Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de herijking Canon van Nederland
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid
Nr. 395
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 13 november 2020
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de
brief van 22 juni 2020 over Herijking Canon van Nederland (Kamerstuk 32 820, nr. 370) en over de brief van 25 juni 2020 over resultaten van de herijking van de Canon
van Nederland (Kamerstuk 32 820, nr. 375).
De vragen en opmerkingen zijn op 3 september 2020 aan de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 11 november 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
4
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
5
•
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
7
•
Inbreng van de leden van de SP-fractie
8
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
8
•
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
9
II
Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
9
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de verhalen van het verleden
worden verteld aan onze leerlingen, zodat zij een historisch besef hebben. De leden
hebben daarom met interesse kennisgenomen van het «Rapport van de Commissie Herijking
Canon van Nederland» en de daarbij behorende brief van de Minister. Wel hebben de
leden nog een aantal vragen.
Rapport van de Commissie Herijking Canon van Nederland
Basisonderwijs en pabo’s
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het basisonderwijs de Canon door ruim twee
derde van de leerkrachten in de bovenbouw gebruikt wordt. Wat gebruiken de rest van
de leerkrachten voor hun lessen en wat zijn de voornaamste redenen voor scholen om
niet gebruik te maken van de Canon in hun lessen? Op welke manier borgt de Minister
dat leerlingen van deze school nog steeds genoeg informatie en les krijgen over de
nationale geschiedenis? Is de Minister het tevens met de leden eens dat historisch
besef een belangrijk onderdeel is van het goed kunnen functioneren binnen de Nederlandse
samenleving, zo vragen zij.
Voortgezet onderwijs
De leden van de VVD-fractie vragen met welk doel de makers van de Canon de Canon hebben
gemaakt. Tevens vragen zij of de makers van mening zijn dat het doel afdoende wordt
bereikt. De leden lezen ook dat een groot deel van de vensters inmiddels aanbod komt
in de courante lesmethoden geschiedenis. Op welke manier wordt voorkomen dat er onnodig
overlap ontstaat tussen de beide initiatieven?
De leden lezen dat er bij de totstandkoming van de vorige Canon veel kritiek te horen
was vanuit docenten uit het voortgezet onderwijs. Deze kritiek spitste zich bijvoorbeeld
toe op het vermeende nationalistische karakter van de Canon. Welke invloed heeft deze
kritiek gehad op de totstandkoming van de huidige Canon? Is de Minister van mening
dat er aanpassingen nodig waren naar aanleiding van die kritiek? Wat zijn de voornaamste
kritieken vanuit het werkveld op de Canon en hoe beoordeelt de Minister die kritieken?
Daarnaast werd de aansluiting bij de tien tijdvakken als gebrekkig ervaren en werd
het gefragmenteerde karakter (veel losse vensters) ook als problematisch ervaren.
Wordt deze gebrekkige aansluiting nog steeds ervaren? Wat heeft de Minister gedaan
om te waarborgen dat de nieuwe Canon niet enkel een «inspiratiebron» zou zijn, zo
vragen zij.
Opdracht commissie werkwijze
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister van OCW de opdracht omschreef als
het «tegen het licht houden van keuzes en teksten die [in 2005–2006] op grond van
de inzichten van toen gemaakt zijn». Heeft de Minister nog een andere opdracht, mening
of aanwijzing meegegeven aan de makers van de Canon? Zo ja, welke?
De leden lezen dat de commissie zodanig is samengesteld dat de belangrijkste sectoren
die te maken hebben met de Canon erin vertegenwoordigd zijn. Wie worden er dan bedoeld
met «aanverwante spelers», zo vragen de leden.
Herschreven teksten
De leden van de VVD-fractie merken op dat de Minister in haar opdrachtbrief beklemtoonde
dat de Canon een «stimulerende rol» zou moeten hebben «bij de overdracht van kennis
over het verleden» en dat de Canon voor «nieuwkomers» gebruikt zou moeten worden om
kennis te vergaren over de Nederlandse cultuur en geschiedenis. Waar is de functie
voor nieuwkomers op gebaseerd, zo vragen de leden, en op welke manier wordt dit getoetst.
De leden vragen voor wie de Canon nu echt bedoeld is. Welke doelgroep hadden de leden
van de commissie voor ogen bij het herijken van de Canon, zo vragen de leden.
Plaats en positionering in het Curriculum
De leden van de VVD-fractie lezen dat de commissie is gevraagd te adviseren over de
plek van de Canon in het curriculum. De commissie adviseert dat de Canon gebaat is
bij zorgvuldige positionering: niet te stevig, maar ook niet te vrijblijvend. De Canon
is geen doel, maar middel. Hoe waarborgt de Minister dat de Canon niet als te vrijblijvend
wordt ervaren? Zit er een bepaald dwingend karakter achter?
Ook lezen de leden dat het voor het onderwijs van belang is dat de Canon niet apart
wordt vermeld naast de tien tijdvakken en kenmerkende aspecten, maar wordt geïntegreerd
in het toekomstige historisch referentiekader. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen
dat dit ook daadwerkelijk gebeurt, zo vragen de leden.
Didactische toepassing in het basisonderwijs
De leden van de VVD-fractie lezen dat de vensters uitstekend dienen als voorbeelden
voor lessen die aansluiten bij kerndoel 53. Vindt de Minister ook niet dat het enkel
dienen als voorbeeld vrij vrijblijvend is? Hoe zorgt de Minister ervoor dat het niveau
van alle leerlingen in Nederland, met betrekking tot geschiedenis, ongeveer gelijk
is, als hun lesmethoden, door het vrijblijvende karakter van de Canon, niet overeen
hoeven te komen, zo vragen de leden.
Didactische toepassing in het voortgezet onderwijs
De leden van de VVD-fractie lezen dat de zeven nieuwe hoofdlijnen samenhang aanbrengen
tussen de verschillende vensters en dat ze de relevantie van de verschillende aspecten
onderstrepen. Scholen die streven naar een sterkere correlatie en samenwerking tussen
vakken, kunnen deze hoofdlijnen als hulpmiddel gebruiken. Wat doen de scholen die
niet streven naar een correlatie dan met de Canon? Hoe voorkom je «cherry-picking»
binnen de Canon, zo vragen de leden.
Implementatie
De leden van de VVD-fractie vragen of er nog onderwijsinstellingen zijn die, ondanks
de herijkte Canon, nog gebruik maken van de oude Canon. Zo ja, wat vindt de Minister
hiervan, zo vragen de leden.
Herijkingsritme
De leden van de VVD-fractie vragen wat de Minister ervan vindt dat de Canon elke tien
jaar herijkt gaat worden in plaats van de initieel beoogde vijf jaar. Waarom is hiervoor
gekozen? Klopt het niet dat de Canon juist «levend» moet zijn, waarom kiezen we er
dan niet voor om de Canon niet vaker te heroverwegen, zo vragen de leden.
Nieuwe visie cultuurbeleid-brief van de Minister van OCW
De leden van de VVD-fractie vragen waarom het vijftien jaar heeft geduurd om de Canon
te herijken in plaats van de beoogde vijf jaar. Wat heeft dit voor het onderwijs van
de leerlingen betekend, zo vragen de leden.
Zichtbaarheid en toegankelijkheid Canon
De leden van de VVD-fractie lezen dat de commissie als advies heeft gegeven dat de
beheerders van canonvannederland.nl in staat gesteld moeten worden om de website verder
te actualiseren. Zijn hier bepaalde richtlijnen voor opgesteld? Hoe gaat de Minister
ervoor zorgen dat er geen inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd die niet van
tevoren zijn besproken in de commissie? Ook lezen de leden dat de Minister 100.000
euro beschikbaar heeft gesteld voor het onderhoud van de Canon. Waar is deze 100.000
euro op gebaseerd en wat houdt dit onderhoud in, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de resultaten
van de herijking van de Canon van Nederland. Deze leden zeggen de commissie-Kennedy
dank voor haar werk en voor de heldere wijze waarop zij haar aanpak heeft uiteengezet.
Deze leden onderschrijven de woorden van de commissie: «Een blijvende belangstelling
voor en kennis van het verleden – daar wordt elk mens en elke samenleving beter van.»
Naar mening van de leden is het niet aan de politiek om inhoudelijk een oordeel te
vellen over de herijkte Canon, maar deze leden hebben nog wel enkele vragen over de
brief van de Minister.
De leden van de CDA-fractie lezen in de beleidsreactie dat de Minister schrijft dat
de betrokkenen bij het leergebied Mens & Maatschappij in het kader van de curriculumvernieuwing
gaan kijken of en hoe de vernieuwde Canon een plek kan krijgen in de vernieuwde kernvakken.
Vanwege deze formulering; «of en hoe» van de Minister vragen deze leden of zij het
mogelijk acht dat de herijkte Canon geen plek krijgt in de vernieuwde kernvakken.
Wat zou de reden daarvoor zijn en zou zij dit wenselijk achten? Gaarne ontvangen deze
leden een nadere toelichting.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister verder of de leden van de commissie
Herijking Canon van Nederland een rol krijgen bij het inbedden van de Canon in de
vernieuwde kernvakken en zo ja op welke wijze.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister voorts om een nadere toelichting over
de toepassing van de Canon in de huidige kernvakken. Op welke wijze worden de scholen
ondersteund hierbij en wanneer denkt de Minister dat bijvoorbeeld de aanbevelingen
van de commissie die zien op deze ondersteuning zijn uitgewerkt. Binnen welke termijn
moet die uitbreiding van de Canonwebsite er bijvoorbeeld zijn om leraren te ondersteunen,
zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister onder het kopje «Zichtbaarheid
en toegankelijkheid van de Canon» alleen de website www.canonvannederland.nl en de Canonmusea noemt. Deze leden denken aan een formule als «A History of the World
in 100 Objects», waarmee Neil MacGregor, oud-directeur van het British Museum, geschiedenis
op een aanstekelijke manier over het voetlicht bracht. Deze leden herinneren in dit
verband ook aan de afspraak in het regeerakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34): «We investeren in het beter zichtbaar maken en zo mogelijk toegankelijk maken van
historische plaatsen in het land die het verhaal van onze geschiedenis vertellen.»
Kan de Minister nader uiteenzetten op welke wijze de fysieke zichtbaarheid en toegankelijkheid
van historische plaatsen is bevorderd, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het voornemen om de Canon voortaan periodiek
te herijken, maar vragen de Minister om een nadere toelichting waarom voor eenmaal
in de tien jaar is gekozen in plaats van eenmaal in de vijftien jaar zoals nu is gebeurd.
Deze leden vragen de Minister een nadere toelichting op het gekozen governance-model.
Wat betekent het, dat de stichting intellectueel eigenaar is van het concept en de
inhoud van de Canon van Nederland? Wat is de rol en de verantwoordelijkheid van de
Minister met betrekking tot de stichting, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie vragen tot slot naar de stand van zaken met betrekking
tot de uitreiking van de Canon aan achttienjarigen.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
Algemeen
De leden van de D66-fractie hebben met enthousiasme kennisgenomen van de herijking
van de Canon van Nederland. De commissie-Kennedy verdient wat deze leden betreft een
compliment voor het eindresultaat, gelet op de complexe opdracht waar zij voor stonden.
Toen de commissie-Van Oostrom de eerste Canon in 2006 presenteerde, was het al de
bedoeling om de Canon om de zoveel jaar te herijken. Dit was geen gemakkelijke opgave.
De leden zijn positief over de aanpassingen in de herijkte Canon met, zoals de commissie
zelf stelt «meer balans op [onder andere] het gebied van meerstemmigheid, gender en
diversiteit».
Ook dat er extra aandacht is gekomen voor de zwarte bladzijdes uit de Nederlandse
geschiedenis en nog meer is getracht om op een brede manier te vertellen over Nederlandse
successen en de zwarte bladzijdes kan op instemming rekenen van deze leden. Zeker
gelet op het moeizame debat in de Kamer, waar meerdere politieke partijen juist aandrongen
op het schrappen van de passage over de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis
in de opdrachtbrief aan de commissie.
Toen de Canon in 2006 werd gepresenteerd, was deze nog nauwelijks bekend. Het feit
dat de Canon nu op heel veel scholen wordt gebruikt, vinden bovengenoemde leden dan
ook benoemingswaardige prestatie.
Wat ook duidelijk is geworden, gelet op de recente Black Lives Matter-demonstraties,
dat er een enorme behoefte is van een grote groep mensen in Nederland om aandacht
te besteden aan racisme. De gevoelens van vele activisten is dat het belangrijk is
om gezien te worden en opgetreden wordt tegen racisme. De leden zijn van mening dat
het vertellen van meerdere verhalen van verschillende kanten, zoals bijvoorbeeld over
het slavernijverleden in de Canon, meer openheid creëert en ook meer ruimte voor gesprek
biedt over wat de invloed van de geschiedenis heden ten dage is.
Het onderwijzen van kinderen over de Nederlandse geschiedenis legt een belangrijke
basis, namelijk het geven van kennis. Daarmee biedt het ruimte om vanuit meerdere
perspectieven te kunnen kijken naar bijvoorbeeld de gevoelens van ongenoegen van een
ander. Ongeacht welke dat zijn. En mede daarom is de Canon zo belangrijk.
De leden hebben verder nog enkele vragen naar aanleiding van de herijking.
De Canon en het onderwijs
De leden van de D66-fractie constateren dat veel leraren hun lessen afstemmen op de
Canon. Nu de Canon voor 20 procent verandert, kan aangenomen worden dat zij tijd nodig
hebben om hun lessen hierop aan te passen, ook aangezien (pas) half augustus alle
nieuwe teksten op de website van de Canon te vinden zijn. Worden leraren hier op een
bepaalde manier nog bij gefaciliteerd en zo ja, op welke wijze, zo vragen de leden.
De Canon wordt steeds meer gebruikt in het po1 en vo2, maar nog niet overal. Hoe wil de Minister, in samenwerking met haar collega, de
Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, ervoor zorgen dat het aantal
scholen dat de Canon gebruikt zo groot mogelijk wordt, zo vragen de leden.
Zichtbaarheid en toegankelijkheid Canon
De leden van de D66-fractie merken op dat de Canon van Nederland een belangrijke bijdrage
levert aan de ontwikkeling van scholieren in het po en vo. De leden zien daarnaast
potentie om de Canon ook meer onder de aandacht te brengen van ouder(e) generaties/publiek,
die daar op school nooit kennis mee hebben kunnen maken. Zeker gelet op de brede maatschappelijke
discussies van de afgelopen maanden over beelden, helden, zwarte bladzijdes en andere
maatschappelijke onderwerpen kunnen deze leden zich voorstellen dat er onder volwassenen
ook een behoefte is om meer kennis te nemen van de Nederlandse Canon. Door het gebruik
van de Canon door bijvoorbeeld musea worden hier al stappen in gezet. Maar meer culturele
instellingen zouden de uitgangspunten van de Canon kunnen betrekken bij de verhalen
die ze vertellen via hun collecties en tentoonstellingen. Ook de website zou hier
aan kunnen bijdragen indien deze nog verder wordt uitgebreid, zoals ook aanbevolen
wordt door de commissie. Is de Minister het eens met bovengenoemde leden dat hier
nog winst te behalen valt, en zo ja hoe gaat zij dit doen? Zij geeft aan in haar beleidsreactie
dat zij met betrokken partijen wilt verkennen hoe deze aanbeveling het beste opgevolgd
kan worden. Is zij ook bereid daarin mee te nemen hoe de Canon het oudere publiek
beter kan bereiken? In welke mate ziet de Minister mogelijkheden om wellicht samen
met musea deze rol in te vullen en zo mensen op diverse manieren alsnog kennis te
kunnen laten maken met deze kennis?
Tot slot zijn deze leden voorstander van het breder inzetten van de Canon door culturele
instellingen en andere sectoren. Is de Minister het met deze leden eens dat dit blijvend
gestimuleerd moet worden en zo ja, hoe wilt zij dat aanpakken, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie willen allereerst hun dank uitspreken aan de commissie
ontwikkeling Nederlandse Canon, voor hun werk aan het herijken van de Canon van Nederland.
De voornoemde leden vinden het positief dat de vernieuwde Canon geactualiseerd is
en dat daarbij ook meer aandacht dan voorheen is besteed aan de ongemakkelijke kanten
van ons verleden. Alleen als we de pijn uit het verleden erkennen – zoals het leed
dat tot slaaf gemaakten en hun nazaten is aangedaan – kunnen we bouwen aan een gezamenlijke
toekomst. De geschiedenis moet van ons allemaal zijn en Nederlanders met uiteenlopende
achtergronden moeten zichzelf erin kunnen herkennen. De vernieuwde Canon is in dat
opzicht een stap voorwaarts.
Wat de leden van de GroenLinks-fractie betreft blijft de Canon meebewegen met veranderende
perspectieven op het verleden en dient deze met regelmaat onderhouden en geactualiseerd
te worden. Geschiedschrijving is geen statisch, maar een dynamisch proces. Het voorstel
van de commissie om de Canon elke tien jaar te herijken, lijkt de voornoemde leden
dan ook een goed idee. Zij vragen of één keer in de tien jaar wel voldoende is. Het
maatschappelijke en politieke debat dat mede onder druk van Black Lives Matter op
gang is gekomen over onder meer het koloniale verleden, laat immers zien hoe snel
dominante perspectieven op de geschiedenis kunnen evolueren. Deze leden ontvangen
graag een reactie van de Minister op dit punt.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd op welke manier de commissie in de
jaren tussen de herijkmomenten een vinger aan de pols gaat houden bij de verschillende
betrokkenen. Zal dit enkel in het negende jaar gebeuren als het weer tijd is om de
Canon te herijken? Of blijven de leden van de commissie in de tussenliggende jaren
ook actief op dit onderwerp? Worden maatschappelijke ontwikkelingen in de gaten gehouden
en wordt er gesproken met het onderwijsveld over hoe de Canon gebruikt wordt en of
het voldoende aansluit bij de wensen en behoeften van onderwijsprofessionals en leerlingen?
Kortom, heeft de commissie ook nog een rol na de oplevering van deze hernieuwde Canon
of is die pas weer over tien jaar actief? Is de Canon-commissie voldoende te vinden
en te bereiken voor groepen die mee willen denken en discussiëren over de inhoud van
de Canon in de toekomst, zo vragen de leden.
De Canon en het onderwijs
De leden van de GroenLinks-fractie lezen veelvuldig dat de Canon in samenhang met
het nieuwe curriculum zal worden ingezet. De uitwerking van dit nieuwe curriculum
zal echter nog even op zich laten wachten. Mede door de coronacrisis en het besluit
om eerst een wetenschappelijke commissie in te stellen, zal het zeker nog een paar
jaar duren voordat het nieuwe curriculum is ingevoerd. Op welke manier zal de Canon
zelfstandig een goede plek in het onderwijs kunnen vinden, nu bijvoorbeeld het leergebied
Mens & Maatschappij en de bijbehorende kerndoelen voorlopig nog niet zijn uitgewerkt?
De voornoemde leden lezen dat de Canon voorheen vooral in het voortgezet onderwijs
lang niet overal werd gebruikt. Hoe is er nu gereageerd door het onderwijsveld op
de herijkte Canon en weten docenten nu voldoende op welke manier zij deze kunnen gebruiken,
zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de herijking van de Canon van
Nederland. Zij vinden het een goede zaak dat de Canon herijkt is, en zijn verheugd
over het bredere en geactualiseerde perspectief op onze gedeelde geschiedenis dat
hiervan het resultaat is. Ook delen zij de mening van de herijkingscommissie dat dit
elke tien jaar opnieuw zou moeten gebeuren. De leden hebben wel nog enkele vragen
en opmerkingen over de herijking van de Canon van Nederland.
De Canon en het onderwijs
De leden van de SP-fractie vragen wat de reden is dat de Minister niet pleit voor
het opnemen van de Canon in de toekomstige kerndoelen als onderdeel van het historisch
referentiekader, zoals de commissie aanbeveelt. Zeker nu dit mogelijk is door de curriculumherziening.
Borging van de Canon
De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze de Minister borgt dat de Canon elke
tien jaar herijkt zal gaan worden. In de brief stelt de Minister namelijk enkel dat
zij zich kan vinden in de voorgestelde frequentie en de tijdspanne die nodig is voor
een herijking. Hoe zou een toekomstige herijking zich in de toekomst dan verhouden
tot het – mogelijk dan wel afgeronde – proces van curriculumherziening, zo vragen
zij.
De leden van de SP-fractie merken op dat de Minister de aanbeveling over neemt om
zowel digitaal als fysiek de Canon te waarborgen. Hoe evalueert zij de fysieke spreiding
van de Canon over meerdere musea in Nederland? Meent zij nog altijd dat dit de beste
wijze is om de Canon aan geïnteresseerden tentoon te spreiden? Wordt er nog nagedacht
over alternatieven hiervoor, zo vragen de leden.
De leden van de SP-fractie vragen voorts hoe het gebruik van de website tot nu toe
wordt geëvalueerd. Wat is het bereik en voldoet dit aan de verwachtingen? Is bekend
wat de samenstelling is van de groep bezoekers van deze website? Is de Minister voornemens
om dit bereik uit te breiden, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het rapport «Open
vensters voor onze tijd. De Canon van Nederland herijkt». De leden zijn van mening
dat de wijze waarop we naar onze geschiedenis kijken nooit statisch is en dat het
daarom goed is dat de Canon van de Nederlandse geschiedenis eens in de zoveel tijd
tegen het licht wordt gehouden.
De leden van de PvdA-fractie nemen met instemming kennis van het feit dat weer nieuwe
vensters in de Canon zijn opgenomen. Zoals de Surinaamse antikoloniale schrijver,
activist en verzetsheld Anton de Kom en gastarbeiders als vensters zijn toegevoegd,
met de daarbij behorende aandacht voor de geschiedenis van Suriname, het Nederlandse
slavernijverleden, en de migratiegeschiedenis van Nederland. Daarnaast stellen deze
leden vast dat er in de Canon geen aandacht is voor de roze geschiedenis en seksuele
diversiteit, terwijl Nederland hier een bijzondere en historische rol in heeft gespeeld.
Zij vragen de Minister om hier bij een volgende herijking van de Canon aandacht voor
te hebben.
De leden van de PvdA-fractie hebben voorts met verbazing kennisgenomen van het feit
dat Willem Drees als grondlegger van de verzorgingsstaat niet langer als venster is
opgenomen in de Canon. «Vadertje Drees» is de belichaming van de unieke sociale zekerheid
die we in Nederland kennen. Zijn inzet voor bestaanszekerheid voor iedereen heeft
een bijzonder vangnet opgeleverd, ouderen de AOW3 en generaties geïnspireerd. Hij zou om deze reden niet mogen ontbreken als venster
in de Canon. Hoe oordeelt de Minister hierover? Is zij voornemens om Willem Drees
alsnog op te nemen in de Canon, zo vragen de leden.
Daarnaast hebben de leden van de PvdA-fractie vragen over de inbedding van de Canon
in het onderwijs. Hoe verhoudt de Canon zich tot het curriculum.nu-traject? Op welke
wijze zijn leraren en leerlingenorganisaties betrokken bij de totstandkoming van de
Canon en de inbedding in het onderwijs? Hoe worden leraren gefaciliteerd om de nieuwe
Canon zijn beslag te laten krijgen in de klas, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de herijkte
Canon en de beleidsreactie van de Minister.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister te reageren op de opmerking van de
commissie dat zij een meerstemmige benadering veel vruchtbaarder vindt dan het blindstaren
op de zon- of schaduwkanten. Deze leden vragen of de Minister de inzet deelt dat bij
de opdrachtverlening voldoende aandacht voor positieve en negatieve aspecten centraal
moet staan en dat niet eenzijdig aandacht gevraagd moet worden voor positieve of negatieve
aspecten.
De leden van de SGP-fractie vragen een nadere duiding van de verwachtingen aan het
gebruik van de Canon op grond van de kerndoelen. Deze leden constateren dat de kerndoelen
specifiek aangeven dat de vensters dienen als uitgangspunt ter illustratie van de
tijdvakken, terwijl de commissie ook een sterk accent zet op het belang van de hoofdlijnen.
Kan de Minister bevestigen dat bij de Canon primair de vensters centraal staan en
dat de hoofdlijnen als mogelijk hulpmiddel voor scholen dienen, zo vragen de leden.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister in te gaan op de samenhang tussen de
periodieke herijking van zowel de Canon als de kerndoelen. In hoeverre is de Minister
van mening dat deze herijking in de toekomst gelijktijdig dienen te gebeuren, zo vragen
de leden.
De leden van de SGP-fractie vragen op welke wijze de herijkte Canon een rol kan vervullen
bij de eindtermen voor het inburgeringsonderwijs. Heeft hierover inmiddels afstemming
plaats gevonden met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zo vragen de
leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ik dank de leden van uw Kamer voor de vragen en opmerkingen inzake de herijking Canon
van Nederland. Ik beantwoord de vragen in volgorde van de fracties en geclusterd per
onderwerp.
Antwoord op de inbreng van de leden van de VVD-fractie
Rapport van de Commissie Herijking Canon van Nederland
Basisonderwijs en pabo’s
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het basisonderwijs de Canon door ruim twee
derde van de leerkrachten in de bovenbouw gebruikt wordt. Wat gebruiken de rest van
de leerkrachten voor hun lessen en wat zijn de voornaamste redenen voor scholen om
niet gebruik te maken van de Canon in hun lessen?
Veel leerkrachten in het basisonderwijs maken gebruik van een lesmethode om de tien
tijdvakken te onderwijzen. Een groot aantal gebruikt hiervoor ook de Canon, dit geldt
echter niet voor alle docenten. De voornaamste reden waarom leerkrachten de Canon
niet gebruiken is omdat de onderwerpen van de Canon al in de lesmethode aan bod komen.
Ook blijkt dat leerkrachten van plan zijn om de Canon in hun lessen te verwerken,
maar er nog niet aan zijn toegekomen. Dit blijkt uit onderzoek van Oberon.4
Op welke manier borgt de Minister dat leerlingen van deze school nog steeds genoeg
informatie en les krijgen over de nationale geschiedenis? Is de Minister het tevens
met de leden eens dat historisch besef een belangrijk onderdeel is van het goed kunnen
functioneren binnen de Nederlandse samenleving, zo vragen zij.
Het is cruciaal dat leerlingen historisch besef aanleren om de wereld waarin zij leven
beter kunnen begrijpen. Leerlingen hebben daarvoor historische kennis – onder andere
feiten, begrippen en chronologie – nodig als de basis voor historisch redeneren en
historisch besef. Momenteel is voor het primair onderwijs en de onderbouw van het
voortgezet onderwijs nog te onduidelijk wat deze exacte historische kennis is. Daarvoor
zijn de kerndoelen te globaal geformuleerd. Met de integrale curriculumherziening
in het funderend onderwijs wordt een slag gemaakt om een duidelijkere gemeenschappelijke
basis te creëren zodat leerlingen voldoende historische kennis aanleren om het historisch
besef te ontwikkelen.
Voortgezet onderwijs
De leden van de VVD-fractie vragen met welk doel de makers van de Canon de Canon hebben
gemaakt. Tevens vragen zij of de makers van mening zijn dat het doel afdoende wordt
bereikt. De leden lezen dat er bij de totstandkoming van de vorige Canon veel kritiek
te horen was vanuit docenten uit het voortgezet onderwijs. Deze kritiek spitste zich
bijvoorbeeld toe op het vermeende nationalistische karakter van de Canon. Welke invloed
heeft deze kritiek gehad op de totstandkoming van de huidige Canon? Is de Minister
van mening dat er aanpassingen nodig waren naar aanleiding van die kritiek? Wat zijn
de voornaamste kritieken vanuit het werkveld op de Canon en hoe beoordeelt de Minister
die kritieken? Daarnaast werd de aansluiting bij de tien tijdvakken als gebrekkig
ervaren en werd het gefragmenteerde karakter (veel losse vensters) ook als problematisch
ervaren. Wordt deze gebrekkige aansluiting nog steeds ervaren? Wat heeft de Minister
gedaan om te waarborgen dat de nieuwe Canon niet enkel een «inspiratiebron» zou zijn,
zo vragen zij.
De commissie-Van Oostrom heeft in 2006 de Canon in de eerste plaats ontwikkeld als
instrument voor het onderwijs, als didactisch concept om leerlingen basiskennis over
de Nederlandse geschiedenis bij te brengen. In hoofdstuk 1 van het eindrapport van
de commissie-Kennedy wordt vanuit het eerder genoemde Oberon onderzoek gereflecteerd
op deze functie, ook voor het voortgezet onderwijs.5 Hieruit blijkt dat vo-docenten de Canon niet altijd een goed didactisch instrument
vinden. Zij vinden dat de Canon diverser en actueler kan zijn, de vensters beter gespreid
kunnen worden over de tijdvakken en ook beter kunnen aansluiten bij diezelfde tijdvakken.
De commissie-Kennedy geeft aan dat met de herijkte Canon meer stemmen en perspectieven
te zien zijn, dat door de zeven hoofdlijnen er meer samenhang is, en ook dat er beter
zicht is op Europa en andere werelddelen. Door de aansluiting met de internationale
ontwikkelingen zijn er ook meer mogelijkheden dan voorheen om de vensters te koppelen
aan de inhoud en doelen van het curriculum in het voortgezet onderwijs. In de curriculumherziening
moet nu worden bekeken of en hoe de Canon en de ontwikkeling van het historische referentiekader
kan worden verenigd in de (concept)kerndoelen.
De leden lezen ook dat een groot deel van de vensters inmiddels aanbod komt in de
courante lesmethoden geschiedenis. Op welke manier wordt voorkomen dat er onnodig
overlap ontstaat tussen de beide initiatieven?
Dat er enige overlap tussen de lesmethodes en de Canon zit, is logisch en onvermijdelijk
aangezien de Canon een belangrijk deel van de Nederlandse geschiedenis beslaat. Als
gevolg daarvan is er ook onvermijdelijk overlap met de huidige kerndoelen, en dus
ook de lesmethodes. De Canon – en bijbehorend audiovisueel materiaal – kan aanvullend
op (of in plaats van) de lesmethodes worden ingezet als didactisch instrument om de
tijdvakken meer tot leven te brengen. Zo wordt de Canon gebruikt als verbijzondering
van de tien tijdvakken.
Opdracht commissie werkwijze
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister van OCW de opdracht omschreef als
het «tegen het licht houden van keuzes en teksten die [in 2005–2006] op grond van
de inzichten van toen gemaakt zijn». Heeft de Minister nog een andere opdracht, mening
of aanwijzing meegegeven aan de makers van de Canon? Zo ja, welke?
De opdracht aan de commissie staat beschreven in het instellingsbesluit.6 Ik heb de commissie tijdens het proces van herijking geen andere opdracht, mening
of aanwijzing meegegeven.
De leden lezen dat de commissie zodanig is samengesteld dat de belangrijkste sectoren
die te maken hebben met de Canon erin vertegenwoordigd zijn. Wie worden er dan bedoeld
met «aanverwante spelers», zo vragen de leden.
De commissie is zodanig samengesteld dat de belangrijkste sectoren die te maken hebben
met de Canon hierin zijn vertegenwoordigd. In de eerste plaats is dit het veld dat
de Canon afneemt; het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, de lerarenopleidingen
en het wetenschappelijk onderwijs. Met aanverwante spelers op het terrein van geschiedenis
en erfgoed worden vertegenwoordigers van deze sectoren bedoeld. Bijvoorbeeld de heer
Slings, lid van de wetenschappelijke staf van het Nederlands Openluchtmuseum, en professor
Jensen, hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis.7
Herschreven teksten
Waar is de functie voor nieuwkomers op gebaseerd, zo vragen de leden, en op welke
manier wordt dit getoetst. De leden vragen voor wie de Canon nu echt bedoeld is. Welke
doelgroep hadden de leden van de commissie voor ogen bij het herijken van de Canon,
zo vragen de leden.
De commissie-Van Oostrom heeft de Canon in de eerste plaats gelanceerd als instrument
voor het onderwijs. De Canon heeft echter ook een functie die bestaat uit het stimuleren
van de overdracht van kennis over het verleden. Daarom zijn de teksten bij de Canonvensters
op diverse taalvaardigheidsniveaus beschikbaar. Verder heeft zich de afgelopen jaren
een bloeiend netwerk van Canonmusea gevormd die (jonge) bezoekers wijzen op voorwerpen
die verbonden zijn met de vijftig vensters. Ook zijn na de publicatie van de Canon
van Nederland in 2006 met veel enthousiasme in het hele land regionale canons ontwikkeld.
Al deze initiatieven dragen bij aan het overkoepelende doel waaraan wij allen hechten:
het overdragen van kennis over het verleden en onze maatschappij, vooral aan een jongere
generatie. Tot slot heeft de Canon de functie om nieuwkomers kennis te laten maken
met de Nederlandse cultuur en geschiedenis. In het Regeerakkoord is afgesproken de
Canon van Nederland uit te reiken aan alle achttienjarigen en personen die het Nederlanderschap
verwerven.
Plaats en positionering in het Curriculum
De leden van de VVD-fractie lezen dat de commissie is gevraagd te adviseren over de
plek van de Canon in het curriculum. De commissie adviseert dat de Canon gebaat is
bij zorgvuldige positionering: niet te stevig, maar ook niet te vrijblijvend. De Canon
is geen doel, maar middel. Hoe waarborgt de Minister dat de Canon niet als te vrijblijvend
wordt ervaren? Zit er een bepaald dwingend karakter achter?
De Canon dient ter illustratie van de tien tijdvakken, die krachtens de kerndoelen
verplicht worden behandeld in het onderwijs. Totdat er verbeterde kerndoelen zijn
ontwikkeld en geïmplementeerd, is de inhoud van de Canon – of de regionale variant
ervan – vast gekoppeld aan het (geschiedenis)onderwijs op school.
Ook lezen de leden dat het voor het onderwijs van belang is dat de Canon niet apart
wordt vermeld naast de tien tijdvakken en kenmerkende aspecten, maar wordt geïntegreerd
in het toekomstige historisch referentiekader. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen
dat dit ook daadwerkelijk gebeurt, zo vragen de leden.
In de bijgestelde vervolgaanpak van de curriculumherziening zullen curriculumexperts,
vakexperts en leraren aan de slag gaan met het maken van conceptkerndoelen.8 Voor het leergebied Mens & Maatschappij betekent dit dat zij moeten bekijken of en
hoe de Canon en het historische referentiekader – dat momenteel samen met vakexperts
en de vakvereniging voor geschiedenisdocenten wordt ontwikkeld – op een adequate manier
kunnen worden verwerkt in de concept-kerndoelen. Zij zijn nu aan zet om deze verschillende
aspecten waar mogelijk te integreren in het (geschiedenis)onderwijs.
Didactische toepassing in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs
De leden van de VVD-fractie lezen dat de vensters uitstekend dienen als voorbeelden
voor lessen die aansluiten bij kerndoel 53. Vindt de Minister ook niet dat het enkel
dienen als voorbeeld vrij vrijblijvend is? Hoe zorgt de Minister ervoor dat het niveau
van alle leerlingen in Nederland, met betrekking tot geschiedenis, ongeveer gelijk
is, als hun lesmethoden, door het vrijblijvende karakter van de Canon, niet overeen
hoeven te komen, zo vragen de leden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de zeven nieuwe hoofdlijnen samenhang aanbrengen
tussen de verschillende vensters en dat ze de relevantie van de verschillende aspecten
onderstrepen. Scholen die streven naar een sterkere correlatie en samenwerking tussen
vakken, kunnen deze hoofdlijnen als hulpmiddel gebruiken. Wat doen de scholen die
niet streven naar een correlatie dan met de Canon? Hoe voorkom je «cherry-picking»
binnen de Canon, zo vragen de leden.
De commissie-Kennedy geeft inderdaad aan dat voor kerndoel 53 voor het primair onderwijs
– het leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse
geschiedenis – de Canon als voorbeeld kan dienen. Tegelijkertijd is de Canon niet
geheel vrijblijvend. In kerndoel 52 van het primair onderwijs staat immers dat «...de vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie
van de tijdvakken».9 Op basis van dit kerndoel wordt van scholen gevraagd dat zij inzichtelijk kunnen
maken dat in hun onderwijsaanbod – desgewenst ook buiten het geschiedenisonderwijs
– de vensters geïntegreerd zijn in de behandeling van de tijdvakken.
De bepaling gaat overigens niet zo ver dat scholen elk individueel venster moeten
behandelen in het onderwijs. Op deze manier kan de school eigen accenten (blijven)
aanbrengen in het (geschiedenis)onderwijs, maar wordt tevens gewaarborgd dat een gedeelde
kennis van de Nederlandse geschiedenis ontstaat. Ik ben het met de leden van de VVD
eens dat het niveau van leerlingen met betrekking tot het niveau van geschiedenis
(en veel andere vakken/leergebieden) sterk kan verschillen tussen scholen. Dit komt
veelal omdat het vanuit de overheid onvoldoende gespecificeerd is wat we van scholen
en leerlingen verwachten op dat vlak. De kerndoelen hebben daarvoor een te globaal
karakter. Met de curriculumherziening wordt het maken van concrete kerndoelen beoogd,
die meer richting geven voor zorgen voor een duidelijkere gemeenschappelijke basis.
Implementatie
De leden van de VVD-fractie vragen of er nog onderwijsinstellingen zijn die, ondanks
de herijkte Canon, nog gebruik maken van de oude Canon. Zo ja, wat vindt de Minister
hiervan, zo vragen de leden.
Aangezien het schooljaar net is begonnen, is er nog geen antwoord op de vraag of sommige
scholen dit schooljaar nog de oude Canonvensters zullen gebruiken. Deze zullen nog
tot de zomer van 2022 worden gearchiveerd op www.canonvannederland.nl. De verwachting is wel dat de meeste scholen op korte termijn met de herijkte Canon
zullen werken. Deze is immers – inclusief audiovisueel en overig didactisch materiaal
– online te vinden en de oude website www.entoen.nu schakelt ook door naar de herijkte Canon. Om het gebruik van de herijkte Canon te
stimuleren, zijn op 15 september jl. naar alle scholen in het primair en voortgezet
onderwijs nieuwe Canonposters verstuurd inclusief een brief met informatie over de
nieuwe Canon.
Herijkingsritme
De leden van de VVD-fractie vragen wat de Minister ervan vindt dat de Canon elke tien
jaar herijkt gaat worden in plaats van de initieel beoogde vijf jaar. Waarom is hiervoor
gekozen? Klopt het niet dat de Canon juist «levend» moet zijn, waarom kiezen we er
dan niet voor om de Canon niet vaker te heroverwegen, zo vragen de leden
De commissie adviseert om de Canon elke tien jaar te herijken, zodat de periode van
herijking lang genoeg is om een bepaalde vastigheid te garanderen en tegelijkertijd
kort genoeg om veroudering tegen te gaan.10 Een herijking elke vijf jaar brengt te veel verandering in een te korte tijd met
zich mee, waardoor er te veel wordt gevraagd van het aanpassingsvermogen van instellingen
in het cultuur- en onderwijsveld. De Canon is bedoeld als onderhoud van het collectief
geheugen in onderwijs en samenleving. Daarom neem ik het advies van de commissie over
om de Canon elke tien jaar te herijken.
Nieuwe visie cultuurbeleid-brief van de Minister van OCW
De leden van de VVD-fractie vragen waarom het vijftien jaar heeft geduurd om de Canon
te herijken in plaats van de beoogde vijf jaar. Wat heeft dit voor het onderwijs van
de leerlingen betekend, zo vragen de leden.
De termijn van vijf jaar bleek vooral voor het onderwijsveld in de praktijk te kort.
De Canon van Nederland is definitief vastgesteld in juli 2007. Vervolgens is deze
per augustus 2010 opgenomen in kerndoelen, en in de meeste lesmethodes verwerkt met
ingang van het schooljaar 2011/2012. Herijking van de Canon in 2012 zou daarom te
vroeg zijn geweest. Ik heb besloten om de herijking van de Canon in 2019 te starten,
omdat de herijking dan parallel loopt met de curriculumherziening. Voor het onderwijs
aan leerlingen betekent dit dat er tussendoor geen grote wijzigingen in het lesaanbod
zijn doorgevoerd. Het onderwijsveld heeft geen ongelimiteerd aanpassingsvermogen,
wijzigingen in het curriculum kennen een zorgvuldige doorlooptijd en moeten ook afdoende
worden gemonitord en geëvalueerd.
Zichtbaarheid en toegankelijkheid Canon
De leden van de VVD-fractie lezen dat de commissie als advies heeft gegeven dat de
beheerders van canonvannederland.nl in staat gesteld moeten worden om de website verder
te actualiseren. Zijn hier bepaalde richtlijnen voor opgesteld? Hoe gaat de Minister
ervoor zorgen dat er geen inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd die niet van
tevoren zijn besproken in de commissie?
De website canonvannederland.nl valt onder de stichting entoen.nu. In het bestuur
van deze stichting hebben leden van de huidige Canoncommissie zitting. De stichting
beheert en beoordeelt de gebruiksrechten van teksten en beelden over de Canon. Op
deze manier wordt gewaarborgd dat alle inhoudelijke wijzigingen met goedkeuring van
de commissie worden doorgevoerd. De verdere actualisatie van de website behelst voornamelijk
het plaatsen van aanvullend materiaal bij de nieuwe vensters en het plaatsen van aanvullingen
bij de huidige vensters. Hierbij moet gedacht worden aan (educatieve) filmpjes, verwijzing
naar lesmateriaal en een inventarisatie van plekken waar het venster te beleven is.
De video’s die zijn ontwikkeld voor de uitreiking van de Canon aan achttienjarigen
zullen eveneens via de website worden ontsloten.
Ook lezen de leden dat de Minister 100.000 euro beschikbaar heeft gesteld voor het
onderhoud van de Canon. Waar is deze 100.000 euro op gebaseerd en wat houdt dit onderhoud
in, zo vragen de leden.
Ik vind het belangrijk dat het aanbod van cultuur en erfgoed voor iedereen beschikbaar
is. Dat geldt ook voor de Canon. Daarom stel ik structureel 100.000 euro beschikbaar
aan het Nederlands Openluchtmuseum voor het onderhoud en de presentatie van de Canon
van Nederland. Deze middelen kunnen tevens ingezet worden voor het Canonnetwerk. Dit
bedrag is gebaseerd op de kosten die gemaakt worden om de Canon op de website canonvannederland.nl
up to date te houden, het Canonnetwerk te ondersteunen en te versterken, en het gebruik
van de Canon periodiek te onderzoeken.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie lezen in de beleidsreactie dat de Minister schrijft dat
de betrokkenen bij het leergebied Mens & Maatschappij in het kader van de curriculumvernieuwing
gaan kijken of en hoe de vernieuwde Canon een plek kan krijgen in de vernieuwde kernvakken.
Vanwege deze formulering; «of en hoe» van de Minister vragen deze leden of zij het
mogelijk acht dat de herijkte Canon geen plek krijgt in de vernieuwde kernvakken.
Wat zou de reden daarvoor zijn en zou zij dit wenselijk achten? Gaarne ontvangen deze
leden een nadere toelichting.
De Canon en het historische referentiekader zijn met andere doelen en volgens andere
principes ontwikkeld. De Canon gaat over personen en gebeurtenissen op het grondgebied
van Nederland. Het referentiekader betreft ontwikkelingen en verschijnselen die voor
de ontwikkeling van (met name) Europa van belang zijn. De herijkte Canon biedt meer
aanknopingspunten om de vensters ook naar dat hogere schaalniveau open te zetten,
en ook meer vakdidactisch in te zetten.
Het is nu zaak dat het nieuwe referentiekader – omgekeerd dus – meer aansluiting vindt
bij de Canon. Dat referentiekader wordt nu ontwikkeld. In december 2020 wordt daar
een preadvies voor gegeven, onder verantwoordelijkheid van SLO en in samenwerking
met vakexperts en vakverenigingen. Vervolgens zal er begin 2021 worden gestart met
het maken van conceptkerndoelen, met de herijkte Canon en het preadvies voor het historisch
referentiekader als uitgangspunt. De experts zijn nu aan zet om te bezien of en hoe
deze kaders kunnen worden verenigd in de (concept)kerndoelen en ik wacht daarin hun
oordeel af.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister verder of de leden van de commissie
Herijking Canon van Nederland een rol krijgen bij het inbedden van de Canon in de
vernieuwde kernvakken en zo ja op welke wijze.
Eén lid van de canonherijkingscommissie neemt als lerarenopleider pabo deel aan de
werkgroep die voorstellen doet over een nieuw historisch referentiekader. Bij de bemensing
van de ontwikkelteams voor het kerndoelentraject en in de consultaties die in dat
verband zullen plaatsvinden zal de inhoudelijke – en zo mogelijk ook de personele
– continuïteit tussen alle trajecten worden gezocht.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister voorts om een nadere toelichting over
de toepassing van de Canon in de huidige kernvakken. Op welke wijze worden de scholen
ondersteund hierbij en wanneer denkt de Minister dat bijvoorbeeld de aanbevelingen
van de commissie die zien op deze ondersteuning zijn uitgewerkt.
Naar alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs zijn nieuwe Canonposters
verstuurd, inclusief een brief met informatie over de nieuwe Canon. Ook is de website
vernieuwd waarop, per venster, een overzicht staat van de lessen en methoden die daaraan
gerelateerd zijn. Eveneens is per venster een overzicht van het beschikbare audiovisueel
materiaal en mogelijke excursies opgenomen. Ik verwacht dat de aanbevelingen van de
commissie over de doorontwikkeling van de website canonvannederland.nl eind 2021 zijn
uitgewerkt.
Binnen welke termijn moet die uitbreiding van de Canonwebsite er bijvoorbeeld zijn
om leraren te ondersteunen, zo vragen de leden.
Op de website zijn momenteel alle vensters voorzien van teksten voor de verschillende
niveaus (standaard, groep 5 en 6, groep 7 en 8 en het voortgezet onderwijs). Ook is
bij elk nieuw venster een eerste overzicht van lessen geplaatst, evenals suggesties
voor excursies. Elke bezoeker van de website kan suggesties voor lessen, boeken en
uitstapjes doorgeven aan de redactie van de website. Zo wordt het overzicht steeds
verder aangevuld. Ik verwacht dat de aanbevelingen van de commissie over de doorontwikkeling
van de website canonvannederland.nl eind 2021 zijn uitgewerkt.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister onder het kopje «Zichtbaarheid
en toegankelijkheid van de Canon» alleen de website
www.canonvannederland.nl
en de Canonmusea noemt. Deze leden denken aan een formule als «A History of the World
in 100 Objects», waarmee Neil MacGregor, oud-directeur van het British Museum, geschiedenis
op een aanstekelijke manier over het voetlicht bracht. Deze leden herinneren in dit
verband ook aan de afspraak in het regeerakkoord: «We investeren in het beter zichtbaar
maken en zo mogelijk toegankelijk maken van historische plaatsen in het land die het
verhaal van onze geschiedenis vertellen.» Kan de Minister nader uiteenzetten op welke
wijze de fysieke zichtbaarheid en toegankelijkheid van historische plaatsen is bevorderd,
zo vragen de leden.
Zoals ik in mijn brief «Voortgang Cultuur in een open samenleving»11 heb aangegeven is de Canon leidend bij de verbetering van de zichtbaarheid en toegankelijkheid
van historische plaatsen. Daarom heb ik geïnvesteerd in de uitbreiding van het Canonnetwerk
en een regeling voor beladen erfgoed bij het Mondriaan Fonds opengesteld.12 Ik heb het netwerk een projectsubsidie van 730.000 euro verstrekt om verder te kunnen
uitbreiden. Per eind 2020 zijn er 35 organisaties aangesloten bij het netwerk. Kamp
Vught sluit in december aan, dan is met uitzondering van Flevoland in elke provincie
een instelling aangesloten bij het netwerk. In de komende twee jaar zullen nog circa
20 instellingen aansluiten. Om ervoor te zorgen dat ook het beladen erfgoed beter
zichtbaar en toegankelijk wordt, heb ik het Mondriaan Fonds gevraagd een regeling
op te stellen. Hiervoor heb ik € 1 miljoen beschikbaar gesteld. Met deze regeling
worden projecten die beladen erfgoed zichtbaar en toegankelijk maken ondersteund.
Zo heeft de Stichting De Terugkeer een bijdrage gekregen om de Joodse Werkkampen in
het Amsterdamse Bos zichtbaar te maken door middel van markeringen in het bos, een
documentaire en rondleidingen. Ook wordt het project van Rotterdam State of Mind ondersteund.
Dit project neemt de restauratie van het standbeeld van Piet Hein in Rotterdam-Delfshaven
als uitgangspunt en onderzoekt in een documentaire de historische figuur en de totstandkoming
van dit monument vanuit een meervoudig perspectief.
Ik heb de toegankelijkheid van historische plaatsen eveneens via twee regelingen voor
monumenteigenaren gestimuleerd. Via de «Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten
2019–2020» kon de eigenaar extra subsidie krijgen indien de eigenaar in combinatie
met de restauratie van het rijksmonument ook werkzaamheden verrichtte ter verbetering
van de publiekstoegankelijkheid in brede zin of toegankelijkheid van het rijksmonument
voor mensen met een visuele of motorische beperking.13In de «Subsidieregeling tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten» zijn de
kosten die een monumenteigenaar maakt ter verbetering van de toegankelijkheid subsidiabel
gesteld. Het gaat om kosten voor het fysiek toegankelijk maken van het gebouw voor
mensen met een visuele of motorische beperking, voor het toegankelijk maken van goederen
of diensten voor deze doelgroep en voor kosten van materiële voorzieningen voor het
ter plaatse informeren van bezoekers over het rijksmonument of voor het digitaal ontsluiten
van het rijksmonument.14
Ook de sector is zeer actief in het toegankelijk maken van geschiedenis. Sinds 2004
wordt bijvoorbeeld de Maand van de Geschiedenis georganiseerd, dit is het grootste
geschiedenisevenement van Nederland. Tijdens deze maand brengen honderden musea, bibliotheken,
boekhandels en andere culturele organisaties samen geschiedenis voor het voetlicht
middels uiteenlopende activiteiten. Elk jaar zet de Maand van de Geschiedenis een
thema centraal. Dit jaar is dat Oost/West.
Daarnaast stimuleer ik de toegankelijkheid van cultuur in brede zin door via het Fonds
voor Cultuurparticipatie projecten te ondersteunen die zich specifiek richten op het
verlagen van drempels voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking.
Ook heb ik onderzoek laten doen naar de toegankelijkheid van culturele instellingen.15 Ik kom voor het Wetgevingsoverleg Cultuur met mijn beleidsreactie op dit onderzoek.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het voornemen om de Canon voortaan periodiek
te herijken, maar vragen de Minister om een nadere toelichting waarom voor eenmaal
in de tien jaar is gekozen in plaats van eenmaal in de vijftien jaar zoals nu is gebeurd.
Zoals ik in mijn beleidsreactie heb aangegeven neem ik het advies van de commissie
over om de Canon elke tien jaar te herijken. Zoals de commissie aangeeft is het onderwijs
gebaat bij een zekere mate van continuïteit en stabiliteit. Een herijking elke vijf
jaar brengt te veel verandering in een korte tijd met zich mee. De Canon is bedoeld
als onderhoud van het collectief geheugen in onderwijs en samenleving. Tegelijkertijd
moet er ruimte zijn voor vernieuwing. De commissie adviseert om de Canon elke tien
jaar te herijken, zodat de periode van herijking lang genoeg is om een bepaalde vastigheid
te garanderen en tegelijkertijd kort genoeg om veroudering tegen te gaan.16
Deze leden vragen de Minister een nadere toelichting op het gekozen governance-model.
Wat betekent het, dat de stichting intellectueel eigenaar is van het concept en de
inhoud van de Canon van Nederland? Wat is de rol en de verantwoordelijkheid van de
Minister met betrekking tot de stichting, zo vragen de leden.
Het governancemodel dat door de commissie-Van Oostrom is ingesteld, wordt voortgezet.
Deze commissie heeft de Canon op gepaste afstand gezet van overheid en politiek, maar
ook van private of commerciële belangen. Hiervoor is de stichting entoen.nu opgericht
in 2007, deze stichting is inhoudelijk eigenaar van het concept en de inhoud van de
Canon van Nederland. Het bestuur bestond uit leden van de commissie-Van Oostrom, deze
worden vervangen door leden van de huidige Canon commissie. De stichting is ondergebracht
bij het Nederlands Openluchtmuseum. Dit museum krijgt structurele financiering vanuit
de Erfgoedwet.
De leden van de CDA-fractie vragen tot slot naar de stand van zaken met betrekking
tot de uitreiking van de Canon aan achttienjarigen.
Op 3 september jl. startte de online uitreiking van de Canon van Nederland voor achttienjarigen
via YouTube en Instagram. De uitreiking is gelanceerd door middel van een campagnevideo.
Daarin delen drie influencers een levensles die zij uit de Canon hebben gehaald. De
lanceringsvideo is op YouTube inmiddels meer dan 500.000 keer bekeken. Op drie plaatsen
in Nederland zijn daarnaast muurschilderingen gemaakt bij de bijbehorende Canonvensters
(Vincent van Gogh in Nijmegen, Aletta Jacobs in Groningen en Anton de Kom in Amsterdam).
Nadat de Canon via de campagnevideo onder de aandacht is gebracht bij achttienjarigen,
volgt de verdiepingsslag. In drie korte video’s gaan de influencers in op de levenslessen
die zij uit de Canon hebben gehaald en wat deze voor hen betekenen. De video van Isadee
Jansen over het venster Vincent van Gogh is inmiddels bijna 70.000 keer bekeken.17 Als onderdeel van de campagne komen via het Instagramkanaal van Canon van Nederland
in de verdiepende fase ook andere Canonvensters aan bod. Dit gebeurt door middel van
informatieve content, die tevens doorverwijst naar de website van de Canon van Nederland.
Hierdoor wordt gewaarborgd dat de Canon in de breedte aan bod komt. Begin volgend
jaar zal ik uw Kamer een totaal overzicht geven over het verloop van de campagne.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie constateren dat veel leraren hun lessen afstemmen op de
Canon. Nu de Canon voor 20 procent verandert, kan aangenomen worden dat zij tijd nodig
hebben om hun lessen hierop aan te passen, ook aangezien (pas) half augustus alle
nieuwe teksten op de website van de Canon te vinden zijn. Worden leraren hier op een
bepaalde manier nog bij gefaciliteerd en zo ja, op welke wijze, zo vragen de leden.
De Canon wordt steeds meer gebruikt in het po18 en vo19, maar nog niet overal. Hoe wil de Minister, in samenwerking met haar collega, de
Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, ervoor zorgen dat het aantal
scholen dat de Canon gebruikt zo groot mogelijk wordt, zo vragen de leden.
De commissie-Kennedy heeft veel inspanning geleverd om een kwalitatief goede Canon
op te leveren, maar ook om zich in de behoefte van scholen en leerlingen te verplaatsen.
Zo zijn de teksten op www.canonvannederland.nl aangepast op het leesniveau van de lezer om het gebruik ervan in de les te stimuleren:
• Vijftig teksten op niveau B1 van het Europees Referentiekader Taalvaardigheid, geschikt
voor kinderen in de leeftijd 8 tot 12 jaar en voor laaggeletterden.
• Vijftig teksten op niveau B2, geschikt voor jongeren in de leeftijd 12 tot 15 jaar.
• Vijftig teksten op niveau C1, geschikt voor de bovenbouw van het vo en voor een breed
publiek.
Daarnaast zijn naar alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs nieuwe Canonposters
verstuurd, inclusief een brief met informatie over de nieuwe Canon. Als het leraren
niet lukt om tijdig de herijkte Canonvensters te integreren in hun lessen, dan is
het alsnog mogelijk om de oude Canonvensters te benutten. Deze zullen nog tot de zomer
van 2022 worden gearchiveerd op www.canonvannederland.nl.
Zichtbaarheid en toegankelijkheid Canon
Zeker gelet op de brede maatschappelijke discussies van de afgelopen maanden over
beelden, helden, zwarte bladzijdes en andere maatschappelijke onderwerpen kunnen deze
leden zich voorstellen dat er onder volwassenen ook een behoefte is om meer kennis
te nemen van de Nederlandse Canon. Door het gebruik van de Canon door bijvoorbeeld
musea worden hier al stappen in gezet. Maar meer culturele instellingen zouden de
uitgangspunten van de Canon kunnen betrekken bij de verhalen die ze vertellen via
hun collecties en tentoonstellingen. Ook de website zou hier aan kunnen bijdragen
indien deze nog verder wordt uitgebreid, zoals ook aanbevolen wordt door de commissie.
Is de Minister het eens met bovengenoemde leden dat hier nog winst te behalen valt,
en zo ja hoe gaat zij dit doen? Zij geeft aan in haar beleidsreactie dat zij met betrokken
partijen wilt verkennen hoe deze aanbeveling het beste opgevolgd kan worden.
Het Canonnetwerk is een initiatief uit de sector zelf en is de afgelopen jaren gegroeid.
Per eind 2020 zijn er 35 organisaties aangesloten bij het netwerk. Kamp Vught sluit
in december aan, dan is met uitzondering van Flevoland in elke provincie een instelling
aangesloten bij het netwerk. In de komende twee jaar zullen nog circa 20 organisaties
aansluiten. Op de website www.canonvannederland.nl staat per venster een overzicht van musea, monumenten en andere historische plekken
die verbonden zijn aan dat venster. Dit overzicht is veel breder dan alleen de Canonmusea.
Via de website kunnen suggesties voor dit overzicht worden aangedragen. Ik moedig
musea en andere erfgoedinstellingen aan om dit vooral te doen. Verdere uitbreiding
van de website kan zeker bijdragen aan het breder onder de aandacht brengen van de
Canon.
Op de website zijn momenteel alle vensters voorzien van teksten voor de verschillende
niveaus (standaard, groep 5 en 6, groep 7 en 8 en het voortgezet onderwijs). Ook is
bij elk nieuw venster een eerste overzicht van lessen geplaatst, evenals suggesties
voor excursies.
Het netwerk zet actief in op de zichtbaarheid van de Canon via sociale media. Naast
de campagne om de Canon bij achttienjarigen onder de aandacht te brengen, wordt er
per doelgroep een strategie bepaald om het juiste medium aan de doelgroep te koppelen.
Is zij ook bereid daarin mee te nemen hoe de Canon het oudere publiek beter kan bereiken?
In welke mate ziet de Minister mogelijkheden om wellicht samen met musea deze rol
in te vullen en zo mensen op diverse manieren alsnog kennis te kunnen laten maken
met deze kennis?
Deze vraag veronderstelt dat de Canon een ouder publiek momenteel onvoldoende bereikt.
Dit betwijfel ik. De Canontentoonstelling in het Nederlands Openluchtmuseum wordt
door een breed publiek bezocht. Musea worden in het algemeen goed bezocht door ouderen.
Uit cijfers van de RCE blijkt dat in 2018 bijna een kwart van de museumbezoekers 65-plusser
was.20
Tot slot zijn deze leden voorstander van het breder inzetten van de Canon door culturele
instellingen en andere sectoren. Is de Minister het met deze leden eens dat dit blijvend
gestimuleerd moet worden en zo ja, hoe wilt zij dat aanpakken, zo vragen de leden.
Ik vind het belangrijk dat het aanbod van cultuur en erfgoed voor iedereen beschikbaar
is. Dat geldt ook voor de Canon. Daarom stel ik structureel 100.000 euro beschikbaar
aan het Nederlands Openluchtmuseum voor het onderhoud en de presentatie van de Canon
van Nederland, zowel op de website canonvannederland.nl als fysiek in het museum.
Deze middelen kunnen tevens ingezet worden voor het Canonnetwerk. Met de eenmalige
bijdrage van 730.000 euro is het netwerk al uitgebreid. Zo is Keti Koti toegetreden
tot het netwerk, evenals het Nationaal Archief en Kamp Westerbork.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of één keer in de tien jaar wel voldoende
is. Het maatschappelijke en politieke debat dat mede onder druk van Black Lives Matter
op gang is gekomen over onder meer het koloniale verleden, laat immers zien hoe snel
dominante perspectieven op de geschiedenis kunnen evolueren. Deze leden ontvangen
graag een reactie van de Minister op dit punt.
Zoals ik in mijn beleidsreactie heb aangegeven neem ik het advies van de commissie
over om de Canon elke tien jaar te herijken. Zoals de commissie aangeeft is het onderwijs
gebaat bij een zekere mate van continuïteit en stabiliteit, een herijking elke vijf
jaar brengt te veel verandering in een korte tijd met zich mee. De Canon is bedoeld
als onderhoud van het collectief geheugen in onderwijs en samenleving. Tegelijkertijd
moet er ruimte zijn voor vernieuwing. De commissie adviseert om de Canon elke tien
jaar te herijken, zodat de periode van herijking lang genoeg is om een bepaalde vastigheid
te garanderen en tegelijkertijd kort genoeg om veroudering tegen te gaan.21
De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd op welke manier de commissie in de
jaren tussen de herijkmomenten een vinger aan de pols gaat houden bij de verschillende
betrokkenen. Zal dit enkel in het negende jaar gebeuren als het weer tijd is om de
Canon te herijken? Of blijven de leden van de commissie in de tussenliggende jaren
ook actief op dit onderwerp?
Het governancemodel dat door de commissie-Van Oostrom is ingesteld, wordt voortgezet.
Deze commissie heeft de Canon op gepaste afstand gezet van overheid en politiek, maar
ook van private of commerciële belangen. Hiervoor is de stichting entoen.nu opgericht
in 2007, deze stichting is inhoudelijk eigenaar van het concept en de inhoud van de
Canon van Nederland. Het bestuur bestond uit leden van de commissie-Van Oostrom, deze
worden vervangen door leden van de huidige Canon commissie. De stichting beheert en
beoordeelt de gebruiksrechten van teksten en beelden over de Canon. De commissieleden
die deel uitmaken van het bestuur van de stichting entoen.nu blijven op deze wijze
betrokken bij de Canon en het gebruik daarvan.
Worden maatschappelijke ontwikkelingen in de gaten gehouden en wordt er gesproken
met het onderwijsveld over hoe de Canon gebruikt wordt en of het voldoende aansluit
bij de wensen en behoeften van onderwijsprofessionals en leerlingen?
De stichting entoen.nu heeft in het verleden frequent onderzoek gedaan naar het gebruik
van de Canon en heeft daarbij speciale aandacht gehad voor het gebruik van de Canon
in het onderwijs. Ik vraag de stichting om dit onderzoek voort te zetten en één «tussenmeting»
te doen over ongeveer vijf jaar en nog een meting te doen voorafgaand aan de volgende
herijking van de Canon.
Kortom, heeft de commissie ook nog een rol na de oplevering van deze hernieuwde Canon
of is die pas weer over tien jaar actief? Is de Canon-commissie voldoende te vinden
en te bereiken voor groepen die mee willen denken en discussiëren over de inhoud van
de Canon in de toekomst, zo vragen de leden.
De website canonvannederland.nl valt onder de stichting entoen.nu. In het bestuur
van deze stichting hebben leden van de huidige Canoncommissie zitting. De stichting
beheert en beoordeelt de gebruiksrechten van teksten en beelden over de Canon. De
commissie is te bereiken middels de contactgegevens die op de website canonvannederland.nl
staan voor groepen die willen meedenken en discussiëren over de Canon.
De Canon en het onderwijs
De leden van de GroenLinks-fractie lezen veelvuldig dat de Canon in samenhang met
het nieuwe curriculum zal worden ingezet. De uitwerking van dit nieuwe curriculum
zal echter nog even op zich laten wachten. Mede door de coronacrisis en het besluit
om eerst een wetenschappelijke commissie in te stellen, zal het zeker nog een paar
jaar duren voordat het nieuwe curriculum is ingevoerd. Op welke manier zal de Canon
zelfstandig een goede plek in het onderwijs kunnen vinden, nu bijvoorbeeld het leergebied
Mens & Maatschappij en de bijbehorende kerndoelen voorlopig nog niet zijn uitgewerkt?
De Canon is momenteel al opgenomen in de kerndoelen en is daarmee niet vrijblijvend.
In kerndoel 52 van het primair onderwijs en kerndoel 37 van de onderbouw van het voortgezet
onderwijs staat: «De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van
de tijdvakken».22
,
23 Tot aan de inwerkingtreding van verbeterde kerndoelen, blijven de huidige kerndoelen
gewoon gelden en heeft de Canon een structurele plek in het onderwijsaanbod.
De voornoemde leden lezen dat de Canon voorheen vooral in het voortgezet onderwijs
lang niet overal werd gebruikt. Hoe is er nu gereageerd door het onderwijsveld op
de herijkte Canon en weten docenten nu voldoende op welke manier zij deze kunnen gebruiken,
zo vragen de leden.
Er is geen onderzoek gedaan naar hoe er in het voortgezet onderwijs op de herijkte
Canon is gereageerd, uiteraard ook omdat docenten in het voortgezet onderwijs nog
niet met de herijkte inhoud hebben kunnen werken. Uit onderzoek van Oberon voorafgaand
aan de herijking van de Canon is gebleken dat docenten in het voortgezet onderwijs
wel degelijk op de hoogte zijn van de manieren waarop de Canon te gebruiken is, maar
zij hebben om andere redenen de Canon niet altijd gebruikt. Zo waren de Canonvensters
vaak al verwerkt in het onderwijs (en/of de lesmethodes), was de Canon een te grote
versimpeling van het vak of sloot de Canon niet goed aan op de tien tijdvakken. De
commissie-Kennedy heeft met introductie van de zeven hoofdlijnen en de aanbevelingen
richting het historisch referentiekader een stap gezet om docenten in het voortgezet
onderwijs te helpen. Ik vraag de stichting entoen.nu om in een vervolgonderzoek te
monitoren in hoeverre dit is gelukt.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De Canon en het onderwijs
De leden van de SP-fractie vragen wat de reden is dat de Minister niet pleit voor
het opnemen van de Canon in de toekomstige kerndoelen als onderdeel van het historisch
referentiekader, zoals de commissie aanbeveelt. Zeker nu dit mogelijk is door de curriculumherziening.
Zoals eerder toegelicht, luistert de ontwikkeling van de Canon, een historisch referentiekader
en de kerndoelen vrij nauw. Experts die betrokken zijn bij de curriculumherziening
zijn nu aan zet om te komen tot een advies over een zinvolle plek van de Canon in
de kerndoelen. Daar wil ik niet op vooruit lopen.
Borging van de Canon
De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze de Minister borgt dat de Canon elke
tien jaar herijkt zal gaan worden. In de brief stelt de Minister namelijk enkel dat
zij zich kan vinden in de voorgestelde frequentie en de tijdspanne die nodig is voor
een herijking. Hoe zou een toekomstige herijking zich in de toekomst dan verhouden
tot het – mogelijk dan wel afgeronde – proces van curriculumherziening, zo vragen
zij.
Zoals ik in mijn beleidsreactie heb aangegeven neem ik het advies van de commissie
over om de Canon elke tien jaar te herijken. Over het herijkingsritme van de kerndoelen
heeft de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media aangeven toe te willen
werken naar een systematiek van periodieke herijking, in lijn met het advies van de
Onderwijsraad.24 Een advies over hoe die systematiek er precies uit moet komen te zien, is onderdeel
van de taakomschrijving van de recent ingestelde wetenschappelijke curriculumcommissie.25 Het is aan hen om in dit advies ook rekenschap te geven van het herijkingsritme van
de Canon en te adviseren in hoeverre deze (meer) gelijktijdig dienen te gebeuren.
De leden van de SP-fractie merken op dat de Minister de aanbeveling over neemt om
zowel digitaal als fysiek de Canon te waarborgen. Hoe evalueert zij de fysieke spreiding
van de Canon over meerdere musea in Nederland? Meent zij nog altijd dat dit de beste
wijze is om de Canon aan geïnteresseerden tentoon te spreiden? Wordt er nog nagedacht
over alternatieven hiervoor, zo vragen de leden.
Per eind 2020 zijn er 35 organisaties aangesloten bij het netwerk. Kamp Vught sluit
in december aan, dan is met uitzondering van Flevoland in elke provincie een instelling
aangesloten bij het netwerk. In de komende twee jaar zullen er nog circa 20 instellingen
aansluiten.
Om de Canon ook digitaal goed toegankelijk te maken zijn de website entoen.nu en www.canonvannederland.nl geïntegreerd. Daarnaast ontwikkelt het Canonnetwerk filmpjes over de topstukken van
de aangesloten organisaties. In deze filmpjes worden de topstukken getoond en wordt
er achtergrondinformatie gegeven. Op deze manier werkt het Canonnetwerk met de aangesloten
organisaties samen om via de digitale weg de Canon onder de aandacht te brengen.
De leden van de SP-fractie vragen voorts hoe het gebruik van de website tot nu toe
wordt geëvalueerd. Wat is het bereik en voldoet dit aan de verwachtingen? Is bekend
wat de samenstelling is van de groep bezoekers van deze website? Is de Minister voornemens
om dit bereik uit te breiden, zo vragen de leden.
Uit de webstatistieken (in de afgelopen 12 maanden 1,7 miljoen bezoeksessies van gemiddeld
bijna 3 minuten per bezoek, vooral tijdens schooluren) blijkt dat de site in het onderwijs
goed gevonden en veel gebruikt wordt. Uit onderzoek van Oberon over het gebruik van
de Canon blijkt dat 88% van de docenten in het primair onderwijs bekend is met de
website. Ze gebruiken met name de filmpjes en afbeeldingen (99%), vensterplaten (77%)
en de achtergrondinformatie voor docenten (76%). 89% gebruikt de website om klassikaal
mee te werken (op het digibord) en 76% voor de lesvoorbereiding. In het voortgezet
onderwijs kent 94% van de ondervraagde docenten de website. Ze gebruiken de website
voornamelijk voor de filmpjes en afbeeldingen (93%). Driekwart van de ondervraagde
docenten gebruikt de website bij de voorbereiding van de lessen. Het grootste deel
van de ondervraagde docenten is tevreden over de informatie die ze gebruiken voor
hun lessen en dat we website naar behoren werkt.26
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie nemen met instemming kennis van het feit dat weer nieuwe
vensters in de Canon zijn opgenomen. Zoals de Surinaamse antikoloniale schrijver,
activist en verzetsheld Anton de Kom en gastarbeiders als vensters zijn toegevoegd,
met de daarbij behorende aandacht voor de geschiedenis van Suriname, het Nederlandse
slavernijverleden, en de migratiegeschiedenis van Nederland. Daarnaast stellen deze
leden vast dat er in de Canon geen aandacht is voor de roze geschiedenis en seksuele
diversiteit, terwijl Nederland hier een bijzondere en historische rol in heeft gespeeld.
Zij vragen de Minister om hier bij een volgende herijking van de Canon aandacht voor
te hebben.
Ik onderschrijf het belang van aandacht voor de roze geschiedenis en seksuele diversiteit
zeer. Ik kan en wil echter geen toezeggingen doen over onderwerpen die bij een volgende
herijking aan bod moeten komen, omdat een volgende commissie zich hierover zal moeten
buigen.
De leden van de PvdA-fractie hebben voorts met verbazing kennisgenomen van het feit
dat Willem Drees als grondlegger van de verzorgingsstaat niet langer als venster is
opgenomen in de Canon. «Vadertje Drees» is de belichaming van de unieke sociale zekerheid
die we in Nederland kennen. Zijn inzet voor bestaanszekerheid voor iedereen heeft
een bijzonder vangnet opgeleverd, ouderen de AOW27 en generaties geïnspireerd. Hij zou om deze reden niet mogen ontbreken als venster
in de Canon. Hoe oordeelt de Minister hierover? Is zij voornemens om Willem Drees
alsnog op te nemen in de Canon, zo vragen de leden.
De Canon is door een onafhankelijke commissie herijkt. Ongeacht het belang van Willem
Drees voor de Nederlandse geschiedenis, kan en wil ik niet ingrijpen in de keuzes
van de commissie.
Daarnaast hebben de leden van de PvdA-fractie vragen over de inbedding van de Canon
in het onderwijs. Hoe verhoudt de Canon zich tot het curriculum.nu-traject?
De herijkte Canon loopt voor op het traject van de landelijke curriculumherziening.
Zij hebben daarin wel goede afstemming gezocht met het ontwikkelteam Mens & Maatschappij
van Curriculum.nu evenals met de betrokkenen bij de ontwikkeling van een historisch
referentiekader.
Nu de herijkte Canon er ligt, is het nu eerst zaak dat er een historisch referentiekader
wordt ontwikkeld dat rekenschap moet geven van de inhoud en systematiek van de herijkte
Canon. In december 2020 wordt daar een preadvies voor gegeven, onder verantwoordelijkheid
van SLO en in samenwerking met vakexperts en vakverenigingen. Vervolgens zal er in
januari 2021 worden gestart met het maken van concept-kerndoelen, met de herijkte
Canon en het preadvies voor het historisch referentiekader als input.
Op welke wijze zijn leraren en leerlingenorganisaties betrokken bij de totstandkoming
van de Canon en de inbedding in het onderwijs?
De commissie-Kennedy had zich voorgenomen om twee veldraadplegingen te houden, één
voor het primair onderwijs en één voor het voortgezet onderwijs. Door de coronamaatregelen
hebben deze geen doorgang kunnen vinden, maar zijn er aantal digitale raadplegingen
geweest met leraren en overige deskundigen. Een lijst met namen is te vinden in bijlage
3 van het rapport van de commissie-Kennedy.
Hoe worden leraren gefaciliteerd om de nieuwe Canon zijn beslag te laten krijgen in
de klas, zo vragen de leden.
Naar alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs zijn nieuwe Canonposters
verstuurd inclusief een brief met informatie over de nieuwe Canon. In deze brief hebben
de commissieleden Marjan de Groot-Reuvekamp (voor het primair onderwijs) en Hanneke
Tuithof (voor het voortgezet onderwijs) aangegeven dat zij bereid zijn om didactisch
advies te geven aan scholen. Hiervoor ben ik hen dankbaar. Ook is de website vernieuwd
waarop allerhande tips staan voor audiovisueel materiaal en excursies. Zo worden leraren
met materiaal en advies toegerust op de implementatie van de herijkte Canon. Het komende
jaar wordt de website nog verder uitgebreid en nog beter zichtbaar gemaakt.
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de herijkte
Canon en de beleidsreactie van de Minister.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister te reageren op de opmerking van de
commissie dat zij een meerstemmige benadering veel vruchtbaarder vindt dan het blindstaren
op de zon- of schaduwkanten. Deze leden vragen of de Minister de inzet deelt dat bij
de opdrachtverlening voldoende aandacht voor positieve en negatieve aspecten centraal
moet staan en dat niet eenzijdig aandacht gevraagd moet worden voor positieve of negatieve
aspecten.
Ik kan me helemaal vinden in de opmerking van de commissie.
De leden van de SGP-fractie vragen een nadere duiding van de verwachtingen aan het
gebruik van de Canon op grond van de kerndoelen. Deze leden constateren dat de kerndoelen
specifiek aangeven dat de vensters dienen als uitgangspunt ter illustratie van de
tijdvakken, terwijl de commissie ook een sterk accent zet op het belang van de hoofdlijnen.
Kan de Minister bevestigen dat bij de Canon primair de vensters centraal staan en
dat de hoofdlijnen als mogelijk hulpmiddel voor scholen dienen, zo vragen de leden.
Ja, dat kan ik bevestigen. In de huidige formulering van de kerndoelen staat dat de
vensters dienen als uitgangspunt. De zeven hoofdlijnen zijn een thematisch hulpmiddel voor
scholen om de Canonvensters te ordenen, maar zijn niet een verplicht ordeningsprincipe.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister in te gaan op de samenhang tussen de
periodieke herijking van zowel de Canon als de kerndoelen. In hoeverre is de Minister
van mening dat deze herijking in de toekomst gelijktijdig dienen te gebeuren, zo vragen
de leden.
De commissie-Kennedy beveelt aan dat de Canon eens in de tien jaar herijkt dient te
worden. Het onderwijs is immers gebaat bij continuïteit en stabiliteit. Ik ga mee
in deze redenering en zal dit herijkingsritme aanhouden.
Over het herijkingsritme van de kerndoelen heeft de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media aangeven toe te willen werken naar een systematiek van periodieke
herijking, in lijn met het advies van de Onderwijsraad.28 Een advies over hoe die systematiek er precies uit moet komen te zien, is onderdeel
van de taakomschrijving van de recent ingestelde wetenschappelijke curriculumcommissie.29 Het is aan hen om in dit advies ook rekenschap te geven van het herijkingsritme van
de Canon en te adviseren in hoeverre deze (meer) gelijktijdig dienen te gebeuren.
De leden van de SGP-fractie vragen op welke wijze de herijkte Canon een rol kan vervullen
bij de eindtermen voor het inburgeringsonderwijs. Heeft hierover inmiddels afstemming
plaats gevonden met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zo vragen de
leden.
In het regeerakkoord staat dat de Canon wordt uitgereikt aan jongeren die de leeftijd
van 18 jaar bereiken en aan personen die het Nederlanderschap verwerven. De naturalisatieceremonie
die verbonden is aan het verwerven van het Nederlanderschap is een taak van de gemeente.
Ik ben daarom met de VNG en de stichting entoen.nu in gesprek over de manier waarop
de Canon tijdens de naturalisatieceremonie kan worden uitgereikt. In een aantal gemeenten
gebeurt dit overigens al.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier