Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de berekeningen van de expat regeling
Vragen van het lid Omtzigt (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Financiën over de berekeningen van de expat regeling (ingezonden 4 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Van Oostenbruggen (Financiën) (ontvangen 28 april 2025).
Vraag 1
Herinnert u zich het antwoord op de Kamervragen over de gewijzigde regeling voor expats,
die volgens de eigen ramingstoelichting van het ministerie geen geld zou kosten, doordat
gedragseffecten niet juist zijn meegenomen1
Antwoord 1
Ja, deze Kamervragen herinner ik mij. Hierin is niet vermeld dat de gedragseffecten
niet juist zijn meegenomen.
Vraag 2
Klopt het dat de geraamde kosten van de expatregeling (30% regeling) zonder het amendement-Omtzigt
c.s. 1.071 miljoen euro bedroegen?
Antwoord 2
Ja, met daarbij de nuancering dat dit feitelijk niet gaat om kosten, maar om het budgettaire
belang dat gemoeid is met de regeling. Het is dus de gemiste budgettaire opbrengst
die behaald had kunnen worden als alle toenmalige gebruikers van de expatregeling
volledig belast zouden worden (dus zonder 30% korting en zonder gedragseffecten).
Vraag 3
Klopt het dat de geraamde kosten van de expatregeling (naar een 30%/20%/10%-regeling)
met het amendement-Omtzigt c.s. 855 miljoen euro bedroegen, exclusief de gedragseffecten?
(antwoord op vraag 4 van eerder genoemde vragen).
Antwoord 3
Ja, met ook hierbij dezelfde kanttekening als bij de vorige vraag. Dit is dus een
inschatting vóórdat er een gedragseffect is opgetreden.
Vraag 4
Klopt het dus dat de opbrengst van het amendement 216 miljoen euro zou zijn geweest
als er geen gedragseffecten zouden optreden?
Antwoord 4
Ja, als er geen gedragseffecten optreden dan geven de kosten van de regeling een inschatting
van de opbrengst bij afschaffen/versoberen van de regeling.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er gedragseffecten te verwachten zijn, namelijk minder gebruik
van de regeling, als de regeling minder aantrekkelijk wordt en dat de gedragseffecten
dus altijd zullen leiden tot een geraamde opbrengst die hoger is dan 216 miljoen euro?
Antwoord 5
Er zijn inderdaad gedragseffecten te verwachten waarbij er minder gebruik wordt gemaakt
van de regeling. Gedragseffecten leiden echter niet tot een hogere geraamde opbrengst,
maar een lagere opbrengst. Door de regeling minder aantrekkelijk te maken, wordt er
minder gebruik van gemaakt, bijvoorbeeld omdat sommige expats niet meer naar Nederland
komen of omdat zij gebruikmaken van de ETK-regeling. De versobering leidt alleen tot
een budgettaire opbrengst voor de groep die gebruik blijft maken van de regeling.
Hierdoor valt de opbrengst altijd lager uit dan € 216 miljoen.
Vraag 6, 7 en 8
Als de gedragseffecten 10% zijn en er dus 10% minder gebruik is van de regeling met
de 30%/20%/10%-variant, dan in de 30% variant, klopt het dan dat de geraamde kosten
met het amendement dan 770 miljoen euro bedragen, namelijk 90% van 885 miljoen euro?
Klopt het dat de geraamde opbrengst van het amendement met 10% gedragseffecten dus
1.071–770 = 301 miljoen euro is?
Zo nee, kunt u dan de som toelichten wat de opbrengst van het amendement is met 10%
gedragseffecten?
Antwoord 6, 7 en 8
Het gedragseffect moet berekend worden op het verschil tussen het budgettaire belang
van de oorspronkelijke regeling en het budgettaire belang van het amendement voordat
een gedragseffect is toegepast. Stel als voorbeeld dat het gedragseffect 100% is,
dus dat er door de versobering niemand meer gebruik maakt van de regeling. Dan is
de budgettaire opbrengst van de versobering dus ook nul. Er is immers niemand meer
die het verhoogde tarief betaalt. Uit dit voorbeeld blijkt ook meteen dat de redenering
uit de vragen 6 en 7 niet klopt. Volgens deze redenering zou een gedragseffect van
100% leiden tot een opbrengst van € 1.071 miljoen.
In werkelijkheid moet het gedragseffect dus berekend worden over het verschil tussen
beide situaties voordat het gedragseffect is toegepast. In het onderhavige geval moet
dus een gedragseffect worden toegepast op een bedrag van € 216 miljoen, te weten het
verschil tussen € 1.071 miljoen en € 885 miljoen. Door het gedragseffect wordt de
budgettaire opbrengst kleiner. Dus bij een gedragseffect van 10% wordt de opbrengst
90% van € 216 miljoen = € 194 miljoen.
Vraag 9
Kunt u alle memo’s en emails met de originele berekeningen bij het amendement aan
de Kamer doen toekomen?
Antwoord 9
De berekening van de raming is toegelicht in deze antwoorden. Er is geen ramingsmemo
beschikbaar, omdat amendementen niet meelopen in het certificeringsproces van het
CPB.
Vraag 10
Kunt u deze vragen per ommegaande, binnen een paar dagen, beantwoorden?
Antwoord 10
Deze vragen zijn nog voor het meireces beantwoord. Vanwege het reces is er enige vertraging
voordat de antwoorden in de Kamer komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.