Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het EU-Voorstel: Mededeling inzake EU-Uitbreidingsbeleid 2020 COM (2020) 660
23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie
Nr. 387 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 4 november 2020
De vaste commissie voor Europese Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Buitenlandse Zaken over het EU-Voorstel: Mededeling inzake EU-Uitbreidingsbeleid
2020 COM (2020) 660.
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 30 oktober 2020. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Veldman
De adjunct-griffier van de commissie, Buisman
1
Kunt u aangeven hoeveel China de afgelopen twee jaar in de verschillende Balkanlanden
heeft geïnvesteerd?
Er zijn geen volledige statistieken over de totale Chinese investeringen in de diverse
Balkanlanden. Desalniettemin zijn er aanwijzingen dat de economische betrokkenheid
bij de Balkan stijgt. De regio wordt door China gezien als brug naar de Europa en
als belang in het kader van het Belt and Road Initiative. Chinese investeringen richten zich vooral op Servië, maar zijn ook toegenomen in
andere Balkanlanden, met uitzondering van Kosovo. Zachte leningen voor met name infrastructuur
en industrie vormen een belangrijk onderdeel van de Chinese financiële betrokkenheid
bij de Balkan. Op het gebied van handel en investeringen blijft de EU veruit de grootste
partner voor de Balkan.
2
Kunt u aangeven hoeveel Rusland de afgelopen twee jaar in de verschillende Balkanlanden
heeft geïnvesteerd?
Er zijn geen volledige statistieken over de totale Russische investeringen in de verschillende
Balkan-landen. In algemene zin zijn er aanwijzingen van een afname van handel, investeringen
en kredietverstrekking vanuit Rusland naar de Balkan. Sectoren waarin Rusland investeert
zijn energie, onroerend goed en de bankensector. De geografische focus richt zich
daarbij met name op Servië, de Republika Srpska in Bosnië-Herzegovina, alsmede toerisme
en onroerend goed in Montenegro. Op het gebied van handel en investeringen blijft
de EU veruit de grootste partner voor de Balkan.
3
In hoeverre wordt het onderwerp energieveiligheid betrokken in het toetredingsproces
van de Europese Unie met de Westelijke Balkan en wat is daarbij de inzet van zowel
de Europese Unie als de Westelijke Balkan?
Het onderwerp energieveiligheid valt grotendeels onder hoofdstuk 15 (energie) van
het toetredingsproces. In dit hoofdstuk wordt onder meer gekeken naar voortgang op
het gebied van marktwerking, diversificatie, toegang van derde landen, en ontbundeling
van de energiemarkt.
Structurele hervormingen als omschreven in de Economische Hervormingsprogramma’s moeten
volgens de Commissie rigoureus worden uitgevoerd, waarbij tevens regionale verbindingen
verbeterd dienen te worden, onder meer door volledige uitvoering van het Energiegemeenschapsverdrag
dat ook door landen in de Westelijke Balkan is ondertekend.
4
Wat is de concrete inzet van de Europese Unie bij het helpen verminderen van energieafhankelijkheid
van slechts één bron, zoals van Russisch gas, voor de Westelijke Balkan?
In de door de Commissie in 2018 gepresenteerde Westelijke Balkan-strategie vormt ondersteuning
van hervormingen op het gebied van transport- en energieverbindingen één van de zes
kerninitiatieven van de Commissie. Inzet van de Commissie daarbij is dat de verplichtingen
uit het Energiegemeenschapsverdrag worden nagekomen en dat alle dimensies hiervan
naar de Westelijke Balkan worden uitgebreid.
De Energiegemeenschap is in 2005 opgericht tussen de Europese Unie en een aantal derde
landen om de interne energiemarkt van de EU uit te breiden tot Zuidoost-Europa en
daarbuiten. Met gerichte investeringen wordt daarbij gestreefd naar het verder inbedden
van de regio in de Energiegemeenschap en diversificatie van energieleveranciers en
energiebronnen.
5
Hoe kijkt het kabinet aan tegen de voortgangsrapportage 2020 van Turkije?
In zijn appreciatie van het jaarlijkse uitbreidingspakket d.d. 30 oktober 2020 zet
het kabinet uiteen dat het de zorgen van de Commissie over de verdere achteruitgang
ten aanzien van de rechtsstaat, democratie en mensenrechten in Turkije deelt. Op basis
hiervan is het in de ogen van het kabinet terecht dat de toetredingsonderhandelingen
effectief tot stilstand zijn gekomen. Tevens zal het kabinet blijven bepleiten dat
de pre-toetredingssteun voor Turkije volledig wordt opgeschort conform de motie van de leden Roemer
en Segers (Kamerstuk 32 824, nr. 158). Verder zal het kabinet zich, conform de motie van de leden Van Ojik en Van den
Hul (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1207) ervoor inzetten dat de steun aan mensenrechten-NGO’s tenminste op peil blijft.
Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat de EU-Turkije Verklaring een effectief
middel is in het tegengaan van irreguliere migratie. Zowel de EU, als Turkije heeft
baat bij een effectieve uitvoering van deze afspraken en de partijen hebben een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid hiertoe. Turkije levert met opvang van bijna vier miljoen vluchtelingen
een grote inspanning, en wordt hier terecht in ondersteund.
Het kabinet zal onverminderd vasthouden aan de vervulling van alle benchmarks van
de Roadmap visumliberalisatie voordat het zal kunnen instemmen met het afschaffen van de visumplicht
voor kort verblijf van Turkse burgers. Tegelijkertijd is het kabinet ervan overtuigd
dat praktische samenwerking met Turkije, bijvoorbeeld op het gebied van migratie,
terreurbestrijding en economie, in het belang van Nederland en de EU is.
6
Zijn de middelen uit het financiële Balkan-pakket van 3,3 miljard euro ook verbonden
aan een rechtsstatelijkheidsclausule?
De rechtsstatelijkheidsclausule zal alleen van toepassing zijn op EU-lidstaten. De
Europese Commissie blijft met haar «team Europe» benadering goed bestuur, mensenrechten,
de rechtsstaat, gendergelijkheid en non-discriminatie, waardige arbeidsomstandigheden,
fundamentele waarden en humanitaire beginselen bevorderen en handhaven. De buitengewone
maatregelen die nodig zijn om de pandemie te bestrijden, mogen niet leiden tot het
terugdraaien van de fundamentele waarden en beginselen van open en democratische samenlevingen.
Het kabinet zal, in lijn met zijn bestendige inzet op het bevorderen van de rechtsstaat
in landen op de Westelijke Balkan, nauwgezet monitoren dat deze rechtsstaatsprincipes
bevorderd en gehandhaafd worden in de verschillende discussies over de toekenning
van de middelen uit het steunpakket voor de Westelijke Balkan in de bestrijding van
Covid-19 en het post pandemie herstel
7
Hoe worden de toegekende middelen gemonitord?
De voorstellen uit het steunpakket voor de Westelijke Balkan in de bestrijding van
Covid-19 en het post-pandemie herstel die worden gefinancierd vanuit de verschillende
instrumenten, in dit geval hoofdzakelijk vanuit het IPA-instrument, vallen onder dezelfde
rechten en plichten op het gebied van monitoring en evaluatie als alle andere projecten
die vanuit deze instrumenten gefinancierd worden.
De programma’s en projecten die onder de IPA II Richtlijn vallen zijn allen onderhevig
aan zowel interne (EU-instellingen) als externe monitoring en evaluatie. De externe
evaluaties worden uitgevoerd door externe experts en consultants die EU-projecten
en programma’s monitoren en evalueren. Als onderdeel van het raamwerk voor voortgangsrapportages
monitort en beoordeelt de Europese Commissie de voortgang m.b.t. de doelen die in
de IPA II Richtlijn zijn vastgelegd. De IPA-voortgangrapportages worden via het IPA-Comité
teruggekoppeld aan de lidstaten.
8
Is het kabinet van mening dat Turkije nooit lid mag worden van de Europese Unie?
Het kabinet deelt de zorgen van de Commissie over de verdere achteruitgang ten aanzien
van de rechtsstaat, democratie en mensenrechten in Turkije. Om deze reden is het in
de ogen van het kabinet terecht dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije effectief
tot stilstand zijn gekomen. Aan het lidmaatschap van de Europese Unie zijn heldere
criteria verbonden. Aangezien Turkije zich steeds verder af beweegt van de EU is EU-lidmaatschap
van Turkije op dit moment niet aan de orde.
9
Hoeveel geld ontvangt Turkije momenteel op jaarbasis van de Europese Unie en hoeveel
zal dit zijn onder de nieuwe meerjarenbegroting?
In het kader van de toezegging van Minister Zijlstra tijdens het AO RAZ art 50 van
24 januari 2018 (Kamerstuk 23 987, nr. 215) heb ik uw Kamer reeds geïnformeerd over de bedragen van pretoetredingssteun aan
Turkije voor 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2225). Deze zijn als volgt: voor 2020 voorziet de Commissie momenteel 168,2 miljoen (t.o.v.
EUR 248,7 miljoen in 2019) pretoetredingssteun aan Turkije. Deze steun bestaat uit
het jaarprogramma (EUR 122 miljoen), het Civil Society Facility (EUR 28 mln) en een
bijdrage vanuit het IPA Rural Development (IPARD) voor ontwikkeling van binnenlandse
gebieden (EUR 18,2 mln).
Op 31 december 2020 loopt het huidige IPA II programma af, daarna zullen afspraken
en budgetbepalingen over pre-toetredingssteun aan (potentiële) kandidaat-lidstaten
onder het nieuwe MFK 2021–2027 worden vastgelegd in het IPA III programma. De Raad
kwam overeen dat voor het Instrument voor Pre-accessie (IPA III) EUR 12,565 miljard
(in 2018 prijzen) beschikbaar komt in de periode van het nieuwe MFK. Het Voorstel
voor een Verordening van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van het
instrument voor pretoetredingssteun (IPA III), bevat geen reservering per land, wel
per thema. Het kabinet kan daarom nog niet aangeven hoeveel IPA-geld ten goede komt
aan Turkije. Nederland pleit conform de motie van de leden Roemer en Segers (Kamerstukken
32 824 en 29 279, nr. 158) in Europees kader reeds geruime tijd voor de opschorting van pretoetredingssteun
aan Turkije en zal dat blijven doen. In dit kader heeft Nederland, gesteund door een
aantal andere lidstaten, tegen gestemd op het jaarprogramma 2020. Voor wat betreft
de Nederlandse inzet in de onderhandelingen over het Voorstel voor een Verordening
van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun
(IPA III), verwijs ik u graag naar het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2684).
Tevens gaat er zoals bekend geld uit de EU begroting naar de Faciliteit voor Vluchtelingen
in Turkije (FRIT). Financiering van de FRIT verloopt via twee tranches van 3 miljard
euro. Voor de eerste tranche droeg de Europese Commissie 1 miljard euro bij en de
lidstaten 2 miljard euro, en voor de tweede tranche andersom. De looptijd van projecten
onder de tweede tranche is tot 2025. Voor de FRIT is dit jaar ook aanvullende EU-steun
overeengekomen. De aanvullende steun van EUR 485 mln. zal worden ingezet ten behoeve
van de vluchtelingenpopulatie in Turkije. Specifiek zullen twee humanitaire projecten,
het Emergency Social Safety Net (ESSN) en het Conditional Cash Transfer for Education
(CCTE) worden verlengd die respectievelijk in maart 2021 en oktober 2020 zouden aflopen.
Naast IPA en de FRIT wordt het maatschappelijk middenveld in Turkije ondersteund via
het European Instrument for Democracy and Human Rights. Voor de periode 2018- 2020 is hiervoor 9,6 miljoen euro beschikbaar gesteld.
10
Vindt het kabinet het gerechtvaardigd dat Turkije deze gelden nog ontvangt? Zo ja,
waarom? Zo nee, wat heeft het kabinet het afgelopen jaar ondernomen om deze geldstroom
stop te zetten?
Nederland pleit conform de motie van de leden Roemer en Segers (Kamerstuk 32 824 en 29 279, nr. 158) in Europees kader reeds geruime tijd voor de opschorting van pretoetredingssteun
aan Turkije en zal dat blijven doen. In dit kader heeft Nederland, gesteund door een
aantal andere lidstaten, tegen gestemd op het jaarprogramma 2020. Voor wat betreft
de Nederlandse inzet in de onderhandelingen over het Voorstel voor een Verordening
van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun
(IPA III), verwijs ik u graag naar het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2684).
Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat de EU-Turkije Verklaring een effectief
middel is in het tegengaan van irreguliere migratie. Zowel de EU, als Turkije heeft
baat bij een effectieve uitvoering van deze afspraken en de partijen hebben een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid hiertoe. Turkije levert met opvang van bijna vier miljoen vluchtelingen
een grote inspanning, en wordt hier terecht in ondersteund middels het FRIT.
11
Zet het kabinet in op het formeel beëindigen van het kandidaat-lidmaatschap van Turkije?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke momenten heeft het kabinet dit het afgelopen
jaar actief in Europees verband naar voren gebracht?
Het kabinet deelt de zorgen van de Commissie over de verdere achteruitgang ten aanzien
van de rechtsstaat, democratie en mensenrechten in Turkije. Om deze reden is het in
de ogen van het kabinet terecht dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije effectief
tot stilstand zijn gekomen. In lijn met de motie van de leden Omtzigt en Koopmans
(Kamerstuk 32 623, nr. 265) en de motie van het lid Karabulut (Kamerstuk 32 623, nr. 261) bepleitte het kabinet tijdens de Raad Algemene Zaken in juni 2019 voor het formeel
stop zetten van de toetredingsonderhandelingen met Turkije. Dit pleidooi kreeg evenwel
geen bijval. Het kabinet blijft zoals bekend pleiten voor het stopzetten van pretoetredingssteun
aan Turkije
12
Is er weleens gestemd over het beëindigen van het kandidaat-lidmaatschap van Turkije?
Zo ja, wanneer en wat was de stemverhouding? Zo nee, waarom niet?
Voor het beëindigen van het kandidaat-lidmaatschap van Turkije is unanimiteit benodigd.
Er is geen steun in de Raad voor het beëindigen van het kandidaat-lidmaatschap van
Turkije.
13
Wat is de reden dat Turkije op dit moment nog kandidaat-lidstaat is van de Europese
Unie?
Turkije is kandidaat-lidstaat sinds 1999. Sinds de mislukte coup-poging van 2016 zijn
de onderhandelingen effectief tot stilstand gekomen. Er kunnen geen hoofdstukken geopend
of gesloten worden. Er is geen steun in de Raad voor het beëindigen van het kandidaat-lidmaatschap
van Turkije.
14
Waar is de 83 miljard euro COVID-19-ondersteuning aan Turkije voor gealloceerd?
Er is geen 83 miljard maar 83 miljoen euro gealloceerd voor Covid-steun aan Turkije.
De Commissie meldt dat de steun ten goede komt aan één van de meest kwetsbare groepen;
de vluchtelingenpopulatie. De Commissie organiseert o.a. zogenaamde awareness raising activiteiten voor hen. De Commissie heeft overeenstemming bereikt met Turkije over
reallocatie van fondsen voor de Covid-reponse vanuit besparingen onder de FRIT.
15
Hoeveel geregistreerde vluchtelingen zijn er afgelopen jaar van Turkije naar de Europese
Unie vertrokken? Zowel illegaal als door middel van herverdeling?
Tot zover zijn er in 2020 15.454 aankomsten vanuit Turkije naar de EU. Vergeleken
met 2019 is dit een afname van 71% (toen 53.858 aankomsten). In totaal zijn er sinds
de inwerkingtreding van de EU-Turkije Verklaring 27.339 personen hervestigd vanuit
Turkije naar de EU. Daarvan vonden 7.020 hervestigingen vanuit Turkije naar EU- lidstaten
plaats in 2019.
16
Kunt u aangeven waaraan de toegekende 3,8 miljard euro van de in totaal 6 miljard
euro uit The Facility for Refugees in Turkije besteed is?
De FRIT is een coördinatiemechanisme dat is opgezet om, als onderdeel van de EU-Turkije
Verklaring, Turkije bij te staan in de opvang van inmiddels bijna 4 mln vluchtelingen
en de gastgemeenschappen die hen opvangen – in aanvulling op de nationale Turkse inspanningen.
Zo wordt vanuit de FRIT onder meer door middel van het Emergency Social Safety Net
(ESSN) maandelijks financiële ondersteuning geboden aan 1.7 miljoen vluchtelingen
om in de dagelijkse behoeftes te voorzien. Tevens is door middel van de Conditional
Cash Transfer for Education (CCTE) voor ruim 685.000 kinderen toegang tot onderwijs
gerealiseerd, hebben ruim 9 miljoen gezondheidsconsultaties plaatsgevonden en kregen
kinderen circa 650.000 vaccinaties1. De Commissie heeft ernaar gestreefd om bij de programmering van de tweede tranche
de aanbevelingen van het speciaal verslag over de Faciliteit van de Europese Rekenkamer
uit november 2018 in acht te nemen. Destijds is uw Kamer een kabinetsreactie rondom
de bevindingen en aanbevelingen van dit rapport toegegaan (Kamerstuk 32 317, nr. 562). Het kabinet waardeert de inspanningen van de Commissie hieromtrent en onderstreept
het belang hiervan, met name de geleidelijke overgang van humanitaire hulp naar meer
duurzame vormen van assistentie aan vluchtelingen in Turkije. Meer informatie over
de voortgang van FRIT-projecten en de exacte allocatie van middelen en projecten is
te vinden op de website van de Europese Commissie.2 3
17
Wat zijn de twee Flag-humanitaire projecten waaraan 485 miljoen euro is toegekend
in Turkije?
De additionele EU-steun van 485 miljoen euro zal worden ingezet ten behoeve van de
vluchtelingenpopulatie in Turkije. Specifiek zullen twee humanitaire projecten, het
ESSN en het CCTE worden verlengd die respectievelijk in maart 2021 en oktober 2020
zouden aflopen. Het ESSN biedt maandelijkse betalingen in contanten aan 1,7 miljoen
vluchtelingen om te voorzien in hun basisbehoeften. De CCTE biedt financiële ondersteuning
aan gezinnen met in totaal 685.000 kinderen om deze naar school laten gaan in plaats
van hen te laten werken (Kamerstuk 21 501-03, nr. 142).
18
Kunt u het besluitvormingsproces rondom de toekenning van middelen uit The Facility for Refugees in Turkije schetsen?
De FRIT is een coördinatiemechanisme dat is opgezet, als onderdeel van de EU-Turkije
Verklaring, om Turkije bij te staan in de opvang van vluchtelingen in Turkije en directe
gevolgen van de instroom van vluchtelingen in Turkije. Doel van de faciliteit is het
coördineren en stroomlijnen van bijdragen vanuit de EU begroting en door lidstaten,
teneinde te komen tot efficiënte en complementaire hulp aan vluchtelingen in Turkije
en de gemeenschappen die hen opvangen. De Commissie heeft een overkoepelende, coördinerende
rol en ziet toe op de identificatie en allocatie van verschillende middelen, waarvoor
de Commissie de eindverantwoordelijkheid draagt. De faciliteit zelf wordt aangestuurd
door een stuurgroep, het FRIT-comité bestaande uit twee vertegenwoordigers van de
Commissie en één vertegenwoordiger uit iedere lidstaat. Projecten van de FRIT worden
uitgevoerd via bestaande instrumenten, hoofdzakelijk via European Civil Protection
and Humanitarian Aid Operations (ECHO) en instrument voor toekenning pre-accessiesteun
(IPA). De projecten liggen dan ook in die comités voor goedkeuring voor en niet in
de FRIT stuurgroep. Meer informatie over opzet en voortgang van deze FRIT-projecten
is te vinden op de website van de Europese Commissie4.
19
Kunt u de positie van Turkije op internationale lijsten van persvrijheid, aantal politieke
gevangenen en overheidsfraude in de afgelopen twee jaar geven?
Het Kabinet heeft grote zorgen over de rechtsstaat en de mensenrechten in Turkije,
waaronder ook de persvrijheid. Het kabinet stelt deze zorgen ook regelmatig aan de
orde in gesprekken met Turkije.
Sinds de couppoging van 2016 is een groot aantal arrestaties verricht en is het aantal
gevangenen in Turkije toegenomen. Het kabinet kan echter niet met zekerheid vaststellen
in hoeveel gevallen het personen betreft die om politieke redenen vastzitten.
Voor de positie van Turkije op internationale lijsten over persvrijheid, politieke
gevangenen en fraude verwijs ik u naar organisaties zoals Transparency International, Reporters Without Borders, en Amnesty International.
20
Bij de Raad Algemene Zaken van 24 maart 2020, zijn de volgende conclusies aangenomen:
«Prior to the first intergovernmental conference, Albania should adopt the electoral
reform fully in accordance with OSCE/ODHIR recommendations, ensuring transparent financing
of political parties and electoral campaigns, ensure the continued implementation
of the judicial reform, including ensuring the functioning of the Constitutional Court
and the High Court, taking into account relevant international expertise including
applicable opinions of the Venice Commission, and finalise the establishment of the
anti-corruption and organised crime specialised structures.» Kunt u op elk van deze punten apart ingaan en vertellen of en hoe Albanië hier op
dit moment aan voldoet?
In de kabinetsappreciatie van het jaarlijkse uitbreidingspakket d.d. 30 oktober 2020
(Kamerstuk 23 987, nr. 387) onderschrijft het kabinet de analyse van de Commissie dat Albanië voortgang heeft
laten zien op verschilende terreinen, maar de conclusie van de Commissie dat bijna
aan alle voorwaarden is voldaan vindt het kabinet voorbarig.
Het kabinet deelt de appreciatie van de Commissie dat er nog geen quorum is voor het
Constitutioneel Hof en dat er verdere voortgang geboekt dient te worden t.a.v. de
herziening van de mediawet op basis van de opinie van de Venetië Commissie. Ook het
Hooggerechtshof is ondanks de aanstelling van enkele niet-magistraten nog niet in
staat om alle zaken te behandelen. Grote stappen zijn met name gezet op het gebied
van de doorlichting van hooggeplaatste rechters en aanklagers, maar dit leidt nog
onvoldoende tot daadwerkelijke veroordelingen van de rechters die tijdens de doorlichting
beschuldigd werden van criminele activiteiten.
Corruptie blijft een groot en wijdverspreid probleem dat de komende jaren de nodige
aandacht zal blijven vragen. In dit kader is het positief dat de Special Anti-Corruption and Organised Crime Structure (SPAK) inmiddels volledig operationeel is. Het recente rapport van de Group of States
against Corruption (GRECO), concludeert dat Albanië 9 van de 10 aanbevelingen naar
behoren heeft geïmplementeerd. Dit toont aan dat Albanië werk maakt van corruptiebestrijding.
Maar Albanië dient verdere stappen te zetten in het opbouwen van een solide trackrecord
in het onderzoeken, vervolgen en definitief veroordelen van corruptie en georganiseerde
misdaad op alle niveaus.
Op het terrein van de aanpak van georganiseerde misdaad en migratie is tevens voortgang
geboekt. De samenwerking met de Albanese autoriteiten in het tegengaan van irreguliere
migratie blijft goed lopen. Goede samenwerking blijft nodig om de redenen die de Commissie
noemt, maar ook om de problematiek rondom inklimmers aan te pakken. Ook loopt de opvolging
van de FATF-aanbevelingen redelijk op schema en heeft Albanië deelgenomen aan verschillende
internationale politieoperaties. In dit kader is het positief dat de directeur van
het National Bureau of Investigation (NBI) is benoemd maar blijft het van belang dat
ook de benodigde inspecteurs aangesteld en getraind worden.
21
Bij de Raad Algemene Zaken van 24 maart 2020 is verwezen naar opinies van de Venetië-Commissie.
Welke opinies vallen daaronder?
In de raadsconclusies van maart 2020 werd door de Raad met betrekking tot Hooggerechtshof
en Constitutioneel Hof verwezen naar relevante opinies van internationale organisaties
waaronder de Venetië Commissie. De opinie van de Venetië Commissie t.a.v. het Constitutioneel
Hof is op 19 juni aangenomen. De Raad roept Albanië op om deze opinie in acht te nemen
bij het functioneel maken van het Hof.
De raadsconclusies van maart 2020 roepen Albanië tevens op om de mediawet aan te passen
in lijn met de aanbevelingen van de Venetië Commissie. Deze opinie is eveneens in
juni 2020 aangenomen.
22
Bij de Raad Algemene Zaken van 24 maart 2020 is verwezen naar de opinies van de Venetië-Commissie:
aan welke voorwaarden uit die opinies moet Albanië voldoen? En kan het Nederlandse
kabinet die condities een voor een langslopen?
De opinies van de Venetië-Commissie bevatten aanbevelingen. De Raad heeft Albanië
opgeroepen om deze aanbevelingen in acht te nemen bij het functioneel maken van het
Hof. Albanië zal zelf bepalen hoe het dat doet. De Commissie meldt dat op basis van
de richtsnoeren uit de opinie van de Venetië Commissie de uitstaande vacatures in
het Constitutioneel Hof kunnen worden vervuld door benoemingen door de president en
het parlement zodra de kandidaten zijn geselecteerd.
In de raadsconclusies van maart 2020 wordt tevens verwezen naar een opinie van de
Venetië Commissie ten aanzien van de mediawet. Uit het voortgangsrapport van de Commissie
blijkt dat Albanië gecommitteerd is aan het implementeren van de aanbevelingen uit
deze opinie. Albanië zal zelf bepalen hoe het dat doet. De concept-mediawet wordt
op het moment herzien op basis van deze opinie, aldus de Commissie. Hierbij zijn experts
vanuit de Raad van Europa en de Europese Commissie betrokken.
23
Bij de Raad Algemene Zaken van 24 maart 2020 concludeerde de Europese Commissie: «Albania should also further strengthen the fight against corruption and organised
crime, including through cooperation with EU Member States and through the action
plan to address the Financial Action Task Force (FATF) recommendations. Tackling the
phenomenon of unfounded asylum applications and ensuring repatriations and amending
the media law in line with the recommendations of the Venice Commission remain important
priorities. The Commission will provide a report on these issues, including progress
regarding the track record, when presenting the negotiating framework.» Kunt u het rapport van de Commissie en uw appreciatie daarvan op elk van deze issues
aan de Kamer doen toekomen?
In de kabinetsappreciatie van het jaarlijkse uitbreidingspakket d.d. 30 oktober 2020
onderschrijft het kabinet de analyse van de Commissie dat Albanië voortgang heeft
laten zien op verschilende terreinen, maar de conclusie van de Commissie dat bijna
aan alle voorwaarden is voldaan vindt het kabinet voorbarig.
Het kabinet deelt de appreciatie van de Commissie dat er nog geen quorum is voor het
Constitutioneel Hof en dat er verdere voortgang geboekt dient te worden t.a.v. de
herziening van de mediawet op basis van de opinie van de Venetië Commissie. Ook het
Hooggerechtshof is ondanks de aanstelling van enkele niet-magistraten nog niet in
staat om alle zaken te behandelen. Grote stappen zijn met name gezet op het gebied
van de doorlichting van hooggeplaatste rechters en aanklagers, maar dit leidt nog
onvoldoende tot daadwerkelijke veroordelingen van de rechters die tijdens de doorlichting
beschuldigd werden van criminele activiteiten.
Corruptie blijft een groot en wijdverspreid probleem dat de komende jaren de nodige
aandacht zal blijven vragen. In dit kader is het positief dat de SPAK inmiddels volledig
operationeel is. Het recente rapport van de GRECO concludeert dat Albanië 9 van de
10 aanbevelingen naar behoren heeft geïmplementeerd. Dit toont aan dat Albanië werk
maakt van corruptiebestrijding. Maar Albanië dient verdere stappen te zetten in het
opbouwen van een solide trackrecord in het onderzoeken, vervolgen en definitief veroordelen
van corruptie en georganiseerde misdaad op alle niveaus.
Op het terrein van de aanpak van georganiseerde misdaad en migratie is tevens voortgang
geboekt. De samenwerking met de Albanese autoriteiten in het tegengaan van irreguliere
migratie blijft goed lopen. Goede samenwerking blijft nodig om de redenen die de Commissie
noemt, maar ook om de problematiek rondom inklimmers aan te pakken. Ook loopt de opvolging
van de FATF-aanbevelingen redelijk op schema en heeft Albanië deelgenomen aan verschillende
internationale politieoperaties. In dit kader is het positief dat de directeur van
het NBI is benoemd maar blijft het van belang dat ook de benodigde inspecteurs aangesteld
en getraind worden.
24
Wat zijn de georganiseerde misdaadcijfers van Albanië? (Aantal arrestaties? Hoeveelheid
onderschepte drugs en wapens? Aantal uitleveringen?)
De Commissie meldt dat op het gebied van georganiseerde misdaad het trackrecord verbeterd is. Het aantal zaken dat doorverwezen is naar het OM was 53 in 2018 en
79 in 2019. Ook zijn er 13 aanklachten voor georganiseerde misdaad geweest in 2019
vergeleken met 5 in 2018. Tevens meldt de Commissie 20 veroordelingen in hoger beroep
in 2018 en 1 in 2019. In aanvulling hier op werden er 9 personen in eerste instantie
veroordeeld in 2019. In het eerste semester van 2020 is het aantal nieuwe zaken m.b.t.
criminele organisaties dat doorverwezen is naar het OM 23. In deze periode waren er
10 aanklachten voor georganiseerde misdaad, 6 definitieve veroordelingen en 1 veroordeling
in eerste instantie.
Met betrekking tot zware criminaliteit meldt de commissie dat 1804 nieuwe zaken m.b.t.
mensenhandel, witwassen, en productie en verhandelen van drugs in 2018 zijn doorverwezen
naar het OM en een vergelijkbaar aantal in 2019. Van deze zaken resulteerden er 551
in een aanklacht in 2018 en 507 in 2019. Tevens waren er 698 definitieve veroordelingen
in 2018 en 308 in 2019. Hiervan was 68.9% drugs-gerelateerd in 2018 en 68% in 2019,
gevolgd door witwassen, handel in voertuigen, vervalsing van geld en mensenhandel.
In het eerste semester van 2020 zijn er 17 nieuwe mensenhandel-zaken, 126 witwaszaken
en 587 drugs-gerelateerde zaken doorverwezen naar het OM. Van het totaal aantal zaken
dat op deze terreinen is doorverwezen naar het OM zijn er 141 zaken omgezet in een
aanklacht. Wat betreft definitieve veroordelingen meldt de Commissie dat er 2 zijn
geweest voor mensenhandel en 30 voor drugsdelicten. Onder de nieuwe tijdelijke wetgeving
m.b.t. het aanpakken van crimineel vermogen zijn tussen januari en juni 2020 meer
dan 174 activa van verdachten van georganiseerde misdaad preventief in beslag genomen
en 84 zaken bij het SPAK aangebracht.
Tevens meldt de Commissie dat de hoeveelheid cannabis die geconfisqueerd is in Albanië
gedaald is van rond de 20 ton in 2018 naar 6.3 ton in 2019. Er was een toename in
confiscatie van hasj van 363.5 kg naar meer dan een ton in deze periode. M.b.t. cocaïne
werd er in 2018 630.5 kg geconfisqueerd en in 2019 145 kg. De heroïne die geconfisqueerd
is nam toe van bijna 24 kg in 2018 tot 38 kg in 2019, dankzij betere politieonderzoeken
en toegenomen internationale samenwerking volgens de Commissie. M.b.t. de handel in
vuurwapens zijn in 2018 14 zaken aangebracht bij het OM en 12 in 2019, met 35 definitieve
veroordelingen in 2018 en 16 in 2019.
Internationale politiesamenwerking, vooral met de EU-lidstaten, is geïntensiveerd,
wat heeft geleid tot een aantal succesvolle grootschalige operaties in de loop van
2019, die ook in 2020 zijn voortgezet. Met betrekking tot justitiële samenwerking
in strafrechtelijke zaken rapporteert de Commissie dat Albanië in 2018 115 verzoeken
tot uitlevering ontvangen heeft en 160 verzoeken gedaan. In 2019 waren dit er respectievelijk 84 en 186.
25
Hoeveel Albanezen zijn afgelopen twee jaar in Nederland veroordeeld?
De Raad voor de Rechtspraak beheert de cijfers van veroordelingen door Nederlandse
strafrechters van in Albanië geboren personen. De cijfers zijn opgesplitst in veroordelingen
voor misdrijven en voor overtredingen. In enkele gevallen werd de verdachte wel veroordeeld,
maar werd er geen straf opgelegd.
In 2018 werden 298 in Albanië geboren personen veroordeeld voor een misdrijf, 3 daarvan
kregen geen straf opgelegd. Er werden in dat jaar 32 in Albanië geboren personen veroordeeld
voor een overtreding.
In 2019 werden 220 in Albanië geboren personen veroordeeld voor een misdrijf, 1 daarvan
kreeg geen straf opgelegd. Er werden in dat jaar 84 in Albanië geboren personen veroordeeld
voor een overtreding, 4 daarvan kregen geen straf opgelegd.
In 2020 werden in de periode van januari tot en met september 97 in Albanië geboren
personen veroordeeld voor een misdrijf. Er werden in dat jaar 74 in Albanië geboren
personen veroordeeld voor een overtreding, 2 daarvan kregen geen straf opgelegd.
26
Hoeveel Albanezen zijn afgelopen twee jaar Nederland uitgezet?
Dienst Terugkeer en Vertrek beheert de cijfers over uitgezette vreemdelingen met de
Albanese nationaliteit.
In 2019 zijn 184 vreemdelingen met de Albanese nationaliteit gedwongen vertrokken
uit Nederland naar het land van herkomst. In 2020 zijn er in de periode van januari
tot en met september 41 vreemdelingen met de Albanese nationaliteit gedwongen vertrokken
uit Nederland naar het land van herkomst.
In 2019 zijn er daarnaast 524 vreemdelingen met de Albanese nationaliteit zelfstandig
vertrokken uit Nederland naar het land van herkomst. In de periode van januari tot
en met september 2020 waren dit er 154.
27
Wat heeft Albanië afgelopen jaar concreet gedaan in het tegengaan van corruptie?
In Albanië wordt er voortgang geboekt in de strijd tegen corruptie rapporteert de
Commissie. De SPAK is volledig opgezet, inclusief het Special Prosecution Office dat de belangrijke onderzoekstaken uitvoert. Ook is de Directeur van het NBI aangesteld.
Het recente rapport van de GRECO concludeert dat Albanië 9 van de 10 aanbevelingen
naar behoren heeft geïmplementeerd. Dit toont aan dat Albanië werk maakt van corruptiebestrijding.
In 2019 zijn er twee definitieve veroordelingen geweest voor passieve corruptie door
rechters, aanklagers en/of andere officials in de justitiële instellingen. In 2019 waren er ook 262 eerste-instantie veroordelingen
waar lagere of midden-niveau ambtenaren bij betrokken waren, in aanvulling op de 294
eerste-instantie veroordelingen in 2018. In 2019 waren er tevens 246 definitieve veroordelingen
in hoger beroep waarbij lagere of midden-niveau ambtenaren betrokken waren, in aanvulling
op de 289 definitieve veroordelingen in 2018. Inspanningen om een solide trackrecord op te bouwen duren voort, al blijft het een lange-termijn doel dat nog steeds verdere gestructureerde en consistente inspanningen vereist.
Terwijl het aantal lopende onderzoeken hoog blijft, blijft het aantal veroordelingen
van officials op hoog niveau beperkt stelt de Commissie. Verwachting is dat de SPAK hier significante
verbetering in kan aanbrengen. In het algemeen blijft corruptie wijdverspreid en een
serieus probleem stelt de Commissie.
28
Op 1 juli 2020 zei de Europese Commissie «As it committed to in March when the Council decision was taken, the European Commission
is presenting the draft negotiating frameworks to the EU Member States, who also receive
an update of the progress by the two countries since then. Once the Member States
have adopted the negotiating frameworks, the rotating Presidency of the Council of
the European Union will present the agreed General EU Position in the first inter-governmental
conference with each country, marking the formal start of the accession negotiations.
The negotiating frameworks will be made public at this stage.» Kunt u inzage geven in het draft negotiating framework en in het progress report
van 1 juli 2020?
Zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie van de onderhandelingsraamwerken die uw
Kamer op 4 september jl. ontving5 zijn de documenten gemarkeerd als limité. Uw Kamer kan de documenten inzien via het
zogenaamde delegates portal van de Raad (8578/20, 8579/20, 8581/20, 8582/20).
29
Kan worden toegelicht in welke opzichten het buitenlandbeleid van Albanië en Noord-Macedonië
overeenkomen en mogelijk verschillen met de Europese Unie?
De Commissie meldt dat Albanië zich t.a.v. het Gemeenschappelijk buitenland en veiligheidsbeleid
in alle gevallen volledig heeft aangesloten bij alle relevante raadsbesluiten en verklaringen
van de Hoge Vertegenwoordiger (100% aansluiting).
Met betrekking tot Noord-Macedonië meldt de Commissie dat het land de aansluiting
bij het Gemeenschappelijk buitenland en veiligheidsbeleid heeft verbeterd. Noord-Macedonië
heeft zich in 2019 in 92% van de gevallen aangesloten bij relevante raadsbesluiten
en verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger.
30
Wanneer vindt naar verwachting de eerste Intergovernmental Conference (IGC) plaats?
In de kabinetsappreciatie d.d. 30 oktober zet het kabinet uiteen dat de eerste IGC
met Noord-Macedonië wat het kabinet betreft kan plaatsvinden zodra er overeenstemming
is over het onderhandelingsraamwerk.
De Raad besloot in maart dat de eerste IGC met Albanië kan plaatsvinden als is voldaan
aan de voorwaarden zoals gesteld in de raadsconclusies van maart 2020. Voor het kabinet
is het cruciaal dat op de voorwaarden van de Raad de komende tijd verdere voortgang
wordt geboekt. Pas als overtuigend is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in
de raadsconclusies van maart 2020 is het houden van een eerste IGC met Albanië voor
het kabinet aan de orde.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
H.S. Veldman, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
H.P.C. Buisman, adjunct-griffier