Schriftelijke vragen : Mogelijke ontkenning van de Armeense Genocide door de regering
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over mogelijke ontkenning van de Armeense Genocide door de regering (ingezonden 26 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de social media communicatie van Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport naar aanleiding van zijn bezoek aan Armenië ter gelegenheid van de
herdenking van de Armeense Genocide?1
Vraag 2
Waarom is er gekozen voor de woordkeuze «verschrikkelijke gebeurtenissen» ter beschrijving
van de Armeense Genocide?
Vraag 3
Erkent de regering de Armeense Genocide als een genocide?
Vraag 4
Zo ja, waarom wordt dat niet publiekelijk gecommuniceerd?
Vraag 5
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Zo nee, kunt u toelichten welke belangen de regering ervan weerhouden de Armeense
Genocide te erkennen?
Vraag 7
Bent u bekend met motie Voordewind (kamerstuk 34 775 V, nr. 56) waarin de Tweede Kamer de genocide op Armeniërs, Assyriërs, Pontische Grieken en
Arameeërs erkent?
Vraag 8
Bent u van mening dat de regering tijdens haar bezoek aan Yerevan, en de communicatie
daarover, in lijn met deze motie heeft gehandeld?
Vraag 9
Bent u ervan op de hoogte dat ontkenning van de Armeense Genocide veel pijn en leed
aanbrengt in de Armeense gemeenschap in Nederland?
Vraag 10
Als de Nederlandse regering wel de Armeense Genocide erkent, zou u daar in de toekomst
dan helder over willen communiceren?
Vraag 11
Als de Nederlandse regering de Armeense Genocide niet erkent als genocide, bent u
dan bereid dit alsnog te heroverwegen in de ministerraad?
Vraag 12
Zou u elke vraag apart willen beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Caroline van der Plas, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.