Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat het salaris van zorgmedewerkers volgend jaar verder achter gaat lopen
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht dat het salaris van zorgmedewerkers volgend jaar verder achter gaat lopen (ingezonden 18 december 2023).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 januari
2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat het salaris van zorgmedewerkers volgend jaar
verder achter gaat lopen?1
Antwoord 1
Op 14 december jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van verschillende
onderzoeken naar beloning in zorg en welzijn2. Het betreft het AWVN-onderzoek waarnaar in het bericht van Skipr wordt gerefereerd,
een onderzoek van SEO en een onderzoek op basis van cijfers van het CBS en uitstroomonderzoek
van RegioPlus. Een beleidsmatige weging van de uitkomsten van deze onderzoeken laat
ik aan een nieuw kabinet.
Vraag 2
Herinnert u zich het massale protest van zorgverleners op het Malieveld in 2020 en
de acties van zorgverleners voor meer waardering en meer salaris?3
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat het onacceptabel is dat de loonkloof tussen de zorg en de
marktsector weer verder zal groeien? Zou u uw antwoord toe kunnen lichten?
Antwoord 3
De verschillende onderzoeken laten niet eenduidig zien dat er sprake is van een loonkloof
tussen de zorg en de marktsector. Naast het onderzoek van AWVN, heeft SEO een vergelijking
gemaakt van de salarissen in de gehele sector zorg en welzijn ten opzichte van de
marktsector. Uit dit onderzoek blijkt dat het gemiddeld uurloon van werknemers in
zorg en welzijn vergelijkbaar is met dat van vergelijkbare werknemers in de marktsector.
Op basis van het AWVN-onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat de loonkloof in
2024 groter wordt. Ten tijde van publicatie van dat onderzoek waren de cijfers waarover
AWVN beschikte voor de salarissen in de marktsector van een minder recente peildatum
dan die van cao’s in de zorg. Hierdoor is in het onderzoek het verschil tussen de
lonen in de zorg en marktsector tijdelijk kleiner (3%) dan het daadwerkelijk was.
De nieuwe cijfers over de cao’s die de afgelopen zes maanden zijn afgesloten in de
marktsector, waarover AWVN sinds 1 januari 2024 beschikt, zijn niet in het onderzoek
meegenomen. In het onderzoek heeft AWVN geschat dat met deze laatste loonontwikkelingen
in de marktsector het verschil tussen het midden van loongebouw van zorgcao’s (FWG
35 t/m 60) en de markt circa 6% zou zijn op 1 januari 2024.
Vraag 4
Hoe komt het dat de loonkloof tussen de zorg en de rest van de publieke sector zelfs
helemaal niet is verkleind sinds het laatste onderzoek?4
Antwoord 4
In het vorige AWVN-onderzoek betrof het verschil in het middengebied van het loongebouw
met de publieke sector ongeveer 9%. In het nieuwe onderzoek is dit iets gedaald naar
ongeveer 6–7%. Ook het SEO-onderzoek laat zien dat beloning in zorg en welzijn gemiddeld
genomen achterblijft bij de rest van publieke sector. In een aantal andere publieke
sectoren zijn de laatste tijd forse loonverhogingen doorgevoerd, waardoor de beloning
in de zorg – ondanks de extra middelen die beschikbaar gesteld (675 mln euro structureel
vanaf 2022) – niet veel is ingelopen op de rest van de publieke sector.
Vraag 5
Hoe kijkt u naar uw eigen verantwoordelijkheid voor het feit dat zorgverleners nog
steeds een stuk minder verdienen dan werknemers in de rest van de publieke sector
en de marktsector?
Antwoord 5
Om een concurrerende salarisontwikkeling mogelijk te maken stel ik jaarlijks de overheidsbijdrage
in de arbeidskostenontwikkeling (ova) beschikbaar. Deze is gekoppeld aan de ontwikkelingen
in de markt. Hogere contractlonen in de markt leiden daarmee ook tot meer loonruimte
in de zorg. Het SEO-onderzoek laat zien dat werkgevers hiermee marktconforme loonontwikkeling
kunnen bieden. De loonontwikkeling over de jaren 2013–2022, gecorrigeerd voor veranderende
samenstelling van het personeelsbestand, was voor werknemers in zorg en welzijn ongeveer
gelijk aan die van vergelijkbare werknemers in andere sectoren.
Vraag 6
Hoe verklaart u het verschil in de cijfers tussen dit nieuwe AWVN-onderzoek en de
berichtgeving van Zorgvisie op basis van CBS-cijfers eerder dit jaar?5
Antwoord 6
In het AWVN-onderzoek zijn de salarissen in de zorg vergeleken met die in de marktsector
en publieke sector op basis van de eindsalarissen opgenomen in de salarisschalen in
de cao’s. Op basis van berichtgeving van Zorgvisie is mij niet bekend welke CBS-cijfers
in dat artikel zijn vergeleken. Het CBS beschikt over cijfers over lonen op basis
van registratiedata. Er is dus in ieder geval sprake van een verschil in methodiek.
Vraag 7
Welke stappen zou het kabinet of de Tweede Kamer kunnen zetten om de loonkloof tussen
de zorg en de rest van de publieke sector en de marktsector op te heffen?
Antwoord 7
Gezien de demissionaire status van het kabinet laat ik een beleidsmatige weging van
de verschillende onderzoeken naar beloning aan een nieuw kabinet.
Vraag 8
Welke stappen gaat u zetten om de loonkloof tussen de zorg en de rest van de publieke
sector en de marktsector op te heffen?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.