Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over de investeringsplannen van staatsdeelneming Schiphol en het besluit om geen dividend uit te keren aan de Staat over het jaar 2024
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister van Financiën over de investeringsplannen van staatsdeelneming Schiphol en het besluit om geen dividend uit te keren aan de Staat over het jaar 2024 (ingezonden 30 mei 2025).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 10 juni 2025).
Vraag 1
Is het juist dat Schiphol volgens haar statuten verplicht is om voor investeringen
die groter zijn dan 25% van het eigen vermogen, goedkeuring te verkrijgen van de aandeelhouders
tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders?
Antwoord 1
Dat is niet juist. De drempels voor investeringsbesluiten die goedkeuring van de algemene
vergadering van aandeelhouders (ava) behoeven zijn opgenomen in artikel 14 lid 3 van
de statuten van Royal Schiphol Group N.V. Voor investeringen in Nederland geldt een
drempel van € 200 mln.
Vraag 2
Klopt het dat de investeringsdrempel voor Schiphol voor goedkeuring circa 1 miljard
euro per jaar is?
Antwoord 2
Nee, zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Klopt het dat Schiphol voornemens is om tot en met 2030 jaarlijks circa 1,2 miljard
euro te investeren en dat hiervoor reeds goedkeuring is verleend door de aandeelhouders?
Antwoord 3
Schiphol heeft inderdaad aangekondigd tot en met 2030 jaarlijks circa € 1,2 miljard
te willen investeren. Hoewel de staat als aandeelhouder nut en noodzaak van de investeringsagenda
op hoofdlijnen onderschrijft, zullen individuele investeringen die de statutaire drempelwaardes
overschrijden nog moeten worden voorgelegd en is hiervoor ook niet reeds door de aandeelhoudersvergadering
goedkeuring verleend. Bovendien is niet voor alle investeringsplannen aandeelhoudersgoedkeuring
vereist, omdat sommige investeringen onder de drempel van € 200 mln. vallen.
Vraag 4
Wanneer heeft Schiphol aandeelhoudersgoedkeuring gekregen voor de investeringsplannen
zoals gepresenteerd op 30 augustus 2024, en waarom is de Kamer vooraf niet geïnformeerd
of op de hoogte gesteld van dit voorgenomen besluit?
Antwoord 4
Er is nog geen sprake van goedkeuring door de aandeelhouders, zie ook het antwoord
op vraag 3. In algemene zin geldt dat de Tweede Kamer niet vóóraf geïnformeerd wordt
over individuele goed te keuren investeringsbesluiten van de staatsdeelnemingen. In
de nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 is onder meer het beleid van de staat
als aandeelhouder omtrent investeringen vastgelegd en toegelicht. De Kamer wordt daarnaast
achteraf geïnformeerd over de goedgekeurde investeringen middels het Jaarverslag Beheer
Staatsdeelnemingen. Deze informatie is tevens te vinden via het Dashboard Staatsdeelnemingen.1
Vraag 5
Kan de Minister de investeringsplannen van Schiphol met de Kamer delen?
Antwoord 5
De concrete investeringsplannen van Schiphol worden aangemerkt als bedrijfsvertrouwelijke
informatie en kunnen daarom niet worden gedeeld met uw Kamer.
Afgelopen jaren is een aantal investeringen gedaan waar aandeelhoudersgoedkeuring
voor is gegeven. Voorbeelden van deze investeringen zijn de A-Pier, infrastructurele
uitbreidingen zoals de Dual Taxi Way (luchthavenveiligheidsproject) en herontwikkeling
van Lounge 1 (Schiphols oudste lounge). Het investeringsprogramma voor de komende
jaren betreft met name infrastructurele verbeteringen zoals het onderhoud en vernieuwing
van infrastructuur en banenstelsel, vernieuwing van verouderde terminal delen (zoals
C-Pier) en verbeteringen op het gebied van verduurzaming van de luchthavenoperatie
en kwaliteit van werk zoals de elektrificatie van afhandelingsmaterieel.
Vraag 6
Kan de Minister toelichten waarom hij in oktober 2024 nog niet vooruit wilde lopen
op het dividendbesluit over boekjaar 2024, het jaar dat er 50% meer winst is gemaakt
dan in het recordjaar 2017?
Antwoord 6
Het dividendbesluit wordt genomen in de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering die doorgaans
in april van het daaropvolgende boekjaar plaats vindt. In oktober 2024 was boekjaar
2024 nog niet afgelopen en kon dus ook nog geen besluit genomen worden.
Vraag 7
Kan de Minister toelichten waarom hij de Kamer niet vooraf heeft geïnformeerd over
het voornemen om geen dividend uit te keren over het boekjaar 2024?
Antwoord 7
Het besluit om geen dividend uit te keren over boekjaar 2024 is conform het geldende
dividendbeleid van Schiphol genomen. De financiële positie van Schiphol voldeed namelijk
nog niet aan de afgesproken ratio’s in het dividendbeleid. Over besluiten tot het
al dan niet uitkeren van dividend conform het dividendbeleid van deelnemingen informeer
ik de Kamer nooit vooraf. In de nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 is onder
meer het beleid van de staat als aandeelhouder omtrent de financiële positie van de
staatsdeelnemingen vastgelegd en toegelicht. Zie hiervoor ook het handboek financiële
positie waarin in paragraaf 3.7 wordt stilgestaan bij het vaststellen van een dividendbeleid.2
Vraag 8
Kan de Minister het gespreksverslag of de notulen van de algemene vergadering van
aandeelhouders delen, waarin de gesprekken tussen Schiphol en haar aandeelhouders
over het aanpassen van het dividendbeleid zijn vastgelegd?
Antwoord 8
Graag licht ik het doorlopen proces en de inhoudelijke afweging voor aanpassing van
het dividendbeleid toe. Het voornemen om het dividendbeleid van Schiphol aan te passen
is vanaf de zomer van 2024 in een reeks informele gesprekken tussen Schiphol en de
aandeelhouders besproken. Schiphol heeft de noodzaak tot aanpassing uitvoerig, en
naar tevredenheid van de aandeelhouders, onderbouwd.
In het kort is het voorstel om de komende vijf jaar het winstuitkeringspercentage
van 60% naar 30% te verlagen. Aan het eind van die periode zal het uitkeringspercentage
in beginsel teruggaan naar 60%. Het voorstel voor verlaging volgt uit de noodzaak
tot het vinden van een balans tussen een solide financiële positie voor Royal Schiphol
Group, het kunnen uitvoeren van de noodzakelijke investeringen en het uitkeren van
een voorspelbaar dividend aan de aandeelhouders.
De investeringsagenda betreft alleen wat noodzakelijk en haalbaar is (zowel qua uitvoering
als financieel). De opgave is niet gericht op groei van het aantal vliegbewegingen,
maar wordt hoofdzakelijk gedreven door de volgende factoren:
– Noodzaak tot vernieuwing en verduurzaming kernfaciliteiten (i.e. terminals, bagagekelders
etc.). Veel infrastructuur is einde levensduur.
– Verduurzamen van de eigen operatie (elektrificeren van de vliegtuigafhandeling en
het gasloos maken van alle gebouwen).
– Het faciliteren van de komst van grotere vliegtuigen, mede i.v.m. de beperking van
het aantal vliegbewegingen is het de verwachting dat luchtvaartmaatschappijen op Schiphol
grotere vliegtuigen zullen inzetten.
– Schuifruimte creëren voor het kunnen uitvoeren van grote projecten en tegelijkertijd
groei van passagiers en additionele piekdrukte (veroorzaakt door de grotere vliegtuigen)
te faciliteren.
De verwachte winst van Schiphol stijgt weliswaar als gevolg van hogere haventarieven,
maar de geplande investeringen leiden de komende jaren tot grote negatieve kasstromen,
die bij een ongewijzigd beleid de gewenste financiële positie in gevaar kunnen brengen.
Voornoemde balans is wat de aandeelhouders betreft voor de komende jaren gevonden
bij 30% winstuitkering. Door de hogere winst zal dit percentage leiden tot dividenduitkeringen
die grofweg op hetzelfde niveau als de jaarlijkse uitkeringen van voor 2019 liggen.
Het daadwerkelijke aandeelhoudersbesluit tot aanpassing zal pas formeel worden genomen
na afronding van de Voorjaarsbesluitvorming, waarin de financiële gevolgen voor de
Rijksbegroting zijn meegenomen.
In aanvulling op bovenstaande toelichting geef ik nog in algemene zin een toelichting
op uw vraag om de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders met de Kamer
te delen. De notulen van de aandeelhoudersvergadering en andere voor dit besluit relevante
stukken worden aangemerkt als bedrijfsvertrouwelijke informatie en worden daarom in
beginsel niet gedeeld met uw Kamer. Doel van een besloten aandeelhoudersvergadering
is om in een vertrouwelijke setting standpunten vrijelijk over en weer te kunnen delen.
Als er een risico is dat de notulen op een later moment openbaar worden, kan dit invloed
hebben op de insteek en wat uitgewisseld wordt tijdens de aandeelhoudersvergadering,
omdat dan bijvoorbeeld bedrijfsvertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie
niet gedeeld kan worden. Om deze reden ben ik niet voornemens de notulen van de aandeelhoudersvergadering
naar uw Kamer te zenden. Overigens is in die vergadering niet uitgebreid stilgestaan
bij de inhoudelijke overwegingen achter het voornemen het dividendbeleid aan te passen.
Vraag 9
Kan de Minister aangeven of zijn standpunt om over 2024 geen dividend uit te keren,
wordt gedeeld door de andere aandeelhouders van Schiphol, namelijk de gemeenten Amsterdam
en Rotterdam? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ja, hierover is unaniem besloten tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders.
Vraag 10
Kan de Minister toelichten hoe de begroting van de dividendinkomsten uit staatsdeelnemingen
voor de periode 2026–2030 is opgebouwd, en welk deel daarvan afkomstig is van Schiphol?
Antwoord 10
Ik geef geen overzicht van de meerjarige dividendraming, omdat de meerjarige winstramingen
bedrijfsvertrouwelijk zijn. Dividendramingen van staatsdeelnemingen worden gebaseerd
op de verwachte financiële resultaten en het vastgestelde dividendbeleid per deelneming.
Het dividendbeleid vormt een integraal onderdeel van financiële afspraken die worden
gemaakt met de staatsdeelneming conform het Handboek financiële positie.3 De dividenduitkeringen die de staat in 2025 ontvangt over boekjaar 2024 staan vermeld
in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen. Dit wordt naar verwachting begin juli
met uw Kamer gedeeld.
Vraag 11
Kan de Minister aangeven in welke situatie Schiphol wel dividend zou moeten uitkeren?
Antwoord 11
Conform de Nota Deelnemingenbeleid 2022 keren staatsdeelnemingen een deel van de winst
uit indien de financiële buffers voldoende zijn. Dit geldt ook voor Schiphol. Schiphol
keert dividend uit als het winst maakt en aan de vastgestelde financiële ratio’s voldoet.
Dat wordt bepaald aan de hand van een aantal financiële indicatoren die de gewenste
credit rating ondersteunen, zoals de solvabiliteit van de onderneming. Het is de verwachting
dat Schiphol de komende jaren wel dividend zal uitkeren.
Vraag 12
Kan de Minister per jaar (2024 tot en met 2030) aangeven in hoeverre het uitblijven
van dividenduitkeringen door Schiphol leidt tot financiële tegenvallers voor de Rijksbegroting?
Antwoord 12
In de raming van 2024 was al rekening gehouden met het niet-uitkeren van dividend.
Over de daaropvolgende jaren worden wel dividenduitkeringen verwacht, op basis van
de huidige financiële vooruitzichten van Schiphol. Ten opzichte van eerdere ramingen
is geen sprake van financiële tegenvallers, omdat de impact van de verwachte hogere
winstgevendheid van Schiphol groter is dan de impact van de verlaging van het uitkeringspercentage.
Vraag 13
Kan de Minister per begrotingsjaar (2026 tot en met 2030) aangeven welk deel van de
verwachte tegenvallers op de post «Dividenden financiële staatsdeelnemingen» (232 miljoen
euro in 2026 tot 222 miljoen euro in 2030) is toe te schrijven aan het geheel of gedeeltelijk
wegvallen van dividend van Schiphol?
Antwoord 13
Schiphol valt niet onder de post «Dividenden financiële deelnemingen». Onder die post
vallen de (indirecte) deelnemingen in ABN AMRO en de Volksbank. Zoals toegelicht bij
antwoord 12 is er naar verwachting geen sprake van het geheel of gedeeltelijk wegvallen
van dividend van Schiphol.
Vraag 14
Kan de Minister aangeven op welke wijze de tegenvallers als gevolg van lagere dividendinkomsten
uit financiële staatsdeelnemingen, in de periode 2026–2030, worden opgevangen of gedekt
binnen de Rijksbegroting?
Antwoord 14
Dividendontvangsten uit financiële deelnemingen (ABN AMRO en de Volksbank) zijn niet
relevant voor het uitgavenkader. Conform de begrotingsregels kunnen meevallers (meer
dividend) niet gebruikt worden voor additionele uitgaven binnen het kader en hoeven
tegenvallers (minder dividend) niet gedekt te worden binnen het uitgavenkader. De
dividendontvangsten uit financiële deelnemingen zijn wel relevant voor het EMU-saldo.
Op het gebied van dividenden van niet-financiële deelnemingen worden juist hogere
autonome ontvangsten verwacht, als gevolg van ontwikkelingen bij meerdere deelnemingen,
waaronder Schiphol. Zoals in antwoord 12 is toegelicht levert Schiphol hier een positieve
bijdrage aan vanwege de hoger dan verwachte winstgevendheid – de impact daarvan is
groter dan de impact van de voorgenomen verlaging van het winstuitkeringspercentage.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.