Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen die het lid Dijk over het advies van NLFI over de toekomstopties voor de Volksbank
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat NLFI adviseert de Volksbank te privatiseren (ingezonden 12 juni 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 1 oktober 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2070.
Vraag 1
Hoe reageert u op dit advies van NL Financial Investments (NLFI) om de Volksbank te
privatiseren?1 Deelt u de mening dat de Volksbank aan de markt verkocht moet worden en met welk
maatschappelijk doel zou dit worden gedaan?
Antwoord 1
Zie voor mijn reactie op het advies van NLFI over de toekomstopties voor de Volksbank
mijn Kamerbrief hierover. Deze is gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen
verzonden.
Vraag 2
Wat verwacht u dat de gevolgen zijn van het privatiseren van systeembank de Volksbank
voor de stabiliteit van het bankenstelsel?
Antwoord 2
De privatisering van een bank kan in het algemeen in enige mate effect hebben op de
stabiliteit van een bankenstelsel als geheel. Zo kan privatisering ertoe leiden dat
een bank door de koers van een nieuwe aandeelhouder of door de disciplinerende werking
van een beursnotering efficiënter gaat werken, wat de stabiliteit van de bank ten
goede zou kunnen komen. In het geval van de Volksbank verwacht ik dat een eventuele
privatisering geen gevolgen heeft voor de stabiliteit van het Nederlandse bankenstelsel.
Zo concurreert de Volksbank in de huidige situatie al volledig met andere (systeem)banken
in het Nederlandse bankenlandschap.
Het Nederlandse bankenstelsel bestaat uit gezonde en weerbare banken. Nederlandse
banken staan er goed voor en de prudentiële kapitaal- en liquiditeitsratio’s liggen
boven de vereisten.2 Dat geldt ook voor de Volksbank.3
De Nederlandsche Bank en Europese Centrale Bank zien toe op de stabiliteit van het
Nederlandse bankenstelstel en van systeemrelevante Nederlandse banken en nemen maatregelen
om mogelijke systeemrisico’s te adresseren.
Vraag 3
Wat verwacht u dat er overblijft van het volgende deel van de kernwaarden van de Volksbank
wanneer de Volksbank wordt geprivatiseerd: «het creëren van waarde voor klanten, maatschappij, medewerkers» en «Vanuit haar maatschappelijk perspectief heeft de bank de ambitie om sociale en ecologische
vooruitgang te bevorderen»?
Antwoord 3
Vanuit mijn beleidsverantwoordelijkheid voor de financiële sector vind ik het positief
dat een bank een specifieke positie in de markt kiest, waardoor er voor consumenten
wat te kiezen valt. Of deze kernwaarde na een eventuele privatisering wijzigt, is
aan de bank en de nieuwe aandeelhouders. Wel kan er tijdens eventuele onderhandelingen
met potentiële kopers gekeken worden naar governancemogelijkheden om het huidige maatschappelijke
karakter van de Volksbank te behouden of te versterken. In de verkenning naar de toekomstopties
van de Volksbank van 6 juli 2021 zijn de voor- en nadelen van diverse governance-mogelijkheden
verkend.4 Hieruit blijkt dat sommige governance-modellen op het gebied van toegang tot financiering,
efficiënte besluitvorming en verkoopopbrengst minder goed scoorden. Mocht besloten
worden tot privatisering, dan kunnen op basis van deze conclusies verdere besluiten
worden genomen. Zie verder ook mijn reactie op het advies van NLFI over de toekomstopties
voor de Volksbank mijn Kamerbrief. Deze is gelijktijdig met de beantwoording van deze
Kamervragen verzonden.
Vraag 4 en 5
Wat is het gemiddelde effect van het privatiseren van publieke instellingen geweest
op hun kwaliteit van dienstverlening in kosten (zowel privaat als publiek), arbeidsvoorwaarden,
winsten en maatschappelijke bijdrage?
Kunt u drie succesvolle voorbeelden noemen (en toelichten) van publieke diensten en
organisaties die werden geprivatiseerd? Op basis waarvan wordt deze privatisering
als succesvol beschouwd?
Antwoord 4 en 5
De Volksbank is geen publieke instelling. De Volksbank is een onderneming, waarvan
de aandelen in publieke handen zijn. De Volksbank biedt geen publieke, maar commerciële
dienstverlening en is actief in een concurrerende private markt. De Volksbank is in
2013 genationaliseerd om de bancaire dienstverlening aan haar klanten te beschermen
en de financiële stabiliteit te waarborgen. Een eventuele privatisering van de Volksbank
kan dan ook het beste vergeleken worden met de lopende afbouw van het belang van de
staat in ABN AMRO en de eerdere verkoop van a.s.r., Propertize en Vivat. De staat
heeft de belangen die zij tijdens de financiële crisis noodgedwongen in deze financiële
instellingen moest nemen, op een gedegen wijze afgebouwd. De ondernemingen staan nu
weer op eigen benen.
Vraag 6
Heeft NLFI ook de bevindingen van het rapport «Geld en Schuld» van de Wetenschappelijke
Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) meegewogen waarbij wordt gesteld dat de diversiteit
in het bankenlandschap sinds de kredietcrisis nog verder is afgenomen, terwijl de
concentratie hiervan steeds verder is toegenomen?5
Antwoord 6
De analyse die NLFI heeft uitgevoerd is zakelijk en niet politiek van opzet en biedt
inzicht in de mogelijkheden waarover de Minister van Financiën een oordeel kan vellen
ten behoeve van het richtinggevende besluit. NLFI heeft diversiteitsaspecten meegewogen
in dit advies, maar NLFI heeft aangegeven dat zij het genoemde WRR-rapport niet heeft
meegewogen in haar advies. Hierbij heeft NLFI opgemerkt dat de Volksbank zich voornamelijk
richt op producten en diensten inzake betalen, sparen en hypothecaire leningen voor
particuliere klanten. Dit zijn producten die door relatief veel aanbieders worden
aangeboden op de markt.
Vraag 7
Hoe weegt u het rapport van de NLFI in het licht van de bevindingen van de WRR?
Antwoord 7
Een vitale bankensector met voldoende diversiteit en gezonde concurrentie is van groot
belang. De diversiteit in het Nederlandse bankenlandschap is daarom een belangrijk
aspect waar ik aandacht voor heb, ook bij de besluitvorming over de toekomst van de
Volksbank. Om voldoende diversiteit te behouden is het vooral van belang om de randvoorwaarden
te scheppen waarmee het voldoende aantrekkelijk blijft voor banken met verschillende
bedrijfsmodellen om actief te zijn in Nederland en waarbinnen banken kunnen innoveren
en winstgevend kunnen opereren. Het ligt niet voor de hand om de diversiteit in de
sector te stimuleren via één individuele bank, waarvan het bedrijfsmodel vergelijkbaar
is met andere banken in de sector.
Vraag 8
Hoe weegt u het rapport van de NLFI in het licht van de uitspraken van de Autoriteit
Consument en Markt (ACM) dat de Nederlandse bankensector kenmerken heeft van een oligopolie?6 Vindt u dat wenselijk of wilt u hier iets aan doen? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 8
Een grotere concurrentiedruk op de grote aanbieders kan volgens de ACM leiden tot
uitkomsten die gunstiger zijn voor spaarders en de maatschappij als geheel. Als voldoende
consumenten «actief» worden en een deel van hun spaargeld bij andere banken onderbrengen
of gaan beleggen, worden (groot)banken meer aangemoedigd om op rentetarieven te concurreren.
Hier profiteren ook «inactieve» consumenten (niet-overstappers) van.
De ACM constateert ook dat er een divers aanbod van spelers op de spaarmarkt is, en
dat de toetredingsdrempels om actief te worden op de Nederlandse spaarmarkt lijken
mee te vallen. Op basis van het aantal binnen- en buitenlandse aanbieders dat momenteel
op de Nederlandse spaarmarkt actief is, maak ik op dat de Nederlandse spaarmarkt een
markt is waar de Nederlandse consument veel keuze heeft. Verder blijkt uit marktdata
van de ECB dat er een groeiende groep consumenten is – hoewel nog wel relatief klein
– die al actief keuzes maakt binnen het aanbod.7 Ook laat onderzoek zien dat in het eerste kwartaal van 2024 ongeveer 63% van de nieuwe
spaarrekeningen werd geopend bij een kleine of buitenlandse bank.8
In het licht van deze bevindingen zie ik daarom geen specifieke rol voor de Volksbank
weggelegd in de Nederlandse spaarmarkt. Wel ben ik het eens met de ACM dat het goed
is als meer consumenten «actief» worden op de spaarmarkt, om zo de concurrentiedruk
te verhogen. Dit kan gefaciliteerd worden door actieve keuzes en overstapgedrag van
consumenten te stimuleren en te vergemakkelijken. Hiervoor is een combinatie van maatregelen
nodig, die ik beschrijf in mijn appreciatie van het ACM-onderzoek.
Vraag 9
Hoe draagt het privatiseren van de Volksbank of het in stukken verkopen aan andere
marktpartijen bij aan het vergroten van diversiteit en het verkleinen van marktconcentratie
in de Nederlandse bankensector?
Antwoord 9
Het is aan de relevante mededingingsautoriteit om te oordelen over de marktconcentratie
in de Nederlandse bankensector indien de Volksbank onderhands of in delen wordt verkocht.
De verwachting is evenwel dat onderhandse verkoop of verkoop in delen van de Volksbank
een beperkte invloed op de marktconcentratie zal hebben, aangezien de Volksbank in
het tweede halfjaar van 2023 een aandeel van slechts 2,7% in de totale activa van
de Nederlandse bankensector had.9
Een eventuele privatisering van de Volksbank leidt daarnaast niet automatisch tot
meer of minder diversiteit in de sector qua grootte, bedrijfsmodellen en specialisatie.
In beginsel verandert immers alleen de eigenaar van de aandelen van de bank, al kunnen
na een eventuele privatisering door de nieuwe aandeelhouder(s) keuzes worden gemaakt
die bijdragen aan een afname of toename van de diversiteit. De Volksbank biedt producten
en diensten aan die veel andere Nederlandse banken ook aanbieden, met een focus op
betaal- en spaardiensten en hypotheken voor particulieren.10 De Volksbank heeft daarmee een beperkte invloed op de diversiteit van het bankenlandschap.
Voor een divers bankenlandschap vind ik het van belang om de juiste randvoorwaarden
te scheppen voor banken om met verschillende bedrijfsmodellen in Nederland te opereren.
Vraag 10
Herkent u het signaal dat het mkb moeilijk aan financiering kan komen?11 Deelt u de mening dat juist het kleinbedrijf en hun innovatiekracht hierbij moet
worden geholpen, zodat zij niet worden weggeconcurreerd door grotere bedrijven met
marktmacht en relatief goedkoop kapitaal?
Antwoord 10
In het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Bedrijfsfinanciering is onderzoek
gedaan naar het functioneren van de bedrijfsfinancieringsmarkt.12 Dit IBO concludeert dat de financieringsmarkt op hoofdlijnen goed functioneert en
veel bedrijven over het algemeen nog goed financiering kunnen krijgen, maar dat er
een aantal knelpunten zijn waardoor dit niet altijd goed lukt. Met name rond durfkapitaal
voor innovatieve scale-ups, en kredietverlening voor het MKB onder de één miljoen
euro voor specifieke groepen ondernemers. Ik herken dus het signaal dat er binnen
het MKB bepaalde segmenten zijn die moeilijk aan financiering kunnen komen.
In het IBO worden er ook aanbevelingen gedaan om de financieringsmogelijkheden voor
de genoemde segmenten te verbeteren. Eind dit jaar zal het kabinet zijn reactie op
dit IBO aan de Kamer sturen. Daarin zal ook een appreciatie van deze aanbevelingen
worden gegeven en zal er richting worden gegeven aan mogelijke vervolgstappen.
Vraag 11 en 12
Welke rol zou de Volksbank kunnen vervullen als investeringsbank voor het mkb, naast
haar huidige rol?
Welke rol zou de Volksbank kunnen vervullen als regionale ontwikkelingsbank die helpt
om projecten en bedrijvigheid te stimuleren en ondersteunen in verschillende regio’s
die minder toegang tot financiering hebben? Welke rol zou de Volksbank in dit licht
kunnen spelen bij het economisch ontwikkelen van regio’s zoals beschreven in het rapport
«Elke Regio Telt!»?13
Antwoord 11 en 12
In het rapport «Analyse van toekomstopties voor de Volksbank» van NLFI zijn verschillende
toekomstopties voor de Volksbank onderzocht. Eén daarvan is een «staatsbank», waarbij
de overheid de enige aandeelhouder blijft en de bank als doel heeft om bredere beleids-
of financiële doelstellingen van de overheid na te streven en/of als instrument fungeert
om specifieke publieke belangen te dienen. Uit dit rapport, mede onderbouwd met de
conclusies uit de eerdere analyse naar de publieke belangen blijkt dat er geen uitzonderlijke
rol voor de Volksbank is weggelegd bij de borging van publieke belangen in de financiële
sector. Deze analyse naar de publieke belangen concludeert dat er reeds verschillende
instrumenten zijn om kredietverlening aan het brede MKB te stimuleren, zoals Borgstelling
MKB-kredieten (BMKB), Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) en Qredits.
Tot slot is het belangrijk om op te merken dat de Volksbank een commerciële onderneming
is en dan ook functioneert als een zelfstandige bank met een onafhankelijke beslissingsbevoegdheid.
NLFI beheert de aandelen in de bank op zodanige wijze dat de Volksbank zelfstandig
haar commerciële strategie kan bepalen en kan uitoefenen. NLFI, noch de staat, kunnen
van de Volksbank vragen zich op te stellen als investeringsbank voor het mkb, ontwikkelingsbank
in de regio of loketten te behouden.
Vraag 13
Wat is uw mening over de dalende trend in bankkantoren, waardoor mensen vaak ver moeten
reizen om een persoon te spreken over vitale financiële zaken?14 Welke rol zou de Volksbank kunnen spelen in het toegankelijk houden van bankdiensten
met loketten waar je een mens kunt spreken, zowel voor individuele consumenten als
zakelijke dienstverlening voor het mkb?
Antwoord 13
Ik heb de toegankelijkheid van het betalingsverkeer hoog in het vaandel en vind het
belangrijk dat iedereen in Nederland zelfstandig kan bankieren. De toegankelijkheid
van het betalingsverkeer kan worden gewaarborgd door verschillende maatregelen. Dit
kan bijvoorbeeld door fysieke dienstverlening via bankkantoren en servicepunten, maar
bijvoorbeeld ook door bankmedewerkers die bij mensen thuiskomen en door goede telefonische
dienstverlening.
De toegankelijkheid van betaaldiensten is ook een belangrijk speerpunt voor het Maatschappelijk
Overleg Betalingsverkeer (MOB). Eind november 2022 heeft het MOB de banken opgeroepen
om meer prioriteit te geven aan de toegankelijkheid van het betalingsverkeer, mede
naar aanleiding van het DNB-onderzoek dat aantoonde dat ruim 1 op de 6 volwassen Nederlanders
(2,6 miljoen mensen) hun bank- en betaaldiensten niet geheel zelfstandig uit kan voeren.
De banken, waaronder de Volksbank, zijn als reactie op dit rapport gestart met het
programma Toegankelijk bankieren.15 Zij ontplooien gezamenlijke initiatieven onder dit programma om de dienstverlening
van banken toegankelijker en inclusiever te maken en doen dit in samenwerking met
andere instellingen en organisaties. Ook nemen banken individuele maatregelen om de
toegankelijkheid van hun dienstverlening te verbeteren.
Aangezien er door de banken zowel gezamenlijk als individueel stappen worden gezet,
zie ik op dit moment geen specifieke rol weggelegd voor Volksbank om bankdiensten
toegankelijk te houden. Graag verwijs ik naar de Kamerbrief over de jaarrapportage
MOB van 24 juni 2024 met de laatste stand van zaken van de voortgang die is geboekt
door de banken.16 Ik blijf de ontwikkelingen rondom de toegankelijkheid van het betalingsverkeer nauwgezet
volgen.
Vraag 14
Welke mogelijkheden ziet u om de Volksbank in publieke handen te houden? Kan hiervan
een analyse worden gemaakt en aan de Kamer toegezonden, waarbij in ieder geval worden
meegenomen: de kernwaarden/identiteit van de Volksbank, de maatschappelijke kosten-
en baten, een financieel kader, het effect op de (diversiteit en concentratie) in
de Nederlandse bankensector, de toegevoegde waarde van een bank waar direct menselijk
contact mogelijk is en de mogelijkheden rondom een regionale investerings- en/of ontwikkelingsbank
om bijvoorbeeld regionale ontwikkeling en gebrekkige financiering van de mkb-sector
aan te pakken?
Antwoord 14
Een dergelijke analyse heeft al plaatsgevonden.17 Om tot een richtinggevend besluit te komen, is onderzocht welke publieke belangen
onvoldoende geborgd worden in de financiële sector, zoals fysieke dienstverlening
en de financiering van het MKB. De conclusie van deze analyse was dat deze publieke
belangen geborgd kunnen worden met minder verregaande (overheids-)instrumenten, zoals
(lopende) wet- en regelgevingsinitiatieven. De conclusie van deze analyse was dan
ook dat een staatsbank niet vereist is voor het borgen van deze publieke belangen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.