Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller en Chakor over de belofte van goed bestuur en de gebrekkige naleving van afspraken over de openbare agenda van bewindspersonen
Vragen van de leden Sneller (D66) en Chakor (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de belofte van goed bestuur de gebrekkige naleving van afspraken over de openbare agenda van bewindspersonen (ingezonden 17 september 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
8 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de Uitvoeringsrichtlijn Openbare agenda bewindslieden waarin staat
dat de openbare agenda van een bewindspersoon «wekelijks wordt geactualiseerd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke afspraken heeft het kabinet tijdens het constituerend beraad gemaakt over het
publiceren van externe afspraken?
Antwoord 2
Het belang van het goed bijhouden van de openbare agenda is tijdens het startberaad
(1 juli 2024) van het nieuwe kabinet onder de aandacht van alle bewindslieden gebracht.
In de ministerraad van 27 september jl. is het belang van het ordentelijk bijhouden
van de agenda’s wederom aangestipt.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een
voorbeeldrol heeft bij de naleving van de Uitvoeringsrichtlijn, gezien de speciale
beleidsverantwoordelijkheid voor een open overheid en lobbybeleid?
Antwoord 3
Ja. Wel is het zo dat elke bewindspersoon afzonderlijk zelf verantwoordelijk is voor
het goed bijhouden van diens eigen openbare agenda.
Vraag 4
Wat is uw reactie op het in het Volkskrant-artikel genoemde onderzoek van Open State
Foundation en welke concrete acties bent u voornemens naar aanleiding hiervan te ondernemen?2
Antwoord 4
Zorgvuldige en transparante besluitvorming is van belang voor goed bestuur en het
vertrouwen dat mensen kunnen stellen in de politiek. Daarom is het van belang dat
Ministers hun openbare agenda’s goed bijhouden. Het onderzoek van OSF laat zien dat
dit nog niet adequaat genoeg gebeurt. Ik vind het belangrijk dat mijn openbare agenda
wekelijks goed wordt bijgewerkt. De Minister-President en ik zullen bij de collega-bewindspersonen
de Uitvoeringsrichtlijn nogmaals onder de aandacht brengen en het belang van het goed
bijhouden van hun agenda’s, zodat zichtbaar is met wie bewindspersonen spreken en
hoe besluitvorming tot stand komt. Ik wacht de academische evaluatie van prof. Braun
af. Bij haar heb ik het signaal van de OSF onder de aandacht gebracht. Prof. Braun
evalueert sinds de zomer van 2023 in welke mate de openbaarmaking van agenda’s en
de lobbyparagrafen in memories van toelichting inzicht geven in de rol van externen
bij besluitvorming. Als daaruit blijkt dat deze instrumenten onvoldoende effect hebben,
dan zal een traject om te komen tot een lobbyregister worden overwogen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat juist de periode waarin het regeerprogramma geschreven wordt
een uiterst relevante fase is om mogelijke beïnvloeding(spogingen) transparant te maken, omdat dan extra intensief met externen wordt gesproken,
zoals ook blijkt uit de lijst van gesprekspartners die in bijlage 1 bij het regeerprogramma
(Kamerstuk 36 471, nr. 96) is opgenomen?
Antwoord 5
Het is van belang voor de transparantie van het openbaar bestuur dat bewindspersonen
hun openbare agenda’s bijhouden volgens de Uitvoeringsrichtlijn die daarvoor is opgesteld,
ongeacht de fase of periode in het parlementaire jaar. Ook tijdens de zomerperiode
waarin het regeerprogramma is geschreven, hadden de agenda’s dus beter moeten worden
bijgehouden.
Vraag 6
Wat is uw reactie op de bevinding van de Open State Foundation dat slechts 13% van
de gepubliceerde externe afspraken compleet is?
Antwoord 6
Op enkele punten hanteert OSF een strengere meetlat dan de criteria in de Uitvoeringsrichtlijn,
maar dat laat onverlet dat het onderzoek van OSF laat zien dat het bijhouden van de
agenda’s nog niet goed gaat. Dat moet dus beter.
Vraag 7
Hoe verklaart u de grote verschillen in het bijhouden van externe afspraken in de
openbare agenda tussen bewindspersonen?
Antwoord 7
Bewindspersonen zijn zelf verantwoordelijk voor het publiceren van hun afspraken in
de openbare agenda’s. Ik heb geen zicht op de redenen waarom mijn collega’s hun agenda’s
niet hebben bijgehouden. Voor mijn eigen agenda geldt dat die door minder capaciteit
in de recesperiode nog niet volledig was ingevuld. Deze is inmiddels met terugwerkende
kracht bijgewerkt.
Vraag 8
Deelt u de mening van een van uw ambtsvoorgangers, Minister Bruins Slot, over het
belang van naleving van deze richtlijn toen zij zei: «Ik moet ook naar 100% en anders
werkt het niet.»? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u toelichten wat u tot nu toe gedaan
heeft om dit te realiseren en op welke wijze u ervoor gaat zorgen dat u op een zo
kort mogelijke termijn naar de genoemde 100% toe gaat?
Antwoord 8
Ik deel de mening van mijn ambtsvoorganger dat we naar 100% moeten. Als mijn collega-bewindspersonen
en ikzelf onze agenda’s niet goed bijhouden conform de Uitvoeringsrichtlijn, dan kunnen
deze niet voldoende weergeven met welke externen wij spreken bij de totstandkoming
van beleid. Ik zal er daarom op aandringen dat mijn openbare agenda wekelijks wordt
bijgewerkt. Bovendien zullen de Minister-President en ik bij de collega-bewindspersonen
de Uitvoeringsrichtlijn onder de aandacht brengen en het belang van het goed bijhouden
van hun agenda’s, zodat zichtbaar is met wie bewindspersonen spreken en hoe besluitvorming
tot stand komt. Mijn ambtsvoorgangers hebben dat destijds ook gedaan. Voorts is voor
het goed bijhouden van de agenda’s herhaaldelijk interdepartementaal aandacht gevraagd
vanuit BZK en AZ in de Voorlichtingsraad, het SG-overleg en het hoofden bureau SG-overleg.
Vraag 9
Deelt u ook de uitspraak van een van uw ambtsvoorgangers, Minister Bruins Slot: «Wat
is het terrein waar we terecht moeten komen met de resultaten? Dat moet tegen de 100%
aan zitten.»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zie mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Wat zou uw reactie zijn op de vraag: «Met andere woorden, in het huidige agendasysteem
blijft een vrijwilligheid zitten. Een Minister wordt niet gestraft als iets er niet
in staat. Als zelfs 80% erin staat maar de 20% meest gevoelige contacten erbuiten
blijven, zijn we er nog steeds niet. Mijn vraag is dus: komen er in het voorstel sancties
op het moment dat een Minister iets niet registreert in zijn agenda?»3
Antwoord 10
Elke bewindspersoon is verantwoordelijk voor het goed bijhouden van zijn openbare
agenda. Er zijn geen sancties verbonden aan het niet goed opnemen van een afspraak
in de agenda. We moeten daar zelf scherp op zijn. Het is goed dat OSF het kabinet
bij de les houdt. Verder wacht het kabinet met belangstelling de evaluatie van prof.
Braun en haar aanbevelingen af.
Vraag 11
Herinnert u zich de toezegging van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:
«De Kamer ontvangt voor de zomer van 2023 de opzet van de evaluatie inzake de transparantie
van openbare agenda's van bewindspersonen en de vermelding van inbreng van externen
in de toelichting bij wet- en regelgeving, inclusief de Uitvoeringsrichtlijn Openbare
agenda’s bewindslieden. Het kabinet is voornemens deze evaluatie begin 2024 uit te
voeren»? Kunt u aangeven wanneer de Tweede Kamer deze evaluatie, inclusief uw appreciatie
en vervolgstappen, kan verwachten?
Antwoord 11
De evaluatie van prof. Braun naar de openbaarmaking van agenda’s van bewindspersonen
en lobbyparagrafen in memories van toelichting zal medio oktober 2024 gereed zijn.
Vervolgens zal ik deze met uw Kamer delen, inclusief de appreciatie van het kabinet.
Vraag 12
Hebben de bewindspersonen van dit kabinet in navolging van het vorige kabinet met
elkaar afgesproken de regels van het nog te behandelen wetsvoorstel regels vervolg
loopbaan (oud-)bewindspersonen alvast na te leven?
Antwoord 12
Hierover zijn geen specifieke afspraken gemaakt binnen het kabinet. Wel bevat het
Handboek Bewindspersonen en de Gedragscode Integriteit Bewindspersonen een verwijzing
naar dit wetsvoorstel, dat aanhangig is bij de Tweede Kamer.
Vraag 13
Zo ja, bent u van mening dat publicatie van externe afspraken cruciaal is om publieke
controle op die afspraken mogelijk te maken, zoals de afspraak van de Minister van
Defensie met de voormalig Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
dhr. Knops, waar het onderzoek van de Open State Foundation melding van maakt?4
Antwoord 13
Ik deel de mening dat het van belang is om afspraken met externen op te nemen in de
openbare agenda’s van bewindspersonen, omdat dit bijdraagt aan transparante beleids-
en besluitvorming. Hiervoor gelden op basis van de Uitvoeringsrichtlijn wel enkele
uitzonderingsgronden conform de Wet open overheid (Woo). Ook privéafspraken van bewindspersonen
blijven onvermeld.
Vraag 14
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Zie mijn antwoord op vraag 13.
Vraag 15
Hoe verhoudt de teleurstellende prestatie van dit kabinet zich tot de in het hoofdlijnenakkoord
geformuleerde ambitie dat aanbevelingen uit de rapporten van GRECO, die onder andere
zien op transparantie rondom externe afspraken, aan de agenda voor goed bestuur en
een sterke rechtsstaat worden toegevoegd?
Antwoord 15
In het regeerprogramma geeft het kabinet aan dat de GRECO-aanbevelingen die zien op
het integriteitsbeleid van bewindspersonen worden uitgevoerd. Het kabinet zet in op
spoedige behandeling van het wetsvoorstel regels vervolgfuncties bewindspersonen,
met daarin een draaideurverbod, afkoelperiode en lobbyverbod voor gewezen bewindspersonen.
In het tweede nalevingsverslag naar aanleiding van de vijfde evaluatieronde van GRECO
schreef mijn voorganger bovendien aan uw Kamer dat «zal worden geëvalueerd of de verbeteringen
van de openbare agenda’s en lobbyparagrafen voldoende effect sorteren. Wanneer dat
niet het geval blijkt, dan zal het kabinet alsnog een ontwikkeltraject overwegen om
te komen tot een lobbyregister» (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 16). Oftewel, wanneer uit het academische onderzoek van prof. Braun blijkt dat de openbaarmaking
van agenda’s en de lobbyparagrafen in memories van toelichting niet voldoende inzicht
bieden in de rol van externen bij besluitvorming, dan zal er worden overwogen om een
lobbyregister in te stellen.
Vraag 16
Gaat u de volledige agenda’s sinds week 27 met terugwerkende kracht alsnog publiceren,
zoals u lijkt te suggereren in uw reactie aan de Volkskrant? Kunt u specifiek toelichten
hoe u, in het licht van alle recente berichtgeving, omgaat met de regel uit de Uitvoeringsrichtlijn
dat «afspraken met Kamerleden [worden geregistreerd] als de afspraak te maken heeft
met een bestuurlijke aangelegenheid en/of een door een Kamerlid opgebracht onderwerp
betreft»?
Antwoord 16
Inmiddels heb ik mijn openbare agenda met terugwerkende kracht bijgewerkt.
Afspraken met Kamerleden moeten onder bepaalde, in de Uitvoeringsrichtlijn gestelde
voorwaarden ook worden opgenomen in de openbare agenda’s.
Vraag 17
Per wanneer gaan alle bewindspersonen aan de richtlijn voor transparantie rondom openbare
agenda's voldoen?
Antwoord 17
Die verplichting geldt al; de Minister-President en ik hebben die opnieuw onder de
aandacht van de collega-bewindspersonen gebracht. Zoals eerder vermeld, is elke bewindspersoon
zelf verantwoordelijk voor naleving van de Uitvoeringsrichtlijn.
Vraag 18
Hoe kan de regering het vertrouwen van de burger in goed bestuur herstellen als zelfs
basale transparantieafspraken, zoals het bijhouden van een openbare agenda, niet worden
nageleefd?
Antwoord 18
Zorgvuldige en transparante besluitvorming is van belang voor goed bestuur en het
vertrouwen dat mensen kunnen stellen in de politiek. Daarom is het goed dat OSF het
kabinet erop gewezen heeft dat we hier stappen moeten zetten.
Vraag 19
Bent u bereid deze vragen vóór de behandeling van de begroting van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te beantwoorden?
Antwoord 19
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.