Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 650 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 11 december 2020
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 4 december 2020 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken.
Bij brief van 10 december 2020 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Meijers
1
Hoeveel kosten heeft het ministerie dit jaar bespaard op het niet doorgaan van activiteiten
als borrels, diners en evenementen?
Antwoord:
Het ministerie verwacht op het gebied van evenementen, recepties en overige representatiekosten
EUR 3,5 miljoen minder uit te geven dan in 2019.
2
Hoeveel kosten heeft het ministerie dit jaar bespaard op de reiskosten (zoals vliegtickets)
sinds de uitbraak van de coronacrisis?
Antwoord:
Het ministerie verwacht op het gebied van reiskosten EUR 11,3 miljoen minder uit te
geven dan in 2019.
3
Waar worden de middelen die bespaard zijn op de kosten van borrels, diners en evenementen
en reiskosten (zoals vliegtickets) aan uitgegeven c.q. geboekt?
Antwoord:
De middelen die bespaard worden op reiskosten ter hoogte van omstreeks EUR 11,3 miljoen
en de middelen die bespaard worden op het gebied van evenementen, recepties en overige
representatie ter hoogte van EUR 3,5 miljoen worden ingezet om de tegenvallende consulaire
inkomsten ter hoogte van EUR 28,1 miljoen mee op te vangen, als gevolg waarvan de
kostendekkendheid van de consulaire dienstverlening is afgenomen.
4
Op hoeveel van de in artikel 4.1 genoemde middelen voor de bijzondere bijstand buitenland
is aanspraak gemaakt, en hoeveel is niet gebruikt? Welk deel kwam hier bovenop van
EU-middelen die ingezet konden worden voor terugkeer?
Antwoord:
De financiële afwikkeling van Bijzondere Bijstand Buitenland loopt door tot en met
31 mei 2021. De stand per 1 november geeft aan dat er voor circa EUR 3,8 miljoen aanspraak
is gemaakt en dus EUR 2,8 miljoen nog niet is verbruikt. De EU heeft op basis van
de Nederlandse repatriëringsoperaties een principetoekenning gedaan van een subsidie
van circa EUR 1,5 miljoen. Definitieve toekenning is afhankelijk van de onderbouwing
en op te leveren logistieke en financiële bewijstukken.
5
Kunt u een toelichting geven op waarom de Nederlandse bijdrage aan VN-crisisbeheersingsoperaties
lager uitvalt dan geraamd?
Antwoord:
De jaarlijkse bijdrages van de VN-lidstaten aan de VN-crisisbeheersingsoperaties worden
berekend op basis van historische gegevens van werkelijke uitgaven en nieuwe inzichten.
Een aantal crisisbeheersingsoperaties is afgeschaald en sommige operaties lopen al
langere tijd, waardoor de kosten teruglopen. Om deze redenen heeft de VN dit jaar
om minder financiële steun gevraagd en valt de Nederlandse bijdrage lager uit dan
geraamd.
6
Op welke termijn verwacht u de niet gerealiseerde personele intensivering, alsnog
te realiseren?
Antwoord vragen 6, 7 en 9:
De lagere realisatie op de personele uitgaven wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat
een aantal van de intensiveringsfuncties pas in de loop van dit jaar is ingevuld en
waarbij de start op de post soms ook nog eens vertraagd is vanwege COVID-19. Dit geldt
ook voor de extra investering gekoppeld aan het amendement Sjoerdsma/Koopmans (Kamerstuk
35 300 V, nr. 12) en de extra uitgaven als gevolg van de opening van de ambassade in Jerevan (amendement
Voordewind, Kamerstuk 35 300 V nr. 10). De verwachting is dat begin 2021 alle, nog openstaande vacatures die verband houden
met de intensiveringen, zijn ingevuld. In de eerste helft van 2021 zal de Tweede Kamer
worden geïnformeerd over de wijze waarop de intensiveringsmiddelen postennet zijn
ingezet en welke extra resultaten hiermee zijn behaald. Verder wordt een lagere realisatie
verwacht doordat nog geen extra, reeds begrote capaciteit voor uitvoering visumplicht
Venezuela is gerealiseerd, er minder is uitgegeven voor stages, er minder gebruik
is gemaakt van de mobiliteitskaart en er een belastingmeevaller op de afdrachten van
de buitenland vergoeding is verwerkt.
7
Welke beoogde intensiveringen zijn niet gerealiseerd?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 6.
8
Zijn er inmiddels meerdere contribuanten voor het Global Forum on Cyber Expertise
(GFCE) of is Nederland nog steeds de enige financier?
Antwoord:
Naast Nederland zijn inmiddels zeven andere partijen betrokken bij het GFCE als financier
of contribuant: Canada, Duitsland, Nieuw-Zeeland en het VK, de Bill & Melinda Gates
Foundation, Microsoft en Hewlett.
9
Welke oorzaken ziet de Minister voor het feit dat niet alle openstaande vacatures
in het kader van de intensiveringen vervuld zijn (EUR 7,1 miljoen)? Om wat voor vacatures
gaat dit?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier