Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de derde Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021
31 934 Douane
Nr. 62 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 11 november 2022
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 22 juni 2022 over de derde
Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021 (Kamerstuk 31 934, nr. 58) en over de brief van 4 juli 2022 over stand van zakenbrief Douane (Kamerstuk 31 934, nr. 59).
De vragen en opmerkingen zijn op 14 september 2022 aan de Minister van Financiën voorgelegd.
Bij brief van 3 november 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Van den Bos
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Derde Voortgangsrapportage
(VGR) Douane 2021 en hebben nog enkele vragen en opmerkingen hierover.
De leden van de VVD-fractie vragen wanneer de Kamer wordt geïnformeerd over de verkennende
fase over het mogelijk aanwijzen van een havengebied waar toegang voorbehouden is
aan mensen met een bepaalde screening.
Verder vragen deze leden wanneer het wetsvoorstel cameratoezicht Douane aan de Kamer
aangeboden zal worden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat nagenoeg alle bevindingen van cocaïne zijn gedaan
in de haven van Rotterdam. Deze leden vragen hoe het staat met de controle op verdovende
middelen in andere havengebieden en ook recreatieve en toeristische havens.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie wat de prognose is voor het aantal werknemers
dat de komende jaren nog (extra) nodig zal zijn bij de Douane en hoeveel van die vacatures
ingevuld zullen worden. Zeker gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt en de vergrijzing.
Kan de Staatssecretaris tevens een overzicht geven van het aantal werknemers uitgesplitst
per leeftijdsgroep en wanneer wordt verwacht dat deze met pensioen zullen gaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Derde Voortgangsrapportage
2021 en de stand van zakenbrief Douane. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie lezen dat de organisatie van de informatievoorziening
(IV) van de Douane moet groeien en lijdt door tekorten aan capaciteit. Zij vragen
de Staatssecretaris toe te lichten in welke mate de ontvlechting met de IV-infrastructuur
van de Belastingdienst hier een rol speelt. Door de ontoereikende IV-capaciteit moet
herprioritering plaatsvinden in het IV-portfolio en worden de deadlines uit het Douanewetboek
van de Unie (DWU) niet gehaald. Deze leden vragen de Staatssecretaris om meer inzicht
in welke herprioritering plaatsvindt binnen het portfolio en hoe deze zich verhoudt
tot andere lidstaten die de planning niet gaan halen.
De leden van de D66-fractie lezen dat ook het bedrijfsleven heeft aangegeven moeite
te hebben om op tijd te conformeren aan de nieuwe DWU-standaarden. Speelt de gebrekkige
capaciteit bij de Douane hier een rol, of is het een volstrekt losstaand probleem
dat door de krappe arbeidsmarkt, met name voor IT-personeel, is ontstaan?
De leden van de D66-fractie hebben nog steeds grote zorgen over de gebrekkige grondslag
voor het cameratoezicht bij de Douane. Zij vragen de Staatssecretaris wanneer zij
wel in staat zal zijn om het wetsvoorstel aan de Kamer te sturen. Tevens vragen zij
de Staatssecretaris toe te lichten welke risico’s zij ziet dat de Douane teruggefloten
kan worden vanwege het huidig gebruik van cameratoezicht met een onvoldoende geborgde
wettelijke grondslag.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de Derde Voortgangsrapportage
(VGR) Douane 2021. De leden van de PVV-fractie hebben enkele vragen en/of opmerkingen.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven of er inzicht is
in de mate van corruptie in de Rotterdamse haven (en breder binnen Douane)?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven hoe corruptie (in
de praktijk) binnen de Douane bestreden wordt en wat de geboekte resultaten zijn?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven op welke manier screening
van medewerkers plaatsvond, voorafgaand aan de invoering van de Verklaring Omtrent
het Gedrag Politiegegevens (VOG-P)?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom er in de nieuwe
CAO Rijk geen grondslag is gecreëerd voor continue screening?
De leden van de PVV-fractie merken op dat sprake is van overschrijding van de deadlines
bij enkele van de ruim twintig (deel)projecten. Kan de Staatssecretaris aan de leden
van de PVV-fractie een overzicht verstrekken van alle lopende projecten en daarbij
aangeven bij welke projecten de deadline gehaald wordt en bij welke niet alsmede de
reden voor overschrijding?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven wat er exact wordt
verstaan onder de begrippen diversiteit en inclusie? Welke doelstellingen moeten worden
behaald voor de Douane om te kwalificeren als: «divers»? Welke doelstellingen moeten
worden behaald voor de Douane om te kwalificeren als: «inclusief»?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven wat het «goede veranderverhaal»
is dan wel behelst? Op welke verandering wordt gedoeld en waarom kwalificeert het
als «goed»?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven of het klopt dat
van de 600 tot 650 nieuwe fte’s, bijna 17 procent (100 in aantal) is aangenomen als
nieuwe manager? Kan de Staatssecretaris hierbij nader toelichten of dat relatief en
absoluut veel nieuwe managers zijn?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie een overzicht verstrekken
vanaf 2010 met de afdracht van Douanerechten in de vorm van traditionele eigen middelen
(TEM). Kan de Staatssecretaris hierbij nader duiden waarom de afdrachten in de loop
der jaren zijn gestegen, dan wel gedaald?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom de Europese
Commissie van mening is dat Nederland te weinig afdraagt aan TEM?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven wat het «beoordelingskader»
van de Europese Commissie exact behelst, waarom het «beoordelingskader» van de Europese
Commissie niet helder is en waarom Nederland zich al dan niet heeft gehouden aan dat
«beoordelingskader»?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom Nederland
van mening is dat er sprake is van een te hoge afdracht?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven welke stappen worden
ondernomen om Nederlandse afdrachten te reduceren en welke resultaten er geboekt zijn
op dit vlak?
Hoe vaak is Nederland, vanaf 2010, overgegaan tot een nabetaling onder voorbehoud?
Voor welke bedragen, om welke reden en hoe vaak is deze nabetaling teruggestort?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom in het kader
van de zaak Landen en Gebieden Overzee (LGO) wordt gesproken over een bedrag aan vertragingsrente
van 34,7 miljoen, terwijl in de tabel onder «hoofdsom TEM definitief» een bedrag is
opgenomen van 18,5 miljoen? Welk rentepercentage hanteert de Europese Commissie en
vanaf welk jaar hanteert de Europese Commissie dit rentepercentage?
II Reactie van de bewindspersoon
Met interesse heb ik kennisgenomen van de vragen en opmerkingen die door de vaste
Kamercommissie van Financiën zijn gesteld naar aanleiding van de brief van 22 juni
2022 jl. inzake de derde Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021 (Kamerstuk 31 934, nrs. 58 en 59). Onderstaand wordt bij de beantwoording van de vragen de volgorde van het verslag
aangehouden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Derde Voortgangsrapportage
(VGR) Douane 2021 en hebben nog enkele vragen en opmerkingen hierover. De leden van
de VVD-fractie vragen wanneer de Kamer wordt geïnformeerd over de verkennende fase
over het mogelijk aanwijzen van een havengebied waar toegang voorbehouden is aan mensen
met een bepaalde screening.
De Minister van Justitie en Veiligheid is coördinerend Minister in de aanpak van ondermijning
en informeert uw Kamer dit najaar over het integrale plan voor de aanpak van drugssmokkel
via grote logistieke knooppunten. Ik zal in de Stand van Zakenbrief Douane, die ik
eind november aan de Kamer zal sturen, ook in kunnen gaan op deze onderwerpen.
Verder vragen deze leden wanneer het wetsvoorstel cameratoezicht Douane aan de Kamer
aangeboden zal worden.
Op 7 september jl. heeft de Raad van State advies gegeven over het wetsvoorstel Wet cameratoezicht douane. Naast enkele kleine aanpassingen adviseert de Raad van State om het wetsvoorstel
nogmaals ter advisering voor te leggen aan de Autoriteit Persoonsgegevens omdat het
wetsvoorstel dusdanig is gewijzigd en uitgebreid. Dit zal naar verwachting leiden
tot een vertraging van twee tot drie maanden. Per separate brief (Kamerstuk 31 934, nr. 60) bent u hierover geïnformeerd. Ik hoop het wetsvoorstel in december aan de Kamer
te kunnen aanbieden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat nagenoeg alle bevindingen van cocaïne zijn gedaan
in de haven van Rotterdam. Deze leden vragen hoe het staat met de controle op verdovende
middelen in andere havengebieden en ook recreatieve en toeristische havens.
De Douane werkt risicogericht en risico gestuurd; dat geldt voor alle havengebieden
in Nederland. Zo zijn er ook in Vlissingen in de afgelopen jaren grote partijen cocaïne
onderschept. De Douane opereert in het kader van het toezicht aan de Nederlandse en
Europese buitengrens daar waar de grootste risico's zijn op de smokkel van verdovende
middelen. De kern van criminele logistieke processen verloopt via de diepzeehavens
omdat daar de scheepvaartlijnen uit Zuid- en Midden-Amerika aankomen. Het accent ligt
daarom op het controleren in de Rotterdams Haven, maar we controleren ook in andere
havens, zoals Vlissingen.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie wat de prognose is voor het aantal werknemers
dat de komende jaren nog (extra) nodig zal zijn bij de Douane en hoeveel van die vacatures
ingevuld zullen worden. Zeker gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt en de vergrijzing.
Kan de Staatssecretaris tevens een overzicht geven van het aantal werknemers uitgesplitst
per leeftijdsgroep en wanneer wordt verwacht dat deze met pensioen zullen gaan?
Bij het geven van een indicatie van de toekomstige wervingsbehoefte is er een bepaalde
mate van onzekerheid. Dit heeft o.a. te maken met veranderingen in uitstroom en nieuwe
taken waarmee de Douane te maken krijgt. Om deze onzekerheid mee te nemen in de verwachtingen
wordt een bandbreedte gehanteerd. Grotere schommelingen door onvoorziene omstandigheden
worden hierin niet afgedekt.
De Douane streeft ernaar de komende jaren de wervingsbehoefte in te vullen. Hiervoor
is een apart instroomteam beschikbaar. Gelet op de krappe arbeidsmarkt en het absorptievermogen
van de organisatie is dit een stevige opgave. De verwachte meerjarige wervingsbehoefte,
leeftijdsopbouw en het verwachte AOW-overzicht vindt u hieronder. Hierbij is ook al
rekening gehouden met de mogelijke effecten van de tijdelijke Regeling voor vervroegde
Uittreding (RVU) uit het akkoord cao Rijk 2022–2024, voor zover daarvan nu een inschatting
van te maken is.
Wervingsbehoefte (in FTE afgerond op tientallen)
Jaar
2023
670–750
2024
400–450
2025
410–460
2026
460–520
Leeftijdsopbouw medewerkers (stand 06/2022)
leeftijdscategorieën
aantallen medewerkers
Jonger dan 25
250
25 t/m 34
1.074
35 t/m 44
1.189
45 t/m 54
1.204
55 en ouder
2.325
Jaar
Aantal medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken
2023
93
2024
148
2025
193
2026
229
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Derde Voortgangsrapportage
2021 en de stand van zakenbrief Douane. Deze leden hebben nog enkele vragen. De leden
van de D66-fractie lezen dat de organisatie van de informatievoorziening (IV) van
de Douane moet groeien en lijdt door tekorten aan capaciteit. Zij vragen de Staatssecretaris
toe te lichten in welke mate de ontvlechting met de IV-infrastructuur van de Belastingdienst
hier een rol speelt.
De ontvlechting heeft geen relatie met het capaciteitstekort in de IV-organisatie
van de Douane. De onderkende oorzaken van het tekort zijn niet nieuw en bestonden
ook al voor de ontvlechting. Ook de Belastingdienst en Toeslagen hebben hiermee te
maken.
Het capaciteitstekort is ontstaan door de grote omvang van de IV-portefeuille bij
de Douane, en door de vertraging bij de Europese Commissie van een aantal Trans Europese
Systemen gecombineerd met moeilijk te vervullen vacatures in de huidige krappe arbeidsmarkt.
Hierdoor ontbreekt de juiste expertise, kwaliteit en/of de goede teamsamenstelling
om de geautomatiseerde ondersteuning te realiseren.
Door de ontoereikende IV-capaciteit moet herprioritering plaatsvinden in het IV-portfolio
en worden de deadlines uit het Douanewetboek van de Unie (DWU) niet gehaald. Deze
leden vragen de Staatssecretaris om meer inzicht in welke herprioritering plaatsvindt
binnen het portfolio en hoe deze zich verhoudt tot andere lidstaten die de planning
niet gaan halen.
In het IV-portfolio wordt de vraag naar capaciteit geprioriteerd binnen het beschikbare
aanbod. Bij de prioritering is rekening gehouden met de wettelijke verplichtingen,
de continuïteit van de automatisering en de impact op het bedrijfsleven en andere
lidstaten. Om de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk in te zetten zijn binnen
het portfolio 12 dossiers met topprioriteit benoemd. Deze dossiers omvatten werkpakketten
uit het Douanewetboek van de Unie, Het Ordelijk Financieel Beheer, de Digitale Snelweg
Douane, BSN-loos EORI nummer en het Strategisch Meerjaren Plan.
De automatisering van de DWU-trajecten loopt EU-breed, en ook in Nederland, vertraging
op. In 2022 is door de Europese Commissie (DG TAXUD) een inventarisatie gedaan van
deze vertragingen bij de lidstaten. Dit laat een divers beeld zien over de lidstaten
heen, met als gemeenschappelijke factor dat bijna alle lidstaten op een of meerdere
trajecten vertraging oplopen.
DG TAXUD is in vervolg op de inventarisatie uitstelprocedures voor de lidstaten gestart
(«derogatie»). Naar verwachting worden de beslissingen op derogatie in het najaar
afgegeven. Ik zal u over de uitkomsten van deze investeringen, en ook de effecten
die dit heeft op de IT-agenda verder informeren in volgende Stand van Zakenbrief,
eind november 2022.
De leden van de D66-fractie lezen dat ook het bedrijfsleven heeft aangegeven moeite
te hebben om op tijd te conformeren aan de nieuwe DWU-standaarden. Speelt de gebrekkige
capaciteit bij de Douane hier een rol, of is het een volstrekt losstaand probleem
dat door de krappe arbeidsmarkt, met name voor IT-personeel, is ontstaan?
Door de krapte op de arbeidsmarkt ervaart ook het bedrijfsleven problemen met het
aantrekken van IT personeel. Daarnaast leidt de vertraging in de implementatie ertoe
dat steeds meer DWU ontwikkelingen tegelijkertijd worden gerealiseerd en geïmplementeerd.
Dit legt op het betreffende piekmoment tijdelijk extra druk op de IT bij het bedrijfsleven.
We zijn ons hiervan bewust en nemen in nauw overleg met het bedrijfsleven de nodige
maatregelen om de last voor het bedrijfsleven zoveel mogelijk te beperken. Zoals hiervoor
aangegeven informeer ik u bij de volgende Stand van Zakenbrief over de IT-agenda van
de Douane.
De leden van de D66-fractie hebben nog steeds grote zorgen over de gebrekkige grondslag
voor het cameratoezicht bij de Douane. Zij vragen de Staatssecretaris wanneer zij
wel in staat zal zijn om het wetsvoorstel aan de Kamer te sturen. Tevens vragen zij
de Staatssecretaris toe te lichten welke risico’s zij ziet dat de Douane teruggefloten
kan worden vanwege het huidig gebruik van cameratoezicht met een onvoldoende geborgde
wettelijke grondslag.
Zoals hierboven op vragen van de VVD al aangegeven, verwacht ik het wetsvoorstel in
december aan de Kamer te kunnen aanbieden.
Op basis van artikel 46 van het Douanewetboek van de Unie kan de Douane elke controlemaatregel
nemen die zij nodig acht, waaronder dus ook de inzet van camera’s. Het doel van het
wetsvoorstel is niet om een (aanvullende) bevoegdheid voor de Douane te creëren, maar
om de waarborgen en voorwaarden voor het verwerken van persoonsgegevens bij de inzet
van cameratoezicht vast te leggen en inzichtelijk te maken voor betrokkenen. Het codificeert
daarmee de bestaande praktijk.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de Derde Voortgangsrapportage
(VGR) Douane 2021. De leden van de PVV-fractie hebben enkele vragen en/of opmerkingen.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven of er inzicht is
in de mate van corruptie in de Rotterdamse haven (en breder binnen Douane)?
Naar de omvang van corruptie in Nederland zijn verschillende onderzoeken gedaan, maar
de precieze omvang wordt daarin niet vastgesteld. De Douane heeft specifiek over corruptierisico’s
in de Rotterdamse haven vorig jaar een onderzoek laten uitvoeren. Ik heb uw Kamer
daarover geïnformeerd per brief van 1 juli 2021 (Kamerstuk 31 934, nr. 50).
Een veelheid aan private en publieke partijen zijn betrokken bij het logistieke proces
in de Rotterdamse haven. Informatie over het logistieke proces in de Rotterdamse haven
is voor criminelen interessant en mogelijk zelfs noodzakelijk om de in- of doorvoer
van illegale middelen te bewerkstelligen. Onder het vaandel van de Rotterdamse Uitvoeringsagenda
wordt door verschillende publieke en private organisaties in de keten samengewerkt
om de weerbaarheid tegen corruptie te vergroten. Ook de Douane investeert in het beschermen
van de organisatie en het vergroten van de weerbaarheid tegen ongewenste invloeden
met de uitvoering van de Verbeteragenda.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven hoe corruptie (in
de praktijk) binnen de Douane bestreden wordt en wat de geboekte resultaten zijn?
De Verbeteragenda Integriteit heb ik uw Kamer op 16 december 2021 gestuurd (Kamerstuk
31 934, nr. 55). Met de Verbeteragenda Integriteit wil de Douane bereiken dat iedereen die bij de
Douane werkt optimaal is toegerust om integer te handelen en maximaal weerbaar is
tegen integriteitsrisico’s waaronder corruptie en ongewenste beïnvloeding van buitenaf.
De Douane focust op een integrale benadering vanuit een aantal thema’s waarin zowel
cultuur en organisatieverandering (bewustzijn, voorbeeldgedrag, openheid) als bescherming
(de organisatie, medewerkers en systemen) en weerbaarheid van medewerkers centraal
staan. Per thema zijn projecten ingericht die gezamenlijk een pakket aan maatregelen
en producten vormen die bijdragen aan de doelstelling van de Verbeteragenda. Een viertal
projecten uit dit pakket aan maatregelen licht ik hieronder toe:
o Op 10 oktober jl. is de pilot kwetsbaarhedengesprek gestart als onderdeel van het
wervings- en selectieproces. Het doel van het kwetsbaarhedengesprek is bewustwording
creëren ten aanzien van integriteit en werken bij de Douane.
o De handreiking weerbaarheid tegen corruptie; hierin vinden douanemedewerkers informatie
over het risico van benadering door criminelen, manieren hoe medewerkers daarmee om
kunnen gaan en welke hulp ze kunnen krijgen als ze worden benadert.
o Een belangrijke stap in het beschermen van medewerkers en de Douane is de invoering
van de VOG-P voor bepaalde functies op 1 juli jl.
o In het voorjaar van 2022 is de theatervoorstelling «Grenzeloos» van start gegaan.
Een voorstelling voor en over de Douane, over de dilemma’s die het werken bij de Douane
met zich meebrengt. De theatervoorstelling is bedoeld om medewerkers te inspireren,
een spiegel voor te houden en het gesprek los te maken over het werk en leven bij
de Douane.
In de Stand van Zakenbrief eind november 2022 zal ik u verder informeren over de geboekte
resultaten.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven op welke manier screening
van medewerkers plaatsvond, voorafgaand aan de invoering van de Verklaring Omtrent
het Gedrag Politiegegevens (VOG-P)?
De wereld om ons heen verandert en verhardt door toegenomen druk vanuit de georganiseerde
misdaad. Douanemedewerkers beschikken vanuit hun rol en functie over allerlei informatie
en bevoegdheden, waardoor zij een interessant «doelwit» kunnen zijn voor criminelen.
In de Verbeteragenda Integriteit zet de Douane in op de invoering van een aantal belangrijke
screeningsinstrumenten om de douanemedewerkers te beschermen tegen deze ongewenste
invloeden van buitenaf. VOG-P is een uitbreiding van het aantal toepasbare screeningsinstrumenten
en een belangrijke stap in het versterken van de screening. Voorafgaand aan de invoering
hiervan in juli 2022 bestond de screening, afhankelijk van de verschillende doelgroepen
en functies, uit: VOG, Veiligheidsonderzoeken voor vertrouwensfuncties en voor mensen
werkzaam op luchthavens, clearances voor het mogen omgaan met EU gerubriceerde informatie
en BOA-screening.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom er in de nieuwe
CAO Rijk geen grondslag is gecreëerd voor continue screening?
Hoewel continue screening in 2021 in de inzet van de werkgever Rijk stond, hebben
werkgever en vakbonden over dit onderwerp geen afspraken kunnen maken. Wel hebben
werkgever en vakbonden in het cao-akkoord van 2021 afspraken gemaakt over de periodieke
VOG. In dat cao-akkoord is de grondslag voor de mogelijkheid van een periodieke VOG
gecreëerd (nu in hoofdstuk 13 CAO Rijk). Hiermee is geregeld dat decentraal in het
personeelsreglement kan worden vastgelegd dat voor bepaalde functies iedere vier jaar
een nieuwe VOG wordt gevraagd en moet worden overhandigd.
De wens vanuit de Douane om continu-screening te realiseren is voor nu een stap te
ver voor de vakbonden. De ambitie blijft om continue screening in te voeren. Gelet
echter op de huidige afspraken zal vooralsnog de focus liggen op invoeren van periodieke
screening (periodieke VOG).
De leden van de PVV-fractie merken op dat sprake is van overschrijding van de deadlines
bij enkele van de ruim twintig (deel)projecten. Kan de Staatssecretaris aan de leden
van de PVV-fractie een overzicht verstrekken van alle lopende projecten en daarbij
aangeven bij welke projecten de deadline gehaald wordt en bij welke niet alsmede de
reden voor overschrijding?
De automatiseringstrajecten van de DWU zijn opgenomen in het Multi Annual Strategic
Plan for Customs (MASP-C).1 De trajecten waarbij de deadlines niet gehaald worden door Nederland zijn:
– NCTS fase 5 (nieuwe applicatie voor proces Douanevervoer, incl. DWU-aanpassingen);
– Centralised Clearance on Export & Import (Faciliteit om in eigen lidstaat aangifte
te doen van goederen die zich in een andere lidstaat bevinden;
– ICS2 (vernieuwd proces voor Binnenbrengen), incl. bijbehorende nationale processen;
– Aanpassingen aan Invoerprocessen in het nationale aangiftesysteem («DMS»).
Net als een groot aantal andere lidstaten, heeft Nederland uitstel («derogatie») aangevraagd
bij de Europese Commissie voor deadlines die niet gehaald worden. De nieuwe deadline
van projecten hangt samen met de termijn waarvoor derogatie wordt verleend en eventuele
aanpassing van de planning van het Douanewetboek van de Unie (DWU) en MASP-C.
De reden voor overschrijding ligt in het capaciteitstekort bij de IV-organisatie van
de Douane. Zoals hiervoor is beschreven, is dit ontstaan door de grote omvang van
de IV-portefeuille bij de Douane, en door de vertraging bij de Europese Commissie
van een aantal Trans Europese Systemen gecombineerd met moeilijk te vervullen vacatures
in de huidige krappe arbeidsmarkt. Hierdoor ontbreekt de juiste expertise, kwaliteit
en/of de goede teamsamenstelling om de geautomatiseerde ondersteuning te realiseren.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven wat er exact wordt
verstaan onder de begrippen diversiteit en inclusie? Welke doelstellingen moeten worden
behaald voor de Douane om te kwalificeren als: «divers»? Welke doelstellingen moeten
worden behaald voor de Douane om te kwalificeren als: «inclusief»?
Een goede weerspiegeling van de samenleving draagt bij aan de taakuitvoering door
de organisatie als geheel. De begrippen diversiteit en inclusie zijn twee verschillende
begrippen maar hebben samenhang. «Diversiteit» heeft betrekking op de samenstelling
van het personeelsbestand en is gericht op het bevorderen van in- en doorstroom van
ondervertegenwoordigde groepen, zoals vrouwen in de top van de organisatie, medewerkers
banenafspraak, migranten en de LHBTIQ+ gemeenschap.2 Het begrip «inclusief» gaat over kansengelijkheid en een open en veilig werkklimaat.
Inclusie vormt een belangrijke randvoorwaarde om diversiteit op de werkvloer tot een
succes te maken.
De Douane conformeert zich daarbij aan de Rijksbrede streefdoelen voor diversiteit.
De voorgenomen doelstellingen om de Douane te kunnen kwalificeren als «inclusief»
zijn:
– dat medewerkers werken in een veilige bedrijfscultuur, wat staat voor een organisatie
waar geen plek is voor uitsluiting, pesten, racisme en discriminatie;
– verschillen worden gezien, benut en gewaardeerd;
– medewerkers worden ingezet op basis van hun kwaliteiten;
– medewerkers worden geaccepteerd, gewaardeerd en gerespecteerd;
– medewerkers worden in gelijke mate ondersteund en kunnen in dezelfde mate meedenken
met de organisatie.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven wat het «goede veranderverhaal»
is dan wel behelst? Op welke verandering wordt gedoeld en waarom kwalificeert het
als «goed»?
De Douane wil de transitie maken naar divers samengestelde teams. Dit behelst een
beweging naar een meer open en veilig werkklimaat en een grotere in- en doorstroom
van de ondervertegenwoordigde doelgroepen.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven of het klopt dat
van de 600 tot 650 nieuwe fte’s, bijna 17 procent (100 in aantal) is aangenomen als
nieuwe manager? Kan de Staatssecretaris hierbij nader toelichten of dat relatief en
absoluut veel nieuwe managers zijn?
Het genoemde aantal van 600 tot 850 fte’s in de VGR 2021 heeft betrekking op het verwachte
aantal open te stellen vacatures in 2021. Het betreffen geen nieuwe FTE’s, maar vacatures
waarmee wordt ingelopen op de onderbezetting en vervanging voor uitstroom. Daarvan
zijn er daadwerkelijk 830 opengesteld. In 2021 zijn voor de managementposities in
totaal 41 vacatures opengesteld. Hiervan zijn er 14 ingevuld door middel van interne
doorstroom en 27 door middel van externe instroom.
Met 41 vacatures ten opzichte van het totaal aantal opengestelde vacatures is sprake
van een aandeel managementfuncties van 4,9 procent. Dit is een acceptabel percentage
gelet op de (leeftijds)uitstroom.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie een overzicht verstrekken
vanaf 2010 met de afdracht van Douanerechten in de vorm van traditionele eigen middelen
(TEM). Kan de Staatssecretaris hierbij nader duiden waarom de afdrachten in de loop
der jaren zijn gestegen, dan wel gedaald?
Een overzicht van de afdrachten:
De afdrachten zijn in de periode vanaf 2010 gestegen. Dit vindt zijn oorzaak in een
combinatie van factoren. Zo is de tarifering gewijzigd en zijn de handelsvolumes en
de hierop betrekking hebbende waardes toegenomen. Bovendien is er in de afgelopen
jaren (al dan niet onder voorbehoud) sprake geweest van nabetalingen.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom de Europese
Commissie van mening is dat Nederland te weinig afdraagt aan TEM?
De Europese Commissie beoordeelt individuele invoerdossiers. In de meeste gevallen
bestaat er geen verschil van inzicht tussen de Europese Commissie en Nederland over
de hoogte van de af te dragen TEM. In het geval van een verschil van inzicht verschilt
de precieze reden per dossier. Gemene deler is dat Nederland volgens de Commissie
niet het volledige bedrag aan douanerechten heeft geheven en/of geïnd bij de onderneming
die de goederen via Nederland in het vrije verkeer van de EU heeft gebracht. Met andere
woorden: de Commissie meent dat Nederland in een concreet dossier een fout heeft gemaakt
ergens in het proces van heffen en innen van douanerechten. Dit kan een verkeerd tarief
zijn, of een te lage douanewaarde, een onterechte vrijstelling, onjuiste oorsprong
van de goederen etc. Omdat Nederland de douanerechten heft en int namens de Europese
Commissie en 75% daarvan afdraagt aan de Europese Unie, is de conclusie van de Europese
Commissie dat Nederland in die dossiers te weinig TEM heeft afgedragen, en dus een
bedrag moet nabetalen3. Nederland is het niet altijd eens met het oordeel van de Commissie. In die gevallen
maakt Nederland een voorbehoud bij de afdracht en wordt een zogenaamde constructieve
dialoog opgestart.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven wat het «beoordelingskader»
van de Europese Commissie exact behelst, waarom het «beoordelingskader» van de Europese
Commissie niet helder is en waarom Nederland zich al dan niet heeft gehouden aan dat
«beoordelingskader»?
De Europese Commissie beoordeelt of de dossiers voldoen aan het Douanewetboek van
de Unie en de Verordening terbeschikkingstelling eigen middelen. Die regels schrijven
niet voor elk specifiek geval voor hoe de Douane moet handelen; er zijn grijze gebieden.
Ook kunnen er interpretatieverschillen over de regels ontstaan. Hierdoor kan Nederland
menen een dossier correct te hebben behandeld, terwijl de Europese Commissie oordeelt
dat het anders had gemoeten. Wanneer de zienswijze van de Commissie tot een hogere
afdracht zou hebben geleid, dan verzoekt zij de betreffende lidstaat om de gemiste
TEM alsnog ter beschikking te stellen.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom Nederland
van mening is dat er sprake is van een te hoge afdracht?
Nederland is bij sommige dossiers niet overtuigd dat de bedragen (volledig) verschuldigd
zijn. Om de verdere opbouw van vertragingsrente te stoppen en een constructieve dialoog
te starten met de Europese Commissie zijn de bedragen onder voorbehoud ter beschikking
gesteld. De bedragen die onder voorbehoud zijn betaald, hebben verschillende achtergronden.
Bij de zonnepanelen betreft het bijvoorbeeld een interpretatiekwestie van het begrip
«verzonden uit» in de uitbreidingsverordeningen van antidumpingmaatregelen. Bij onderwaardering
textiel en schoenen gaat het om de analyse van de Commissie dat te weinig TEM werd
geheven en geïnd vanwege een te laag opgegeven waarde van ingevoerde textiel en schoenen
uit China. Zie voor de achtergronden onder meer Kamerstuk 31 934, nr. 38 (zonnepanelen), Kamerstuk 21 501-03, nr. 161 (textiel en schoenen), Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1058 (LGO-zaak), Kamerstuk 21 501-03, nr. 165 (Voortvarendheid/TEM-boekhouding) en Kamerstuk 31 934, nr. 58 (1e stand van zakenbrief Douane).
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven welke stappen worden
ondernomen om Nederlandse afdrachten te reduceren en welke resultaten er geboekt zijn
op dit vlak?
De aan de EU afgedragen douanerechten worden in beginsel niet door Nederland maar
door het bedrijfsleven betaald. Conform het Eigenmiddelenbesluit, draagt Nederland
75% van de geheven en geïnde douanerechten als TEM af aan de Europese begroting. De
overige 25%4 mag Nederland houden als zijnde perceptiekosten. Als de invoer via Nederland toeneemt,
neemt dus ook de afdracht van TEM toe. Nederland probeert de nabetalingen van TEM
die niet meer geïnd worden bij bedrijven zoveel mogelijk te reduceren. De maatregelen
zien op het verbeteren van het douaneproces, het versterken van de interne beheersing
en het verbeteren van de EU-regelgeving. Zie voor een uitgebreide beschrijving Kamerstukken II
2021/22 21 501-03 nr. 165 en Kamerstuk 31 934, nr. 58.
Hoe vaak is Nederland, vanaf 2010, overgegaan tot een nabetaling onder voorbehoud?
Voor welke bedragen, om welke reden en hoe vaak is deze nabetaling teruggestort?
Nederland is acht keer overgegaan tot een nabetaling onder voorbehoud. De eerste nabetaling
onder voorbehoud is in juli 2019 ter beschikking gesteld, de meest recente nabetaling
onder voorbehoud in juli 2022. De Europese Commissie en Nederland zijn nog in overleg
over al deze dossiers. Dit heeft tot gevolg dat de Europese Commissie op dit moment
nog geen van de nabetaalde bedragen, die door Nederland onder voorbehoud ter beschikking
zijn gesteld, heeft teruggestort. Ook is nog geen betaling onder voorbehoud omgezet
in een definitieve afdracht.
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven waarom in het kader
van de zaak Landen en Gebieden Overzee (LGO) wordt gesproken over een bedrag aan vertragingsrente
van 34,7 miljoen, terwijl in de tabel onder «hoofdsom TEM definitief» een bedrag is
opgenomen van 18,5 miljoen? Welk rentepercentage hanteert de Europese Commissie en
vanaf welk jaar hanteert de Europese Commissie dit rentepercentage?
De 18,5 miljoen verwijst naar de hoofdsom in deze casus. De vertragingsrente van 34,7 miljoen
is over deze hoofdsom gerekend. Deze komt tot stand doordat de Commissie bij haar
renteberekening percentages van 25,5%, respectievelijk 26,5% heeft gehanteerd. De
Commissie is van mening dat deze percentages horen bij het moment van de aansprakelijkheidsstelling
in 2012 tot de betaling van de hoofdsom eind 2019 (na de uitspraak van het Hof van
Justitie in die zaak). Nederland en de Commissie zijn nog in overleg over deze renteberekening.
Voor rente over nabetalingen TEM geldt, op basis van de Verordening terbeschikkingstelling
eigen middelen (Vo 2022/615), een verhoogd en progressief tarief zijnde de ECB-rente
voor herfinancieringstransactie verhoogd met 2 procentpunten plus 0,25 procentpunt
voor iedere maand vertraging. De verhoging op de ECB-rente is sinds 3 mei jl. gemaximeerd
op 14 procentpunten. De vertragingsrente wordt op grond van dezelfde verordening berekend
vanaf het moment dat de TEM ter beschikking zou zijn gesteld als de Douane geen – vermeende –
fout had gemaakt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
R.L. van den Bos, adjunct-griffier