Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het verslag
36 597 (R2198) Goedkeuring van het op 20 november 2023 te San Marino tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting (Trb. 2023, 133)
Nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 7 mei 2025
Inleiding
De regering dankt de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
voor haar verslag van 17 oktober 2024 met betrekking tot het voorstel van rijkswet
tot goedkeuring van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve
van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting en
het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het
inkomen (hierna: het Verdrag). Met belangstelling is kennisgenomen van de vragen en
opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie, de VVD-fractie en de NSC-fractie.
In deze nota naar aanleiding van het verslag worden de vragen beantwoord, waarbij
de volgorde van de vragen is aangehouden.
Artikel 1
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben enkele vragen over het voorliggende
verdrag.
Deze leden zijn van mening dat Curaçao zelf over haar fiscale wetgeving en verdragen
gaat en niet Nederland, maar zijn desalniettemin benieuwd naar de onderbouwing van
de keuze van verdragslanden. Eerder is aangegeven dat Curaçao streeft naar het uitbreiden
van haar verdragsnetwerk, maar deze leden menen dat dit geen doel op zich kan zijn.
Deze leden vragen daarom wat precies het doel is en hoe het ontbreken van verdragen
nu voor knelpunten zorgt. Deze leden vragen ook in hoeverre deze knelpunten specifiek
op de economische interactie met San Marino van toepassing zijn. Het feit dat San
Marino ook een klein land met een kleine bevolking is lijkt deze leden niet genoeg
reden om een verdrag af te sluiten. Er zijn immers veel kleine landen met een kleine
bevolkingsomvang.
Het doel van een bilateraal belastingverdrag is het bevorderen van economische relaties
tussen landen door het wegnemen van dubbele belasting waarbij belastingontwijking
en -ontduiking wordt voorkomen. In een verdrag worden de heffingsrechten verdeeld
waardoor het risico op dubbele belasting sterk wordt tegengegaan. Hierdoor wordt een
mogelijke drempel voor inwoners uit beide landen om economische activiteiten in het
betreffende andere land te ontplooien weggenomen. Het Verdrag zorgt voor rechtszekerheid
voor de belastingplichtigen in beide landen. Curaçao heeft gezien de open economie
en de relatief kleine thuismarkt groot belang bij een uitgebreid verdragennetwerk.
Belastingverdragen kunnen belemmeringen voor buitenlandse ondernemingen om zich hier
te vestigen wegnemen en zo de werkgelegenheid in Curaçao bevorderen. Verder is het
van belang belemmeringen weg te nemen voor Curaçaose ondernemingen om competitief
te kunnen opereren op buitenlandse markten. Ook werknemers, gepensioneerden, zelfstandigen,
sporters, artiesten en studenten die in het buitenland activiteiten ontplooien, daar
beleggen of daar (gaan) wonen, kunnen tegen dubbele belasting aanlopen in het geval
meer dan één land (elk op basis van hun nationale wet) over hetzelfde inkomen van
deze personen, belasting wil heffen. Daarnaast kan het belastingverdrag een nuttige
rol spelen bij het effectueren van belastingheffing in grensoverschrijdende situaties
door bijvoorbeeld afspraken te maken over uitwisseling van informatie en bijstand
bij invordering door de belastingdiensten. Duidelijke regels over de verdeling van
heffingsrechten bieden rechtszekerheid aan internationaal opererende bedrijven en
natuurlijke personen en kunnen bijdragen aan het verminderen van administratieve lasten.
Dit bevordert de aantrekkelijkheid van het fiscale vestigingsklimaat in beide landen
en zorgt voor een intensivering van economische betrekkingen.
Landen hanteren op basis van hun eigen specifieke situatie een eigen fiscaal beleid
ten aanzien van belastingverdragen en de keuze voor een partnerland om een belastingverdrag
te sluiten. Curaçao en San Marino zijn kleine jurisdicties die geen eigen grondstoffen
hebben (olie, gas, bauxiet etc.) en die volledig afhankelijk zijn van het toerisme
en de financiële dienstensector. Deze landen streven naar het hebben van een breed
belastingverdragennetwerk, met name om buitenlandse investeringen te stimuleren vanwege
de rechtszekerheid die een belastingverdrag met zich mee brengt.
Curaçao kijkt bij de keuze voor het onderhandelen van een belastingverdrag naar landen
waarmee het economische relaties wil aangaan en wederzijdse investeringen wil bevorderen.
Door het sluiten van een belastingverdrag kunnen de economieën van beide jurisdicties
aansluiting vinden. Door het wegnemen van fiscale belemmeringen bij het verrichten
van toekomstige activiteiten in San Marino en het verstevigen van de rechtszekerheid
over de fiscale behandeling daarvan biedt het verdrag een basis om de economische
banden tussen Curaçao en San Marino versterken.
De economie van San Marino, die evenals Curaçao gedreven wordt door toerisme en financiële
dienstverlening, is welvarend. Een belastingverdrag met San Marino kan de samenwerking
tussen de sectoren voor financiële diensten van San Marino en Curaçao vergemakkelijken,
omdat obstakels voor investeringen en grensoverschrijdende activiteiten tussen de
landen weggenomen worden (potentiële dubbele belasting).
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen daarom naar de overeenkomsten en verschillen
tussen de economieën van Curaçao en San Marino. Ook vragen deze leden welke handelsstromen
er op dit moment plaatsvinden en waar Curaçao nog mogelijkheden ziet voor intensivering
van de economische betrekkingen. Deze leden zijn ook benieuwd naar de overeenkomsten
en verschillen tussen de belastingstelsels van Curaçao en San Marino.
Zowel Curaçao als San Marino hebben toerisme als grootste economische pijler. Daarnaast
is de financiële dienstensector voor beide landen een belangrijke factor voor de economische
ontwikkeling. De economie van San Marino groeit door landbouw en de export, zoals
keramiek, kleding en stoffen. Beide landen zijn kapitaalimporterende landen. Dankzij
een florerende economie, vooral gebaseerd op financiële dienstverlening en toerisme,
heeft San Marino een van de hoogste inkomens per hoofd, zeer lage werkloosheid, geen
staatsschuld en een begrotingsoverschot.
Curaçao heeft een territoriaal belastingstelsel: hetgeen buiten Curaçao wordt verdiend,
wordt niet in Curaçao belast. Het winstbelastingtarief van 15% is van toepassing over
de eerste Cg 500.000 belastbare winst en 22% over de winst boven Cg 500.000. Curaçao
heft geen dividendbelasting en heeft geen vermogensbelasting. Inkomstenbelasting wordt
geheven over het wereldinkomen van natuurlijke personen. Er geldt een progressief
tarief tussen 9,75% en 46,5%. Voor de omzetbelasting zijn drie tarieven van toepassing,
namelijk 6%, 7% en 9%, waarbij ook vrijstellingen van toepassing zijn.
Inwoners van San Marino worden belast over hun wereldinkomen. Niet-inwoners worden
alleen belast over hun inkomen afkomstig uit San Marino. De inkomstenbelasting kent
een progressieve tariefopbouw met een toptarief van 35% voor inkomen boven EUR 80.000.
Dividenden ontvangen van buitenlandse vennootschappen worden belast tegen 3%. Voor
de winstbelasting geldt een tarief van 17%, waarbij een 0%-tarief geldt voor bepaalde
investeringsfondsen. Vermogenswinsten worden belast tegen 8%, waarbij enkele vrijstellingen
van toepassing kunnen zijn. De belangrijkste bronbelastingen van San Marino zijn de
bronbelasting op interest en dividenden tussen 0–11%.
Uit de verkregen informatie van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten is gebleken
dat tussen 2019 en 2023 zeer beperkt handelsstromen hebben plaatsgevonden tussen Curaçao
en San Marino. Het zou gaan om ongeveer EUR 40.000 per jaar. Wat betreft de sector
en omvang van de algemene handelsstromen en investeringen van Curaçao verwijs ik naar
de van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten verkregen informatie in de bijlage.
Voorts vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie welke verdragen tussen Curaçao
en andere landen er op dit moment nog meer in voorbereiding zijn.
In het onderhandelplan 2024 dat Curaçao in het voorjaar van 2024 heeft gepubliceerd,
zijn de volgende landen waarmee Curaçao onderhandelingen wil voeren opgenomen: Suriname,
Cyprus, Barbados, Mauritius en Colombia.1 Op 1 juli 2024 is het belastingverdrag tussen Curaçao en Suriname ondertekend. Het
verdrag met Suriname zal binnenkort ter stilzwijgende goedkeuring aan de Staten-Generaal
en aan de Staten van Curaçao worden overgelegd. Op 25 september 2024 is tussen Curaçao
en Cyprus ambtelijke overeenstemming bereikt over de tekst van een belastingverdrag.
De ondertekening van het verdrag met Cyprus heeft plaatsgevonden op 23 april 2025.
Op 5 februari 2025 is ambtelijke overeenstemming bereikt over de tekst van het belastingverdrag
met Mauritius. Momenteel vinden de voorbereidingen plaats voor het ondertekenen van
het verdrag.
In het onderhandelplan 2025 dat Curaçao in februari 2025 heeft gepubliceerd2 zijn ter aanvulling op de landen in het onderhandelplan 2024 Brazilië en Luxemburg
opgenomen. In het verleden heeft Curaçao met een aantal landen onderhandeld over een
belastingverdrag en op ambtelijk niveau overeenstemming over de tekst bereikt. Deze
teksten bevatten niet de BEPS minimumstandaarden. Mede daarom wil Curaçao in 2025
heronderhandelingsplannen maken met Jamaica en Qatar. Verder wil Curaçao in 2025 nieuwe
onderhandelingen starten met Barbados. Barbados heeft in 2024 aangegeven de ingeplande
onderhandelingsronde in 2024 te willen uitstellen in verband met een belastingherziening.
Daarom maakt Barbados nog steeds deel uit van het onderhandelplan 2025.
Inbreng van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat er wordt gekeken naar andere landen die een
belangrijke handelspartner (kunnen) zijn voor Curaçao of waarmee Curaçao economische
relaties wil aangaan en wederzijdse investeringen wil bevorderen. Om welke handelsstromen
gaat het? Om wat voor investeringen gaat het? Kan de regering een overzicht geven
van de huidige handelsstromen (sector en omvang)? Kan de regering inzicht geven in
de investeringen in Curaçao respectievelijk San Marino in de periode 2019–2023 (sector
en omvang)? De leden van de VVD-fractie lezen dat het verdrag beoogt het aangaan van
banden, het verrichten van economische activiteiten en het bevorderen van handelsstromen
tussen Curaçao en San Marino. Welke handelsstromen tussen Curaçao en San Marino zullen
worden verbeterd?
Zowel Curaçao als San Marino hebben toerisme als grootste economische pijler. Daarnaast
is de financiële dienstensector voor beide landen een belangrijke factor voor de economische
ontwikkeling. De economie van San Marino groeit door landbouw en de export, zoals
keramiek, kleding en stoffen. Beide landen zijn kapitaalimporterende landen. Dankzij
een florerende economie, vooral gebaseerd op financiële dienstverlening en toerisme,
heeft San Marino een van de hoogste inkomens per hoofd, zeer lage werkloosheid, geen
staatsschuld en een begrotingsoverschot.
Uit de verkregen informatie van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten is gebleken
dat tussen 2019 en 2023 zeer beperkt handelsstromen hebben plaatsgevonden tussen Curaçao
en San Marino. Het zou gaan om ongeveer EUR 40.000 per jaar. Wat betreft de sector
en omvang van de algemene handelsstromen en investeringen van Curaçao verwijs ik naar
de van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten verkregen informatie in de bijlage.
Kan de regering aangeven of er nog meer verdragen worden voorbereid en zo ja, met
welke landen?
In het onderhandelplan 2024 dat Curaçao in het voorjaar van 2024 heeft gepubliceerd,
zijn de volgende landen waarmee Curaçao onderhandelingen wil voeren opgenomen: Suriname,
Cyprus, Barbados, Mauritius en Colombia. Op 1 juli 2024 is het belastingverdrag tussen
Curaçao en Suriname ondertekend. Het verdrag met Suriname zal binnenkort ter stilzwijgende
goedkeuring aan de Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao worden overgelegd.
Op 25 september 2024 is tussen Curaçao en Cyprus ambtelijke overeenstemming bereikt
over de tekst van een belastingverdrag. De ondertekening van het verdrag met Cyprus
heeft plaatsgevonden op 23 april 2025. Op 5 februari 2025 is ambtelijke overeenstemming
bereikt over de tekst van het belastingverdrag met Mauritius. Momenteel vinden de
voorbereidingen plaats voor het ondertekenen van het verdrag.
In het onderhandelplan 2025 dat Curaçao in februari 2025 heeft gepubliceerd zijn ter
aanvulling op de landen in het onderhandelplan 2024 Brazilië en Luxemburg opgenomen.
In het verleden heeft Curaçao met een aantal landen onderhandeld over een belastingverdrag
en op ambtelijk niveau overeenstemming over de tekst bereikt. Deze teksten bevatten
niet de BEPS minimumstandaarden. Mede daarom wil Curaçao in 2025 heronderhandelingsplannen
maken met Jamaica en Qatar. Verder wil Curaçao in 2025 nieuwe onderhandelingen starten
met Barbados. Barbados heeft in 2024 aangegeven de ingeplande onderhandelingsronde
in 2024 te willen uitstellen in verband met een belastingherziening. Daarom maakt
Barbados nog steeds deel uit van het onderhandelplan 2025.
De leden van de VVD-fractie lezen op curacao.nu dat Curaçao door de Europese Unie
op de grijze lijst is geplaatst vanwege geconstateerde tekortkomingen met betrekking
tot de automatische uitwisseling van financiële informatie. Curaçao heeft de ambitie
uitgesproken om snel te voldoen aan deze standaarden. Waarom is dat nog altijd niet
het geval? Op welke termijn wordt dit gerealiseerd? Welk effect heeft de plaats van
Curaçao op de grijze lijst op het verdrag met San Marino? Vindt San Marino het niet
bezwaarlijk dat Curaçao op de grijze lijst staat? Moet de regeling tussen Curaçao
en San Marino worden aangepast wanneer Curaçao uiteindelijk wel voldoet aan bovengenoemde
standaarden?
Curaçao stond tot voor kort op de grijze lijst van de Europese Unie (EU) vanwege de
door het Global Forum on Transparency and Exchange of Information of Tax Purposes
van de Organisatie voor Economsiche Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) geconstateerde
tekortkomingen ten aanzien van automatische uitwisseling van informatie (AEOI/CRS).
Curaçao maakt deel uit van het Inclusive Framework van de OESO en heeft op hoog politiek
niveau toegezegd voor het einde van 2024 deze tekortkomingen opgelost te hebben. De
beoordeling door de OESO van het wettelijk kader ten aanzien van AEOI/CRS is in september
2024 afgerond.
Het peer review rapport van de OESO met de herbeoordeling (reassessment) voor Curaçao waarin wordt vermeld dat Curaçao een voldoende beoordeling («in place»)
heeft gekregen, is in november 2024 gepubliceerd. Als gevolg hiervan stond Curaçao
nog op de grijze lijst van oktober 2024 en de positieve beoordeling door OESO heeft
bij de aanpassing van de lijst op 18 februari 2025 door de EU geresulteerd in verwijdering
van Curaçao van de grijze lijst per 18 februari 2025. De plaats van Curaçao op de
grijze lijst van de EU heeft geen effect op het Verdrag gehad. San Marino heeft geen
bezwaar gemaakt tegen het feit dat Curaçao ten tijde van de sluiting van het Verdrag
op de grijze lijst van de EU stond. Het Verdrag staat los van de plaatsing van Curaçao
op de grijze lijst van de EU en behoeft geen aanpassing nu Curaçao wel voldoet aan
de EU/OESO standaarden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de inzet van San Marino was om oneigenlijk gebruik
en misbruik van het verdrag tegen te gaan. Kan de regering toelichten welke gevolgen
het verdrag zal hebben voor de uitvoering van fiscale regelingen? Moeten deze regelingen
worden aangepast? Kan de regering toelichten in hoeverre het belastingstelsel van
San Marino vergelijkbaar is met dat van Curaçao en waarin het in belangrijke mate
afwijkt?
Over de gevolgen van het Verdrag voor de uitvoering van fiscale regelingen valt in
zijn algemeenheid niets te zeggen. Het Verdrag geeft regels over de verdeling van
heffingsrechten ten aanzien van een groot aantal inkomsten soorten (arbeid, winst,
etc.). Wel is van belang dat zoveel mogelijk door het Verdrag dubbele belasting wordt
voorkomen. Nationale regelingen van beide jurisdicties behoeven niet aangepast te
worden.
Curaçao heeft een territoriaal belastingstelsel: hetgeen buiten Curaçao wordt verdiend,
wordt niet in Curaçao belast. Het winstbelastingtarief van 15% is van toepassing over
de eerste Cg 500.000 belastbare winst en 22% over de winst boven Cg 500.000. Curaçao
heft geen dividendbelasting en heeft geen vermogensbelasting. Inkomstenbelasting wordt
geheven over het wereldinkomen van natuurlijke personen. Er geldt een progressief
tarief tussen 9,75% en 46,5%. Voor de omzetbelasting zijn drie tarieven van toepassing,
namelijk 6%, 7% en 9%, waarbij ook vrijstellingen van toepassing zijn.
Inwoners van San Marino worden belast over hun wereldinkomen. Niet-inwoners worden
alleen belast over hun inkomen afkomstig uit San Marino. De inkomstenbelasting kent
een progressieve tariefopbouw met een toptarief van 35% voor inkomen boven EUR 80.000.
Dividenden ontvangen van buitenlandse vennootschappen worden belast tegen 3%. Voor
de winstbelasting geldt een tarief van 17%, waarbij een 0%-tarief geldt voor bepaalde
investeringsfondsen. Vermogenswinsten worden belast tegen 8%, waarbij enkele vrijstellingen
van toepassing kunnen zijn. De belangrijkste bronbelastingen van San Marino zijn de
bronbelasting op interest en dividenden tussen 0–11%.
Inbreng NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie zien de meerwaarde van een belastingverdrag tussen Curaçao
en San Marino niet in.
De Nederlandse regering is duidelijk op de website: «Wat is een belastingverdrag?»:
«Een belastingverdrag is een overeenkomst tussen 2 landen dat dubbele heffing van
directe belastingen zoals vennootschapsbelasting, dividendbelasting en inkomstenbelasting
voorkomt. Door zo’n verdrag hoeven particulieren en bedrijven niet 2 keer belasting
te betalen over dezelfde inkomsten.»
Toepassen van het belastingverdrag
U krijgt met belastingverdragen te maken als u woont, werkt, belegt of zaken doet
in een ander land. In zo’n situatie kan het zijn dat meerdere landen op basis van
nationale wetgeving belasting willen heffen over het inkomen. Een belastingverdrag
regelt daarom welk land belasting mag heffen en verdeelt het heffingsrecht over bepaalde
inkomsten of over winst aan 1 van de landen.
Op de website van de Belastingdienst kunt u lezen hoe dit werkt als u in Nederland
woont en inkomen hebt uit het buitenland of als u in een ander land woont en inkomen
heeft uit Nederland.
Belastingheffing grensarbeiders
Belastingverdragen regelen ook de belastingheffing voor grensarbeiders.
De leden van de NSC-fractie merken naar aanleiding hiervan op dat ook zonder diepgaande
analyse kan worden vastgesteld dat de economische betrekkingen van Curaçao met San
Marino, dat meer dan 8.000 kilometer verwijderd is van Curaçao en minder dan 35.000
inwoners telt, niet relevant zijn. Daarom ontvangen deze leden graag antwoord op de
volgende vragen: met welke tien landen heeft Curaçao de meest intensieve handelsbetrekkingen
(volume) en hoe groot zijn die met San Marino? Met welke tien landen heeft Curaçao
de meest intensieve financiële betrekkingen en hoe groot zijn die met San Marino?
Zijn er grensarbeiders tussen San Marino en Curaçao? Hoeveel mensen uit Curaçao wonen
in San Marino? Hoeveel mensen uit San Marino wonen in Curaçao? Met welke landen heeft
Curaçao op dit moment belastingverdragen?
Het is allereerst van belang te benadrukken dat de aangehaalde website van de belastingdienst
betrekking heeft op Europees Nederland en niet op Curaçao. De passage over grensarbeiders
heeft betrekking op de vele arbeiders die in Nederland wonen en in Duitsland of België
werken of andersom. Gelet op het insulaire karakter van Curaçao kent Curaçao geen
of weinig grensarbeiders en zijn er geen arbeiders bekend die in Curaçao wonen en
in San Marino werken of andersom. Volgens de verkregen informatie van de autoriteiten
van Curaçao wonen geen personen met de San Marinese nationaliteit in Curaçao. Er zijn
geen gegevens bekend of er personen met de Nederlandse nationaliteit afkomstig uit
Curaçao in San Marino wonen.
De belangrijkste kapitaalstromen naar Curaçao toe vinden plaats vanuit Venezuela,
Aruba, Nederland (het Europese en Caribische deel), de Verenigde Staten en de Caymaneilanden.
De landen waar de belangrijkste kapitaalstromen naar toe plaatsvinden vanuit Curaçao
zijn de Verenigde Staten, Nederland (het Europese en Caribische deel), Venezuela,
Aruba en Puerto Rico.
Curaçao heeft op dit moment met vier landen een belastingverdrag gesloten. Naast San
Marino heeft Curaçao een belastingverdrag met Malta3 en Suriname4 gesloten. Recentelijk is op 23 april 2025 het belastingverdrag met Cyprus tot stand
gekomen. Het belastingverdrag met Malta is in 2024 parlementair goedgekeurd en in
werking getreden. Het belastingverdrag met Suriname zal binnenkort ter stilzwijgende
goedkeuring aan de Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao worden overgelegd.
De leden van de NSC-fractie vermoeden dat zowel San Marino als Curaçao een belastingverdrag
nodig hebben om aan te tonen op de goede weg te zijn tegen belastingontwijking en
ontduiking, zwarte- en grijze lijsten te vermijden en dat dit verdrag niets te maken
heeft met reële economische betrekkingen. Deze leden verzoeken de regering om hen
te overtuigen dat dit niet zo is.
Het hebben van een belastingverdragennetwerk is niet relevant voor (een plaatsing
op of verwijdering van) de zwarte en grijze lijsten. Het is eerder omgekeerd: een
plaatsing op de grijze of zwarte lijst is een belemmering voor een aantal landen om
een belastingverdrag te sluiten. San Marino staat niet op de zwarte of grijze lijst.
Voor Curaçao geldt dat ook zonder het belastingverdrag met San Marino, Curaçao per
18 februari 2025 van de grijze lijst van de EU zou zijn verwijderd.
Zowel San Marino als Curaçao hebben een belastingverdragennetwerk nodig om buitenlandse
investeerders aan te trekken. Het Verdrag biedt investeerders zekerheid over de vraag
welk land over de gegenereerde inkomsten belasting mag heffen en welke voorkomingsmethode
van dubbele heffing wordt gehanteerd. De Sanmarinese en Curaçaose overheid verschaffen
hiermee rechtszekerheid en verlagen hiermee de economische barrières voor de economische
actoren die langjarige economische activiteiten willen ontplooien.
Artikel 2
Inbreng VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat het verdrag voor het land Curaçao gaat gelden,
maar een uitbreidingsbepaling bevat om onder voorwaarden ook andere delen van het
Koninkrijk onder de werking van het verdrag te laten vallen. Kan de regering nader
toelichten welke criteria gelden voor uitbreiding van het verdrag? Dient deze uitbreiding
ook door de Staten-Generaal te worden goedgekeurd?
Curaçao is op dit moment het enige deel van het Koninkrijk dat een belastingverdrag
met San Marino heeft gesloten. Zoals in artikel 28 van het Verdrag is opgenomen kan
het Verdrag in zijn geheel of met de noodzakelijke wijzigingen worden uitgebreid tot
elk ander deel van het Koninkrijk (Europees en/of Caribisch Nederland, Aruba en Sint
Maarten), indien het desbetreffende deel belastingen heft die in wezen gelijksoortig
zijn aan de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is en als het andere deel
van het Koninkrijk en San Marino daar samen toe besluiten. De uitbreiding kan plaatsvinden
door middel van een wijziging van het Verdrag, dan wel een geheel separaat verdrag
tussen het betreffende deel van het Koninkrijk en San Marino. Zowel een wijziging
van het Verdrag als het sluiten van een separaat verdrag behoeven de goedkeuring van
de Staten-Generaal.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de vragen die door Buitenlandse Zaken in 2018
zijn gesteld, in april 2023 alsnog zijn beantwoord. Wat is de verklaring voor het
vijf jaar lang stilliggen van het proces? Welke vragen zijn gesteld? Wat waren daarop
de antwoorden? Hebben de antwoorden nog geleid tot aanpassingen in de verdragsteksten
of de toelichting daarop? Zo ja, welke?
De vragen die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van de ontwerptekst
van het Verdrag zijn gesteld betreffen verzoeken aan Curaçao om verbetering, aanvulling
en verduidelijking van de verdragstekst op een aantal punten. Enkele punten dienden
door Curaçao met San Marino te worden afgestemd. Vanwege de beperkte institutionele
capaciteit van Curaçao lag de beantwoording van de vragen stil. In 2022 heeft de Minister
van Financiën van Curaçao een team van specialisten aangesteld om de wens tot het
opbouwen van een belastingverdragennetwerk te kunnen realiseren. Het team van specialisten
is met de belastingverdragen aan de slag gegaan en heeft de vragen in april 2023 beantwoord.
Na beantwoording van de vragen door Curaçao is de verdragstekst opnieuw aan San Marino
voorgelegd, waarna ambtelijke overeenstemming tussen Curaçao en San Marino is bereikt
over de verdragstekst. De vragen en antwoorden hebben betrekking op onderhandelingsteksten
van verdragen. Deze teksten zijn vertrouwelijk. Ter bescherming van de diplomatieke
betrekkingen met zowel San Marino als Curaçao kan ik de betreffende vragen en antwoorden
niet met uw Kamer delen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.