Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 2020
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 355 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 6 oktober 2021
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Financiën over de brief van 23 juni 2021 inzake het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen
2020 (Kamerstuk 28 165, nr. 353).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 1 oktober 2021. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Vraag 1
Is het Ministerie van Economische Zaken in gesprek met KLM over extra Noodmaatregel
Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)-steun?
Antwoord
Per 1 oktober 2021 komt er een einde aan het generieke deel van het steunpakket en
dus ook aan de NOW-regeling. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is niet
in gesprek met KLM over extra NOW-steun.
Vraag 2
Hoeveel extra steun heeft KLM aangevraagd en klopt het dat het demissionaire kabinet
niet van plan is dit te verschaffen? Kunt u dit motiveren?
Antwoord
Zoals aangegeven in mijn Kamerbrief van 6 april 20211 heeft het kabinet richting KLM de bereidheid uitgesproken om te onderzoeken of de
kapitaalpositie van KLM op termijn versterkt dient te worden en indien dat het geval
is, onder welke voorwaarden dit zou moeten gebeuren. In die Kamerbrief is eveneens
aangegeven dat het kabinet in een later stadium definitief besluit over eventuele
kapitaalsteun.
Omdat AFKL een beursgenoteerd bedrijf is en informatie over een eventuele kapitaalsteun
koersgevoelig is, kan het kabinet alleen informatie openbaar maken die ook door de
onderneming bekend is gemaakt. Het kabinet heeft uw Kamer daarom eerder vertrouwelijk
geïnformeerd en zal dit, indien nodig en wenselijk, in de toekomst blijven doen.
Vraag 3
Welke grote bedrijven zullen na 1 oktober wel nog coronasteun ontvangen? Om welke
bedragen gaat het hier?
Antwoord
In de Kamerbrief van 30 augustus 2021 heeft het kabinet bevestigd dat het generieke
steunpakket niet wordt verlengd.2 Na een periode van circa anderhalf jaar aan intensieve economische steun komt daarmee
per 1 oktober 2021 een einde aan het generieke deel van het steunpakket. Dit betekent
dat de regelingen NOW, TVL, Tozo, TONK en diverse fiscale maatregelen vanaf die datum
niet worden verlengd.
Tegelijkertijd beseft het kabinet dat de situatie voor sommige burgers en bedrijven
de komende tijd alsnog moeilijk zal blijven. Mede daarom zal in het vierde kwartaal
een aantal ondersteunende regelingen nog van kracht zijn, zoals de garantieregelingen
en regelingen om de dynamiek op de arbeidsmarkt te bevorderen. De brief van 30 augustus
2021 gaat nader in op deze regelingen.
Vraag 4
Kunt u per staatsdeelneming aangeven hoeveel coronasteun er ontvangen is (graag per
onderdeel uitsplitsen)?
Antwoord
Onderstaande tabel geeft de coronasteun in miljoenen euro’s per staatsdeelneming weer,
uitgesplitst naar type steun, per 1 september 2021. Voor de NOW worden de voorschotten
weergegeven. Het voorschot betreft in de regel circa 80% van de definitieve tegemoetkoming.
Voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) worden de aangevraagde bedragen weergegeven.
Holland Casino
KLM
Schiphol
NS
Thales
NOW
201,91
1.652
144
33,3
6
Garanties
2.1602
TVL
n.t.b.3
1,8
1,8
Leningen
1.0004
Beschikbaarheidsvergoeding OV
1.6235
X Noot
1
Waarvan € 7 mln. NOW 1.0 geen voorschot meer betreft maar reeds is afgerekend.
X Noot
2
De garantie betreft een 90% garantie op een lening van € 2,4 miljard. Op deze lening
van € 2,4 miljard is tot september 2021 € 665 miljoen getrokken. De garantie over
dat bedrag bedraagt € 598,5 miljoen.
X Noot
3
Concrete bedrag nog niet bekend, omdat de aanvraag nog in behandeling is.
X Noot
4
Tot september 2021 heeft KLM € 277 miljoen getrokken op deze lening.
X Noot
5
Verwachting over 2020 en 2021, hiervan is € 919 mln. reeds ontvangen door NS.
Vraag 5
Kunt u per staatsdeelneming aangeven hoeveel werknemers er sinds de coronacrisis zijn
ontslagen (graag per onderdeel uitsplitsen)?
Antwoord
Sinds de coronacrisis hebben in totaal 456 (interne) medewerkers Schiphol verlaten.
370 daarvan zijn vertrokken als onderdeel van de reorganisatie van Schiphol. Circa
15% van die 370 zijn gedwongen vertrokken. Bij Holland Casino zijn er sinds de coronacrisis
238 medewerkers gedwongen ontslagen en 34 medewerkers vrijwillig vertrokken. Bij NS
zijn er geen medewerkers als gevolg van de coronacrisis ontslagen. Bij Thales zijn
enkele medewerkers ontslagen, maar dat kwam niet door de coronacrisis. Bij KLM hebben
ongeveer 5750 FTE de groep verlaten (ultimo augustus 2021). Deze medewerkers zijn
niet als onderdeel van een gedwongen ontslagronde vertrokken.
Vraag 6
Kunt u per staatsdeelneming aangeven hoeveel coronasteun er terugbetaald had moeten
worden als gevolg van te veel ontvangen steun (graag per onderdeel uitsplitsen)?
Antwoord
Bij Schiphol is er geen verwachting dat te veel steun is ontvangen, omdat het daadwerkelijk
gerealiseerde omzetverlies groter is dan het eerder verwachte omzetverlies. NS heeft
de NOW 1.0 voor het reizigersbedrijf in zijn geheel (€ 86 mln.) terugbetaald. De voorwaarden
van de Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) zien erop toe dat voor het HRN geen gebruik
mag worden gemaakt van de NOW-regeling. De samenloop van de TVL met de BVOV wordt
nog onderzocht. Voor Thales is op dit moment nog niet bekend of er sprake is van teveel
ontvangen steun. De verwachting van Holland Casino is dat € 27,7 mln. aan NOW terugbetaald
zal moeten worden. Dit is deels veroorzaakt door een lager omzetverlies dan eerder
voorspeld en deels door te hoog ontvangen voorschotten. Anders dan de verstrekte lening
aan KLM, is het niet de verwachting dat KLM ontvangen coronasteun moet terugbetalen.
Vraag 7
Kunt u per staatsdeelneming die coronasteun heeft ontvangen aangeven wat de salarissen
in 2021 zijn van de raad van bestuur (graag per onderdeel uitsplitsen)?
Antwoord
Over de remuneratie over het gehele jaar 2021 van de staatsdeelnemingen die NOW ontvangen is thans nog geen compleet
beeld te geven. Dit beeld is nog afhankelijk van (onvoorziene) eventuele personele
wisselingen in de raden van bestuur en de vraag welke staatsdeelnemingen in dit jaar
nog NOW-steun zullen aanvragen. Nu al rapporteren over de remuneratie van 2021 geeft
daarmee mogelijk een vertekenend beeld. De staatsdeelnemingen rapporteren in het jaarverslag
2021 over de remuneratie over het gehele jaar 2021. In het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen
2021 zal hierover gerapporteerd worden. In de tabel hieronder is schematisch weergegeven
welke remuneratie de raden van bestuur hebben ontvangen van de staatsdeelnemingen
die in 2020 NOW-steun ontvingen.3
Bedragen in euro’s
Holland Casino
Vast salaris (in 2020 is er geen variabele beloning uitgekeerd)
CEO
250.000
CFO
232.000
KLM
Vast salaris (in 2020 is er geen variabele beloning uitgekeerd)
CEO
535.000
CFO
390.000
COO
390.000
NS
Vast salaris (in 2020 is er geen variabele beloning uitgekeerd)
CEO
376.000, tot 1 oktober was de heer Van Boxtel CEO met een salaris van 344.000.1
Directeur Financiën
353.000
Directeur Commercie & Ontwikkeling
353.000
Directeur Stations
353.000
X Noot
1
Op 1 oktober 2020 heeft mevrouw Rintel de CEO-positie overgenomen van de heer Van
Boxtel.
Schiphol
Vast salaris (in 2020 is er geen variabele beloning uitgekeerd)
CEO
444.000
CFO
377.000
COO
377.000
CCO
251.000
CPAO
220.000
Thales
Salaris
CEO
Thales beroept zich op artikel 2:383 BW, waarin is bepaald dat de opgave van een remuneratie
achterwege kan blijven indien deze herleidbaar is tot één persoon. Bij Thales Nederland
bestaat de raad van bestuur uit één persoon.
Vraag 8
Klopt het dat Invest-NL en het Groeifonds te weinig slagkracht hebben om grote veranderingen
op het gebied van energie en duurzaamheid te realiseren?4 Hoeveel heeft Invest-NL vorig jaar en dit jaar in eerste instantie aan energietransitie
besteed?
Antwoord
Initiatieven als Invest-NL en het Groeifonds hebben binnen de huidige vormgeving voldoende
mogelijkheden om binnen hun eigen doelstellingen verandering te realiseren op het
gebied van energie en duurzaamheid. Invest-NL doet dit vanuit business development
en directe participatie met kapitaal, het Groeifonds doet dit door middel van subsidieverstrekking.
Juist het bestaan van deze verschillende initiatieven, naast ook andere instrumenten
van de overheid en financiering uit de private markt, kan gezamenlijk leiden tot zogenoemde
«blended finance» van projecten: een optimale financiering bestaande uit private en
publieke bronnen.»
Invest-NL wil een significante bijdrage leveren aan de energietransitie. Invest-NL
heeft er binnen haar strategie voor gekozen om een significant deel van de beschikbare
€ 1,7 miljard (waarvan tot op heden € 400 mln. gecommitteerd) over de komende vijf
tot zeven jaar te investeren in projecten die bijdragen aan het reduceren van carbon-emissies
en/of bijdragen aan een circulaire economie. Vorig jaar en dit jaar (tot eind 2e kwartaal)
is € 33 mln. aan financieringen gecommitteerd gerelateerd aan de energietransitie.
Zo is bijvoorbeeld geïnvesteerd in het bedrijf SCW Systems, wat zich onder meer richt
op de productie van groen gas ter vervanging van aardgas. Invest-NL verwacht dat dit
bedrag snel op zal lopen.
Daarnaast heeft de «business development» tak met marktonderzoek, propositiebegeleiding
en productontwikkeling kwalitatief bijgedragen aan de financiering van projecten die
gerelateerd zijn aan de energietransitie. Zo heeft Invest-NL bijvoorbeeld bijgedragen
aan een onderzoek naar verduurzaming van de binnenvaart.
Het Nationaal Groeifonds is net van start. De eerste ronde laat een slagvaardig beeld
zien: op advies van de onafhankelijke adviescommissie worden er tien verschillende
voorstellen bekostigd, voor een bedrag van € 646 mln. Dat bedrag kan oplopen tot € 4,1 miljard.
Daarvan gaat er ten minste € 73 mln. naar het «Groenvermogen van de Nederlandse economie»,
een voorstel dat ziet op waterstof-innovatie. Dat bedrag kan oplopen tot € 338 mln.
De komende rondes en evaluaties zullen een completer beeld geven over de effectiviteit
van het Groeifonds als instrument.
Vraag 9
Klopt het dat Gasunie dit decennium 7 miljard euro in de energietransitie investeert?
Zo ja, kunt u dit bedrag uitsplitsen en tevens aangeven welke bedragen er voor Nederland
of Duitsland zijn bestemd?
Antwoord
Ik heb van Gasunie begrepen dat zij voornemens zijn om tot aan 2030 € 6,5–7,5 miljard
te investeren. Met oog op de leveringszekerheid van aardgas en het mogelijk maken
van de sluiting van het Groningerveld gaat hiervan € 2,5–3 miljard naar Gas/LNG (waarvan
60–70% in Nederland en 30–40% in Duitsland) en gaat € 4–4,5 miljard naar de energietransitie
(90–95% in Nederland en 5–10% in Duitsland). De voorgenomen investeringen met betrekking
tot de energietransitie zijn als volgt opgebouwd (zie ook het jaarverslag 2020 van
Gasunie):
Nederland:
– Waterstof: € 2,5–3 miljard
– CCS: € 0,5 miljard
– Warmte: € 0,4 miljard
– Groen gas: € 0,3 miljard
Duitsland:
– Waterstof: € 0,2–0,5 miljard
Vraag 10
Klopt het dat Gasunie 750 miljoen euro extra heeft gevraagd van de staat?5 Zo ja, waarvoor is dit precies bedoeld en hoe staat u hier tegenover?
Antwoord
In de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en
Energie van 30 juni 20216 wordt geconcludeerd dat een waterstof transportnet noodzakelijk is voor de ontwikkeling
van een CO2-vrije waterstofketen en dat de Staatssecretaris voornemens is om Gasunie te vragen
dit transportnet te ontwikkelen. De totale kosten van deze investering worden ingeschat
op € 1,5 miljard. In de brief wordt aangegeven dat deze investering een onrendabele
top kent omdat de dimensionering van de infrastructuur gericht is op de verwachting
van de vraag naar transport op de lange termijn. Op moment van investeren is de vraag
naar transportcapaciteit nog laag omdat de CO2-vrij waterstofketen nog volop in ontwikkeling is.
De commissie Van Geest in het rapport «Bestemming Parijs: Wegwijzer voor Klimaatkeuzes
2030, 2050»7 en het IBO financiering energietransitie «beleidsmatige keuzes in kosten, prikkels
en verdeling»8, stelt dat projecten met een onrendabele top niet snel genoeg van de grond komen
zonder subsidie. Met oog daarop heeft het Kabinet op Prinsjesdag bekend gemaakt een
bedrag van € 750 mln. te reserveren zodat het landelijk transportnet voor waterstof
door Gasunie gerealiseerd kan worden. Mocht de onrendabele top gedurende de ontwikkeling
van het transportnet lager uitvallen, dan zal de subsidie ook lager zijn. Als aandeelhouder
sta ik positief tegenover deze subsidiereservering.
Vraag 11
Kunt u per jaar aangeven hoeveel TenneT uitgeeft aan de energietransitie en kunt u
tevens aangeven welke bedragen er voor Nederland of Duitsland zijn bestemd?
Antwoord
In mijn brief van 31 maart 2021 aan uw Kamer inzake de vooruitblik beheer staatsdeelnemingen
2021 heb ik u geïnformeerd over de investeringsagenda van TenneT.9 Deze inschattingen zijn sindsdien niet gewijzigd. Op basis van huidige gegevens zal
de investeringsagenda van TenneT naar verwachting uitgroeien naar € 5–6 miljard per
jaar. Dat komt neer op € 50 tot € 60 miljard voor de komende 10 jaar (tot en met 2030).
Ongeveer een derde van deze investeringsagenda is toe te rekenen aan Nederland en
twee derde komt toe aan Duitsland. Met deze investeringen zorgt TenneT voor de benodigde
uitbreiding en versterking van het elektriciteitsnet in Nederland en in Duitsland.
Daarmee zijn deze investeringen noodzakelijk voor de energietransitie.
De groei van de investeringsagenda is het gevolg van verhoogde klimaatambities in
Nederland en Duitsland. Het is niet uit te sluiten dat deze nog verder toeneemt door
de aanhoudende wens om de energietransitie te versnellen.
Vraag 12
Wat is de strategie en planning met betrekking tot de niet-permanente staatsdeelnemingen:
Holland Casino, Nederlandse Loterij en Ultra Centrifuge Nederland (UCN)? Wordt er
aangestuurd op het afstoten van deze deelnemingen?
Antwoord
De status van Holland Casino en Nederlandse Loterij als «niet-permanente staatsdeelneming»
houdt in dat het huidige kabinet ten aanzien van Holland Casino en Nederlandse Loterij
in beginsel geen toegevoegde waarde meer ziet voor staatsaandeelhouderschap. De publieke
belangen van het kansspelbeleid (het voorkomen van kansspelverslaving, het beschermen
van de consument en het tegengaan van fraude en criminaliteit) kunnen ook worden geborgd
door strenge wet- en regelgeving en adequaat toezicht door de toezichthouder op de
kansspelmarkt, de Kansspelautoriteit (Ksa).
Voor een besluit over de toekomst van het publieke aandeelhouderschap van Holland
Casino en Nederlandse Loterij en de planning ligt het in de rede om – los van overige
overwegingen die spelen bij een dergelijk politiek besluit – eerst de inzichten over
de effecten van de openstelling van de online kansspelmarkt af te wachten. Deze markt
gaat op 1 oktober 2021 open. Holland Casino en Nederlandse Loterij hebben, naast 26
andere partijen, een vergunning aangevraagd om deze nieuwe online kansspelmarkt te
betreden (zie ook het antwoord op vraag 23 hieronder), hetgeen van wezenlijke invloed
zal zijn op de ondernemingen. Ik verwacht dat de eerste inzichten in de effecten van
de openstelling van de online markt niet eerder dan na negen tot twaalf maanden zichtbaar
zullen worden.
UCN is ingedeeld in de categorie «niet-permanente» staatsdeelnemingen, omdat het aandelenbelang
verkocht zou kunnen worden op het moment dat wet- en regelgeving voldoende worden
geacht om de publieke belangen te borgen zonder het sluitstuk van aandeelhouderschap.
Eventuele verkoop vergt vervolgens een afweging op zichzelf. Als wetgeving en de mogelijkheid
tot verkoop in beeld komen, dan wordt uw Kamer vanzelfsprekend betrokken. Verkoop
van het Nederlandse aandeel is nu niet aan de orde.
Vraag 13
Wat is het overkoepelende beleid op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen
dat dient te gelden voor alle staatsdeelnemingen?
Antwoord
In de Kamerbrief Beheer Staatsdeelnemingen 202010 is het MVO-beleid staatsdeelnemingen gepresenteerd. Hierin staat beschreven de staat
als aandeelhouder van alle staatsdeelnemingen verwacht dat zij een voorbeeldfunctie
vervullen in hun eigen sector bij het nemen van hun verantwoordelijkheid voor mens,
maatschappij en milieu, voor zover deze worden beïnvloed door de bedrijfsactiviteiten.
Daarnaast dienen alle staatsdeelnemingen zoveel mogelijk aan te sluiten bij breed
gedragen internationale richtlijnen ten aanzien van i) het opstellen en implementeren
van MVO-beleid en ii) transparantie en rapportage. Voor een verdere toelichting op
het overkoepelende beleid verwijs ik graag naar de genoemde Kamerbrief.
Vraag 14
Kan worden aangegeven wat de reden is dat een aantal bedrijven (zoals Holland Casino
en Nederlandse Loterij) laag staan in de ranking met betrekking tot transparantie?
Antwoord
De Transparantiebenchmark is een tweejaarlijks onderzoek van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat (EZK) naar de transparantie van MVO-verslaglegging onder de circa
500 grootste bedrijven. De bedrijven worden enerzijds getoetst op inhoud en kwaliteit
van de verslaggeving. Met betrekking tot inhoud wordt onder andere gekeken naar het
bedrijfsmodel, ketenbeheer en beleid. Ten aanzien van kwaliteit wordt onder andere
getoetst op verslaggevingsprincipes, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid.
De Transparantiebenchmark 2019 is gebaseerd op de jaarverslagen van 2018. In de Transparantiebenchmark-rapportage
van 2019 is terug te zien dat een aantal deelnemingen, waaronder Holland Casino en
Nederlandse Loterij (NLO) laag staan in de ranking. De rapportage toont aan dat dit
komt door een combinatie van factoren ten aanzien van zowel inhoud als kwaliteit.
Holland Casino en NLO hebben bijvoorbeeld een beperkt aantal punten gescoord op het
onderwerp «Doelgerichtheid». Dit heeft onder andere te maken met in hoeverre de verslaggeving
inzicht geeft in de resultaten en prestaties van de organisatie met betrekking tot
de door de organisatie geïdentificeerd belangrijke maatschappelijke onderwerpen.
De verslaglegging van alle staatsdeelnemingen blijft in ontwikkeling. Verschillende
deelnemingen, waaronder Holland Casino en NLO, hebben concrete doelen gesteld ten
aanzien van de Transparantiebenchmarkscore. De eerstvolgende editie van de Transparantiebenchmark
zal terugzien op de jaarverslagen van 2020 en zal gerapporteerd worden in het Jaarverslag
Beheer Staatsdeelnemingen 2021.
Vraag 15
Welke bedrijven hebben de afgelopen jaren niet hun strategie herijkt en wat is daar
de reden voor?
Antwoord
Thales heeft haar strategie de afgelopen jaren niet herijkt. De strategie van Thales
Nederland vloeit voort uit de strategie van Thales Groep. Deze strategie is in 2013
herijkt en had een oorspronkelijke looptijd tot 2023. De overige deelnemingen hebben
de afgelopen jaren (sinds 2015) hun strategie herijkt. Zie ook de tabel op pagina
36/37 van het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 2020.
Vraag 16
Wordt er actief gestuurd op de beloningsverhoudingen bij de staatsdeelnemingen, en
zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Als aandeelhouder van de staatsdeelnemingen stel ik het beloningsbeleid van de staatsdeelnemingen
vast. Binnen dat beleid is de raad van commissarissen verantwoordelijk voor de individuele
beloningen van de leden van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheidsverdeling
volgt uit de wet en de statuten van de staatsdeelnemingen.
De raad van bestuur van een staatsdeelneming stelt zelf het arbeidsvoorwaardenpakket
vast voor werknemers (niet zijnde bestuurders). Daar heb ik als aandeelhouder geen
rol bij. In het beloningskader voor staatsdeelnemingen hanteer ik als aandeelhouder
wel het uitgangspunt dat een individuele werknemer niet meer mag verdienen dan de
voorzitter van de raad van bestuur.
Aangezien ik als aandeelhouder niet ga over de individuele beloningen van bestuurders
en werknemers, stuur ik ook niet op de beloningsverhoudingen bij de staatsdeelnemingen.
Als aandeelhouder stuur ik wel actief op de openbaarmaking van deze beloningsverhoudingen.
Ik vind het van belang dat staatsdeelnemingen openheid en inzicht bieden in de verhouding
tussen de beloning van de voorzitter van de raad van bestuur en de mediaan van het
loon van de overige medewerkers. Sinds 2016 nemen de staatsdeelnemingen de beloningsverhoudingen
op in hun jaarverslag. Ik rapporteer daar jaarlijks over in het Jaarverslag Beheer
Staatsdeelnemingen.
Vraag 17
Hoe heeft de Nederlandse Loterij invulling gegeven aan haar taak om een verantwoorde
aanbieder te worden in de online-kansspelmarkt?
Antwoord
Nederlandse Loterij is zich bewust van haar belangrijke rol als veilig en verantwoord
aanbieder van kansspelen. Zij geeft aan een voorloper en expert te willen zijn op
het gebied van responsible gaming op de Nederlandse kansspelmarkt en heeft daartoe meerdere initiatieven genomen, zowel
voor haar bestaande spellen alsook specifiek voor de nieuwe online kansspelmarkt die
op 1 oktober 2021 open zal gaan. De initiatieven hebben onder meer tot doel om als
Nederlandse Loterij het beste vangnet te hebben voor haar spelers en consumenten te
wijzen op haar betrouwbare aanbod. Ook investeert Nederlandse Loterij zelf in meer
onderzoek en innovatie op het gebied van responsible gaming en willen zij dat het verantwoord aanbieden van kansspelen in het DNA van de medewerkers
en retailers van Nederlandse Loterij zit. Een aantal specifieke voorbeelden van initiatieven
die bijdragen aan deze doelstellingen zijn:
– In 2019 is Nederlandse Loterij gestart met het telefonisch benaderen van risico- en
probleemspelers met als doel spelers bewust te maken van hun speelgedrag en met hen
tot een afspraak te komen hoe dit onder controle te houden.
– Sinds 2019 werkt Nederlandse Loterij intensief samen met verschillende partijen die
een expertise hebben op het gebied van verslavingspreventie. Zij ontvangt van deze
partijen, gevraagd en ongevraagd, reactie op hun beleid en activiteiten en verwijst
spelers door naar hulpverlening wanneer Nederlandse Loterij denken dat dit nodig is.
– De implementatie van diverse online tools voor spelers waarmee zij hun speelgedrag
kunnen reguleren. Naast tooling voor spelers implementeerde Nederlandse Loterij ook
een monitoring tool. Aan de hand van deze monitoring implementeert Nederlandse Loterij
een getrapt interventiemodel. Op basis van dit model kan Nederlandse Loterij de juiste
interventies op het juiste moment toepassen.
– In oktober 2020 lanceerde TOTO haar eerste Responsible Gaming campagne met Nathan
Rutjes. In deze campagne zitten 5 concrete lessen voor spelers om hun speelgedrag
onder controle te houden. Doel van de campagne was het creëren van bewustwording over
de risico’s die ook verbonden kunnen zijn aan het deelnemen aan kansspelen.
– In oktober 2020 is de «Code of Conduct Sportweddenschappen» door de KNVB en Nederlandse
Loterij gelanceerd. In deze Code hebben de KNVB en Nederlandse Loterij vastgelegd
waar zij voor staan op het gebied van verantwoord spelen. Hier is in april 2021 een
vervolg aan gegeven: de KNVB en Nederlandse Loterij organiseerden samen een Webinar
voor de dames uit de Eredivisie met als onderwerpen awareness over matchfixing en
de mogelijke risico’s van deelname aan kansspelen.
Vraag 18
Wat is de reden dat opnieuw UCN als niet-permanente staatsdeelneming wordt aangemerkt,
ondanks de strategische meerwaarde van deze staatsdeelneming?
Antwoord
Zie beantwoording vraag 12
Vraag 19
Wat is de huidige strategie en het beoogde traject ten aanzien van het bij voorbaat
tijdelijke staatsaandeelhouderschap, in het bijzonder ABN AMRO en de Volksbank?
Antwoord
Op 6 juli 2021 is de Tweede Kamer middels een Kamerbrief geïnformeerd over de voortgangsrapportage
van NLFI over de Volksbank en de verkenning die het ministerie heeft uitgevoerd naar
de toekomstopties voor de bank (Kamerstuk 33 532, nr. 91). Conclusie van de voortgangsrapportage is dat de bank op dit moment nog niet klaar
is voor privatisering. De nieuwe strategie van de Volksbank beoogt daar verandering
in te brengen. Het implementeren van de nieuwe strategie is een meerjarig traject.
De bank zal in de gelegenheid gesteld moeten worden om aan te tonen dat deze nieuwe
strategie het gewenste effect sorteert, hetgeen de uitganspositie voor verzelfstandiging
moet verbeteren. Wel is onlangs een verkenning naar de toekomstopties voor de Volksbank
uitgevoerd. Deze verkenning heeft als doel om de dialoog over de toekomstmogelijkheden
met uw Kamer te kunnen voeren. Een eventueel besluit over de toekomst is aan een nieuw
kabinet (in samenspraak met de relevante stakeholder). Dit besluit kan pas worden
genomen als de bank daar gereed voor is. NLFI rapporteert jaarlijks middels de voortgangsrapportages
over de gereedheid van de Volksbank voor besluitvorming over haar toekomst. Deze worden
ook aan uw Kamer gestuurd.
De staat houdt thans nog een belang van 56,3% in ABN AMRO. Conform het regeerakkoord
van 2017 wordt ABN AMRO zo snel als verantwoord mogelijk is, volledig naar de markt
gebracht. In het openbaar kunnen verder geen mededelingen gedaan worden over mogelijke
aandelentransacties. Dergelijke informatie kan een negatief effect op voorgenomen
transacties hebben. In het AO Staatsdeelnemingen van 3 februari 2021 is toegezegd
dat de Tweede Kamer vertrouwelijk geïnformeerd wordt, mocht de staat voornemens te
zijn aandelen ABN AMRO te verkopen.
Vraag 20
Wat is de ontwikkeling van de salarissen van bestuurders van staatsdeelnemingen ten
opzichte van de ontwikkeling van het salaris van een bestuurder van een private onderneming
en ten opzichte van het salaris van medewerkers van een staatsdeelneming?
Antwoord
Ontwikkeling beloningen bestuurders
Het Ministerie van Financiën heeft geen eigen cijfers beschikbaar van bestuurdersbeloningen
van private ondernemingen. Om toch een vergelijking te kunnen maken is informatie
over de ontwikkelingen van de totale bestuurdersbeloningen (vaste en variabele componenten)
van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven opgenomen in de Amsterdam Midkap Index (AMX-index)
geraadpleegd.11 De fondsen in deze beursindex zijn qua omvang en omzet vergelijkbaar met de staatsdeelnemingen
(ABN-AMRO en Air France-KLM zijn hier overigens ook in opgenomen).
Voor beloningen van bestuurders van deelnemingen geldt dat de algemene vergadering
van aandeelhouders het beloningsbeleid vaststelt, waarin beloningsmaxima zijn opgenomen.
Een eventuele variabele component is gemaximeerd op 20% van de vaste beloning. Voor
een aantal deelnemingen geldt dat een variabele component geen onderdeel is van het
beloningsbeleid. Ook is in 2020 voor een aantal deelnemingen (bijvoorbeeld Holland
Casino) geen variabele beloning uitgekeerd in verband met COVID-19. Eventuele stijging
van het vaste salaris bij staatsdeelnemingen is doorgaans beperkt tot indexatie. Dit
heeft tot gevolg dat er in de beloningen van CEO’s en CFO’s van deelnemingen geen
significante ontwikkelingen te zien zijn. In onderstaande tabel is voor drie jaren
het eerste kwartiel, de mediaan en het derde kwartiel van de totale beloningen (Total Direct Compensation) van CEO’s en CFO’s van de bedrijven in de AMX-index en van alle staatsdeelnemingen
opgenomen. Dat geeft inzicht in de hoogte van de totale beloningen en de spreiding
daarvan per jaar. De drie inkomens die telkens een kwart van de totale set inkomens
begrenzen, zijn achtereenvolgend de eerste kwartielen, de mediaan en de derde kwartielen12
Bedragen x € 1.000
2018
2019
2020
1e kwartiel
mediaan
3e kwartiel
1e kwartiel
mediaan
3e kwartiel
1e kwartiel
mediaan
3e kwartiel
AMX
CEO
€ 1.610
€ 1.355
€ 1.728
€ 2.359
€ 1.478
€ 1.762
€ 2.165
CFO
€ 1.172
€ 880
€ 1.188
€ 1.434
€ 952
€ 1.075
€ 1.285
Deelnemingen
CEO
€ 146
€ 277
€ 346
€ 204
€ 293
€ 378
€ 222
€ 283
€ 399
CFO
€ 234
€ 318
€ 361
€ 236
€ 301
€ 359
€ 239
€ 303
€ 355
Vergoedingen raad van commissarissen
Voor de volledigheid geven wij hieronder ook een overzicht van de ontwikkeling van
de vergoeding van commissarissen. Een onafhankelijk onderzoeksbureau, Focus Orange,
heeft in het kader van een onderzoek naar vergoedingen van commissarissen bij staatsdeelnemingen
daarover het volgende geconcludeerd:13
– de mediaan van de vergoeding voor voorzitters van raden van commissarissen bij deelnemingen
is sinds 2009 met 18% gestegen, terwijl de mediaan van de vergoeding voor voorzitters de afgelopen 15 jaar
bij onderzochte private bedrijven met 122% is gestegen.
– de mediaan van de vergoeding voor leden van de raden van commissarissen bij deelnemingen
is sinds 2009 met 25% gestegen, terwijl de gemiddelde vergoeding voor leden de afgelopen 15 jaar bij onderzochte
private bedrijven met 187% is gestegen. De toename van deze vergoedingen wordt voor een aanzienlijk deel bepaald
door introductie en/of verhoging van commissie-vergoedingen en aanwezigheidsvergoedingen.14
Verhouding medewerkers en voorzitters raad van bestuur
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 16, rapporteren staatsdeelnemingen
sinds 2016 over de beloningsverhouding tussen de beloning van de voorzitter van de
raad van bestuur en de mediaan van het loon van de overige medewerkers. In onderstaande
tabel is de ontwikkeling van deze verhouding sinds 2016 weergegeven:
Staatsdeelneming
2016
2017
2018
2019
2020
BNG Bank
6,6
6,2
4,8
4,8
4,3
COVRA
3,5
3,5
3,4
3,4
3,0
FMO
4,8
3,5
3,5
3,5
3,5
Gasunie
5,2
5,2
4,8
4,5
5,2
Havenbedrijf Rotterdam
5,9
6,3
6,2
6,2
6,4
Holland Casino
4,9
4,9
5,2
4,9
5,0
Invest-NL
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
2,4
KLM
–
11,5
12,2
11,7
7,6
Nederlandse Loterij
–
3,2
3,4
3,2
3,2
NS
9,0
9,0
9,0
9,0
8,0
NWB Bank
4,2
4,1
3,9
3,8
4,1
Schiphol
10,3
7,2
7,4
7,2
7,0
TenneT
7,0
7,5
5,6
5,4
5,6
Vraag 21
Kunt u uitsluiten dat staatsdeelnemingen betrokken zijn bij de schending van mensenrechten?
Antwoord
Staatsdeelnemingen dienen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de internationale richtlijnen
ten aanzien van (i) het opstellen en implementeren van MVO-beleid en (ii) transparantie
en rapportage. De staat verwacht daarbij dat staatsdeelnemingen onder andere de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights naleven. Hoewel dit een belangrijk fundament legt voor het voorkomen van mensenrechtenschendingen,
betekent het helaas niet dat incidenten altijd volledig uit te sluiten zijn.
Vraag 22
Wat maakt dat waterschappen niet bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) zouden
kunnen bankieren en gemeenten of provincies niet bij de Nederlandse Waterschapsbank
(NWB Bank)?
Antwoord
Zowel BNG Bank als NWB Bank bieden bancaire dienstverlening aan de volledige (semi)publieke
sector en dus kunnen gemeenten, provincies en waterschappen (de decentrale overheden)
bij beide banken terecht. Gemeenten, provincies en waterschappen zijn vrij in hun
keuze van de bank waarbij zij bankieren.
Vraag 23
Concurreren de Nederlandse Loterij en Holland Casino straks met elkaar op de online-gokmarkt?
Hoe wilt u hiermee omgaan?
Antwoord
Op 1 april 2021 is de Wet kansspelen op afstand in werking getreden. Vanaf die datum
konden bij de kansspelautoriteit (Ksa) – de toezichthouder op de kansspelmarkt en
tevens vergunning verstrekkende instantie – aanvragen voor een vergunning voor het
mogen aanbieden van online kansspelen worden ingediend. Bij de Ksa zijn, voor zover
mij bekend, 28 vergunningen aangevraagd. Ook Nederlandse Loterij en Holland Casino
hebben een vergunning aangevraagd.
Onderdeel van het huidige kansspelbeleid van de Minister voor Rechtsbescherming is
dat Nederlandse Loterij en Holland Casino moeten zorgen voor een veilig en verantwoord
aanbod van kansspelen. Met de aanstaande opening van de online markt moeten Holland
Casino en Nederlandse Loterij in staat worden gesteld hun belangrijke maatschappelijke
opdracht als verantwoord aanbieder ook op deze markt te kunnen vervullen. Ik verwacht
daarbij een voorbeeldrol van beide deelnemingen. De Tweede Kamer heeft eerder ook
de wens geuit dat bij opening van deze concurrerende onlinemarkt spelers terecht moeten
kunnen bij een vertrouwd merk met een bewezen verslavingspreventiebeleid.
Op 1 oktober a.s. gaat de legale online markt open en kunnen vergunde partijen hierop
actief worden. Als Holland Casino en Nederlandse Loterij beide een vergunning krijgen
en de online markt betreden, is de verwachting dat zij niet alleen met elkaar maar
ook met talloze andere (buitenlandse) partijen zullen concurreren. Hoe deze nieuwe
online markt voor kansspelen in Nederland zich daadwerkelijk zal ontwikkelen en wat
de dynamiek tussen aanbieders zal zijn is op dit moment nog niet goed in te schatten.
Ik zal dit nauwgezet volgen. Ik verwacht dat de eerste inzichten in de effecten van
de openstelling van de online markt niet eerder dan na negen tot twaalf maanden zichtbaar
zullen worden.
Vraag 24
Welk publiek belang wordt gediend met investeringen in specifiek Parijs, Brisbane
en Hobart?
Antwoord
Bij het beoordelen van een investeringsvoorstel van een staatsdeelneming is de bijdrage
aan het publieke belang het belangrijkste criterium. In sommige gevallen is de bijdrage
aan de Nederlandse publieke belangen indirect. De investering wordt dan met name gedaan
ten behoeve van het financieel rendement of leereffecten waarmee vervolgens ook het
publieke belang weer gediend wordt. Daarnaast is het borgen van de continuïteit van
de Nederlandse activiteiten van belang. Dit geldt ook voor de beoordeling van buitenlandse
investeringen. Hieronder geef ik een korte toelichting op de verschillende investeringen
door Schiphol.
Parijs
De samenwerking met Aéroports de Paris is voornamelijk om strategische en financiële
redenen gestart. De luchthavens streefden ernaar belangrijke investeringen te optimaliseren
om operationele processen ten behoeve van de klant (luchtvaartmaatschappijen en passagiers)
te verbeteren. De samenwerking moest naast het veiligstellen van het netwerk leiden
tot kostenvoordelen voor Schiphol en het aantrekken van gewenste verbindingen. Zie
voor een uitgebreidere toelichting op het publiek belang en de strategische rationale
van de samenwerking van Schiphol met Aéroports de Paris onder meer de brief van de
Ministers van Financiën en Infrastructuur en Waterstaat van 21 oktober 2008.15
Onlangs hebben Schiphol en Aéroports de Paris bekend gemaakt de samenwerking niet
te verlengen. De samenwerking loopt 30 november 2021 af en zal uiterlijk 30 mei 2023
zijn afgewikkeld.
Brisbane en Hobart
Bij de investeringen door Schiphol in Brisbane en Hobart is de bijdrage aan het publieke
belang indirect via financieel rendement en leereffecten. Het rendement op deze investeringen
levert een bijdrage aan het financiële rendement van de onderneming en daarmee ook
aan de financiële positie van de onderneming en het bekostigen van andere investeringen
die het publiek belang dienen. Leereffecten van activiteiten in het buitenland kunnen
ook een positieve impact hebben op de activiteiten in Nederland, omdat bijvoorbeeld
bepaalde processen van de onderneming in Nederland hierdoor verbeterd kunnen worden.
Voor een uitgebreidere toelichting op de investering in Hobart verwijs ik u naar het
schriftelijk overleg van 13 maart 2020.16
Vraag 25
Welk Nederlands publiek belang wordt gediend met een havenontwikkeling in Indonesië?
Antwoord
Havenbedrijf Rotterdam heeft in 2015 een kantoor in Indonesië opgericht, mede naar
aanleiding van een gouvernementele samenwerking tussen Nederland en Indonesië. Door
aanwezigheid in de regio Zuidoost-Azië doet de Rotterdamse haven kennis op van de
regionale markt en zoekt de haven samenwerking met lokale partners om die ten gunste
van de Rotterdamse haven in te kunnen zetten. Het kantoor verleent daartoe diensten,
verkent de mogelijkheden voor samenwerking en verkent tevens de haalbaarheid van een
havenontwikkeling. Indien Havenbedrijf Rotterdam zou willen besluiten een haven te
ontwikkelen en daarin te investeren, zou dit aandeelhoudersgoedkeuring vereisen. Bij
de beoordeling van een dergelijk investeringsvoorstel wordt de bijdrage aan de Nederlandse
publieke belangen nadrukkelijk betrokken. De gemeente Rotterdam is medeaandeelhouder
in het Havenbedrijf Rotterdam.
Vraag 26
Wat voor buitenlandse activiteiten heeft BNG Bank nu nog?
Antwoord
BNG Bank heeft drie typen buitenlandse activiteiten:
– BNG Bank financiert zich op de internationale geld- en kapitaalmarkten. Een deel van
haar financiering is in buitenlandse valuta gedenomineerd en in euro’s omgezet, zodat
geen sprake is van valutarisico.
– Een deel van de middelen die BNG Bank, bijvoorbeeld voor risicomanagement, aanhoudt
is belegd in buitenlands staatspapier om een te grote blootstelling aan Nederland
te voorkomen.
– BNG Bank heeft in het verleden krediet aan buitenlandse klanten verschaft. Omdat BNG
Bank zich sinds 2010 volledig focust op kredietverlening in Nederland, bouwt BNG Bank
de bestaande kredietportefeuille aan buitenlandse klanten af.
Over de ontwikkeling van het buitenlandse exposure uit hoofde van beleggingen in buitenlands
staatspapier en kredietverlening aan buitenlandse klanten rapporteert BNG Bank in
haar jaarrekening.
Vraag 27
Hoe wordt geborgd dat de portefeuille waarin de Centrale Organisatie Voor radioactief
Afval (COVRA) belegt aan dezelfde mvo-standaard voldoet?
Antwoord
De staat verwacht van de staatsdeelnemingen dat zij een voorbeeldfunctie vervullen
in hun eigen sector bij het nemen van hun verantwoordelijkheid voor mensen, de maatschappij
en het milieu voor zover deze worden beïnvloed door de bedrijfsactiviteiten. COVRA
geeft hier mede invulling aan door ernaar te streven op een verantwoorde wijze te
beleggen.
Daarom heeft COVRA haar beleggingsportefeuille grotendeels belegd in door MSCI erkende
ESG fondsen. MSCI erkende ESG fondsen houden rekening met factoren als energieverbruik,
klimaat, beschikbaarheid van grondstoffen, gezondheid, veiligheid en goed ondernemingsbestuur
die worden meegewogen bij de selectie en het beheer van beleggingen.
Mede in het kader van het nieuwe MVO-beleid van de staat heeft COVRA ook een concrete
doelstelling op dit gebied gesteld. COVRA streeft naar een nog verdere verduurzaming
in de samenstelling van haar beleggingsportefeuille. COVRA rapporteert hierover in
haar Jaarrapport.
Vraag 28
Wat betekent «meer aandacht» concreet?
Antwoord
In het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen staat beschreven dat FMO de afgelopen
jaren meer aandacht heeft gegeven aan duurzaamheid (klimaat en milieueffecten) en
het bevorderen van gelijkheid en inclusie.
FMO heeft zich met Strategie 2025 (aangekondigd in FMO’s jaarverslag van 2017) voorgenomen
om binnen haar activiteiten meer te focussen op waardig werk en economische groei
(SDG 8), het verminderen van ongelijkheid (SDG 10) en klimaatactie (SDG 13). Deze
focus is terug te zien in (i) de financiering die FMO verstrekt aan ontwikkelingspartijen,
(ii) de mobilisatie van andere partijen om te investeren en (iii) andere hieraan verbonden
activiteiten, zoals technische assistentie.
De hoeveelheid financiering en mobilisatie t.b.v. projecten die een bijdrage leveren
aan de drie ontwikkelingsdoelen is de afgelopen jaren zichtbaar toegenomen, zowel
in absolute zin als relatief ten opzichte van de complete portefeuille van FMO.
Ten aanzien van technische assistentie heeft FMO verschillende klanten ondersteuning
geboden in het ontwerpen en implementeren van ESG-mitigatie. Daarnaast organiseert
FMO master classes en evenementen en stimuleren zij capaciteitsontwikkeling en sectorinitiatieven.
Daarnaast heeft FMO zich ontwikkeld ten aanzien van impactrapportage op duurzaamheid
en het bevorderen van gelijkheid en inclusie. Het (beter) inzichtelijk maken van impact
is een belangrijk fundament voor het behalen van de impactdoelen die FMO zichzelf
stelt.
In de bedrijfsvoering van FMO is de focus op duurzaamheid en gelijkheid en inclusie
ook terug te zien. Het aantal werknemers dat gespecialiseerd is in deze onderwerpen
is toegenomen.
Vraag 29
Maakt het dienen van een Nederlandse publiek belang onderdeel uit van de beslissing
of Havenbedrijf Rotterdam een buitenlandse investering aangaat?
Antwoord
De Nederlandse publieke belangen worden betrokken bij de beoordeling van een investeringsvoorstel
dat ter goedkeuring aan mij (en de medeaandeelhouder in Havenbedrijf Rotterdam) wordt
voorgelegd. Deze zijn tevens onderdeel van de afweging die Havenbedrijf Rotterdam
zelf maakt. Buitenlandse activiteiten kunnen positieve effecten hebben op de Rotterdamse
haven. Zo kan door middel van buitenlandse aanwezigheid worden getracht om handelsstromen
met Rotterdam te bevorderen. Door aanwezigheid in internationale markten kan Havenbedrijf
Rotterdam daarnaast leren en kennis opbouwen over deze markten en die vervolgens ten
gunste van de Rotterdamse haven inzetten. Ook kunnen er kansen ontstaan voor de Nederlandse
havengemeenschap en maritieme sector; een belangrijke pijler van de nationale economie.
Als aandeelhouder heb ik bij de beoordeling van dit soort investeringen ook veel aandacht
voor de wijze waarop staatdeelnemingen eventuele risico’s van buitenlandse investeringen
mitigeren.
Vraag 30
Wat zijn de positieve effecten op de Nederlandse publieke belangen van de activiteiten
in Duitsland?
Antwoord
In september 2019 hebben de Minister van Economische Zaken en Klimaat en ik uw Kamer
nader geïnformeerd over de mogelijke invulling van de kapitaalbehoefte van TenneT
in Duitsland.17 In die brief hebben wij ook de visie van het kabinet op de bijdrage van de activiteiten
in Duitsland op de Nederlandse publieke belangen gegeven. Het karakter van TenneT,
met activiteiten in Nederland én Duitsland, heeft bijgedragen aan een schone, betrouwbare
en betaalbare energievoorziening in Nederland.
Externe adviseurs hebben eerder geconcludeerd dat bij zowel de fysieke en organisatorische
marktintegratie als bij het bouwen van het net op zee, de gecombineerde Nederlands-Duitse
activiteiten meerwaarde hebben gehad door schaal- en leereffecten. TenneT heeft daarbij
een voortrekkersrol gehad. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot kostenbesparingen en
het sneller en efficiënter realiseren van het net op zee. Veel van deze voordelen
hebben zich daarna vertaald in thans geldende wet- en regelgeving. Mede in het licht
van de energietransitie is het waarschijnlijk dat ook in toekomst bepaalde voordelen
voor Nederland zich zullen manifesteren, hoewel de omvang en aard hiervan op dit moment
nog onduidelijk zijn.
Vraag 31
Is bij u bekend over welke beroepsgroepen de vermindering van 7.000 fte bij Air France-KLM
hoofdzakelijk is verdeeld (bijv. beveiliging, bagageafhandeling, schoonmaak, cabinepersoneel)?
Antwoord
In totaal zijn bij Air France-KLM 8,254 medewerkers vertrokken in het jaar 2020. Hierin
kan een onderverdeling worden gemaakt naar grondpersoneel, cabinepersoneel en piloten.
Zie hieronder de tabel met daarin de specifieke onderverdeling. Dit is een overzicht
van het vertrokken personeel in 2020 op basis van aantallen medewerkers (Dit totaal
betreft zowel vaste als tijdelijke contracten)
Air France-KLM Groep
Grondpersoneel
4.662
Cabinepersoneel
2.982
Piloten
610
Vraag 32
Wat is de reden dat wapenfabrikant Thales de VN-richtlijn Guiding Principles on Business
and Human Rights niet naleeft? Op welke wijze zou Thales hiermee niet «compliant»
zijn?
Antwoord
Thales Nederland richt zich primair op de United Nations Global Compact. De naleving
van deze richtlijn wordt extern getoetst. Hieruit volgt dat Thales onder andere moet
voldoen aan principes voor het respecteren van mensenrechten en misbruik ervan moet
voorkomen. De UN Guiding Principles zijn hier complementair aan en geven nadere invulling
aan deze twee principes. De huidige processen en het beleid van Thales Nederland zijn
daarmee in lijn met het gedachtegoed van de United Nations Guiding Principles on Business
and Human Rights.
Vraag 33
Wat doet de Nederlandse overheid als aanhouder om buitensporige beloningen zoals aan
CEO dhr. Smith tegen te gaan?
Antwoord
Ik stel als aandeelhouder van de staatsdeelnemingen het beloningsbeleid voor de raden
van bestuur vast.18 Binnen dit beloningsbeleid zijn de raden van commissarissen verantwoordelijk voor
de individuele beloningen van bestuurders. Daarnaast stelt de algemene vergadering
van aandeelhouders ook de vergoeding voor commissarissen van staatsdeelnemingen vast.
Het beloningsbeleid voor bestuurders en de vergoedingen voor commissarissen moeten
de staatsdeelneming in staat stellen om gekwalificeerde en deskundige bestuurders
en commissarissen aan te trekken. Ik vind dat hier echter op een sobere wijze invulling
aan moet worden gegeven. Dit gezien het publieke belang en het maatschappelijke kapitaal
dat de deelneming hanteert. Met een sobere invulling van het beloningsbeleid wordt
voorkomen dat er buitensporige beloningen worden gegeven aan bestuurders en commissarissen
van een staatsdeelneming.
Zoals aangegeven in de Beleidsdoorlichting Deelnemingenbeleid 2020 is de laatste jaren
bij elf staatsdeelnemingen het beloningsbeleid voor bestuurders in lijn gebracht met
de uitgangspunten uit het beloningskader van het Ministerie van Financiën. De herijkingen
hebben in de meeste gevallen geleid tot een matiging van de maximale beloning en in
sommige gevallen tot een gelijkblijvende beloning. In geen geval leidde een herijking
tot een stijging van de maximale vaste en variabele beloning voor bestuurders.19
Specifiek inzake de beloning van de heer Smith, CEO van Air France-KLM, nog het volgende:
ik heb op de algemene vergadering van aandeelhouders van Air France-KLM in 2021 tegen
de beloning over 2020 en het beloningsbeleid voor 2021 van de topman van Air France-KLM
gestemd. Ik heb dat ook gedaan op de algemene vergadering van aandeelhouders in 2020,
waar de beloning over 2019 en het beloningsbeleid voor 2020 stond geagendeerd.20 Omdat andere aandeelhouders wel voor hebben gestemd, zijn op beide vergaderingen
de geagendeerde punten wel met meerderheid van de stemmen aangenomen.
Ik blijf ook buiten de algemene vergaderingen aandacht vragen voor het beloningenvraagstuk
bij Air France-KLM. Zo heb ik, zoals aangegeven in mijn Kamerbrief van 10 mei 2021,
in contacten met Air France-KLM meerdere malen te kennen gegeven dat de Nederlandse
staat niet verdedigbaar vindt dat er een bonus, in welke vorm dan ook, wordt toegekend
in een periode waarin de onderneming miljarden aan steun ontvangt als gevolg van de
Covid-19 crisis.21
Vraag 34
Wat zijn de selectiecriteria voor Invest-NL voor wat betreft de tijdshorizon waarin
een bedrijf op eigen benen kan staan en niet meer afhankelijk blijft van Invest-NL?
Hoe zorgt Invest-NL dat er tijdig gestopt wordt met investeren zodat Invest-NL niet
misbruikt wordt als een eindeloze subsidiepot?
Antwoord
Invest-NL streeft na om haar aandelen op gelijke wijze als alle andere aandeelhouders
te kunnen verzilveren. Invest-NL gaat daarom in principe mee met de exit strategie
van haar co-investeerders, maar kan ook blijven zitten als dat mogelijk en wenselijk
is en past in het risico- en rendementsperspectief én impact oplevert.
Invest-NL opereert als een zakelijke investeerder en niet als subsidieverstrekker.
Bij alle investeringsbeslissingen zal Invest-NL afwegen of de investering voldoende
rendeert en zakelijke voorwaarden stellen aan de te financieren onderneming. Hierdoor
zal er geen sprake van zijn dat bedrijven financiering van Invest-NL zullen zien als
subsidie.
Vraag 35
Is Invest-NL alleen passieve geldverstrekker of wordt er ook invloed uitgeoefend op
de strategie van een bedrijf?
Antwoord
Bij participaties in eigen vermogen streeft Invest-NL ernaar om invloed te hebben
op de governance van de onderneming en belangrijke besluiten, zoals bijvoorbeeld de
strategie van de onderneming. Daarnaast wil Invest-NL als aandeelhouder toegevoegde
waarde te leveren bijvoorbeeld door middel van het aanscherpen van het ESG-beleid
van een onderneming, het kunnen mobiliseren van andere investeerders en het inbrengen
van sectorkennis en een netwerk.
Vraag 36
Als de staat aandeelhouder is van Invest-NL, betekent dit dat Invest-NL als de beleggingsresultaten
tegenvallen elke keer zijn hand kan ophouden bij de aandeelhouder voor meer geld?
Antwoord
Invest-NL verstrekt financiering vanuit haar eigen vermogen van € 1,7 miljard, waarbij
verstrekte financiering aan het einde van de looptijd weer ingezet kan worden voor
nieuwe financieringen. Indien er sprake zou zijn van voortdurend tegenvallende resultaten
van verstrekte financieringen dan zal het vermogen van Invest-NL afnemen, en zal daarmee
het beschikbare kapitaal voor financieringsactiviteiten afnemen, maar zal er geen
kapitaal worden bijgestort. Het ter beschikking stellen van extra middelen aan Invest-NL
bovenop de beschikbare € 1,7 mld. vraagt een nieuw besluit vanuit de Staat.
Vraag 37
Waarom heeft Invest-NL nog maar een miniem deel uitgegeven van de 1,7 miljard euro
die het heeft gekregen, terwijl de rente laag is en investeringen dus al vrij snel
lonen? Is er in de markt al te veel financiering en kan Invest-NL zijn geld niet kwijt?
Antwoord
Invest-NL is voornemens de beschikbare € 1,7 miljard over een periode van vijf tot
zeven jaar te investeren. Invest-NL heeft inmiddels, sinds haar operationele start
begin 2020, een portfolio opgebouwd van ruim € 400 mln. aan gecommitteerde financieringen.
Dit vind ik een mooi resultaat voor de eerste anderhalf jaar, ook meewegend dat een
nieuwe organisatie moest worden opgebouwd. Het zo snel mogelijk uitgeven van de beschikbare
middelen is geen doel op zich. Invest-NL heeft de taak om additioneel aan de markt
te opereren en zich te richten op investeringen die veel maatschappelijke impact opleveren.
Er zal dus altijd een balans gevonden moeten worden tussen snelheid en een prudente
afweging van investeringsproposities.
Vraag 38
Hoe groot zijn de salariskosten van Invest-NL ten opzichte van de investeringen?
Antwoord
Invest-NL geeft aan dat de aan de investeringsactiviteiten toe te rekenen salariskosten
over het eerste boekjaar (2020) € 3,1 mln. bedroegen. Over 2020 heeft Invest-NL een
portefeuille met een gecommitteerd investeringsvolume van € 241 mln. opgebouwd.
Vraag 39
Hoe moeten de getallen op pagina 33 (transparantiebenchmark per deelneming) worden
geïnterpreteerd? Schiphol staat op 1 en Thales op 242; hoe zijn deze getallen tot
stand gekomen met de daarbij behorende referentiekaders?
Antwoord
De getallen op pagina 33 geven de ranking van de Transparantiebenchmark weer. De ranking
volgt uit de scores die aan de individuele bedrijven zijn toegekend op basis van de
jaarverslagen uit 2018. Schiphol staat op nummer 1, dat betekent dat zij de hoogste
score van alle deelnemende bedrijven hebben gehaald. Zoals ook aangegeven in de beantwoording
van vraag 14 worden bedrijven getoetst op de inhoud en de kwaliteit van het MVO-beleid.
Er wordt onder andere gekeken hoe bedrijven scoren qua bedrijfsmodel, strategie, ketenbeheer,
communicatie en stakeholder betrokkenheid. Het volledige kader kan gevonden worden
op www.transparantiebenchmark.nl.
In 2019 heeft Thales Nederland, als onderdeel van Thales Groep, aan de Transparantiebenchmark
deelgenomen middels de Groepsregeling voor organisaties met een internationaal groepsverslag.
Hierbij heeft zij een derde plaats behaald. Als individuele onderneming is Thales
Nederland niet beoordeeld en heeft daarmee automatisch de laatste plaats toebedeeld
gekregen (242). In het Jaarverslag Staatsdeelnemingen 2020 is abusievelijk plaats
242, in plaats van plaats 3 voor het groepsverslag, opgenomen. In de toekomst zal
voor Thales over de score op de Transparantiebenchmark voor de Groepsregeling worden
gerapporteerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier