Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de oproep van gedeputeerden Overijssel en Utrecht aan het Rijk om sanering asbestdaken vlot te trekken
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de oproep van gedeputeerden Overijssel en Utrecht aan het Rijk om sanering asbestdaken vlot te trekken (ingezonden 30 maart 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 31 mei
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2510.
Vraag 1
Heeft u de oproep van de gedeputeerden van de provincies Overijssel en Utrecht in
De Boerderij van 26 maart jl. gelezen over de aanpak van de asbestsanering?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van het artikel.
Vraag 2
Erkent u de urgentie om het dalende saneringstempo te keren?
Antwoord 2
In de brief van 1 december 2021 (Kamerstuk 25 834, nr. 187) aan uw Kamer over de voortgang van de asbestdakensanering is zorg uitgesproken over
het dalende saneringstempo en is aangegeven dat de ambitie is om de saneringsoperatie
sneller te voltooien dan wat met het huidige tempo naar verwachting gerealiseerd wordt.
In dat kader heb ik tijdens het Commissiedebat Externe Veiligheid van 26 januari 2022
toegezegd uw Kamer voor de zomer te informeren over de alternatieve invulling van
de middelen voor het zakelijke fonds. Mijn streven is om deze brief voor het komende
Commissiedebat Externe Veiligheid van 22 juni, aan de Kamer te sturen. Momenteel voer
ik de laatste gesprekken met onder andere de ambassadeurs.
Vraag 3
Wat vindt u een acceptabele termijn waarbinnen (vrijwel) alle asbestdaken moeten zijn
gesaneerd (zowel in de steden als op het platteland)?
Antwoord 3
In het in 2019 door de Eerste Kamer verworpen wetsvoorstel, waarmee een verbod op
asbestdaken was beoogd, was uitgegaan van de sanering van asbestdaken uiterlijk in
2024. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer is door mijn
voorganger voorgesteld meer tijd te geven voor de operatie en uit te gaan van een
verbod in 2028.
Door het verwerpen van het wetsvoorstel is nu geen sprake van een harde deadline,
maar is als ambitie geformuleerd dat de resterende asbestdaken dit decennium (dus
voor 2030) op vrijwillige basis zijn gesaneerd. Zoals in het antwoord op vraag 2 is
aangegeven, wordt deze ambitie niet gehaald met de huidige aanpak.
Indien asbestdaken in zodanige slechte staat zijn dat een gevaar voor de gezondheid
of veiligheid ontstaat kan direct worden opgetreden. Het is lastig te bepalen wanneer
moet worden opgetreden. Als één van de acties in de samenwerkingsverklaring wordt
daarvoor momenteel een handreiking opgesteld.
Vraag 4, 5, 6 en 7
Wat gaat u doen om die termijn te halen?
Hoe gaat u de nog beschikbare middelen voor het bedrijvenfonds inzetten om asbestdakeigenaren
te ondersteunen?
Bent u bereid om meer landelijke regie op de asbestdakenaanpak te voeren? Zo ja, op
welke manier?
Bent u bereid om meer middelen in te zetten om eigenaren substantieel te ondersteunen?
Zo ja, welke middelen kunnen zij verwachten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5, 6 en 7
Ik ben mij momenteel aan het beraden op de mogelijkheden van de inzet van de middelen
die daadwerkelijk leiden tot de versnelling van de asbestdakensanering. Zoals genoemd
in het antwoord op vraag 2, zal ik uw Kamer voor het Commissiedebat externe veiligheid
gepland op 22 juni hierover informeren.
Vraag 8
Kunt u bij de Minister voor Natuur en Stikstof aandringen op vergaande ondersteuning
van ondernemers die vrijwillig meewerken aan de landbouwtransitie, hun bedrijf beëindigen
en daarbij hun schuren en stallen slopen (en daarmee ook de asbestdaken saneren)?
Antwoord 8
In zijn brief van 1 april 20222 heeft de Minister voor Natuur en Stikstof, mede namens de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, de hoofdlijnen van de gecombineerde aanpak van natuur,
water en klimaat in het landelijk gebied en van het bredere stikstofbeleid aan uw
Kamer gemeld. De structurele stikstofaanpak voorziet in een breed pakket aan maatregelen,
waaronder regelingen die veehouders in staat stelt om hun bedrijf of een locatie van
hun bedrijf te beëindigen door het verstrekken van een subsidie of beëindigingsvergoeding.
Mede om verrommeling van het platteland en ondermijning te voorkomen bevatten deze
regelingen bepalingen die zien op de (gedeeltelijke) sloop van stallen. Daarmee zijn
er mogelijkheden om bedrijfsbeëindiging via deze regelingen te verbinden met de saneringsopgave
van asbestdaken en in bredere zin met de gecombineerde aanpak die voor een belangrijk
deel vorm zal krijgen via gebiedsplannen. In deze gebiedsplannen leggen de provincies
de maatregelen en het instrumentarium vast om de doelen op het gebied van natuur,
water en klimaat te realiseren. Het is aan provincies om in dit instrumentarium rekening
te houden met het saneren van asbestdaken.
Vraag 9
Kunt u bij de Minister voor Klimaat en Energie aandringen op prioriteit voor zon-op-dak-projecten
bij de aanpak van netcongestie, zodat eigenaren de opbrengst kunnen gebruiken om de
daksanering te financieren?
Antwoord 9
De Minister voor Klimaat en Energie heeft uw Kamer op 20 mei geïnformeerd middels
de «Zonnebrief» over zijn beleidsvoornemens voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit
met behulp van zonnepanelen, waaronder zon op dak. In deze brief is ook ingegaan op
de aanpak van netcongestie.
Vraag 10
Kunt u bij de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aandringen op
ondersteuning voor asbestdakeigenaren in het kader van verduurzaming van de woningvoorraad?
Antwoord 10
Ja. Dit vormt onderdeel van het traject dat ik momenteel doorloop om te komen tot
de brief waar ik in de antwoorden op de vragen 2, 4, 5, 6 en 7 op ben ingegaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.