor de instellingen. De komende periode
wordt daarom gewerkt aan een brede verkenning naar de bekostigingssystematiek. Daarnaast
krijgen instellingen via de Rijksbijdragebrieven ook meerjarig een doorkijk op de
hoogte van de bekostiging en de bezuinigingsopgaven.
Vraag 4
Is onderzocht welk effect het bezuinigingsplan van Wageningen Universiteit zal hebben
op het Wageningse onderwijs- en onderzoekklimaat en op de lokale en regionale economie?
Zo ja, hoe beoordeelt u deze effecten?
Antwoord 4
De universiteit geeft aan in eerste instantie te bezuinigen op de indirecte kosten
en de ondersteunende organisatie. Daarnaast heeft de instelling ook aangegeven dat
de bezuinigingen op een later moment ook het primaire proces zullen raken. Ik begrijp
dat dergelijke besluiten grote impact hebben op de WUR, diens medewerkers en de directe
omgeving.
Het is voor het ministerie niet mogelijk om uitspraken te doen over de gevolgen van
specifiek de bezuinigingen op het Wageningse onderwijs- en onderzoekklimaat en de
lokale en regionale economie. Zoals ook eerder aangegeven vertrouw ik er op dat de
WUR weloverwogen keuzes maakt ten aanzien van hun onderzoek en onderwijsaanbod.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat afgezien moet worden van de huidige bezuinigingsmaatregelen
op het onderwijs? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het kabinet heeft deze keuzes gemaakt om de overheidsfinanciën gezond te houden. Hiermee
wordt het ook mogelijk gemaakt dat in andere maatschappelijke doelen geïnvesteerd
kan worden en is er ruimte gekomen voor lastenverlichting. De door het kabinet gemaakte
keuzes zijn uitgebreid besproken met en geamendeerd door uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling
van mijn departement. Met de vaststelling van de begroting 2025 is dit proces afgerond.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.