Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Diertens en Van Weyenberg over incorrecte cijfers van ziekenhuisopnames
Vragen van de leden Diertens en Van Weyenberg (beiden D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over incorrecte cijfers van ziekenhuisopnames (ingezonden 16 oktober 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister voor Medische Zorg (ontvangen 3 december 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 704.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Aantal opnames coronapatiënten blijkt ineens dubbel
zo hoog» van 15 oktober jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u in een feitenrelaas (inclusief gedetailleerde tijdlijn) aangeven wanneer en
door wie het ministerie op de hoogte is gebracht van het feit dat er sprake was van
een te lage weergave van de ziekenhuisopnames op het coronadashboard?
Antwoord 2
Het Coronadashboard wordt continu verbeterd, uitgebreid en verfijnd. Dat heb ik bij
de lancering van het dashboard begin juni ook aangegeven. Elke twee weken zijn er
nieuwe verbeteringen en uitbreidingen. Het coronadashboard toonde tot 13 oktober de
ziekenhuiscijfers van de GGD (Osiris). Deze GGD-cijfers werden ook in de maanden daarvoor
gebruikt voor de monitoring van het verloop van de pandemie. Daarnaast monitort Stichting
NICE sinds begin maart parallel aan de GGD het aantal IC-opnamen en het aantal ziekenhuisopnamen
op de verpleegafdeling. In de eerste maanden rapporteerde Stichting NICE echter lagere
aantallen ziekenhuisopnamen dan Osiris. Een belangrijke reden hiervoor was dat toen
nog niet alle ziekenhuizen hun gegevens deelden met Stichting NICE.
Vanaf begin juni leken de cijfers van Osiris en NICE ongeveer op hetzelfde niveau
te liggen. Gedurende de hele zomer tot aan begin september waren de cijfers uit beide
bronnen redelijk vergelijkbaar. In deze periode was het aantal ziekenhuisopnamen ook
laag.
Begin september begonnen de aantallen ziekenhuisopnames op te lopen vanwege het oplopend
aantal besmettingen. Vanaf dat moment begonnen echter de cijfers van Osiris en NICE
uit elkaar te lopen. We zijn dit nader gaan onderzoeken. In eerste instantie leek
de oorzaak te zijn dat de GGD te maken had met vertraging in de rapportage. Echter,
de belangrijkste reden bleek te zijn dat vanwege het verruimde testbeleid aan de GGD
veel minder ziekenhuisopnamen gerapporteerd werden. Dit komt doordat sinds 1 juni
een infectie met het coronavirus meestal in de teststraat wordt vastgesteld, dus meestal
vóór een ziekenhuisopname.
Ik zal dit nader uitleggen: tijdens de eerste golf werd er weinig getest. Een besmetting
werd toen meestal in het ziekenhuis bevestigd en daar is deze dan meldingsplichting.
Door de verruiming van het testbeleid worden sindsdien de meeste infecties al vóór
ziekenhuisopname vastgesteld en dus aan de GGD gemeld vóór ziekenhuisopname. Dat betekent
dat de GGD dus minder ziekenhuisopnames ontvangen, omdat veel besmettingen al in de
GGD-teststraat worden vastgesteld. De ziekenhuizen hebben weliswaar zicht op welke
patiënten besmet zijn en geven dat ook door aan NICE, maar dus lang niet meer in alle
gevallen aan de GGD. Bij de toename in besmettingen en het verruimde testbeleid werd
het verschil tussen NICE en Osiris daarom ook groter.
Zodra we hier achter kwamen, hebben we alles in het werk gesteld om op het dashboard
zo snel mogelijk over te kunnen stappen van de Osiris-gegevens naar NICE. Sinds 13 oktober
toont het dashboard op landelijk niveau daarom de NICE-ziekenhuiscijfers en niet meer
die van Osiris. Die overstap vergde enige tijd, omdat de systemen hierop ingericht
moesten worden. De overstap naar NICE op regionaal niveau was op dat moment nog niet
mogelijk vanwege juridische goedkeuring. Dat proces is inmiddels bijna afgerond en
we verwachten binnenkort ook de regionale ziekenhuiscijfers te kunnen tonen. Zoals
op het coronadashboard vermeld, zijn de regionale GGD-ziekenhuiscijfers tijdelijk
uitgezet, omdat deze gegevens niet meer volledig waren en niet meer bijdroegen aan
goede informatievoorziening. Dit zal van korte duur zijn, totdat de regionale NICE-ziekenhuiscijfers
beschikbaar zijn.
Vraag 3
Heeft u toen u hoorde dat er sprake was van een te lage weergave van ziekenhuisopnames
in het dashboard meteen de Kamer geïnformeerd? Zo ja, wanneer was dat? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 zagen we begin september dat er verschillen
tussen beide databronnen waren in aantallen cijfers. Daaropvolgend zijn we eerst gaan
uitzoeken waar het verschil vandaan kwam. Deze verschillen heb ik in het antwoord
op vraag 2 benoemd. Vervolgens hebben we alles in het werk gesteld om op het coronadashboard
zo snel mogelijk over te stappen op de cijfers van NICE. Deze overstap is op 13 oktober
gerealiseerd. Dit heb ik ook gecommuniceerd via:
de voortgangsbrief aan uw Kamer op 13 oktober jl.;
de cijferverantwoording op het dashboard per 13 oktober;
de tweet van woensdagochtend 14 oktober.
de expert-meeting met tegensprekers van 8 oktober;
Het RIVM is voor haar modellering begin oktober overgestapt op de NICE-cijfers. Dit
hebben zij tevens gecommuniceerd in hun wekelijkse update: https://www.rivm.nl/nieuws/stijging-zet-door
Vraag 4 en 5
Wat was de datum dat de signaalwaarde van veertig ziekenhuisopnames per dag werd overschreden
en wanneer bent u op de hoogte gebracht van deze overschrijding?
Was de overschrijding van de signaalwaarde van het aantal ziekenhuisopnames voor of
na de persconferentie van 18 september jl. waarin de Minister-President aangaf dat
het aantal ziekenhuisopnames nog relatief meeviel?
Antwoord 4 en 5
Op 30 september is de signaalwaarde van veertig ziekenhuisopnames per dag (uitgaande
van een 3-daags gemiddelde per dag) overschreden conform de ziekenhuisgegevens van
de GGD, die toen nog op het dashboard werden getoond.
Met terugwerkende kracht laten de ziekenhuisgegevens van Stichting NICE een overschrijding
zien op op 17 september (uitgaande van een 3-daagsgemiddelde per dag). Op 17 en 18 september
hebben wij niet het signaal ontvangen dat dit het geval was. De gegevens van Stichting
NICE zijn namelijk nooit direct compleet en worden altijd met terugwerkende kracht
verder aangevuld. Wel zagen we natuurlijk dat de ziekenhuisopnamen aan het oplopen
waren en dat de verschillen tussen NICE en Osiris groter werden. Daarom zijn we, zoals
aangegeven onder vraag 2, begin oktober ook overgestapt op NICE.
Vraag 6
Wordt u naast het zelf raadplegen van het coronadashboard ook apart geïnformeerd over
de status van het aantal ziekenhuisopnames? Zo ja, kunt u voor de periode van 1 september
tot 15 oktober jl. een tijdlijn maken met wanneer u hierover apart bent geïnformeerd?
Antwoord 6
Ja, ik word dagelijks geïnformeerd over de cijfers, zodra deze beschikbaar zijn. Onderdeel
daarvan zijn bedbezetting en ziekenhuisinstroom.
Vraag 7
Kunt u in één grafiek het aantal ziekenhuisopnames per dag weergeven zoals deze gepubliceerd
zijn op de website van de Stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE), het
Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) en het coronadashboard in
de periode van 1 juli tot en met 15 oktober?
Antwoord 7
Het is niet mogelijk om de gegevens van NICE, LCPS en Osiris in één grafiek weer te
geven. Het LCPS toont namelijk het totaal aantal bedden dat bezet is en niet het aantal
ziekenhuisopnames per dag. (Dat doen ze pas sinds 14 oktober).2
3
Het kan wel in 2 grafieken, die ik hieronder heb weergegeven. In Figuur 1 wordt de
instroom (aantal nieuwe ziekenhuisopnames op de verpleegafdeling) van Osiris en Stichting
NICE weergegeven. Deze figuur laat zien dat de gegevens van Osiris en NICE in de loop
van september steeds verder uit elkaar gingen lopen.
Figuur 2 toont het totaal aantal mensen op de verpleegafdeling (bedbezetting) door
NICE en LCPS. Daarbij is van belang op te merken dat er een aantal verschillen tussen
deze weergegeven data kan bestaan. Beide bronnen hanteren niet hetzelfde moment op
de dag voor uitvraag van gegevens. Als patiënten inmiddels COVID-vrij zijn, wordt
daar in de verschillende registraties bij deze dataleveranciers anders mee omgegaan.
In de data van stichting NICE blijft dat een COVID-patiënt, terwijl dit in LCPS niet
meer het geval is, omdat deze patiënt geen COVID-bed meer nodig heeft. Ook leveren
enkele ziekenhuizen nog niet aan stichting NICE gegevens, omdat ze niet dubbel willen
registreren. De automatische extractie uit het elektronisch patiëntendossier vergt
bovendien een handmatige controle waar niet overal prioriteit aan wordt gegeven, omdat
dit als een dubbelregistratie ervaren wordt. Hierdoor lopen status updates en ontslagdata
soms achter.
Figuur 1: Met terugwerkende kracht totaal aantal ziekenhuisopnamen op verpleegafdelingen
tot 15 oktober op basis van Osiris en Stichting NICE
Figuur 2: Definitieve aantallen bedden bezet op verpleegafdelingen tot 15 oktober
2020
Vraag 8
Heeft u in de periode van 1 september tot 15 oktober jl. overleggen gevoerd met partijen
over het aantal ziekenhuisopnames? Zo ja, kunt u de verslagen van deze overleggen
de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dit tot artikel 68
van de Grondwet?
Antwoord 8
De Minister van Medische Zorg en Sport heeft in de periode 1 september tot 15 oktober
jl. geregeld overleggen gehad met de NVZ, NFU, FMS, V&VN, LNAZ, LHV, IGJ en NZa. Met
deze zorgpartijen spreekt Minister van Ark over de ontwikkelingen in de ziekenhuizen
en de voor- en nazorgketen, waarbij elk overleg wordt begonnen met het beeld in de
ziekenhuizen. Op basis van LCPS data wordt besproken hoeveel patiënten er de afgelopen
week zijn opgenomen op de kliniek
en op de IC, wat de delta is en hoeveel patiënten er zijn verplaatst tussen de ziekenhuizen.
De schriftelijke verslagen van deze overleggen worden ter informatie rondgestuurd
aan de deelnemers, voor eigen gebruik, en worden niet formeel vastgesteld. Derhalve
stuur ik deze verslagen niet aan de Kamer.
Daarnaast zijn er op ambtelijk niveau gesprekken gevoerd met Stichting NICE, LCPS
en RIVM over het overstappen van de GGD-ziekenhuiscijfers naar de cijfers van Stichting
NICE en LCPS. Hier zijn geen verslagen van gemaakt. Alleen van het laatste concluderende
overleg is er wel een verslag. Het verslag hiervan is bijgevoegd bij deze beantwoording.
Vraag 9
In welk Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO) is er voor het eerst gesproken over de
dreiging van het overschrijden van de signaalwaarde van het aantal ziekenhuisopnames?
Kunt u het verslag van dat BOA aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet? Hoe
verhoudt zich dit tot artikel 68 van de Grondwet?
Antwoord 9
Er worden geen notulen gemaakt van het BAO. Tijdens het overleg worden de bevindingen
door de voorzitter en als standpunt of advies van het BAO geconcludeerd. Dit wordt
vervolgende vastgelegd in een korte tekstpassage als reactie op het OMT advies en
zo opgenomen in de stand van zaken brief die uw kamer ontvangt. Er zijn geen (gespreks)verslagen
van het BAO openbaar, en het is daarmee niet mogelijk aan te geven wanneer het BAO
voor het eerst sprak over dreiging van het overschrijden van de signaalwaarde van
het aantal ziekenhuisopnames.
In het BAO-advies van 18 september wordt niet gesproken van een dreiging van het overschrijden
van de signaalwaarde, maar wel over de zorgen over de oplopende cijfers.
BAO 18 sep: BAO-advies
Naar aanleiding van het OMT-advies heeft op 15 september jl. een Bestuurlijk Afstemmingsoverleg
(BAO) plaatsgevonden.
Ten aanzien van de huidige epidemiologische situatie, deelt het BAO de zorg over de
stijgende cijfers. Het BAO adviseert communicatie te richten op mensen met een migratie
achtergrond, jongeren, studerenden en daarbij de onderwijsinstellingen en studerenden
zelf te betrekken.
Verder deelt het BAO de noodzaak voor een sterk signaal, dus maatregelen die op korte
termijn zichtbaar zijn en adviseert het kabinet daarbij ook lokaal maatwerk mogelijk
te maken.
Ten aanzien van testen adviseert het BAO om het OMT-advies op te volgen en daarbij
voldoende aandacht te besteden aan de uitvoerbaarheid. Uitvoerders hebben tijd nodig
om dit goed in te regelen. Het BAO adviseert daarnaast in de communicatie heel helder
te zijn over doel, keuzes en mogelijkheden van het testbeleid.
Ten aanzien van de ontwikkeling van sneltesten, neemt het BAO het advies van het OMT
over om eerst de resultaten van de validatie van de verschillende sneltesten af te
wachten. Het BAO adviseert om in de communicatie vanuit de overheid hier ook heel
duidelijk over te zijn.
Vraag 10
Kunt u alle adviezen en verslagen van de overleggen van het BAO in de periode van
1 september en 15 oktober delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich
dit tot artikel 68 van de Grondwet?
Antwoord 10
Zoals reeds aangegeven in het antwoord op vraag 9, geeft het BAO wel een advies m.b.t.
de OMT-adviezen. Deze zijn in de COVID stand van zaken brieven aan uw Kamer gestuurd.
Ook zijn BAO-adviezen in enkele kamerbrieven over uitleg van de landelijke maatregelen
opgenomen.
Voor de volledigheid en transparantie voeg ik de adviezen bij deze beantwoording bij.
Vraag 11
Zijn er in het overleg van het Outbreak Managementteam (OMT) van 14 september jl.
zorgen geuit over het stijgend aantal ziekenhuisopnames? Zo nee, wanneer werden deze
zorgen voor het eerst geuit?
Antwoord 11
In het OMT-advies van 14 september staat het volgende vermeld over de ziekenhuisbedden:
«Hoewel het aantal nieuwe meldingen toeneemt zien we nog geen sterke stijging in het
aantal ziekenhuisopnames en overlijdens.»
In het OMT-advies van 28 september wordt aangegeven dat de epidemische situatie in
heel Nederland zorgelijk is, dat het aantal besmettingen snel oploopt en de druk op
zorg en ziekenhuizen toeneemt.
Vraag 12
Kunt u de verslagen van de OMT-overleggen op 14 en 28 september jl. de Kamer doen
toekomen? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 van de Grondwet?
Antwoord 12
Alle OMT-adviezen worden aan uw Kamer gestuurd met een brief. Deze adviezen heeft
uw kamer daarom al ontvangen. Net als alle andere OMT-adviezen van de afgelopen maanden.
De weerslag van de OMT-besprekingen is terug te lezen in de adviezen. OMT-verslagen
heb ik niet beschikbaar en zijn niet openbaar. Het OMT is een gemengd samengestelde
adviescommissie van RIVM-deskundigen en experts die ad hoc en zonder last of ruggenspraak
worden uitgenodigd. Voor een goed werkend OMT is het noodzakelijk dat de deskundigen
vrijelijk vanuit inhoudelijk perspectief kunnen discussiëren. Wanneer de bereidheid
tot deelname aan het OMT afneemt (wat een reëel risico is als de notulen in strijd
met de toegezegde vertrouwelijkheid openbaar zouden worden gemaakt), komt het hele
systeem van uitbraak- en epidemiebestrijding op losse schroeven te staan. Dit kan
ernstige gevolgen hebben voor de volksgezondheid en veiligheid van burgers bij deze
of volgende infectieziektecrises. De garantie van vertrouwelijkheid van de beraadslagingen
en notulen weegt dan ook vanuit dat perspectief zwaar. Dit is in lijn met artikel
68 Grondwet. Op 15 juni 2020 heeft de Afdeling advisering van de Raad van State ongevraagd
advies uitgebracht over de ministeriële verantwoordelijkheid. Daarin is ook ingegaan
op de betekenis van artikel 68 Grondwet. Ik verwijs u in dit verband naar de reactie
van het kabinet in het Nader rapport van 29 september 2020 over dit advies.
Vraag 13
Wordt het openbare coronadashboard door u gebruikt als bron voor de afweging of extra
maatregelen ten behoeve van het indammen van het coronavirus nodig zijn?4 Zo ja, welke consequenties zijn er aan verbonden indien informatie op dit dashboard
incorrect is? Zo nee, kunt u een lijst met bronnen geven die u wel gebruikt en kunt
u per bron aangeven of deze openbaar is?
Antwoord 13
Via het coronadashboard kan het kabinet in de gaten houden hoe het coronavirus zich
ontwikkelt en ingrijpen om het virus in te dammen als dat nodig is. Op basis van het
dashboard ontvang ik dagelijks een uitgebreid beeld met extra toelichting op de cijfers.
Of er ingegrepen moet worden, en waar ingegrepen moet worden, is echter nooit een
automatisme op basis van één of enkele getallen. Dat zal altijd een analyse van de
cijfers vragen en een bestuurlijke weging. Het gaat om trends, en minder om de dagcijfers.
De signaalwaarden spelen daarin een belangrijke rol, als functie van alarmbel. Op
basis van deze alarmbellen vindt er een inschalingsoverleg plaats met veiligheidsregio’s,
GGD en RIVM. De cijfers worden in samenhang met elkaar, de overige monitoringsgegevens
en de plaatselijke situatie bekeken en geduid door het RIVM en de GGD, die zicht heeft
op o.a. het bron- en contact onderzoek. Ook is van belang in hoeverre de adviezen
van het RIVM goed opgevolgd worden en de regels worden nageleefd. Het gaat dus altijd
om een totaalbeeld. Bij oplopende cijfers wordt de routekaart als leidraad gevolgd,
met bijbehorende maatregelen. Bij langdurig dalende cijfers vindt maatwerk plaats
op de weg terug naar risiconiveau waakzaam. Het coronadashboard wordt continu verbeterd
en verfijnd. Dat heb ik bij de start begin juni ook gemeld. Elke twee weken zijn er
nieuwe verbeteringen en uitbreidingen.
Vraag 14
Kunt u een uitputtende lijst geven van de bronnen van de andere cijfers in het openbare
dashboard en kunt u garanderen dat deze cijfers accuraat zijn en te allen tijde accuraat
zijn geweest sinds het dashboard online is?
Antwoord 14
Het dashboard toont de bronvermelding per onderwerp, inclusief de link naar het exacte
bronbestand indien openbaar. Dit is opgenomen onder de cijferverantwoording op: https://coronadashboard.rijksoverheid.nl/verantwoording.
Op dit moment worden de volgende bronnen in het dashboard weergegeven:
RIVM: wordt grotendeels openbaar aangeleverd, waar dit nog niet zo is wordt hier samen
met het RIVM eraan gewerkt het openbaar beschikbaar te maken op https://data.rivm.nl/
NICE: wordt openbaar aangeleverd.
LCPS: wordt openbaar aangeleverd.
Nivel: wordt niet openbaar aangeleverd.
Het dashboard is een visualisatie- en communicatie-instrument dat de data van andere
partijen (RIVM, NICE, LCPS etc) inleest. Uiteraard is het van het grootste belang
dat al deze partijen hun kwaliteitsprocessen op orde hebben zodat alle data betrouwbaar
zijn. Wanneer er desondanks toch fouten ontdekt worden, wordt dit gecorrigeerd en
via het dashboard gecommuniceerd onder de cijferverantwoording. Daarbij wil ik benadrukken
dat de GGD-cijfers wel correct zijn. Zoals ik hierboven heb aangegeven, is er deels
sprake van narapportage en ligt er voor een belangrijk deel een andere oorzaak ten
grondslag aan het verschil in cijfers, namelijk de verruiming van het testbeleid.
Vraag 15
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en vóór de behandeling van de VWS-begroting
van 2021 beantwoorden?
Antwoord 15
Nee, deze vragen heb ik helaas niet vóór de begrotingsbehandeling aan uw Kamer kunnen
doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.