Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Mohandis over het bericht 'Minder personeel dreigt in ouderenzorg door geldruzie met zorgkantoren'
Vragen van de leden Dijk (SP) en Mohandis (PvdA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Minder personeel dreigt in ouderenzorg door geldruzie met zorgkantoren» (ingezonden 17 oktober 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 23 november 2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Minder personeel dreigt in ouderenzorg door geldruzie
met zorgkantoren» van 11 oktober 2023?1
Antwoord 1
Het is niet wenselijk dat zorgpersoneel ontslagen wordt. Met de toenemende vergrijzing
is het van belang dat al het personeel dat in de zorg werkzaam is behouden blijft
om de groeiende zorgvraag op te vangen. Het is aan zorgkantoren om een reële prijs
te bieden aan de organisaties in de ouderenzorg, zodat die in staat zijn om het benodigde
personeel te betalen.
Omdat ze het niet eens waren met de geboden tarieven hebben circa 250 organisaties
een kort geding aangespannen. Op 31 oktober heeft de rechter uitspraak gedaan in dit
kort geding. De rechter heeft aangegeven dat de door de zorgkantoren gehanteerde tarieven
over het algemeen reëel zijn. Daarbij speelt mee dat de zorgkantoren het richttariefpercentage
– op basis van de jaarcijfers over 2022 – naar boven hebben aangepast, dat de NZa
de tarieven jaarlijks indexeert met de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling
(OVA), zodat het mogelijk is om afspraken te maken over marktconforme arbeidsvoorwaarden,
en dat de voorgenomen maatregelen, die samenhingen met het beleid om meerjarig te
contracteren en de doorontwikkeling van het kwaliteitskader, voor 2024 zijn doorgevoerd.
Overigens wordt voor 2024 een aanzienlijke volumegroei in de ouderenzorg voorzien.
De zorgorganisaties krijgen daarvoor ook de benodigde financiële middelen, waardoor
ze het extra personeel dat daarvoor nodig is kunnen aantrekken.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat er in korte tijd meerdere rechtszaken zijn gestart
tegen zorgkantoren in verband met niet toereikende Wet langdurige zorg (Wlz)-tarieven
waardoor ontslagen in de zorg dreigen?
Antwoord 2
Zorgkantoren hebben de wettelijke plicht om de zorg doelmatig in te kopen. In het
voorjaar 2023 hebben ze daartoe hun meerjarig inkoopkader 2024–2026 gepubliceerd.
In dat inkoopkader worden allerlei zaken geregeld die van belang zijn voor de zorginkoop
van de zorgkantoren, waaronder de te hanteren tarieven. Zorgaanbieders hebben vervolgens
de mogelijkheid om daarover vragen te stellen en hebben daar ook veelvuldig gebruik
van gemaakt. Mede op basis van de door de zorgkantoren gegeven antwoorden, hebben
zorgaanbieders dit najaar besloten om het inkoopkader, meer specifiek de door zorgkantoren
gehanteerde tarieven, aan de rechter voor te leggen. Dat was ook het moment om dat
te doen.
De transitie die ik met WOZO in gang heb gezet vraagt wel om een gezamenlijke aanpak.
Nu de rechter een uitspraak heeft gedaan, roep ik partijen op om met elkaar de noodzakelijke
beweging in gang te zetten en/of te versnellen, zodat de langdurige zorg ook in de
toekomst voor iedereen toegankelijk is die aangewezen is op zorg in het kader van
de Wlz.
Vraag 3
Wat voor gevolgen verwacht u voor de kwaliteit van de ouderenzorg na het lezen van
dit bericht?
Antwoord 3
Dat de ouderenzorg onder druk staat is niet nieuw. Naast de stijgende kosten waar
zorgaanbieders mee te maken hebben, is er ook een personele uitdaging. Door de algemene
krapte op de arbeidsmarkt zijn vacatures moeilijk te vervullen. Het ziekteverzuim
en het personeel niet in loondienst (PNIL) zijn hoog. Uit de benchmark ouderenzorg
van BDO komt naar voren dat het ziekteverzuim eind 2022 op 9,3% ligt. Ook de kosten
van PNIL zijn in 2022 ten opzichte van 2021 gestegen met € 374,5 miljoen. Het is aan
de zorgaanbieders om te sturen op de interne bedrijfsvoering en op de omslag om de
ouderenzorg toekomstbestendig te maken. Hiervoor is het nodig om het zorgpersoneel
op een andere manier in te zetten door onder andere te investeren in een andere werkwijze
(bijvoorbeeld met meer gebruik van technologie), zodat de zorg met minder mensen geleverd
kan worden met behoud van kwaliteit. Ik ondersteun dat met de programma’s Wonen, Ondersteunen
en Zorg voor Ouderen (WOZO) en Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg & Welzijn (TAZ).
Vraag 4
Welke stappen gaat u ondernemen om de kwaliteit van zorg binnen de ouderenzorg te
waarborgen?
Antwoord 4
Ten eerste heb ik via het Zorginstituut partijen gevraagd om het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
door te ontwikkelen, zodat het zorgorganisaties meer mogelijkheden biedt om op een
toekomstbestendige wijze goede kwaliteit van zorg te leveren, bijvoorbeeld door meer
in te zetten op een andere manier van werken. Ten tweede ondersteun ik de zorgorganisaties
met het programma WOZO hierbij, waarbij ik ook nadrukkelijk inzet op preventie en
zorg en ondersteuning in de thuissituatie, zodat zwaardere vormen van zorg minder
(snel) nodig zijn. In het kader van WOZO ben ik ook gestart met «Waardigheid en trots
voor de toekomst», waarmee organisaties in de ouderenzorg ondersteund worden om deze
omslag te realiseren. Ten derde ondersteun ik de zorgaanbieders met het programma
TAZ in hun arbeidsmarktbeleid. Ten vierde heb ik besloten om de in het Coalitieakkoord
opgenomen maatregelen met betrekking tot de doorontwikkeling van het Kwaliteitskader
Verpleeghuiszorg en het meerjarig contracteren voor het jaar 2024 niet door te voeren.
Vraag 5
Welke gevolgen verwacht u voor de wachtlijsten voor de verpleeghuiszorg als vacaturestops
worden ingesteld, ontslagen dreigen of als ouderenzorginstellingen zelfs dreigen om
te vallen? Hoe gaat u hierop handelen?
Antwoord 5
Voldoende personeel voor de ouderenzorg is een forse uitdaging Er zijn veel vacatures
en die zijn door de algemene krapte op de arbeidsmarkt niet altijd eenvoudig te vervullen.
De uitstroom is nog altijd te hoog. We hebben daarom al het personeel dat beschikbaar
is hard nodig. Vacaturestops en ontslagen zijn daarbij niet behulpzaam en kunnen de
bestaande problemen verergeren, waaronder ook oplopende wachtlijsten. Als reactie
op de motie Mohandis ga ik dan ook in kaart brengen in welke mate organisaties in
de ouderenzorg personeel collectief dreigen te ontslaan. Ik doe dat door het volgen
van de meldingen van zorgorganisatie bij het UWV in het kader van de Wet meldingen
collectief ontslag (Wmco) en via een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
bij de zorgkantoren. In de voortgangsbrief WOZO die ik u in december 2023 doe toekomen,
neem ik de eerste resultaten hiervan op.2
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat ontslagen in de ouderenzorg het personeelstekort in deze
sector zullen verergeren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Daar ben ik het mee eens en dat moet dan ook zoveel mogelijk voorkomen worden.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat een vacaturestop met het heersende personeelstekort in de
ouderenzorg een negatieve invloed zal hebben op de werkdruk van het huidige personeel?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Als een vacaturestop inhoudt dat er minder personeel beschikbaar is voor dezelfde
werkzaamheden, dan zal dat de werkdruk van het personeel verhogen. Dat moet dan ook
zoveel mogelijk voorkomen worden. Enerzijds door de redenen voor eventuele vacaturestops
weg te nemen. Anderzijds door meer in te zetten op andere manieren van zorg verlenen
met behoud van de kwaliteit van zorg.
Vraag 8
Hoe rijmt u de dreigende ontslagen in de ouderenzorg met het doel van het kabinet
om juist medewerkers in de sector zorg en welzijn te behouden, zoals omschreven in
het Programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg (TAZ)?
Antwoord 8
Met het programma TAZ zetten we zorgbreed in op een toekomstbestendige arbeidsmarkt
in zorg en welzijn. Personeel collectief ontslaan past daar niet in. Dat moet dus
ook zoveel mogelijk voorkomen worden. In dat kader is het ook belangrijk dat met TAZ
ingezet wordt op regionale (brancheoverstijdgende) samenwerking om gezamenlijk de
uitdagingen op de arbeidsmarkt aan te gaan. Ook zorginkopers (zorgkantoren, gemeenten,
zorgverzekeraars) worden hierbij zoveel mogelijk betrokken.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat een oplopende werkdruk door een vacaturestop of door ontslagen,
niet in lijn is met het Programma TAZ waarbij juist gestreefd wordt naar een lagere
werkdruk? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
Met het programma TAZ zetten we in op goede werkomstandigheden, waaronder een gezonde
werkdruk. Vacaturestops en ontslagen die leiden tot een ongewenste hogere werkdruk
passen daar niet bij. Ook hierbij kan de bij vraag 8 genoemde regionale samenwerking
behulpzaam zijn.
Vraag 10
Wat vindt u ervan dat uw eigen beleid lijkt te leiden tot een toename van personeelstekorten
in de zorg?
Antwoord 10
Mijn beleid is erop gericht om de organisaties in de (ouderen)zorg te ondersteunen
bij het beperken van de personeelstekorten in de (ouderen)zorg. De algemene krapte
op de arbeidsmarkt vormt daarbij een forse uitdaging, voor zowel de zorgorganisaties
als voor het kabinet. Met de programma’s WOZO en TAZ zet ik in op regionale samenwerking
en een toekomstbestendige ouderenzorg. Daarnaast heb ik besloten om de in het Coalitieakkoord
opgenomen maatregelen met betrekking tot de doorontwikkeling van het Kwaliteitskader
Verpleeghuiszorg en het meerjarig contracteren voor het jaar 2024 niet door te voeren.
De ervaren financiële druk heeft overigens ook andere oorzaken dan de maatregelen
uit het Coalitieakkoord, zoals ik ook in mijn brief van 13 september 2023 heb aangegeven.3 Daarbij gaat het onder andere om de hoge kosten van het ziekteverzuim en de inzet
van personeel niet in loondienst, en de hoge inflatie.
Vraag 11
Welke gerichte maatregelen gaat u nemen die ervoor zorgen dat ontslagen in de sector
ouderenzorg worden voorkomen, waarbij uw recht doet aan één van de verzoeken van de
aangenomen motie Mohandis c.s. van 28 september 2023 (Kamerstuk 31 765, nr. 807)?4
Antwoord 11
Ten eerste ondersteun ik met het programma TAZ de organisaties in de zorg in hun arbeidsmarktbeleid.
Daarnaast heb ik het advies van de NZa gevolgd om het budgettair kader voor de Wlz
te verhogen, waardoor er meer financiële middelen beschikbaar zijn om personeel aan
te trekken.5 Ten derde volg ik, mede naar aanleiding van de aangenomen motie Mohandis c.s., nauwlettend
of er sprake is van dreigende ontslagen in de ouderenzorg.6 Ten vierde heb ik in de brief over de uitvoering van deze motie aangegeven dat ik
van mening ben dat met het niet doorvoeren in 2024 van een aantal in het Coalitieakkoord
opgenomen maatregelen voor de ouderenzorg en het terugdraaien van de voorgenomen verlaging
van de richttarieven door de zorgkantoren, er voldoende ruimte is geboden aan de organisaties
in de ouderenzorg om de exploitatie rond te kunnen krijgen.
Vraag 12
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden?
Antwoord 12
Daartoe ben ik bereid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.