Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het verslag
35 670 Wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland
Nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 18 mei 2021
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
1
2.
Terugkijken
2
3.
Model stembiljet kiezers buiten Nederland
2
1. Inleiding
Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van de inbreng die door de leden van
de fracties van de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP is gegeven. Ik dank de
leden van de fracties van VVD, CDA en SGP voor hun vragen en opmerkingen en de fractie
van de ChristenUnie, die in dit stadium geen vragen heeft, voor haar opmerking.
Met genoegen stel ik vast dat de leden van de VVD-fractie het een goede zaak achten
om de Kieswet te wijzigen zodat kiezers in het buitenland hun stembiljet langs digitale
weg, dat wil zeggen per e-mail, kunnen blijven ontvangen. Zij delen de opvatting van
de regering dat het gewenst is dat de mogelijkheid om het stembiljet per post te ontvangen,
blijft bestaan. Wel vragen de leden van de VVD-fractie of de regering heeft overwogen
om de mogelijkheid te bieden de bescheiden op te halen met gebruikmaking van MijnOverheid.
Het kabinet streeft ernaar om het stemmen voor de kiezers in het buitenland zo eenvoudig
mogelijk te maken1 en vindt het dan ook van groot belang dat de kiezers bij het ontvangen van hun stembiljet
zo min mogelijk barrières ondervinden. Het is namelijk cruciaal dat de kiezer zo snel
als mogelijk over het stembiljet beschikt zodat de kiezer tijd heeft om zijn stem
op tijd bij het briefstembureau te krijgen. Bij verzending van het stembiljet per
e-mail ontvangen de kiezers buiten Nederland het stembiljet zodra dit definitief is
vastgesteld direct in hun persoonlijke mailbox. Zij hoeven daarvoor verder niets te
doen. Bij gebruikmaking van MijnOverheid ontvangt de gebruiker het stembiljet niet
direct, maar krijgt de gebruiker eerst een bericht dat een nieuw bericht in de Berichtenbox
is geplaatst, waarna moet worden ingelogd met een DigiD om dat bericht daar vandaan
op te halen. Nog afgezien van de omstandigheid dat lang niet alle kiezers buiten Nederland
over een DigiD beschikken, vereist dit proces meerdere handelingen voordat de kiezer
over zijn stembiljet kan beschikken. Verder ontstaat er een afhankelijkheid van de
beschikbaarheid en bereikbaarheid van MijnOverheid, en van DigiD. Het kabinet vindt
met name deze extra stappen voor de kiezer voor het kunnen ontvangen van het stembiljet
in dit tijdkritische traject niet wenselijk.
2. Terugkijken
De leden van de CDA-fractie vragen een toelichting bij de in de voetnoot vermelde
omstandigheid dat bij het eerste experiment, toen de gemeente Den Haag de stembiljetten
per bulkmail verzond, bij enkele tientallen kiezers het stembiljet in eerste instantie
niet in hun mailbox is aangekomen.
Bij de Europees Parlementsverkiezing van 2014 was het voor het eerst mogelijk dat
het nieuwe model stembiljet per e-mail aan de kiezers buiten Nederland werd toegestuurd.
De gemeente Den Haag verzond toen het stembiljet aan alle ruim 12.000 geregistreerde
kiezers die hadden aangegeven van die mogelijkheid gebruik te willen maken, tegelijkertijd
(dus per bulkmail). E-mailproviders merken bulkmail soms als spam aan. Bij enkele
tientallen kiezers kwam het stembiljet in de spambox terecht of kwam het niet aan.
Deze kiezers hebben het stembiljet opnieuw via de mail ontvangen. Sinds die verkiezing
verstuurt de gemeente Den Haag de stembiljetten per e-mail in batches (niet per bulkmail).
Ook stuurt de gemeente Den Haag aan alle kiezers twee e-mails achter elkaar: de e-mail
met als bijlage het stembiljet, en daaraan voorafgaand een korte e-mail met de aankondiging
van toezending van het stembiljet en het advies om als die tweede mail met bijlage
niet is aangekomen, in de spambox te kijken. De gemeente Den Haag laat desgevraagd
weten hierover geen enkele klacht meer te hebben ontvangen.
Graag ga ik in op de vraag van de leden van de CDA-fractie waarom de regering voorstelt
dat de kiezers buiten Nederland die het stembiljet per post willen ontvangen, dit
expliciet moeten aangeven. De regering hecht er veel belang aan dat zoveel mogelijk
kiezers de keuze maken voor toezending van het stembiljet per e-mail. Ten opzichte
van verzending per post beschikken zij daarmee veel eerder over het stembiljet en
hebben zij zo meer tijd om hun stem tijdig bij het briefstembureau te krijgen. Verzending
per e-mail aan de kiezer wordt om die reden de hoofdregel. Verzending per post blijft,
als voorheen, mogelijk indien de kiezer daarom verzoekt. De kiezer die zich registreert
om per brief te stemmen en het stembiljet per post wil ontvangen, kruist dit aan op
zijn registratieverzoek. Hij wordt er daarbij op gewezen dat hij erop bedacht moet
zijn dat hij zijn stembiljet ten opzichte van toezending per e-mail, veel later ontvangt
waardoor hij (te) weinig tijd heeft om zijn briefstem op tijd in te dienen en zo (tijdig)
te stemmen.
3. Model stembiljet kiezers buiten Nederland
De leden van de VVD-fractie vragen naar de achtergrond van de keuze dat voor het uitbrengen
van een geldige stem op een kandidaat de kiezer twee vakjes moet inkleuren, zowel
bij de partij van zijn keuze als bij het nummer van de kandidaat op wie hij wil stemmen,
nu dit afwijkt van de regeling in de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale
stemopneming. Meer specifiek vragen deze leden of dit verband houdt met het feit dat
in het Nederlandse kiesstelsel een stem op een kandidaat wordt uitgebracht en niet
op een partij. De leden van deze fractie vragen aandacht voor goede voorlichting waarmee
deze verandering gepaard zal moeten gaan. Ten slotte is de vraag van de leden van
de VVD-fractie of de regering kan toezeggen dat deze verandering bij de evaluatie
van de verkiezingen te zijner tijd bijzondere aandacht zal krijgen.
In reactie hierop kan ik bevestigen dat deze keuze beter aansluit bij het huidige
kiesstelsel, dat immers uitgaat van het uitbrengen van een stem op een kandidaat,
dan de regeling in de Tijdelijke experimentenwet waarbij de stem van de kiezer die
alleen een keuze maakt voor een partij, wordt toegerekend aan de eerste kandidaat
op de lijst. Het belang van goede voorlichting over deze wijziging onderschrijf ik
ten zeerste, vooral ook omdat het inkleuren van uitsluitend het stemvakje bij de partij
leidt tot een ongeldige stem. Dit zal onderdeel zijn van de voorlichting en de uitleg
over hoe met het stembiljet een geldige stem moet worden uitgebracht. De online oefenvoorziening
zal hierop worden aangepast.
Het is staand kabinetsbeleid om de verkiezingen te evalueren. Indien wijzigingen in
het verkiezingsproces zijn doorgevoerd, maken deze deel uit van de evaluatie. Dat
deze wijziging in de evaluatie zal worden betrokken, zeg ik dan ook graag toe.
De leden van de CDA-fractie halen de zinsnede aan dat er nauwelijks klachten van kiezers
over het nieuwe model stembiljet zijn geweest en vernemen graag waarop de klachten
betrekking hadden.
Blijkens informatie van de gemeente Den Haag was het voor sommige kiezers onduidelijk
waarom niet bij alle partijen op het stembiljet een logo stond vermeld. Het registreren
van een logo is niet wettelijk verplicht. En mogelijk hadden enkele partijen hun logo
niet tijdig bij de Kiesraad geregistreerd. Ook zijn er vragen gesteld over niet opeenvolgende
lijstnummers als gevolg waarvan kiezers menen dat partijen ten onrechte niet op het
stembiljet staan. Aan de verkiezing deelnemende partijen krijgen een lijstnummer toegewezen
dat in alle kieskringen waarin zij deelnemen hetzelfde is. Partijen bepalen zelf in
welke kieskring(en) zij wel of niet meedoen. Doet een partij in een bepaalde kieskring
niet mee, dan ontbreekt op het desbetreffende stembiljet die partij en dus ook het
bij die partij behorende lijstnummer. Hierover worden ook bij het stembiljet dat in
Nederland in het stemlokaal wordt gebruikt, door kiezers vragen gesteld.
De leden van de CDA-fractie vragen verder naar het precieze aantal briefstemmen dat
is uitgebracht bij de Tweede Kamerverkiezing in maart 2017. Ook vragen de leden van
de CDA-fractie wat moet worden verstaan onder «een meer gestructureerde wijze van
tellen» die het kleine formaat van het nieuwe stembiljet volgens de gemeente Den Haag
mogelijk maakt.
Bij de Tweede Kamerverkiezing van 15 maart 2017 zijn 61.397 briefstemmen uitgebracht.2 Bij de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021 waren dit er overigens 63.549. Anders
dan het stembiljet dat in Nederland in het stemlokaal wordt gebruikt, kost het uitvouwen
van de stembiljetten met het handzame (A4-)formaat nauwelijks tot geen tijd. Het kleinere
formaat maakt het stembiljet overzichtelijker en makkelijker te sorteren. Het tellen
van de stembiljetten blijkt daarmee niet alleen veel efficiënter en sneller maar ook
minder foutgevoelig te zijn, wat de betrouwbaarheid van de uitslag ten goede komt.
De leden van de SGP-fractie vinden het weinig fraai dat van veel partijen, waaronder
een aantal grote partijen, een logo op het stembiljet ontbreekt. Zij vragen in dat
verband waarom de passieve benadering dat een politieke groepering schriftelijk kan
verzoeken om registratie van een logo, niet wordt aangevuld met de verplichting dat
het centraal stembureau die mogelijkheid aanbiedt.
De regering beaamt dat het wenselijk is dat zoveel mogelijk partijen een aanduiding
en een logo registreren. Dit wetsvoorstel creëert dan ook een grondslag in de Kieswet
(artikel G 6) voor registratie van een logo. Dit maakt het mogelijk dat een voorgeschreven
formulier wordt vastgesteld waarmee het centraal stembureau politieke groeperingen
meer vanzelfsprekend attendeert op de mogelijkheid een logo te registreren. Ik wijs
er in dit verband op dat logo’s die in het register van het centraal stembureau zijn
geregistreerd, voor de daaropvolgende verkiezingen van het vertegenwoordigend orgaan
niet opnieuw hoeven te worden geregistreerd.
Overigens registreren steeds meer partijen een logo. Bij de Tweede Kamerverkiezing
van 2017 was dat 52% (13 van de 25), bij de Tweede Kamerverkiezing van 2021 80% (24
van de 30).3
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties