Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Heinen over de berichten 'Fraud-busters swoop on Greek contracts involving € 2.5B of EUrecovery funds' en 'Lamborghini and Rolexes seized in massive EU policeraid over € 600M Covid fraud'
Vragen van het lid Heinen (VVD) aan de Minister van Financiën over de berichten «Fraud-busters swoop on Greek contracts involving € 2.5B of EU recovery funds» en «Lamborghini and Rolexes seized in massive EU police raid over € 600M Covid fraud» (ingezonden 12 april 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van
Financiën (ontvangen 30 april 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten over fraude met gelden uit het EU-herstelfonds (RRF)
«Fraud-busters swoop on Greek contracts involving € 2.5B of EU recovery funds»1 en «Lamborghini and Rolexes seized in massive EU police raid over € 600M Covid fraud»?2
Antwoord 1
Ja. Ten aanzien van het tweede nieuwsbericht wil ik u ook graag wijzen op het persbericht
van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) over deze casus3 en op het aanvullende persbericht dat het EOM op 12 april gepubliceerd heeft over
de omvang van HVF-middelen betrokken bij het vermoede fraudegeval in Italië.4 Daarin licht het EOM toe dat het onderzoek naar mogelijke fraude ter hoogte van 600 miljoen
euro voor een deel middelen uit de HVF betreft. Het EOM doet geen uitspraak over welk
deel HVF-middelen betreft. Over deze casus hebben de leden Van Hijum en Kahraman (beiden
Nieuw Sociaal Contract) op 8 april 2024 vragen gesteld (2024Z05970). Ten aanzien van het eerstgenoemde nieuwsbericht ontbreekt vooralsnog vergelijkbare
aanvullende informatie van het Europees Openbaar Ministerie.
Vraag 2
Bent u bekend met andere fraudezaken?
Antwoord 2
Het EOM publiceert geregeld over onderzoeken naar fraudezaken5 en geeft in haar jaarverslag een overzicht over deze onderzoeken. In de verordening
2017/1939 betreffende het EOM is opgenomen dat het EOM haar jaarverslag naast de Raad
en het Europees Parlement ook aan de nationale parlementen stuurt. Het laatste beschikbare
jaarverslag van het EOM betreft het jaar 2023 en laat een sterke stijging zien van
het aantal onderzoeken betreffende HVF-middelen.6 Ook het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF publiceert regelmatig nieuws
en jaarlijks een verslag over haar werkzaamheden. Het jaarrapport van OLAF over 2023
is nog niet beschikbaar. Daarnaast stuurt de Europese Commissie ieder jaar een verslag
over de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie en de bestrijding
van fraude aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Ook dit jaarlijkse
verslag bevat veel informatie over fraudezaken en fraudebestrijding. Het laatste verslag,
over 2022, werd in juli 2023 gepubliceerd.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat de Europese openbaar aanklager (EPPO) vorig jaar meer dan
200 strafrechtelijke fraudeonderzoeken is gestart gerelateerd aan het RRF? Is dit
op enig moment besproken in de Ecofinraad bij de voortgang van het RRF?
Antwoord 3
Ja, daar ben ik mee bekend. Dit aantal kan in een breder perspectief worden geplaatst.
Het EOM heeft volgens zijn jaarverslag in 2023 1371 nieuwe onderzoeken geopend en
had op 31 december 2023 1927 actieve onderzoeken lopen. Daarvan hadden bijvoorbeeld
319 onderzoeken betrekking op landbouwmiddelen, 313 onderzoeken op cohesiemiddelen
en 233 onderzoeken op HVF-middelen. Op basis van deze informatie kan het kabinet op
dit moment niet vaststellen hoe de hoeveelheid fraude en de effectiviteit van de fraudebestrijding
bij het HVF zich verhoudt tot die bij andere EU-fondsen.
De fraudeonderzoeken door het EOM gerelateerd aan de RRF zijn niet door de Ecofinraad
besproken. Wel heeft Nederland in 2022 in de Ecofinraad en het ambtelijk voorportaal,
het Economisch Financieel Comité, het belang van fraudebestrijding onderstreept.7 Aanleiding hiervoor waren vragen van u tijdens het Commissiedebat van 13 maart van
dat jaar.
Vraag 4
Bent u op de hoogte van het rapport van de Europese Rekenkamer dat de controle op
de besteding van meer dan 700 miljard euro uit het EU-herstelfonds tekortschiet en
het tevens onduidelijk is in hoeverre de doelstellingen van het fonds worden gehaald?
Antwoord 4
De Europese Rekenkamer (ERK) heeft gelet op de relevantie en de nieuwheid van de HVF,
controles van de faciliteit in het werkprogramma opgenomen. In 2023 heeft de ERK meerdere
rapporten over de HVF gepubliceerd. In de context van uw vraag zijn twee daarvan met
name relevant, een speciaal verslag over de opzet van het controlesysteem van de Commissie
voor de HVF (07/2023), en een speciaal verslag over het prestatiemonitoringskader
van de HVF (26/2023).8,
9
In speciaal verslag 07/2023 uit maart 2023 heeft de ERK beoordeeld of de opzet van
het controlesysteem van de Commissie voor de HVF adequaat was. De ERK concludeert
dat de Commissie in relatief korte tijd een controlesysteem heeft opgezet dat voorziet
in een uitgebreid proces voor het verifiëren van de verwezenlijking van mijlpalen
en doelstellingen. De ERK merkt ook op dat het systeem beperkte informatie biedt op
EU-niveau over de vraag of door de HVF gefinancierde investeringsprojecten voldoen
aan de EU- en nationale regels. Wat betreft de bescherming van de financiële belangen
van de Unie merkt de ERK op dat de Commissie in iedere lidstaat controles heeft gepland
gericht op de controlesystemen van lidstaten op het gebied van fraude, corruptie,
belangenverstrengeling en dubbele financiering. De effectiviteit van deze systeemcontroles
kan volgens de ERK pas in een later stadium volledig worden beoordeeld. De ERK wijst
er ook op dat lidstaten weliswaar melding moeten maken van frauduleuze en niet-frauduleuze
onregelmatigheden in de begeleidende beheersverklaring bij een betaalverzoek, maar
dat een geïntegreerd IT-systeem voor deze meldingen ontbreekt. Het onderzoek van de
ERK richt zich op het niveau van de Europese Unie en specifiek de rol van de Europese
Commissie en doet geen uitspraken over de kwaliteit of effectiviteit van de systemen
die lidstaten hebben ingericht op het gebied van fraude, corruptie, belangenverstrengeling
en dubbele financiering en ook niet over de effectiviteit van OLAF en het EOM op dit
vlak.
In het laatst beschikbare jaarverslag10 van de Europese Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de Europese
Unie uit juli 2023 geeft de Commissie uitleg over de auditstrategie ten aanzien van
de beheers- en controlesystemen van de lidstaten en legt daarbij uit welke goede praktijken
zijn geïdentificeerd en wat de belangrijkste problemen waren die zijn aangetroffen.
Op basis van de audits doet de Commissie aanbevelingen aan de lidstaten, die ermee
hebben ingestemd om deze aanbevelingen binnen een vooropgestelde termijn uit te voeren
om de problemen op te lossen. Ik verwacht dat de Europese Commissie in het eerstvolgende
jaarverslag over de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie aanvullend
inzicht zal kunnen geven in de uitvoering van de HVF.
In speciaal verslag 26/2023 onderzoekt de ERK of het monitoringkader van de HVF geschikt
is voor het meten van de prestaties ervan door de tijd heen. De ERK constateert dat
het monitoringskader toereikend is om de voortgang bij de uitvoering te meten. Volgens
de ERK is de Commissie echter slechts gedeeltelijk in staat om te beoordelen hoe goed
de HVF haar algemene en specifieke doelstellingen verwezenlijkt. Verder vindt de ERK
dat de gemeenschappelijke indicatoren waarover lidstaten moeten rapporteren, de voortgang
niet volledig kunnen weergeven. Daarnaast ziet de ERK dat veel mijlpalen en doelstellingen
betrekking hebben op input en output factoren en relatief weinig op impact en resultaat.
Nederland hecht veel waarde aan de correcte en doelmatige besteding van Europese middelen
en verwelkomt de verschillende rapporten van de ERK over de implementatie van de HVF.
Het is positief dat de Commissie veel van de aanbevelingen van de ERK grotendeels
aanvaardt.11,
12 Aandachtspunten die op deze wijze, of tijdens de implementatie van het instrument,
aan het licht komen moeten geadresseerd worden.
Vraag 5
Hoe kan het in uw ogen dat een project in Griekenland voor tienmaal het gebruikelijke
bedrag wordt aanbesteed en dit pas opvalt wanneer andere bedrijven hierover klachten
indienen? Deelt u de opvatting dat dit exemplarisch is voor het gebrek aan toezicht
op het RRF?
Antwoord 5
Het artikel waarnaar u verwijst maakt melding van een budget voor een digitaal moderniseringsproject
in Griekenland dat volgens de auteur van het artikel veel hoger zou liggen dan het
budget voor vergelijkbare projecten in andere lidstaten. Het kabinet heeft onvoldoende
informatie om te beoordelen in welke mate de projecten in andere landen waar naar
wordt verwezen vergelijkbaar waren met het Griekse project en wat de reden zou kunnen
zijn voor het verschil in de hoogte van de budgetten. Of bij deze specifieke aanbesteding
of bij de andere aanbestedingen waar het artikel over gaat sprake is geweest van fraude
of andere onrechtmatigheden zal moeten blijken uit de in het artikel genoemde onderzoeken
van de Griekse mededingingsautoriteit, het Europees Bureau voor fraudebestrijding
en het Europees Openbaar Ministerie.
De controlesystemen binnen de HVF zijn erop gericht om fraude zoveel mogelijk te voorkomen
en te detecteren en corrigeren als deze heeft plaatsgevonden. De aangehaalde nieuwsberichten
laten zien hoe in het samenspel tussen nationale autoriteiten, de Europese Commissie,
het Europees Bureau voor fraudebestrijding en het Europees Openbaar Ministerie mogelijke
fraude wordt opgespoord.
Vraag 6
Staat u nog achter de positieve tussentijdse evaluatie van het EU-herstelfonds zoals
opgesteld door de Europese Commissie en vastgesteld in de Raadsconclusies, mede in
het licht van de aan het licht gekomen fraudezaken, eerdere miljardentegenvallers
als gevolg van de stijgende rente en de tekortschietende controle op de besteding
van de EU-middelen?
Antwoord 6
Vanzelfsprekend zou het kabinet voor alle Europese fondsen en nationale middelen bij
voorkeur vast kunnen stellen dat helemaal geen fraude optreedt. Als fraude toch voorkomt
is het van groot belang dat dit gedetecteerd en gecorrigeerd wordt. De aangehaalde
nieuwsberichten laten zien hoe in het samenspel tussen nationale autoriteiten, de
Europese Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding en het Europees Openbaar
Ministerie mogelijke fraude wordt opgespoord.
U bent middels de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 11 en 12 april
geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van de tussentijdse evaluatie van de HVF
en de Raadsconclusies die hierover ter besluitvorming voorlagen.13 Daarbij is aangegeven dat het kabinet de analyse van de Commissie over de werking
van de HVF in grote lijnen kan volgen. De koppeling met hervormingen uit het Europees
Semester, en de uitbetaling op basis van concrete mijlpalen en doelstellingen waren
eigenschappen van de HVF waar Nederland bij de totstandkoming sterk aan hechtte. Dat
de Commissie hier in haar evaluatie voorlopig positief over oordeelt, is daarmee positief.
Het kabinet heeft tegelijkertijd meerdere kanttekeningen geplaatst bij de tussentijdse
evaluatie, en aangegeven dat het te vroeg is om definitieve conclusies te verbinden
aan het instrument aangezien het een tussentijdse evaluatie is. Ten aanzien van de
Raadsconclusies heeft het kabinet aangegeven deze te kunnen steunen, aangezien ze
een voldoende gebalanceerd beeld gaven van de evaluatie. Daarbij erkennen de Raadsconclusies
ook het belang van de vereisten op gebied van audit- en controleraamwerken voor het
beschermen van de financiële belangen van de Unie. Met oog op het beperken van administratieve
lasten zou een overlap met de controle op het bereiken van mijlpalen en doelstellingen
daarbij wel moeten worden voorkomen, aldus de Raadsconclusies.
Nederland heeft de Commissie tijdens de Ecofinraad van april 2024 opgeroepen om in
toekomstige evaluaties van het instrument aandacht te besteden aan de doeltreffendheid
en doelmatigheid, en aan de financieringswijze. Het kabinet vindt daarnaast dat in
toekomstige evaluaties ook de effectiviteit van het controleraamwerk en de vraag hoe
eventueel misbruik voorkomen had kunnen worden, betrokken moeten worden.
Vraag 7
Hoe en wanneer gaat u de berichtgeving over fraude met gelden uit het EU-herstelfonds
aan de kaak stellen in Europa?
Antwoord 7
Nederland hecht veel waarde aan de correcte besteding van Europese middelen en zal
dit blijven uitdragen. De aangehaalde nieuwsberichten laten zien hoe in het samenspel
tussen nationale autoriteiten, de Europese Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding
en het Europees Openbaar Ministerie mogelijke fraude wordt opgespoord. Het komende
jaarverslag van de Europese Commissie over de bescherming van de financiële belangen
van de Europese Unie en de bestrijding van fraude in 2023 vormt in mijn ogen een goed
aanknopingspunt om het voorkomen en bestrijden van fraude bij de HVF en de andere
EU-fondsen in EU-verband te bespreken. Daarnaast zal Nederland bij besprekingen over
de voortgang van de HVF in de Ecofinraad en haar ambtelijke voorportalen aandacht
blijven vragen voor het belang van een effectieve fraudebestrijding.
Vraag 8
Bent u het eens dat indien er bewezen sprake is van fraude met gelden uit het EU-herstelfonds,
deze middelen teruggevorderd dienen te worden bij desbetreffende overheden en teruggestort
dienen te worden aan de donerende lidstaten waaronder Nederland?
Antwoord 8
Lidstaten worden op grond van de HVF-verordening geacht maatregelen te treffen om
vastgestelde fraude, corruptie en belangenconflicten die de financiële belangen van
de Unie schaden, recht te zetten. Indien een lidstaat hierin verzaakt heeft de Europese
Commissie op grond van de HVF-verordening het recht om de financiële steun uit de
HVF verhoudingsgewijs te verminderen en het verschuldigde bedrag terug te vorderen
of te verzoeken om vervroegde terugbetaling van een lening. Vanzelfsprekend is het
kabinet van mening dat indien deze situatie zich voordoet de Europese Commissie gebruik
moet maken van dit recht.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het EU-herstelfonds RRF eenmalig is en niet verlengd mag worden?
Antwoord 9
Nederland heeft ingestemd met de HVF als eenmalig en tijdelijk crisisinstrument in
reactie op de COVID-19 pandemie. De Commissie houdt in haar mededeling over de tussentijdse
evaluatie vast aan de deadline van 2026. Nederland steunt dit.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het eerstvolgende commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.