Nota van wijziging : Tweede nota van wijziging
35 396 Wijziging van de Spoorwegwet en enige andere wetten in verband met de omvorming van ProRail van een besloten vennootschap tot een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (Wet publiekrechtelijke omvorming ProRail)
Nr. 17 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 14 juni 2022
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het in artikel I, onderdeel D, voorgestelde artikel 8, zevende lid, wordt «vijfde
lid» vervangen door «vierde lid».
B
In het in artikel I, onderdeel D, voorgestelde artikel 15b, zesde lid, vervalt «of
het reglement, bedoeld in artikel 15d, eerste lid,».
C
Het in artikel I, onderdeel D, voorgestelde artikel 15f komt te luiden:
Artikel 15f
1. De beheerder voert activiteiten in het kader van deelname aan ontwikkeling, bedoeld
in artikel 8, eerste lid, onderdelen a en b, uit na een opdracht van Onze Minister.
2. Onze Minister omschrijft in een opdracht de scope, tijdsduur en beschikbare middelen
voor de activiteiten. Onze Minister kan in een opdracht na overleg met de beheerder
tevens specifieke elementen voor de activiteiten vastleggen.
3. De eindverantwoording over de in het kader van een opdracht uitgevoerde activiteiten
en bestede middelen behoeft de goedkeuring van Onze Minister.
4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de verlening
van een opdracht en de verantwoording daarover.
D
Het in artikel I, onderdeel D, voorgestelde artikel 15h wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij ministeriële regeling kunnen voorwaarden worden gesteld aan de verkoop door
de beheerder van registergoederen die geen deel uitmaken van de hoofdspoorweginfrastructuur.
E
Artikel IIa komt te luiden:
ARTIKEL IIa
1. Artikel 1.1, onderdeel L, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet vervalt.
2. Artikel 2.24, derde lid, van de Omgevingswet vervalt.
F
Artikel IIIa komt te luiden:
ARTIKEL IIIa
In de alfabetische rangschikking van de bijlage bij artikel 8.8. van de Wet open overheid
wordt ingevoegd:
• Spoorwegwet: artikel 66a
G
Artikel IV vervalt.
H
Artikel VIa komt te luiden:
ARTIKEL VIa
1. Onverminderd het bepaalde in artikel VI, vierde lid, blijft op subsidies die op
basis van het Besluit infrastructuurfonds aan ProRail B.V. zijn verleend met betrekking
tot activiteiten die uitsluitend hebben plaatsgevonden voor het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I, onderdeel D, het recht van toepassing zoals dat luidde onmiddellijk
voor het tijdstip van intrekking van de Wet Infrastructuurfonds.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel VI, vierde lid, blijft op subsidies die op
basis van de Subsidieregeling taakuitoefening beheerders van de HSWI aan ProRail B.V.
zijn verleend, met betrekking tot activiteiten die uitsluitend hebben plaatsgevonden
voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, het recht van toepassing
zoals dat luidde op het moment voor dit tijdstip.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel VI, vierde lid, worden op het tijdstip dat
artikel I, onderdeel D, in werking treedt, subsidies die voorafgaand aan dit tijdstip
op grond van het Besluit infrastructuurfonds dan wel de Subsidieregeling taakuitoefening
beheerders van de HSWI aan ProRail B.V. zijn verleend en geheel of gedeeltelijk betrekking
hebben op een activiteit die na dit tijdstip plaatsvindt, met betrekking tot de nog
resterende activiteit, aanspraak en periode omgezet in de bijdrage, bedoeld in artikel 15c,
eerste lid, van de Spoorwegwet.
4. Voor een activiteit waarvoor een subsidie is verleend als bedoeld in het derde
lid, wordt vanaf het tijdstip dat artikel I, onderdeel D, in werking treedt, geacht
een opdracht, als bedoeld in artikel 15f van de Spoorwegwet te zijn verleend met een
scope, tijdsduur en middelen, alsmede onder de op de activiteit betrekking hebbende
verplichtingen en voorwaarden, als vastgesteld bij verlening van die subsidie.
5. De beheerder, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Spoorwegwet, verantwoordt
uitgaven en inkomsten met betrekking tot activiteiten verricht tot het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, waarvoor ingevolge het Besluit Infrastructuurfonds
een subsidie, als bedoeld in het derde lid is verleend, overeenkomstig artikel 13,
vierde lid, jo. artikel 14, tweede en derde lid, van het Besluit Infrastructuurfonds,
zoals deze luidden onmiddellijk voor het tijdstip van intrekking van de Wet Infrastructuurfonds.
6. De beheerder, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Spoorwegwet, verantwoordt
uitgaven en inkomsten met betrekking tot activiteiten verricht tot het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, waarvoor ingevolge de Subsidieregeling
taakuitoefening beheerders van de HSWI een subsidie, als bedoeld in het derde lid,
is verleend, overeenkomstig artikel 15 van die regeling, zoals die luidde op het moment
voor dit tijdstip.
7. Bij afronding van een activiteit waarvoor een subsidie is verleend als bedoeld
in het derde lid, vindt de eindverantwoording van de besteding van alle middelen die
ten behoeve van deze activiteit ingevolge het besluit tot subsidieverlening voor het
tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, zijn verstrekt en na dit
tijdstip ingevolge artikel 15c, eerste lid, van de Spoorwegwet ter beschikking zijn
gesteld, plaats overeenkomstig de artikelen 18 en 34 van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen of de bij en krachtens artikel 15f, derde en vierde lid, van de Spoorwegwet
gestelde voorschriften. De goedkeuring van de eindverantwoording, bedoeld in artikel 15f,
derde lid, van de Spoorwegwet over een activiteit waarvoor subsidie is verleend als
bedoeld in het derde lid, geldt tevens als de vaststelling van de subsidie die voor
de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, met betrekking tot die activiteit
is verleend.
I
Artikel VIIa, eerste en tweede lid, komen te luiden:
1. In afwijking van de bij of krachtens artikel 15e van de Spoorwegwet gestelde regels,
stelt de beheerder bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Spoorwegwet, het meerjarenplan,
bedoeld in artikel 15e van de Spoorwegwet zo spoedig mogelijk vast na het moment dat
artikel I, onderdeel D, in werking treedt. Dit eerste meerjarenplan van de beheerder
heeft een door Onze Minister te bepalen duur en behoeft de goedkeuring van Onze Minister.
2. Voorbereidingshandelingen voor de vaststelling van het meerjarenplan die ProRail
B.V. voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, heeft verricht, worden in
het kader van de toepassing van artikel 15e van de Spoorwegwet geacht te zijn verricht
namens de beheerder, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Spoorwegwet.
J
Na artikel X wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel Xa
De Subsidieregeling taakuitoefening beheerders van de HSWI wordt ingetrokken.
TOELICHTING
Algemeen
Deze tweede nota van wijziging bevat wijzigingen van het wetsvoorstel tot wijziging
van de Spoorwegwet en enige andere wetten in verband met de omvorming van ProRail
van een besloten vennootschap tot een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan
(Wet publiekrechtelijke omvorming ProRail).
Deze nota van wijziging voorziet, met uitzondering van de onderdelen C en D, in een
aantal wetstechnische wijzigingen. Alle wijzigingen worden hieronder toegelicht.
Artikelsgewijze toelichting
Onderdelen A, B en E
Het gaat om noodzakelijke technische correcties op de bestaande tekst.
Onderdeel C
Artikel 15f is opnieuw geformuleerd zodat de opdrachtverlening beter kan worden afgestemd
op de praktijk. De grondslag voor het stellen van regels inzake de opdrachtverlening
voor en verantwoording over projecten, programma’s en experimenten inzake deelname
aan ontwikkeling is verbreed zodat ook regels kunnen worden gesteld over de tussentijdse
verantwoording.
Onderdeel D
Artikel 15h van het wetsvoorstel bepaalt dat de hoofdspoorweginfrastructuur niet overdraagbaar
is tenzij de Minister daarmee heeft ingestemd. Daarnaast is het wenselijk dat voorwaarden
gesteld kunnen worden aan de verkoop door de beheerder van registergoederen die geen
deel uitmaken van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het gaat om het kunnen uitoefenen
van een voorkeursrecht door overheden bij verkoop van grond die in aanmerking zou
kunnen komen voor de aanleg van andere verkeers- en vervoersinfrastructuur zoals fietspaden,
busbanen en openbare wegen.
Onderdelen F en G
Deze wijzigingen hangen samen met de verwachte aanstaande inwerkingtreding van de
Wet open overheid en het vervallen van de Wet openbaarheid van bestuur.
Onderdelen H en J
Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet Mobiliteitsfonds vindt de financiering
van ProRail sinds 1 januari 2022 plaats op basis van de Subsidieregeling taakuitoefening
beheerders van de HSWI. Onderdeel J voorziet erin dat deze regeling wordt ingetrokken
bij inwerkingtreding van het onderhavig wetsvoorstel. Onderdeel H voorziet in de aanpassing
van het noodzakelijke overgangsrecht.
Onderdeel I
Deze wijziging hangt samen met het feit dat de beoogde datum van inwerkingtreding
van het (dan) tot wet verheven wetsvoorstel later is dan bij indiening van het wetsvoorstel
was beoogd. Mede daarom zal het eerste meerjarenplan van de beheerder mogelijk een
andere duur hebben dan de beoogde duur van vier jaar.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat