Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over opschorting gebruik e-screener (Wet wapens en munitie) (Kamerstuk 33033-33)
33 033 Wapen- en munitiebezit
Nr. 35
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 13 oktober 2022
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brief van 15 juli 2022 opschorting
gebruik e-screener (Wet wapens en munitie) (Kamerstuk 33 033, nr. 33).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 11 oktober 2022. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
Adjunct-griffier van de commissie, Nouse
1
Bent u voornemens een alternatief voor de e-screener te implementeren? Zo ja, wanneer?
Antwoord
Nee, dat is niet voorzien. Zoals ik in mijn brief van 15 juli jl. (Kamerstuk 33 033, nr. 33) aangaf, schort ik de toepassing van e-screener op tot het moment dat de knelpunten
rondom (het gebruik van) het instrument naar mijn oordeel afdoende opgelost zijn.
In de tussentijd is de Regeling wapens en munitie per 23 september jl. gewijzigd.
Het zogenaamde WM32-formulier, waarbij de aanvrager van een wapenvergunning aan de
hand van een vragenlijst zelf verklaart al dan niet een risico te vormen, is daarmee
– in elk geval tijdelijk – in de plaats van de e-screener gesteld.
2
Wanneer kunnen verzoeken tot het indienen van wapenverlof weer worden ingediend?
Antwoord
Sinds 23 september 2022 kunnen de verzoeken om afgifte van een wapenverlof weer in
behandeling worden genomen. De wijziging van de Regeling wet wapens en munitie is
22 september 2022 gepubliceerd in de Staatscourant1.
3
Welke risico’s zijn er verbonden aan een slecht functionerende screeningsprocedure
bij het verlenen van wapenvergunningen?
Antwoord
De risico’s aan een slecht functionerende screeningsprocedure bij het verlenen van
wapenvergunningen zouden aanzienlijk of zelfs maatschappelijk onaanvaardbaar zijn.
De huidige screeningsprocedure bij het verlenen van wapenvergunningen is, vanwege
alle stappen die in het beoordelingsproces worden genomen degelijk te noemen. Ik verwijs
in dit verband tevens naar mijn antwoorden op de vragen 4, 5 en 15.
4
Biedt deze tijdelijke procedure, middels het Wm32-formulier, evenveel waarborgen tegen
het risico van oneigenlijke afgifte van wapenvergunningen als de e-screener?
5
Waaruit blijkt dat de tijdelijke procedure evenveel waarborgen biedt tegen oneigenlijke
afgifte van wapenvergunningen als de e-screener?
Antwoord 4 en 5
Via het WM32-formulier verklaart de aanvrager van een wapenvergunning aan de hand
van een aantal vragen zelf al dan geen risico voor zichzelf, de openbare orde of veiligheid
te vormen in het geval hem of haar een dergelijke vergunning verleend zou worden.
De e-screener geeft een genuanceerder en ook reëler beeld van de eventuele risico’s
dan het WM32-formulier, juist omdat bij de e-screener geen sprake is van een zelfverklaring
maar van een gevalideerde psychologische test. In hoeverre de e-screener meer waarborgen
biedt dan het WM32-formulier kan ik niet kwantificeren. Daarvoor is de incidentie
in Nederland (gelukkig) te laag. De afgifte of weigering van een wapenvergunning geschiedt
echter op basis van meer instrumenten dan alleen van de uitkomst van hetzij de e-screener
dan wel het WM32-formulier. Een toets aan justitiële en politie-systemen alsook een
periodiek huisbezoek en een referentenonderzoek kunnen deel uitmaken van het onderzoek.
Bovendien wordt ten aanzien van aanvragers en houders van een wapenvergunning nagegaan
of zij opgenomen zijn (geweest) op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
of de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.
In dit verband verwijs ik tevens naar mijn antwoord op vraag 15.
6
Waarom kon de huidige e-screener niet volstaan tot er een permanent alternatief voor
de e-screener is ontwikkeld?
Antwoord
Zoals ik reeds in mijn brief van 15 juli jl. aan uw Kamer schreef, noopten verschillende
adviezen, de kritiekpunten van het deskundigenrapport en verdere uitvoeringsproblematiek
rond de e-screener mij tot opschorting van de toepassing van de e-screener tot het
moment dat de knelpunten rondom (het gebruik van) de e-screener naar mijn oordeel
afdoende opgelost zijn. Mede in het licht van de conclusies van het deskundigenrapport
is zeer onwaarschijnlijk dat verdere procedures tegen de e-screener bij de bestuursrechter
voor de Staat tot een goed einde zouden kunnen worden gebracht.
7
Indien de knelpunten rond de e-screener zijn opgelost, wordt deze dan weer ingezet
of wordt dan een geheel ander instrument ingevoerd?
Antwoord
De e-screener is naar aanleiding van het schietincident in Alphen aan de Rijn in 2011
ontwikkeld. De daaropvolgende wetswijziging is met algemene stemmen van uw Kamer aangenomen.
Dit is mede de reden waarom ik mij verplicht voel om de e-screener op termijn weer
in te voeren.
8
Wat zijn de extra kosten en capaciteit die aan de nieuwe procedure zijn verbonden?
Antwoord
Er zijn geen extra kosten en capaciteit, integendeel. De procedure waarbij gebruik
wordt gemaakt van het WM32-formulier brengt minder kosten en capaciteit met zich mee.
Dit is ook de reden waarom de leges voor een wapenvergunning met de herinvoering van
het WM32-formulier in plaats van de e-screener verlaagd zijn. Zie ook mijn antwoord
op vraag 9.
9
Zijn er genoeg middelen en capaciteit bij de Bureau Korpscheftaken om de vergunningverlening
via deze procedure zorgvuldig uit te voeren?
Antwoord
Anders dan de e-screener kan het onderzoek met het WM32-formulier zonder bijkomende
kosten plaatsvinden. Daarom zijn de betreffende legesbedragen in de artikelen 50 en
50a van de Regeling wapens en munitie met € 54,45,- verlaagd. Dit is het bedrag dat
de aanvrager verschuldigd was voor de afname van de e-screener.
10
Hoeveel bestuursrechtelijke en civielrechtelijke procedures zijn inmiddels gevoerd
tegen de e-screener en welk bedrag heeft u sinds het gebruik van de e-screener betaald
aan de Landsadvocaat voor juridische bijstand in procedures en advies over gebruik
van de e-screener?
Antwoord
In december 2019 hebben (o.a.) de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA),
de Koninklijke Nederlandse Jacht Vereniging (KNJV) en enkele privépersonen een kort
geding aanhangig gemaakt bij de civiele rechter in verband met de e-screener. De voorzieningenrechter
heeft in deze zaak op 11 februari 2020 vonnis gewezen. De Landsadvocaat heeft voor
de juridische bijstand in deze zaak een bedrag van € 111.281,70 aan honorarium gedeclareerd.
Daarnaast zijn er griffierechten en honoraria van de gerechtelijk deskundigen door
de Landsadvocaat bij het ministerie in rekening gebracht. De griffierechten beliepen
€ 1.295,=; het honorarium van de deskundigen beliep € 14.520,=.
Sinds de invoering van de e-screener in 2019 zijn er bij de dienst Justis van mijn
departement in totaal 112 administratief beroepsprocedures tegen beslissingen van
de korpschef aanhangig gemaakt, waarbij de e-screener een rol heeft gespeeld. Voorts
zijn er tot op heden in totaal 8 beroepen bij de rechtbank aanhangig gemaakt tegen
beslissingen op administratief beroep die verband hielden met de e-screener. Daarvan
zijn er thans nog vier aanhangig en de overige vier zijn naderhand ingetrokken. Het
voorgaande maakt dat er nog geen hoger beroepsprocedures hebben plaatsgevonden bij
de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Voor juridische bijstand en
advies bij in enkele van deze procedures is in elk geval € 20.701,= aan de Landsadvocaat
betaald.
11
In hoeverre worden de toekomstbestendigheid van een instrument als de e-screener,
de werking van zo’n instrument in de praktijk en alle waarborgen die daarbij horen
ook onderdeel van het advies van de Commissie Wet wapens en munitie?
Antwoord
In mijn brief van 16 februari 20222 heb ik u geïnformeerd over het instellen van de Commissie Wet wapens en munitie.
De Commissie Wet wapens zal de mogelijkheden in kaart brengen op welke wijze de Wet
wapens en munitie en onderliggende regelgeving gemoderniseerd kunnen. De Commissie
Wet wapens en munitie is onafhankelijk en bepaalt zelf op welke onderwerpen zij zal
ingaan. Aan de Commissie Wet wapens en munitie is meegegeven dat zij zich over alle
onderwerpen kunnen uitlaten. Voorzien is dat de Commissie Wet wapens en munitie haar
rapport eind dit jaar zal afronden.
12
Is het nog steeds de planning dat de Commissie Wet wapens en munitie eind oktober
2022 haar rapport zal uitbrengen?
Antwoord
Bij Kamerbrief van 23 september 20223 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik, op verzoek van de voorzitter van de Commissie
Wet wapens en munitie, heb besloten om de instellingsduur van de Commissie Wet wapens
en munitie te verlengen tot en met december 2022.
13
Is er inmiddels contact geweest tussen de provincie Limburg en de Commissie Wet wapens
en munitie over de inhoud van de brief van de provincie Limburg van 18 december 2020?
Antwoord
De provincie Limburg heeft met het oog op het herzieningstraject van de Wet wapens
en munitie in haar brief van 23 februari 2021 aandacht gevraagd voor het Limburgse
schutters- en gildewezen en daarmee een groot aantal Limburgers die dit Limburgs erfgoed
actief beleven en een warm hart toe dragen.
In het traject voorafgaand aan het instellen van de Commissie Wet wapens en munitie
heeft de (beoogd) voorzitter van de Commissie Wet wapens en munitie op 15 november
2021 een bijeenkomst georganiseerd met alle externe belanghebbende partijen. Zowel
de Limburgse schutters- en gildewezen als de provincie Limburg hebben deelgenomen
aan die bijeenkomst. De deelnemers hebben onderling afgesproken dat de KNSA plaats
neemt in de Commissie Wet wapens en munitie en de Limburgse schutters- en gildewezen
zal vertegenwoordigen. Gedurende de werkzaamheden van de Commissie Wet wapens en munitie
is er via de KNSA contact met de Limburgse schutters- en gildewezen.
14
Kunt u bij de beleidsreactie op het rapport van de Commissie Wet wapens en munitie
specifiek ingaan op de zienswijze van de provincie Limburg?
Antwoord
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 11 en 13.
15
Op welke manier is de huidige screening van wapenvergunningen verbeterd ten opzichte
van de situatie ten tijde van de dodelijke schietpartij in Alphen aan den Rijn in
2011, waar achteraf door de rechter werd geconcludeerd dat de schutter nooit een wapenvergunning
had mogen krijgen vanwege zijn psychische gesteldheid?
Antwoord
Sinds het schietincident in Alphen aan de Rijn is de Wet wapens en munitie twee keer
gewijzigd. De eerste wetswijziging hield direct verband met dit incident en bevatte
een aantal aanscherpingen in het beoordelingsproces rond wapenvergunningaanvragen.4 De tweede wetswijziging, ter implementatie van de gewijzigde EU vuurwapenrichtlijn,
zag met name op aanscherpingen op het toezicht op en gebruik van legale wapens maar
bevat ook een verwijzing naar de e-screener als screeninginstrument.5
Specifiek met betrekking tot de screening van de psychologische gesteldheid van de
aanvrager, is op artikel 7a van de Wet wapens en munitie bepalend. Conform dit artikel
dient er over aanvragers en houders van een wapenvergunning informatie-uitwisseling
plaats te vinden tussen de korpschef van de nationale politie en de officier van justitie
én tussen de korpschef van de nationale politie en het Centrum Indicatiestelling Zorg
(CIZ).6
De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen is per 1 januari 2020
vervangen door de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg
en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd). Onder de
Wvggz en de Wzd heeft de officier van justitie het overzicht over de door de strafrechter
afgegeven rechterlijke machtigingen. Het CIZ heeft het overzicht over afgegeven rechterlijke
machtigingen en inbewaringstellingen voor psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte
cliënten7.
16
Welke waarborgen zijn er sinds de dodelijke schietpartij in Alphen aan den Rijn in
2011 ingesteld om de psychische gesteldheid te toetsen, van zowel aanvragers van een
nieuwe wapenvergunning als van aanvragers van verlenging?
Antwoord
Zie hiervoor tevens mijn antwoord op de voorgaande vraag.
Artikel 7a Wet wapens en munitie schrijft voor dat over aanvragers en houders van
een wapenvergunning informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen de korpschef van de
nationale politie en de officier van justitie én tussen de korpschef van de nationale
politie en het CIZ, inzake machtigingen en inbewaringstellingen voor psychogeriatrische
en verstandelijk gehandicapte cliënten.
Daarnaast werd tot 15 juli jl. voor nieuwe aanvragers van een vergunning geëist dat
zij de e-screener test zouden doen.
17
Hoe duidt u de effectiviteit van het Wm32-formulier, de tijdelijke vervanger van de
e-screener waarin aanvragers hun eigen psychische gesteldheid moeten duiden? Kunnen
vragen over bijvoorbeeld middelengebruik hiermee niet gemakkelijk omzeild worden?
Antwoord
Ik acht het van belang om te benadrukken dat het WM32-formulier slechts één van de
elementen uit het beoordelingsproces voor een wapenvergunning is, Het WM32-formulier
acht ik in zoverre effectief dat als de aanvrager de vragen van het formulier naar
waarheid invult duidelijkheid wordt verkregen over de aspecten waar de vragen op zien.
Dat geldt ook voor de vraag in het formulier die ziet op middelengebruik.
18
Voldoet het Wm32-formulier aan de eisen van de Europese Vuurwapenrichtlijn om psychologische
informatie bij de wapenvergunningsaanvraag te betrekken?
Antwoord
Ja. De Europese Vuurwapenrichtlijn schrijft in artikel 6, tweede lid voor dat ten
behoeve van een vergunningaanvraag een beoordeling wordt verricht van de desbetreffende
medische en psychologische informatie. De Wet wapens en munitie voorziet in artikel
7a onder andere in een toets aan gegevens uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.
19
Waarom is er niet voor gekozen de aanvragen voor een wapenvergunning stil te leggen
tot er een permanent alternatief is voor de e-screener?
Antwoord
Ik acht de risico’s verbonden aan de opschorting van het gebruik van de e-screener
in het licht van de andere elementen van de beoordeling van een vergunningaanvraag
beperkt. Ik verwijs in dit verband ook naar mijn antwoorden op de vragen 4, 5 en 15.
Het totaal stilleggen van het in behandeling nemen van aanvragen zou disproportioneel
en maatschappelijk ongewenst zijn.
20
Hoe ver bent u met de ontwikkeling van een permanent alternatief instrument?
Antwoord
Onlangs is in samenspraak met enkele experts op ambtelijk niveau een eerste inventarisatie
gemaakt van zowel inhoudelijke als organisatorische alternatieven.
21
Wanneer voorziet u dat de Regeling wapens en munitie herzien zal zijn?
Antwoord
Deze is reeds herzien, zie ook het antwoord op vraag 2.
22
Wanneer zijn de geconstateerde knelpunten bij het in behandeling nemen van aanvragen
wapenverlof opgelost?
Antwoord
Voor zover mij bekend zijn er momenteel geen knelpunten bij het in behandeling nemen
van vergunningaanvragen.
23
Op welke termijn kunnen de aanvragen voor wapenvergunningen worden hervat?
Antwoord
Aanvragen voor een wapenvergunning worden sinds 23 september jl. weer conform procedure
in behandeling genomen.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
L.L. Nouse, adjunct-griffier