Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Rechtelijke uitspraak maakt van natuurvoorzorgsprincipe het verlammingsprincipe’
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Rechtelijke uitspraak maakt van natuurvoorzorgsprincipe het verlammingsprincipe» (ingezonden 2 juli 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rechterlijke uitspraak maakt van natuurvoorzorgsprincipe
het verlammingsprincipe»?1
Vraag 2
Kunt u een inschatting maken van wat in de dagelijkse praktijk de gevolgen van deze
uitspraak zijn voor agrarische ondernemers?
Vraag 3
Deelt u de mening van Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland dat de rechter
hiermee op de stoel van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb) gaat zitten? Kunt u uw reactie onderbouwen?
Vraag 4
Verwacht u dat hiermee alle werkzaamheden, zoals de tuin sproeien of de auto wassen,
vergunningsplichtig zijn?
Vraag 5
Is het voorzorgsprincipe van de natuurbeschermingswet dermate leidend dat in potentie
elk denkbaar gevolg uitgesloten moet worden?
Vraag 6
Bent u bereid het voorzorgsprincipe in de wet Natuurbescherming aan te passen zodat
dit aansluit bij realistische gevolgen van werkzaamheden?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
Caroline van der Plas, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.