Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Vree over het bericht 'Helft stichtingen en verenigingen heeft problemen bank dankzij doorgeschoten anti-terrorismemaatregelen'
Vragen van het lid De Vree (PVV) aan de Minister van Financiën over het bericht «Helft stichtingen en verenigingen heeft problemen bank dankzij doorgeschoten anti-terrorismemaatregelen» (ingezonden 6 november 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 20 december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Helft stichtingen en verenigingen heeft problemen bank
dankzij doorgeschoten anti-terrorismemaatregelen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke stappen onderneemt u om de problemen van maatschappelijke organisaties met hun
bankzaken tegen te gaan?
Antwoord 2
Het betalingsverkeer moet voor iedereen toegankelijk zijn. Tegelijkertijd moet worden
voorkomen dat het financieel stelsel wordt misbruikt door kwaadwillenden. De Wet ter
voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) verwacht van poortwachters,
waaronder banken, dat zij cliëntenonderzoek doen. Ik vind het van essentieel belang
dat klanten geen onnodige lasten ervaren en dat banken alleen stellen en klantonderzoek
doen in lijn met de risicogebaseerde aanpak. Het onderzoek van poortwachters moet
risicogebaseerd zijn. Dit betekent dat de intensiteit van het onderzoek in lijn moet
zijn met de risico’s: zijn de risico’s op witwassen of financieren van terrorisme
hoog, dan zal het onderzoek diepgaander moeten zijn dan als de risico’s laag zijn.
De Nederlandsche Bank (DNB), de toezichthouder op de naleving van de Wwft door banken,
heeft geconstateerd dat banken een meer risicogebaseerde aanpak moeten hanteren.2 Banken doen ook nu soms nog steeds meer dan de Wwft vereist en stellen in sommige
gevallen ook vragen die de Wwft niet voorschrijft. De huidige aanpak leidt daardoor
tot onnodige lasten. Ik vind het daarom van essentieel belang dat banken blijven inzetten
op het verbeteren van hun risicogebaseerde aanpak, om onnodige problemen en uitsluiting
te voorkomen. Dit verlicht de lasten voor personen en bedrijven die een lager risico
opleveren. Ik begrijp dat het voor banken soms nog moeilijk is om risicogebaseerd
te werk te gaan. Ik vraag hiervoor aandacht van toezichthouder de Nederlandsche Bank
(DNB). DNB spreekt hierover met de banken.
Naar aanleiding van het rapport van DNB zijn banken in gesprek gegaan met verschillende
sectoren. Tijdens deze gesprekken is gekeken hoe het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering
beter en gerichter kan, zodat de aandacht van de banken zich richt op de grootste
risico’s. Naar aanleiding van deze gesprekken zijn er door de Nederlandse Vereniging
van Banken (NVB) verschillende standaarden opgesteld die banken uitgangspunten bieden
voor het risicogebaseerder toepassen van de open normen uit de Wwft. De NVB heeft
aangegeven dat er door banken momenteel gewerkt wordt aan de implementatie van de
standaard voor de «not-for-profit» (NPO) sector. Sommige banken zijn hierin verder
dan andere banken. In het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB)3 wordt de voortgang van de standaarden besproken. Ik benadruk in dit overleg het belang
van volledige implementatie van de standaarden door banken en zal dit ook blijven
doen. Het is belangrijk dat de handvatten van de NVB worden geïmplementeerd in de
praktijk, zodat klanten geen onnodige lasten ervaren. Ik ben en blijf in overleg met
DNB en de NVB over de risicogebaseerde aanpak en hoe die verbeterd kan worden. Begin
2025 stuur ik uw Kamer, met de Minister van Justitie en Veiligheid, de uitwerking
van het regeerprogramma op het terrein van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering.
Een verbetering van de uitvoering van de Wwft zal ik hierin ook nadrukkelijk meenemen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de huidige regelgeving doorslaat wat regeldruk betreft?
Antwoord 3
Poortwachters moeten de verplichtingen uit de Wwft risicogebaseerd uitvoeren, de Wwft
geeft hier ook de ruimte voor. Banken doen dit nog onvoldoende. Ik vind het belangrijk
dat klanten geen onnodige lasten ervaren. Banken moeten dus beter werk maken van de
risicogebaseerde aanpak. Ook DNB concludeerde dat er ruimte is voor verbetering van
de risicogebaseerde aanpak door banken. Momenteel stellen banken aan organisaties
in sommige gevallen onnodige of teveel vragen. Wanneer banken daadwerkelijk een risicogebaseerde
aanpak hanteren, zal dit niet meer moeten leiden tot onnodige regeldruk en verlicht
het de lasten voor klanten die een lager risico opleveren. Begin 2025 stuur ik uw
Kamer, met de Minister van Justitie en Veiligheid, de uitwerking van het regeerprogramma
op het terrein van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering. Een proportionele,
risicogebaseerde uitvoering van de Wwft zal ik hierin ook nadrukkelijk meenemen.
Vraag 4
Welke stappen onderneemt u om de impact van de huidige, strenge regelgeving te verminderen?
Antwoord 4
De Wwft is gebaseerd op internationale standaarden en Europese wet- en regelgeving.
De Wwft bevat veel open normen en schrijft een risicogebaseerde benadering voor. Bij
de uitvoering daarvan gaat het mis: de lasten komen voort uit het feit dat banken
de risicogebaseerde benadering niet voldoende toepassen. Voor mijn acties verwijs
ik naar het antwoord op vraag 2 en de uitwerking van het regeerprogramma.
Vraag 5
Op welke manier denkt u banken te kunnen aanmoedigen om meer risicogebaseerd te werk
te gaan?
Antwoord 5
Het is primair aan DNB, de onafhankelijk toezichthouder op de naleving van de regelgeving,
om met de banken het gesprek te voeren over hoe de risicogebaseerde aanpak verbeterd
kan worden. DNB heeft aangegeven dat de risicogebaseerde aanpak ook de komende jaren
een prioriteit blijft.4 Verder verwijs ik naar het antwoord op vraag 2 wat betreft de gesprekken die ik voer
met de banken en DNB en de uitwerking van het regeerprogramma voor mijn inzet in de
risicogebaseerde aanpak.
Vraag 6
Hoe zorgt u ervoor dat banken hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en zorgen
dat bankieren voor iedereen mogelijk en toegankelijk blijft?
Antwoord 6
Ik vind het belangrijk dat iedereen in de samenleving mee kan doen. Dat vergt onder
andere dat het betalingsverkeer en de dienstverlening van banken toegankelijk zijn.
Ik spreek regelmatig in het MOB over de toegankelijkheid van het betalingsverkeer.
Naar aanleiding van het DNB-rapport «Digitalisering van het betalingsverkeer: een
uitkomst voor de één, een uitdaging voor de ander»5 hebben de banken een commitment uitgesproken om de toegankelijkheid van hun dienstverlening te verbeteren en zijn
zij gestart met het programma Toegankelijk Bankieren. In het MOB is afgesproken dat
er in 2026 twee KPI’s behaald moeten worden: 1) de tevredenheid van consumenten in
kwetsbare groepen mag maximaal 0,1 verschillen van de tevredenheid van de gemiddelde
consument, 2) het aantal niet-zelfstandigen moet worden teruggebracht van 1 op de
6, naar 1 op de 7. In het MOB wordt de voortgang gemonitord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.