Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over de geregistreerde huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten van Stichting Normering Flexwonen
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de geregistreerde huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten van Stichting Normering Flexwonen (ingezonden 19 maart 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
            6 mei 2025).
         
Vraag 1
            
Wat is uw reactie op de aantallen reguliere woningen die in gebruik zijn voor de huisvesting
               van arbeidsmigranten?1
Antwoord 1
            
Mij is het signaal bekend dat er relatief veel reguliere woningen gebruikt worden
               voor de huisvesting van arbeidsmigranten en dat dit in sommige wijken kan leiden tot
               overbewoning en verdringing van andere woningzoekenden. Zowel in het overzicht waar
               in de vraag naar verwezen wordt (d.d. 2023), alsook in meer recente cijfers van de
               Stichting Normering Flexwonen (SNF) waar ik hieronder bij vraag 2 op in zal gaan,
               is te zien dat een aanzienlijk deel van de SNF-geregistreerde locaties reguliere woningen
               betreft. Daarnaast zijn er ook huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten die niet
               SNF-gecertificeerd zijn en niet in de gepresenteerde cijfers vertegenwoordigd zijn.
               Hoewel daar geen data van bekend is, lijkt dat ook vaak huisvesting in reguliere woningen
               te betreffen.
            
Vraag 2
            
Hoeveel woonhuizen zijn er volgens u totaal geregistreerd met het Stichting Normering
               Flexwonen (SNF)-keurmerk? Bent u bereid dit na te gaan en kunt u een inschatting maken
               van het totaal aantal woningen met en zonder SNF-keurmerk die er in gebruik zijn?
               Mochten hier geen absolute cijfers van te zijn, kan er een inschatting worden gegeven?
            
Antwoord 2
            
SNF beheert het register van ondernemingen die aan haar norm voor huisvesting van
               arbeidsmigranten voldoen en onderhoudt deze normen. Huisvestingslocaties van de organisaties
               die zich aanmelden bij SNF worden periodiek gecontroleerd. Voldoet de huisvesting
               niet aan de normen, en worden zaken niet snel hersteld, dan wordt de aanbieder van
               huisvesting uit het register van SNF uitgeschreven.
            
In het register van SNF wordt door ondernemingen zelf aangegeven welk gebouwtype hun
               geregistreerde locatie betreft. Hierbij wordt het gebouwtype «reguliere woning» gedefinieerd
               als een regulier woonhuis of appartement in een appartementencomplex/flat; waarbij
               sprake is van één adres per woonhuis of appartement; met de bestemming «wonen»; waarbij
               alle voorzieningen zich in de woning bevinden. Of de onderneming het juiste gebouwtype
               opgeeft, wordt niet door SNF specifiek gecontroleerd. Het werkelijke aantal reguliere
               woningen dat SNF-geregistreerd is kan dus licht afwijken van de hieronder gepresenteerde
               cijfers.
            
Tabel 1 toont, op basis van data van 4 februari 2025, de verdeling van alle SNF-geregistreerde
               locaties en de bijbehorende capaciteit (het aantal «bedden») over de verschillende
               gebouwtypen.2
               Tabel 1. Verdeling van het aantal SNF-geregistreerde locaties en capaciteit over gebouwtypen
                  per 4 februari 2025.
Gebouwtype
Aantal SNF-geregistreerde locaties
Percentage van totaal aantal SNF-geregistreerde locaties
Capaciteit (aantal «bedden»)
Percentage van totale capaciteit
Reguliere woning
15.399
79%
85.158
59%
Huisvesting op recreatieterrein
1.558
8%
8.429
6%
Wooneenheden in gebouwencomplexen
1.135
6%
25.654
18%
Woonunits
847
4%
5.934
4%
Campus
272
2%
10.310
7%
Hotel/pension
256
1%
9.216
6%
Totaal
19.467
100%
144.701
100%
Uit deze data blijkt dat van de in totaal 19.467 bij SNF geregistreerde locaties 15.399
               het type «reguliere woning» betreft (79 procent van het aantal geregistreerde locaties).
               Wanneer wordt gekeken naar de verdeling van capaciteit over de verschillende type
               locaties, laat de data zien dat van de in totaal 144.701 bedden 85.158 bedden zich
               in een reguliere woning bevinden (59 procent van het totaal aantal bedden).
            
Er zijn geen exacte cijfers bekend over het aantal huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten,
               waaronder reguliere woningen, dat niet bij SNF is geregistreerd. SNF geeft aan in
               te schatten dat in de meeste gemeenten ongeveer een kwart tot een derde van het totaal
               aantal «bedden» voor arbeidsmigranten SNF-geregistreerd is. Echter, de verdeling van
               gebouwtypen zoals in de SNF-data kan niet zomaar geëxtrapoleerd worden naar de schatting
               van het aantal niet-SNF-geregistreerde woningen. Het is mogelijk dat de verdeling
               naar gebouwtypen hierin anders is, waardoor het relatieve aandeel van reguliere woningen
               groter of kleiner kan zijn.
            
Vraag 3
            
Deelt u de visie dat het ontoereikend is dat het SNF-locatieregister alleen in te
               zien is door de branche zelf? Ziet u hierin een probleem voor gemeenten die in dit
               systeem geen inzicht hebben, wat handhaving in de weg staat?
            
Antwoord 3
            
SNF beschikt over een apart locatieregister. In deze database staan alle locaties
               van ondernemingen die SNF-geregistreerd zijn. De ondernemingen registreren de locaties
               die zij inzetten voor de huisvesting van arbeidsmigranten in het locatieregister en
               voeren de mutaties maandelijks en voorafgaand aan een inspectie door.
            
Alleen SNF zelf heeft inzage in het volledige register. Een geregistreerde onderneming
               heeft inzage in de gegevens van de eigen locaties die in het register staan. Het register
               is niet openbaar voor derden, dus ook niet voor gemeenten.
            
Ik herken dat het gemeenten zou kunnen helpen als ze de gegevens van SNF-geregistreerde
               locaties in hun gemeente konden inzien. Hiermee zouden zij meer inzicht kunnen krijgen
               in de huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten binnen hun gemeentegrenzen. In sommige
               gemeenten is er namelijk onvoldoende zicht op de locaties waar arbeidsmigranten verblijven,
               wat onder andere handhaving bemoeilijkt.
            
Echter, ik merk ook op dat SNF een privaat keurmerk is. Ondernemingen melden zich
               vrijwillig aan om het keurmerk te krijgen. Hoewel ik SNF daarom niet kan verplichten
               om het locatieregister openbaar te maken voor gemeenten, heeft SNF mij desgevraagd
               wel aangegeven open te staan om in gesprek te gaan met individuele gemeenten, om passende
               afspraken te maken op het gebied van gegevensdeling. Met enkele gemeenten heeft SNF
               al een convenant afgesloten over gegevensdeling en dit zou in de toekomst met meer
               gemeenten afgesproken kunnen worden. Ik moedig gemeenten dan ook aan om dergelijke
               afspraken met SNF te maken en zal zelf ook met SNF verder bespreken welke rol ik kan
               spelen om dergelijke afspraken te bevorderen.
            
Daarnaast is het belangrijk om op te merken dat waarschijnlijk de meeste locaties
               waar arbeidsmigranten verblijven, zoals in mijn antwoord op vraag 2 ook aangegeven,
               niet geregistreerd of gecertificeerd zijn door SNF. Inzage in slechts de SNF-locaties
               zou dus geen volledig beeld geven van alle huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten
               in een gemeente. Aangezien de SNF-geregistreerde locaties gecontroleerd worden op
               een bepaalde kwaliteitsnorm, is het mogelijk dat er juist bij de niet-SNF-geregistreerde
               locaties meer misstanden voorkomen. Enkel de toegang tot het SNF-register zou voor
               gemeenten zodoende niet direct leiden tot meer zicht op locaties waar handhaving waarschijnlijk
               het meest urgent nodig is. Ik vind het dan ook van belang dat er vooral ook op niet-SNF-geregistreerde
               locaties meer zicht komt en dat er op deze locaties wordt gehandhaafd door gemeenten.
               Ik zal in dat kader ook in gesprek gaan met gemeenten om te verkennen welke ondersteuning
               zij nodig hebben om meer zicht te krijgen op de huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten
               binnen hun gemeente.
            
Om meer grip te krijgen op de kwaliteit van huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten
               in de gemeente, moedig ik gemeenten daarom vooral aan om het instrumentarium van de
               Wet goed verhuurderschap (Wgv) in te zetten. De Wgv biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid
               om een verhuurvergunning voor de verhuur aan arbeidsmigranten in te voeren. Daarmee
               kunnen er eisen worden gesteld aan onder andere het maximaal aantal personen aan wie
               verhuurd mag worden en de voorzieningen die aanwezig moeten zijn ten behoeve van voedsel
               en hygiëne. Hierop kan vervolgens gehandhaafd worden. Met de Wet betaalbare huur kan
               er daarnaast gehandhaafd worden op de huurprijs.
            
Vraag 4
            
Bent u bereid om in gesprek te gaan met SNF om de registers openbaar te maken voor
               gemeenten, zodat zij beter kunnen handhaven op illegale huisvestingspraktijken? Zo
               nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Zoals hierboven bij vraag 3 aangegeven, kan ik SNF niet verordenen om het register
               volledig openbaar te maken voor gemeenten. Ik moedig gemeenten wel aan om afspraken
               te maken met SNF over gegevensdeling en zal zelf ook met SNF verder bespreken welke
               rol ik kan spelen om dergelijke afspraken te bevorderen. Daarnaast vind ik het van
               belang dat gemeenten andere middelen inzetten om beter zicht te krijgen op het aantal
               arbeidsmigranten dat in de gemeente woont en werkt, bijvoorbeeld op het gebied van
               registratie in de Basisregistratie Personen, en te handhaven op de kwaliteit van huisvesting
               voor arbeidsmigranten via het instrumentarium op basis van de Wgv. Zoals in mijn antwoord
               op vraag 3 ook gezegd, zal ik hierover ook met gemeenten het gesprek aangaan om te
               bezien welke ondersteuning zij hierbij aanvullend nodig hebben.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.