Schriftelijke vragen : Het rapport 'Hinweise zum Einsatz autogener BTV-3 Impfstoffe'
Vragen van de leden Pierik en Van der Plas (beiden BBB) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het rapport «Hinweise zum Einsatz autogener BTV-3 Impfstoffe» (ingezonden 22 april 2024).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het rapport «Hinweise zum Einsatz autogener BTV-3 Impfstoffe»
van de Ständige Impfkommission Veterinärmedizin (StIKo Vet) bij het Friedrich-Loeffler-Institut,
Bundesforschungsinstitut für Tiergesundheit?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat er in Europa nog geen blauwtongvaccin tegen blauwtong serotype 3
is toegelaten op grond van artikel 5, artikel 26, eerste lid, of artikel 110, tweede
lid, van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees parlement en de Europese Raad?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat artikel 2, derde lid, in samenhang met artikel 106, vijfde lid,
en artikel 105, van Verordening (EU) 2019/6 de mogelijkheid biedt voor dierenartsen
om geïnactiveerde immunologische diergeneesmiddelen (autovaccins) voor te schrijven?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat onwenselijk gebruik van autovaccins in Nederland is beperkt
door artikel 3.17, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Regeling diergeneesmiddelen
2022?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de experts in de Ständige Impfkommission Veterinärmedizin (StIKo
Vet) bij het Friedrich-Loeffler-Institut, Bundesforschungsinstitut für Tiergesundheit
aangeven dat bij het vaststellen van de dieren die vallen onder een «eenheid met een
bevestigd epidemiologisch verband», moet worden uitgegaan van de dieren die zich bevinden
in het verspreidingsgebied van knutten die zijn besmet met blauwtong serotype 3, zoals
eerst vastgesteld in Nederland?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat de autoriteiten in Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen, Bremen
en Rijnland-Palts StIKo Vet volgen in de interpretatie dat in relatie tot blauwtong
serotype 3 het begrip «dieren uit een eenheid met een bevestigd epidemiologisch verband»
uit artikel 2, derde lid, van Verordening (EU) 2019/6, zo moet worden uitgelegd dat
hieronder die dieren vallen die zich bevinden in het verspreidingsgebied van knutten
die besmet zijn met blauwtong serotype 3 – zoals eerst vastgesteld in Nederland –
en vatbaar zijn voor blauwtong?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat het verspreidingsgebied van knutten met blauwtong serotype 3,
met eenzelfde stam, zich van Nederland uitstrekt naar de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen,
Nedersaksen, Bremen en Rijnland-Palts?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat de «SAN Group Biotech Germany GmbH» een geïnactiveerde immunologisch
diergeneesmiddel tegen blauwtong serotype 3 heeft ontwikkeld en dat inmiddels distribueert?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de wachttijd, voor onder andere melk, voor dit vaccin nul dagen
is?2
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat dit vaccin inmiddels met goede ervaringen door Duitse dierenartsen
wordt toegepast?3
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat de experts in de StIKo Vet bij het Friedrich-Loeffler-Institut,
Bundesforschungsinstitut für Tiergesundheit aangeven dat vaccinatie tegen blauwtongvirus
de enige betrouwbare bescherming van de dieren tegen blauwtong is en dat de vaccinatiecampagne
tegen de zomer (meestal vanaf juli) moet zijn voltooid in verband met het begin van
het hoofdvliegseizoen van de overdragende knutten?4
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat de experts in de StIKo Vet bij het Friedrich-Loeffler-Institut,
Bundesforschungsinstitut für Tiergesundheit aangeven dat de vaccinatiecampagne uiterlijk
in mei 2024 moet starten om voldoende bescherming te bieden voor de start van het
knuttenseizoen?5
Vraag 13
Kunt u bevestigden dat u (in welk geval uw ministerie) het volgende heeft gecommuniceerd?
«We begrijpen dat houders van dieren graag zo snel mogelijk wil gaan vaccineren. Echter
is het niet toegestaan het Duitse autovaccin in Nederland te gebruiken. Als de NVWA
dit constateert zal er worden gehandhaafd. We hebben goede hoop dat er op korte termijn
een veilig en werkzaam vaccin beschikbaar is.».6
Vraag 14
Hoe vindt u het dat herkauwers in Nederland onnodig lijden en sterven omdat Nederlandse
dierenartsen het autovaccin niet durven voor te schrijven, omdat u, via de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), dreigt om op te treden tegen dierenartsen die
het Duitse autovaccin voorschrijven? Wat denkt u dat dit met boerengezinnen doet?
Vraag 15
Aanvaart u aansprakelijkheid voor de schade die optreedt doordat veehouders het Duitse
autovaccin niet kunnen inzetten, omdat dierartsen het vaccin niet voor durven te schrijven
door het dreigement van uw ministerie?
Vraag 16
Hoe gaat u ervoor zorgen dat uw ministerie binnen een zo kort mogelijke termijn naar
dierenartsen en veehouders toe bevestigt dat het door «SAN Group Biotech Germany GmbH»
ontwikkelde autovaccin, op grond van de Europese regelgeving, in het gehele Nederlandse
besmettingsgebied van knutten met blauwtong serotype 3 kan worden toegepast?
Vraag 17
Hoe gaat u er in de toekomst voor zorgen dat bij een uitbraak van andere (vector)ziekten
waarvoor geen geregistreerd vaccin beschikbaar is, zoals Epizootic haemorrhagic disease
(EHD) of een uitbraak met een ander serotype van blauwtong, er zo snel mogelijk een
autovaccin in het Nederlandse besmettingsgebied kan worden ingezet?
Vraag 18
Kunt u alle vragen voor 1 mei 2024 individueel beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
Cor Pierik, Kamerlid -
Medeindiener
Caroline van der Plas, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.