Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Crijns over het bericht 'Inspectie grijpt in bij instelling pleegmeisje Vlaardingen: ’Risico’s voor veiligheid meer pleegkinderen Enver’'
Vragen van het lid Crijns (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Inspectie grijpt in bij instelling pleegmeisje Vlaardingen: «Risico’s voor veiligheid meer pleegkinderen Enver»» (ingezonden 15 mei 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
18 juni 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2360.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Inspectie grijpt in bij instelling pleegmeisje Vlaardingen:
«risico’s voor veiligheid meer pleegkinderen»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u specifiek benoemen welke tekortkomingen op het gebied van veiligheid door de
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bij Enver zijn vastgesteld? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
De IGJ concludeert dat Enver richtlijnen en protocollen heeft, maar deze onvoldoende
worden toegepast. De IGJ ziet risico’s voor de veiligheid van pleegkinderen, doordat
de afwegingen over veiligheid van pleegkinderen onvoldoende systematisch worden gemaakt
en vastgelegd. De IGJ vindt de dossiervoering gebrekkig; het screening- en matchingsproces
is onvoldoende inzichtelijk en navolgbaar terug te vinden. Het is onduidelijk of pleegkinderen
worden gesproken zonder aanwezigheid van pleegouders, en adviezen van gedragswetenschappers
staan niet in dossiers. Enver heeft onvoldoende een actueel beeld van de dagelijkse
hulp aan de jongeren en pleegouders. De IGJ concludeert dat medewerkers betrokken
zijn en graag goede pleegzorg willen leveren, maar dat de werkdruk te hoog is. Binnen
Enver is verbetering noodzakelijk in de cultuur van elkaar aanspreken, samen verantwoordelijkheid
nemen, opschalen waar nodig en meekijken in dossiers. De samenwerking loopt stroef
tussen Enver en de gecertificeerde instellingen (GI’s), de organisaties die jeugdbeschermingsmaatregelen
uitvoeren. Meer gedetailleerde informatie is terug te vinden in het inspectierapport
van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), te raadplegen via: https://www.igj.nl/binaries/igj/documenten/rapporten/2025/05/14/versche…
Vraag 3
Deelt u de mening dat het plaatsen van kinderen in onvolledig gescreende pleeggezinnen
een directe schending vormt van artikel 5 van de Jeugdwet? Zo ja, wat gaat u doen
om dit voortaan te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Nee, die mening deel ik niet. Artikel 5.1, derde lid, van de Jeugdwet biedt de mogelijkheid
een kind in een pleeggezin te plaatsen voordat het voorbereidings- of screeningstraject
volledig is afgerond. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden. De pleegouders in kwestie
dienen de jeugdige reeds te verzorgen voorafgaand aan het sluiten van een pleegzorgcontract.
Daarbij moet binnen 13 weken wel aan de voorwaarden van het voorbereidings- en screeningstraject
zijn voldaan.
In de Kabinetsreactie van 30 januari jl.2 heb ik aangegeven dat Jeugdzorg Nederland het Kwaliteitskader Voorbereiding en Screening
dit jaar evalueert. In dit traject worden onder andere de aandachtspunten uit motie
Crijns3 meegenomen om meer uniforme afspraken met betrekking tot de herscreening van pleegouders
te maken en eerder pleegouderschap en eerdere plaatsingen mee te wegen.
Vraag 4
Hoe is het mogelijk dat deze ernstige tekortkomingen zo lang onder de radar zijn gebleven?
Antwoord 4
De IGJ en IJenV ontvingen in mei 2024 een melding van een calamiteit in een pleeggezin
in Vlaardingen. Daarop besloten de inspecties eigenstandig onderzoek te doen naar
deze calamiteit. Op 30 januari 2025 hebben de inspecties een zakelijke weergave van
het calamiteitenrapport4 openbaar gemaakt. Op basis van dit onderzoek maakte de IGJ zich grote zorgen of de
kwaliteit van pleegzorg van Enver voor andere jeugdigen wel op orde was. Om die reden
startten de IGJ op 28 januari een toezichttraject gericht op de algemene kwaliteit
van de pleegzorg en het zicht op de veiligheid van jeugdigen in de pleegzorg van Enver.
Voorafgaand aan deze calamiteit waren er geen signalen bekend bij de IGJ over structurele
tekortkomingen. Het feit dat deze tekortkomingen onder de radar zijn gebleven, evenals
een analyse van meldingen van andere pleegzorgaanbieders, zijn voor de IGJ aanleiding
geweest een thematisch toezicht naar alle pleegzorg organisaties uit te voeren. De
uitkomst van dit toezicht verwacht de IGJ in het najaar van 2025.
Vraag 5
Wat zijn de directe gevolgen van deze situatie, en welke maatregelen zijn genomen
om de veiligheid en het welzijn tijdens het verscherpte toezicht te garanderen?
Antwoord 5
Enver moet uiterlijk eind januari 2026 de noodzakelijke verbeteringen doorvoeren.
Omdat het verscherpt toezicht loopt, doet de IGJ geen uitspraken over de concrete
maatregelen die door Enver genomen worden. Gedurende het verscherpt toezicht houdt
de IGJ nauwlettend in de gaten hoe Enver de verbeteringen in de organisatie gaat doorvoeren.
Bijvoorbeeld met aangekondigd of onaangekondigd bezoek en het opvragen van voortgangsrapportages.
Vraag 6
Deelt u de mening dat er consequenties moeten volgen als Enver binnen de opgelegde
termijn van negen maanden niet aan de gestelde eisen voldoet? Zo ja, welke consequenties
overweegt u dan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Aan het einde van de periode van het verscherpt toezicht beoordeelt de IGJ of het
verscherpt toezicht kan worden beëindigd. De IGJ kan ook verdere stappen nemen in
de vorm van bestuursrechtelijke maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.