Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Van Vroonhoven over de gewijzigde regeling voor expats, die volgens de eigen ramingstoelichting van het ministerie geen geld zou kosten, doordat gedragseffecten niet juist zijn meegenomen
Vragen van de leden Omtzigt en Van Vroonhoven (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris en de Minister van Financiën over de gewijzigde regeling voor expats, die volgens de eigen ramingstoelichting van het ministerie geen geld zou kosten, doordat gedragseffecten niet juist zijn meegenomen (ingezonden 17 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Van Oostenbruggen (Financiën) (ontvangen 28 maart 2025)
Vraag 1
Herinnert u zich dat bij de behandeling van het Belastingplan 2024 het amendement
van het lid Omtzigt over het versoberen van de zgn. 30%-regeling is aangenomen, waarmee
de expatregeling is versoberd van een 30%-regeling (5 jaar lang) naar een 30%/20%/10%-regeling?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat dit amendement structureel een opbrengst zou hebben van 194 miljoen
euro per jaar?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Op welke manier heeft het ministerie destijds het bedrag van 194 miljoen euro berekend
en klopt het dat er geen gedragseffecten in dit bedrag zijn opgenomen?
Antwoord 3
Het klopt niet dat er geen gedragseffecten zijn gehanteerd. Er is uitgegaan van een
gedragseffect van 10%. De berekeningswijze wordt verder toegelicht in het antwoord
op vraag vier.
Vraag 4
Kunt u de berekening aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 4
De kosten van de 30%-regeling bedroegen in 2022 op basis van werkelijke gegevens over
dat jaar 1051 miljoen. De kosten zijn vervolgens doorgerekend met diezelfde gegevens
ervanuit gaande dat het amendement van toepassing zou zijn en kwamen uit op 839 miljoen.
Met jaarlijkse stijgingen van 5% in 2023 en 2024 kwam dit uit op respectievelijk 1159
miljoen en 925 miljoen. De aftopping van de WNT-norm van de oorspronkelijke regel
was geraamd op 88 miljoen. Deze is naar rato meegenomen voor de nieuwe maatregel,
dus op 70 miljoen. Daarmee kwam de totale raming van de oorspronkelijke kosten uit
op 1071 miljoen, en van de kosten inclusief amendement op 855 miljoen. Een verschil
van 216 miljoen. Hierop is gedragseffect van 10% toegepast, waarmee de opbrengst van
de aanpassing uitkwam op 194 miljoen.
Vraag 5
Wat zou de opbrengst van het amendement geweest zijn als er wel gedragseffecten meegenomen
zouden zijn?
Antwoord 5
Zoals bij vraag 3 is geantwoord, zijn gedragseffecten al meegenomen bij de berekening
van de opbrengst van het amendement. De opbrengst blijft dus hetzelfde.
Vraag 6
Heeft u kennis genomen van het feit dat het SEO onderzoek over de 30%-regeling (waarop
de regering de tweede nota van wijziging van het Belastingplan 2025 baseert), schat
dat het aangenomen amendement leidt tot een afname van het aantal expats met 10–15%
(gedragseffect)?2
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Wilt u de opbrengst van het amendement berekenen zowel op stand van zaken in 2022
en nu, inclusief gedragseffecten?
Antwoord 7
De berekening is reeds uitgevoerd inclusief gedragseffecten. De opbrengst verandert
hier dus niet door. Het is verder niet mogelijk om de stand van zaken voor het huidige
jaar te berekenen, omdat daar nog geen gegevens over beschikbaar zijn. Op dit moment
zijn de meest recent beschikbare gegevens die over 2023. De verwachting is dat de
uitkomst niet veel zal afwijken van de uitkomst op basis van de gegevens van 2022.
Vraag 8 en 9
Klopt het dat u bij de tweede nota van wijziging bij het Belastingplan 2025 het amendement
terugdraaide en daarbij geen gedragseffecten berekende voor het terugdraaien van het
amendement, maar wel voor het daarna verlagen van het algemene percentage van 30%
naar 27%? 3
Deelt u de mening dat het inconsistent en misleidend is om bij een nota van wijziging
alleen de gedragseffecten mee te nemen die de regering goed uitkomen en de andere
niet?
Antwoord 8 en 9
Middels de motie Geerdink-Moonen4 is het kabinet door de Staten-Generaal verzocht om de voorgenomen evaluatie van de
30%-regeling naar voren te halen en op basis van deze evaluatie in het Belastingplan
2025 met een alternatief voorstel te komen dat minder schadelijk uitpakt voor de economie.
De gevraagde evaluatie is vervolgens vervroegd en versneld uitgevoerd door SEO Economisch
Onderzoek (SEO). Het rapport Kunde, Kosten en Keuzes dat SEO heeft opgesteld naar
aanleiding van deze evaluatie is op 14 juni 2024 door één van mijn voorgangers met
uw Kamer gedeeld.5 Eén van de aanbevelingen die SEO doet in het evaluatierapport is om de forfaitaire
vergoeding voor extraterritoriale kosten vorm te geven als één vast percentage van
het loon in plaats van een afbouw in de tijd van 30-20-10. Invulling gevende aan de
motie Geerdink-Moonen en gehoor gevende aan de aanbeveling van SEO, hebben wij een
voorstel gedaan voor een aanpassing in de expatregeling. Deze aanpassing houdt in
dat de forfaitaire vergoeding voor extraterritoriale kosten wordt gesteld op een vast
percentage van het loon van de werknemer. Dit percentage bedraagt vanaf 2027 27% met
volledig respecterend overgangsrecht; voor de jaren 2025 en 2026 bedraagt het percentage
30%. Dit voorstel is door de Staten-Generaal aanvaard.
Bij zowel de berekeningen voor het amendement als de wijzigingen in het Belastingplan
2025 zijn gedragseffecten meegenomen. De ramingen zijn mijns inziens daarom consistent.
Vraag 10 en 11
Wilt u de kosten en opbrengsten van de nota van wijziging berekenen met alle gedragseffecten
en gebaseerd op hetzelfde jaar (2025)?
Wilt u de kosten en opbrengsten van de nota van wijziging zonder gedragseffecten en
gebaseerd op hetzelfde jaar (2025)?
Antwoord 10 en 11
De berekening van de kosten en opbrengst van de nota van wijziging zijn gebaseerd
op de gegevens van 2023. Er zijn geen recentere gegevens beschikbaar om nieuwe berekeningen
mee te maken.
Vraag 12
Hoe hoog is de instroom van 30%-regeling (en opvolgers) in elk van de jaren 2016–2024?
Antwoord 12
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de instroom van de 30%-regeling over de
periode 2016 tot en met 2022. Deze gegevens komen uit het evaluatierapport van onderzoeksbureau
SEO.6
Jaar
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Instroom 30%-gebruikers
19.254
22.811
27.579
29.658
22.742
30.884
46.042
Vraag 13
Hoe hoog is het totaal aantal mensen dat gebruik maakt van de regeling in elk van
die jaren?
Antwoord 13
Het genoemde SEO-rapport geeft in figuur 3.1 ook een overzicht van het aantal mensen
dat gebruik maakt van de 30%-regeling over de periode 2016 tot en met 2023. Het gaat
hierbij om mensen die op enig moment in het jaar gebruik hebben gemaakt van de 30%-regeling.
Onderstaande tabel geeft deze cijfers:
Jaar
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Aantal
59.565
69.538
84.165
93.932
97.604
89.049
109.502
114.508
Vraag 14
Hoe hoog is het budgettaire beslag in elk van die jaren?
Antwoord 14
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kosten van de 30%-regeling in miljoenen
euro over de periode 2016 tot en met 2023.
Jaar
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Kosten
850
968
1.058
1.062
1.100
865
1.051
1.249
Vraag 15
Kunt u de opbrengsten van het in de eerste vraag genoemde amendement berekenen, gebaseerd
op de huidige kosten van de expatregeling, zowel met als zonder gedragseffecten?
Antwoord 15
Op dit moment zijn de meest recent beschikbare gegevens die over 2023. De verwachting
is dat de uitkomst niet veel zal afwijken van de uitkomst op basis van de gegevens
van 2022.
Vraag 16
Op welke wijze en wanneer wordt uitvoering gegeven aan de aangenomen motie-Hermans/Omtzigt
op het volgende punt van het dictum: «zo snel mogelijk het deskundigheidsvereiste
in de 30%-regeling aan te scherpen zodat die beter aansluit bij de behoeften van de
economie en arbeidsmarkt»?7
Antwoord 16
Als één van de voorwaarden voor toepassing van de expatregeling (voorheen 30%-regeling)
geldt dat de ingekomen werknemer specifieke deskundigheid heeft die schaars is op
de Nederlandse arbeidsmarkt. Sinds 2012 wordt het deskundigheidsvereiste in de expatregeling
vorm gegeven aan de hand van een salarisnorm. In het Belastingplan 2025 is aangekondigd
dat de salarisnorm per 1 januari 2027 zal worden verhoogd van € 46.107 (cijfer 2024)
naar € 50.436 (dit laatste cijfer zal nog worden aangepast aan de jaarlijkse indexatie).8 Dit betreft een verhoging van de salarisnorm van 9,4%. De salarisnorm voor werknemers
jonger dan 30 jaar met een mastergraad wordt naar rato verhoogd. Op deze manier heeft
het kabinet invulling gegeven aan het verzoek in de motie Hermans/Omtzigt om het deskundigheidsvereiste
aan te scherpen.
Vraag 17
Kunt u deze vragen een voor een en binnen 10 dagen beantwoorden?
Antwoord 17
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.