Schriftelijke vragen : Het bericht 'Veel vraag naar kinderopvang bij boer, maar regels belemmeren uitbreiding'
Vragen van de leden Van den Hil en Van Campen (beiden VVD) en Sahla (D66) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Veel vraag naar kinderopvang bij boer, maar regels belemmeren uitbreiding» (ingezonden 9 februari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Veel vraag naar kinderopvang bij boer, maar regels
belemmeren uitbreiding»?1
Vraag 2
In antwoord op eerdere schriftelijke vragen gaf u aan in gesprek te zijn met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) om te kijken hoe belemmerende regelgeving weggenomen
kan worden2; kunt u een opsomming geven van de door de agrarische kinderopvangsector benoemde
belemmeringen? Wat is de stand van zaken van deze gesprekken, kunt u per belemmering
aangeven op welke wijze u deze voornemens bent weg te nemen en wanneer wordt de Kamer
nader geïnformeerd over de uitkomsten?
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat in sommige gevallen de vergunning voor een agrarische kinderopvang
gekoppeld is aan het uitoefenen van een actief agrarisch bedrijf, waarbij een specifiek
omzetpercentage is opgenomen? Is het kabinet van mening dat deze koppeling onwenselijk
is, aangezien dit deze vorm van multifunctionele landbouw belemmert? Indien ja, welke
bevoegdheden heeft het kabinet om deze koppeling weg te nemen in het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium?
Vraag 4
In antwoord op eerdere vragen gaf u aan agrarische kinderopvang als een kans te zien
om enerzijds het aantal kinderopvangplekken te vergroten en anderzijds mogelijkheden
aan agrariërs te bieden om het verdienmodel te verbreden en daarover te spreken met
Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland, Vereniging Agrarische Kinderopvang (VAK)
en VNG3; hoe verlopen deze gesprekken en welke oplossingen dragen deze organisaties aan om
eventuele knellende wet- en regelgeving weg te nemen en hoe neemt u deze aanbevelingen
mee?
Vraag 5
Hoe kijkt u naar de huisvesting van kinderopvangorganisaties en de eisen die daaraan
gesteld worden, ook als het om kinderopvanglocaties op boerenbedrijven gaan? Zorgen
deze eisen aantoonbaar voor kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvanglocaties?
Zo ja, waar blijkt dat uit?
Vraag 6
Bent u bereid om te kijken naar de gedifferentieerde impact van wet- en regelgeving
op grote- en kleine boerenbedrijven die een (gedeeltelijke) transitie willen maken
naar de kinderopvang? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen is het kabinet voornemens
concreet te zetten om deze transitie zo goed als mogelijk te faciliteren?
Vraag 7
Bent u bereid om in kaart te brengen of agrarische kinderopvanginstellingen makkelijker
personeel weten aan te trekken dan stedelijke kinderopvanginstellingen? Zo nee, waarom
niet? Hoeveel agrarische kinderopvanginstellingen zijn dit jaar in de markt actief?
Vraag 8
U doet in het eerdergenoemde artikel een oproep aan gemeenten om het openen van een
dagverblijf door boeren te stimuleren; aan wat voor concrete maatregelen denkt u daarbij?
Bent u bereid zelf ook concrete stappen te zetten om dit te stimuleren? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 9
Wat is de positieve gezondheidsimpact op kinderen die naar de agrarische kinderopvang
gaan in plaats van naar een stedelijke kinderopvanginstelling?
Vraag 10
Welke stappen worden er voor het zomerreces nog gezet om het aanbieden van agrarische
kinderopvang te vergemakkelijken? Hoe sluit dat aan bij maatregelen om het aanbieden
van een niet-agrarische kinderopvang eenvoudiger en toegankelijker te maken?
Vraag 11
Bij beantwoording van eerdere vragen geeft u aan een eerste stap te zetten in het
actualiseren van de Handreiking Multifunctionele Landbouw en Ruimtelijke Ordening;
wat is de stand van zaken van deze actualisering en welke stappen onderneemt u het
komende jaar voor deze actualisering?
Vraag 12
Bent u het in algemene zin eens met de uitspraak dat agrarische kinderopvang een onderdeel
is van het ondernemerschap in de kinderopvang en dat wet- en regelgeving ondernemerschap
niet in de weg mag zitten zolang de kwaliteit en toegankelijkheid behouden blijven?
Indieners
-
Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Jacqueline van den Hil, Kamerlid -
Medeindiener
Thom van Campen, Kamerlid -
Medeindiener
F. Sahla, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.