Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2023 (Kamerstuk 36560-V-1)
36 560 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2023
Nr. 7
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 4 juni 2024
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 15 mei 2024 inzake het Jaarverslag
Ministerie van Buitenlandse Zaken 2023 (Kamerstuk 36 560 V, nr. 1).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 juni 2024. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon
Adjunct-griffier van de commissie, Blom
1
Wanneer hoopt u meer te doen met de aangenomen motie van het lid Eppink (Kamerstuk
35 207, nr. 73) over onderzoeken hoe we de samenwerkingsverbanden met Taiwan kunnen intensiveren
met het oog op cyberveiligheid?
Antwoord
De regering heeft over de uitvoering van deze motie gerapporteerd in de brief die
op 15 mei 2024 aan uw Kamer is toegegaan (Verslag van het bezoek van de Minister-President
aan China op 26-27 maart 2024 Kamerstuk 35 207, nr. 80).
2
Wat is het totale bedrag aan Europese Unie (EU)-middelen dat de Europese Commissie
in 2023 heeft ingetrokken ten opzichte van Hongarije?
Antwoord
Naar aanleiding van de aanhoudende zorgen over de rechtsstaat en de corruptieproblematiek
in Hongarije zijn er in 2022 drie instrumenten ingezet tegen Hongarije, om door middel
van opschorting van uitbetaling van EU-middelen hervormingen op het terrein van rechtsstaat
af te dwingen. Het ging in totaal om een bedrag van circa EUR 31,8 miljard. In 2023
zijn er geen aanvullende bedragen bestemd voor Hongarije opgeschort.
Het gaat om de volgende instrumenten:
1) De voorwaarden voor betaling van EU-middelen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
(Recovery and Resilience Facility, RRF), op basis waarvan in totaal EUR 6,5 miljard
aan subsidies en EUR 3,9 miljard aan leningen zijn opgeschort [Kamerbrief 21 501-20, nr. 1903]. Hongarije heeft op grond van de HVF-verordening wel aanspraak kunnen maken op 20%
voorfinanciering van de RepowerEU-middelen (EUR 0.9 miljard, waarvan EUR 0.8 miljard
aan leningen). [Kamerstuk 21 501-07, nr. 1990 en Kamerstuk 21 501-07, nr. 1995].
2) De MFK-rechtsstaatsverordening [Kamerstuk 21 501-20, nr. 1903], op basis waarvan nog altijd EUR 6,3 miljard aan EU-cohesiemiddelen zijn opgeschort
[Kamerstuk 21 501-07, nr. 1995].
3) De voorwaarden voor betaling van EU-middelen uit fondsen die vallen onder de Gemeenschappelijke
Bepalingen Verordening (Common Provisions Regulation, hierna: CPR) op basis waarvan
EUR 21,3 miljard (inclusief de EUR 6,3 miljard ook bevroren onder de MFK-rechtsstaatverordening)
zijn opgeschort [Kamerstuk 21 501-20, nr. 1970]. Zoals ook vermeld in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad 7 en 8 december
2023 [Kamerstuk 21 501-07, nr. 1995], is van dit bedrag inmiddels EUR 10,2 miljard weer vrijgegeven. Dit omdat de Commissie
op 13 december 2023 oordeelde dat Hongarije voldoet aan de eisen op het terrein van
rechterlijke onafhankelijkheid en daarmee gedeeltelijk aan de horizontale randvoorwaarde
uit de CPR.
Dit betekent dat er, zover bij het kabinet bekend, momenteel nog altijd EUR 20,7 miljard
aan EU-middelen bestemd voor Hongarije zijn opgeschort. Het kabinet blijft er op toe
zien dat de Commissie zorgvuldig toetst of aan de voorwaarde voor uitbetaling van
de opgeschorte middelen wordt voldaan.
3
Gegeven dat u sanctieomzeiling noemt, wanneer komt de verwachte wet over het moderniseren
van het sanctiestelsel naar de Kamer?
Antwoord
Het kabinet streeft ernaar de internetconsultatie over het wetsvoorstel dit voorjaar
te starten.
4
Hoe meet men de aansluiting bij het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid
(GBVB)?
Antwoord
Aansluiting bij het GBVB valt onder hoofdstuk 31 (buitenland, veiligheid en defensiebeleid)
van het toetredingsproces van de kandidaat-lidstaten. Hierbij kijkt de Commissie naar
aansluiting van kandidaat-lidstaten bij verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger
en relevante besluiten van de Raad op het gebied van GBVB, inclusief restrictieve
maatregelen. Van kandidaat-lidstaten wordt verwacht dat zij zich progressief aansluiten
bij de genoemde verklaringen en besluiten, waarbij het belang van aansluiting bij
het GBVB sinds de oorlog in Oekraïne voor een grote groep lidstaten, waaronder Nederland,
is toegenomen. Daarnaast kijkt de Commissie binnen dat hoofdstuk ook naar andere vormen
van samenwerking met kandidaat-lidstaten, zoals op non-proliferatie, conflict preventie
en hybride dreigingen.
5
Welke vooruitgang hebben de kandidaat-lidstaten geboekt op gebied van betere aansluiting
bij het GBVB van de EU?
Antwoord
De mate van aansluiting bij het GBVB fluctueert. In de rapporten van het uitbreidingspakket
van de Commissie van 8 november 2023 stelt de Commissie dat Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië
en (potentieel kandidaat-lid) Kosovo volledig aangesloten zijn bij het GBVB. De mate
van aansluiting door Oekraïne, Moldavië en Bosnië en Herzegovina verbeterde tijdens
de rapportage periode. De mate van aansluiting van Servië bleef rond de 51% en in
het geval van Georgië 43%. De Commissie roept beide kandidaat-lidstaten op om, met
prioriteit, de mate van aansluiting te verbeteren, inclusief het overnemen van restrictieve
maatregelen.
6
Welke vooruitgang is er geboekt op het gebied van migratiesamenwerking tussen kandidaat-lidstaten
en de EU?
Antwoord
Binnen het toetredingsproces van de kandidaat-lidstaten is samenwerking op het gebied
van migratie en asiel, en het tegengaan van irreguliere migratie, onderdeel van het
fundamentals cluster. De voortgang wordt jaarlijks door de Commissie geapprecieerd
in het jaarlijkse uitbreidingspakket. Om irreguliere migratie tegen te gaan, ondersteunt
de EU de kandidaat-lidstaten bij het versterken van de migratie- en asielsystemen,
verstevigen van grensbeheer, het effectueren van terugkeer naar derde landen en het
tegengaan van mensensmokkel. Irreguliere migratie via de kandidaat-lidstaten op de
Westelijke Balkan blijft een aandachtspunt, mede als gevolg van de afwijkende visumregimes
tussen deze landen en het EU visumbeleid. De EU heeft de samenwerking op het gebied
van migratie met de Westelijke Balkan landen het afgelopen jaar geïntensiveerd, meer
specifiek met betrekking tot het bevorderen van een betere aansluiting op het EU-visumbeleid,
alsook met betrekking tot grensmanagement, terugkeer en toegang tot asiel. Zo is het
afgelopen jaar de samenwerking tussen de kandidaat-lidstaten en Frontex versterkt.
Voor het eerst in zijn bestaan is Frontex ook niet slechts ingezet aan de buitengrenzen
van de EU, maar ook aan de grenzen tussen twee kandidaat-lidstaten (Servië en Noord
Macedonië). Frontex rapporteert dat de totale hoeveelheid gedetecteerde irreguliere
grensovergangen van de Westelijke Balkan naar de EU van 1 januari tot november 2023
een kwart minder is dan dezelfde periode het jaar daarvoor. Ook hebben verschillende
landen, waaronder Servië en Bosnië en Herzegovina, stappen gezet richting verdere
aansluiting op het EU-visumbeleid; alle kandidaat-lidstaten worden zowel bilateraal
als in EU-verband aangesproken op de noodzaak van verdere aansluiting. Ook worden
bestaande terugkeerovereenkomsten met de kandidaat-lidstaten op de Westelijke Balkan
naar tevredenheid nageleefd, en is de samenwerking op dat vlak over het algemeen zeer
goed te noemen.
7
Welke NAVO-landen voldoen niet aan de 2 procentnorm? Wanneer is de verwachting dat
alle NAVO-landen, met name in de EU, voldoen aan de NAVO-norm?
Antwoord
Het kabinet houdt geen overzicht bij van de defensie-uitgaven van bondgenoten. De
NAVO doet dit wel. Voor het laatste openbare overzicht verwijs ik u naar het meest
recente jaarverslag van de NAVO, het Secretary General’s Annual Report 2023. Link: NATO – The Secretary General’s Annual Report 2023, 14-Mar.-2024
8
Wat zijn voor u de belangrijkste elementen uit het Memorandum of Understanding (MoU)
met Zuid-Korea, dat getekend is op het gebied van strategische afhankelijkheden, exportcontrole
en verschillende onderdelen van economische veiligheid?
Antwoord
Er zijn ten tijde van het inkomende staatsbezoek in totaal drie MoU’s getekend met
Zuid-Korea die betrekking hebben op verschillende onderdelen van het economische veiligheidsdomein.
Het MoU op het gebied van Critical Items voorziet in samenwerking tussen Nederland en Zuid-Korea ten aanzien van het identificeren
en monitoren van Critical Items. Het MoU gericht op halfgeleider samenwerking voorziet in een halfgeleider talentenprogramma
tussen Nederland en Zuid-Korea. Het MoU op het gebied van EV-samenwerking voorziet
onder andere in samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de Nederlandse en Zuid-Koreaanse
autoriteiten en de ambassades van Nederland en Zuid-Korea op het gebied van economische
veiligheid en een economische veiligheidsdialoog waarin onderwerpen als strategische
afhankelijkheden, weerbare waardeketens en inbound
investment aan bod komen.
9
Hoe staat het nu met het aantal ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s in Niger? Wat
draait er nog of is opgeschort? Zijn er programma’s van maatschappelijke ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties
die wel door blijven gaan?
Antwoord
Na de staatsgreep in Niger in juli 2023 zijn er 57 programma’s geïdentificeerd waar
Nederland aan bijdraagt. Bij 11 daarvan was er ook sprake van directe samenwerking
met de centrale overheid, deze zijn gepauzeerd. Daarnaast zijn 10 programma’s aangepast
zodanig dat de centrale overheid niet meer betrokken is bij de besluitvorming van
de programma’s. Het betreft bijvoorbeeld programma’s op de terreinen justitie, waarbij
technische steun van maatschappelijke organisaties is doorgegaan om het toezicht op
de naleving van het recht op een eerlijke rechtsgang en procedurele deadlines in het
strafrecht te verbeteren. De overige 36 programma’s zijn doorgezet zonder aanpassingen
omdat de overheid hierbij niet betrokken is. De programma’s die geheel of aangepast
doorgang vinden zijn veelal in samenwerking met maatschappelijke ontwikkelingsorganisaties.
Deze steun is belangrijk om de bevolking te steunen en te blijven werken aan het aanpakken
van de grondoorzaken van instabiliteit in de Sahel.
10
Wat is de definitie van de term «humanitair staakt-het-vuren»? Waarin verschilt deze
van een andere vorm van staakt-het-vuren?
Antwoord
Een staakt-het-vuren is een overeenkomst tussen de strijdende partijen in een gewapend
conflict, waarbij wordt overeengekomen de gewapende strijd geheel of gedeeltelijk
voor bepaalde of onbepaalde tijd op te schorten. Bij een «humanitair staakt-het-vuren»
wordt een dergelijke overeenkomst gesloten vanwege de humanitaire situatie of om humanitaire
hulp mogelijk te maken of te faciliteren.
11
Waren er ook vertegenwoordigers van de Houthi's bij het Yemen International Forum?
Antwoord
Nee, er waren geen vertegenwoordigers van de Houthi’s aanwezig bij het Yemen International
Forum.
12
Op welke manier heeft de uitbreiding van het postennetwerk bijgedragen aan het bevorderen
van migratiedeals met derde landen?
Antwoord
Het aangaan van migratiepartnerschappen vraagt een intensieve diplomatieke benadering.
Ten eerste betreft dit een intensivering van persoonlijke contacten. Ten tweede een
verdieping van de kennis over migratie, het beleid en de sentimenten onder de bevolking.
En ten derde een toename van de projecten-portefeuille op het gebied van migratie.
Daarom hebben de ambassades in vrijwel alle landen waar Nederland zijn migratie samenwerking
mee heeft geïntensiveerd in recente jaren, specifieke migratie medewerkers.
13
Uit tabel 3 «budgettair overzicht Oekraïne» blijkt dat er onder artikel 2.5 via het
MATRA-programma € 3,102 mln. is vrijgemaakt voor diverse activiteiten ter bevordering
van het versterken van de rechtsstatelijkheid van Oekraïne, kunt u toelichten wat
voor activiteiten dit betreft en hoe deze rechtsstatelijkheid bevorderen?
Antwoord
Het MATRA budget wordt ingezet op projecten die een bijdrage leveren aan het versterken
van de rechtsstaat. Dat gebeurt centraal vanuit Den Haag en decentraal vanaf de ambassade
in Kyiv. Deze projecten leveren een bijdrage aan het functioneren van de rechtsstaat,
bijvoorbeeld op het gebied van lokaal bestuur, het justitiële systeem en het monitoren
en evalueren van het toetredingsproces tot de EU van Oekraïne. Andere decentrale projecten
richten zich op de opbouw van het maatschappelijk middenveld om de condities van een
gezonde rechtsstaat te scheppen. Ook nemen ambtenaren uit Oekraïne deel aan het Rule
of Law trainingsprogramma.
14
Hoeveel resoluties over Israël zijn al in de VN-Mensenrechtenraad geweest sinds Nederland
erin zit? Kunt u het stemgedrag uitsplitsen naar voor, tegen en onthouden?
Antwoord
Nederland is sinds 1 januari 2024 opnieuw lid van de VN-Mensenrechtenraad. Sindsdien
zijn er vier resoluties over Israël binnen de VN-Mensenrechtenraad aan bod gekomen.
Nederland heeft vóór twee resoluties gestemd (over nederzettingen en over Palestijns
zelfbeschikkingsrecht), onthouden t.a.v. één resolutie (over accountability) en tegen
één resolutie gestemd (over de Syrische Golanhoogte).
15
Wat betreft het garanderen van de veiligheid en stabiliteit door deelname aan crisisbeheersingsoperaties,
kunt u nadere toelichting geven over deze operaties en op welke concrete wijze deze
bijdragen aan de internationale veiligheid en stabiliteit?
Antwoord
Nederland nam en neemt deel aan crisisbeheersingsoperaties die bijdragen aan de internationale
veiligheid en stabiliteit in onder meer Irak (OIR en NMI, t.b.v. het bevorderen van
de stabiliteit in Irak en het tegengaan van ISIS), Bosnië en Herzegovina (EUFOR Althea,
t.b.v. de stabiliteit in Bosnië en Herzegovina), de Oostflank van het NAVO-grondgebied
(t.b.v. collectieve afschrikking en verdediging van het NAVO-grondgebied) en de Rode
Zee (EUNAVFOR Aspides en Prosperity Guardian, o.m. ter bevordering van de maritieme
veiligheid) en middels kleinere missiebijdragen. Bijdragen aan
crisisbeheersingsoperaties zijn dikwijls ook een belangrijke bijdrage in het kader
van de bondgenootschappelijke verantwoordelijkheid en solidariteit. Over de voortgang
en resultaten van bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties rapporteert het kabinet
jaarlijks in de voortgangsrapportages. Het kabinet hecht zeer aan realistische doelstellingen
en zorgvuldige monitoring en verantwoording. Op 15 mei jl. zond het kabinet de Tweede
Kamer de voortgangsrapportages over 2023 (zie Kamerstukken 27 925, nr. 967, Kamerstuk 29 521, nr. 484, Kamerstuk 28 676, nr. 455 en Kamerstuk 29 521, nr. 483).
16
Er staat dat er financieel wordt bijgedragen aan normstelling en internationaal recht,
bevordering van mensenrechten en cyberspace; kunt u toelichten welke concrete maatregelen
zijn genomen om bij te dragen aan deze beoogde doelen?
Antwoord
Het kabinet heeft in 2023 financieel bijgedragen aan een Chatham House onderzoek naar
de omstandigheden waarin tegenmaatregelen kunnen worden genomen in het cyberdomein.
Via de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Verenigde Naties,
financierde Nederland trainingen om verantwoord statelijk gedrag in het cyberdomein
te bevorderen. De versterking van mensenrechten online vond plaats door financiering
van een internationale conferentie over mensenrechten in het digitale tijdperk en
de financiering van het «Freedom on the Net» rapport dat jaarlijks de staat van internetvrijheid
wereldwijd beschrijft. Tot slot financierde het kabinet de Indo-Dutch Cyber Security
School waarin jongeren uit Nederland en India online deelnamen aan een interactieve
cursus over cyber security.
17
Is het Shiraka budget in verleden jaren ook 100 procent gebruikt? Is het budget in
de laatste jaren toegenomen?
Antwoord
Het Shiraka budget is de afgelopen jaren steeds vrijwel volledig uitgeput. Het budget
is recent niet verhoogd.
18
Welke inspanningen heeft u verricht in de Sahel het afgelopen jaar met betrekking
tot het tegengaan van irreguliere migratie?
Antwoord
De ontwikkelingen in de Sahel onderstrepen het belang van een «whole of-route» benadering,
waarbij ook sterker wordt ingezet op landen van oorsprong van deze migratiebewegingen
in West-Afrika. De Nederlandse inzet beoogt migratie-gerelateerde wetgeving te verbeteren,
de opsporingscapaciteit te verbeteren en grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen
ten behoeve van het bestrijden van mensensmokkel en irreguliere migratie. Migratiesamenwerking
in de Sahel en met name in Niger is voor Nederland belangrijk, gelet op de irreguliere
migratie naar Europa en Nederland. Echter, de huidige politieke situatie in Niger
beperkt het behalen van de migratiedoelstellingen. Door zowel de situatie in Niger
als in Mali is de nauwe samenwerking met centrale overheden op het gebied van migratie
momenteel gepauzeerd. Wel levert NL via de VN (International Organization for Migration)
assistentie en bescherming aan migranten in de Sahel. Het afgelopen jaar is bijvoorbeeld
via het COMPASS-partnerschap tussen Nederland en in verschillende landen, waaronder
in de Sahel, ingezet op het verstrekken van informatie en het vergroten van bewustwording
over de risico’s van irreguliere migratie en het bieden van assistentie en bescherming
aan migranten, zoals onderdak, medische assistentie en vrijwillige terugkeer en herintegratie.
Ook wordt middels het PROMIS programma met UNODC en OHCHR ingezet op de aanpak van
mensenhandel en mensensmokkel. Dit programma richt zich onder andere op het versterken
van wettelijke kaders en het versterken van capaciteit vanuit een mensenrechten benadering.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief Nederlandse inzet in de Sahel d.d. december 2023,
blijft het kabinet ook inzetten op het aanpakken van de grondoorzaken van migratie.
19
Wat is de verklaring voor de onderbesteding op het Shiraka gedelegeerde budget? Is
hiervan in eerdere jaren ook sprake geweest?
Antwoord
De onderbesteding op het aan de ambassades gedelegeerde Shiraka-budget kan worden
verklaard uit het feit dat het maatschappelijk middenveld in de regio niet sterk ontwikkeld
is, wat het voor ambassades soms moeilijk maakt de juiste samenwerkingspartners te
identificeren. In eerdere jaren is het ondanks deze uitdaging meestal gelukt het gedelegeerde
budget grotendeels uit te geven.
20
Gegeven dat er, om misbruik en externe fraude binnen het Ministerie van Buitenlandse
Zaken te voorkomen, het afgelopen jaar onder andere is ingezet op het steekproefsgewijs
controleren van de gemaakte risico-inschatting en appreciatie door het ministerie
voorafgaand aan activiteiten, kunt u toelichten op welke specifieke aspecten deze
inschatting en appreciatie zijn gebaseerd en aangeven hoe deze effectief misbruik
en fraude kunnen voorkomen?
Antwoord
De risico-inschatting en appreciatie (de zogeheten «risicoparagraaf») die het ministerie
uitvoert voorafgaand aan alle (potentiële) nieuwe activiteiten vervult een belangrijke
rol binnen de risicomanagementaanpak en minimaliseert onregelmatigheden en afwijkingen
(waaronder fraude en corruptie). In de risicoparagraaf wordt een specifieke beoordeling
gemaakt van de fraude- en corruptierisico’s op context-, programma- en organisatieniveau,
waarbij (in afstemming met de betreffende partnerorganisaties) mitigerende maatregelen
worden geformuleerd die beogen zowel de kans als de impact van deze risico’s te minimaliseren.
Dit kan bijvoorbeeld door een aanpassing in de implementatie van een activiteit, een
grotere inzet op tussentijdse (externe) monitoring, of door het versterken van de
(uitvoerende/financiële) capaciteit van een partnerorganisatie.
In aanvulling op de risicoparagraaf zijn ook een organisatie integriteitsanalyse (de
zogeheten «Organisational Risk and Integrity Assessment») bij contracten boven de
€ 1 miljoen, (externe) monitoring en accountantscontroles onderdeel van de risicomanagementaanpak
van het ministerie.
Het ministerie zet permanent in op de toepassing en doorontwikkeling van diens risicomanagement
om de kans op dergelijke gevallen te minimaliseren en om de kans op succesvolle projectimplementatie
te vergroten. In geval van aangetoonde fraude worden door het ministerie altijd stappen
genomen om de financiële schade niet ten laste te laten komen van de BZ-begroting.
Partnerorganisaties kunnen daarnaast door het ministerie worden uitgesloten
van vervolgfinanciering, of dienen geleerde lessen en verbeterde controle- en monitoringsmechanismen
te implementeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier