Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de fraudejacht bij de inkomstenbelasting
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst over de fraudejacht bij de inkomstenbelasting (ingezonden 7 juli 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
en Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën, Toeslagen en Douane) (ontvangen 13 oktober
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 4002. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 140.
Vraag 1
Sinds wanneer bent u bekend met de code 1043 in relatie tot fraudebestrijding bij
de inkomstenbelasting? 1
2
Antwoord 1
Eind april heb ik, mede naar aanleiding van vragen van uw Kamer, uitleg gevraagd over
de projectcode 1043. Op 4 mei jl. heb ik een notitie ontvangen met een toelichting.
Op basis van deze toelichting was de indruk dat heel goed uitgezocht moet worden wat
het gebruik van deze term inhoudt en dat dit nog onvoldoende duidelijk was. In de
brief van 10 juli jl.3 is aangegeven dat meer onderzoek gedaan moet worden naar de werking van projectcode
1043 en de gevolgen die het heeft voor belastingplichtigen.
Vraag 2
Sinds wanneer bent u bekend met de werking van Combiteam Aanpak Facilitators (CAF)-onderzoeken
buiten Toeslagen die mogelijk vooringenomen zijn?
Antwoord 2
Mij is geen informatie bekend dat hiervan (mogelijk) sprake is. Sinds mijn aantreden
als Staatssecretaris ben ik uiteraard bekend met het feit dat het Combiteam Aanpak
Facilitators ook onderzoek heeft gedaan buiten Toeslagen.
Vraag 3
Hoeveel mensen staan op de uitworplijst 1043?
Antwoord 3
Allereerst dient opgemerkt te worden dat geen sprake is van een uitworplijst, maar
een projectcode voor het toezicht op aangiftes met een verhoogd risico op systeemfraude.
Vanaf het begin van het project 1043 in 2010 zijn de aangiften van circa 158.000 belastingplichtigen
beoordeeld op een mogelijk risico op systeemfraude.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe mensen op de uitworplijst kwamen en hoe zij geïnformeerd werden
over de reden van controle van hun aangifte?
Antwoord 4
Een ingediende aangifte inkomstenbelasting wordt bij binnenkomst aan de «Poort» -een
afdeling van de Belastingdienst in Heerlen- door analisten geanalyseerd. Deze analyse
vindt plaats aan de hand van verschillende query’s. Uit deze zogenaamde «detectie
aan de poort» kan volgen dat de analisten van mening zijn dat op basis van de uitgevoerde
analyse een verhoogd risico op systeemfraude aanwezig is. Wanneer de analisten van
mening zijn dat sprake is van een verhoogd risico op systeemfraude hebben zij de mogelijkheid
tot het opvoeren van twee soorten Aanslagbelastingensysteemklantinformatie-codes (hierna
AKI): AKI 1043 en AKI 1044.
De AKI 1043 staat voor aangiften van belastingplichtigen waarbij sprake is van een
risicovolle aangifte van een individuele belastingplichtige dan wel van een belastingplichtige
wiens risicovolle aangifte door tussenkomst van een facilitator is gedaan. De AKI
1044 staat voor aangiften van belastingplichtigen waarvan de fiscaal dienstverlener
of facilitator in een strafrechtelijk onderzoek is betrokken. Door het opnemen van
AKI’s worden de aangiften vervolgens herkend door de selectiemodule en via uitworp
gewenst voor behandeling verder geleid naar een Intensief Toezicht Team binnen de
directie Particulieren.
Naast het opvoeren van (nieuwe) AKI’s hebben de analisten ook de mogelijkheid om een
bestaande AKI te verwijderen, als de binnengekomen aangifte geen risico’s bevat die
intensief toezicht opnieuw noodzakelijk maken. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als bij
de beoordeling van de vorige aangifte van de betreffende belastingplichtige gebleken
is deze geen verhoogd risico op systeemfraude bevatten.
Naast het opvoeren van AKI 1043 bij binnenkomst van de aangifte bij de «Poort» kan
een AKI 1043 ook worden opgevoerd door een behandelaar als sprake is van een handmatige
behandeling. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een behandelaar uit een regulier
toezichtteam een aangifte ter beoordeling van een reguliere uitworpreden (dus niet
AKI 1043 of 1044) krijgt aangeboden, maar die naar zijn professionele oordeel kenmerken
bevat die kunnen wijzen op systeemfraude. Het Intensief Toezicht Team neemt dan de
behandeling over van deze behandelaar van het reguliere team.
Wanneer een aangifte wordt behandeld beoordeelt de inspecteur of de aangifte juist
is. Hierbij maakt de inspecteur gebruik van alle informatie die hij tot zijn beschikking
heeft. Indien nodig kan de inspecteur ervoor kiezen om een vragenbrief te sturen naar
de belastingplichtige om aanvullende (originele) stukken aan te leveren, die van belang
kunnen zijn voor de beoordeling door de inspecteur.
Indien de inspecteur na beoordeling van de aangifte tot de conclusie komt dat deze
onjuist is, wordt de belastingplichtige schriftelijk in kennis gesteld van het voornemen
om van de aangifte af te wijken. In deze brief staat opgenomen met betrekking tot
welk onderwerp de aangifte (naar de mening van de inspecteur) onjuist is. In deze
brief wordt de belastingplichtige in staat gesteld om aanvullende (originele) stukken
aan te leveren die nog van belang kunnen zijn.
Vraag 5
Klopt het dat mensen jaar na jaar te maken konden krijgen met controle? In hoeverre
is dit proportioneel geweest?
Antwoord 5
De aan de Poort opgevoerde AKI’s blijven geldig voor de vijf belastingjaren volgend
op het belastingjaar waarin de AKI werd opgevoerd. Hierdoor kan in de volgende jaren
gemonitord worden of behandeling door het Intensief Toezichtteam nodig is. Als de
aangifte voor het eerste jaar na de opvoering van de AKI binnenkomt, ziet de Poort
de resultaten van de beoordeling van het voorgaande jaar. Die beoordeling is een zwaarwegende
factor bij het bepalen van het gewenste toezicht voor het nieuwe jaar. Als de aangifte
voor het nieuwe jaar geen risico’s bevat die behandeling door het Intensief Toezicht-team
vereisen, dan deblokkeert de Poort de AKI. Dit gebeurt met terugwerkende kracht door
de einddatum te zetten op het voorafgaande jaar. Dus vanaf het onderliggende jaar
zit de AKI niet meer op de aangifte.
Indien een belastingplichtige persisteert in het in aftrek brengen van bedragen die
(gedeeltelijk) niet aftrekbaar zijn, zal de AKI-code 1043 niet worden verwijderd en
worden de aangiften van belastingplichtige over latere belastingjaren ook uitgeworpen.
Voor de beoordeling van de AKI 1043 wordt de belastingplichtige vervolgens op de reguliere
manier gevraagd om de opgevoerde aftrekpost te onderbouwen middels (originele) bescheiden
en betalingsbewijzen.
Ondanks deze deblokkering kan het voorkomen dat in latere belastingjaren, na analyse
aan de poort, de aangiften van belastingplichtigen een nieuwe AKI 1043 of AKI 1044
rechtvaardigen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor in de situatie dat de analisten in
latere belastingjaren aan de poort opnieuw aanleiding hebben voor een vermoeden van
systeemfraude. In dat geval krijgt een aangifte waarvan de AKI 1043 was verwijderd,
over een volgend belastingjaar opnieuw een AKI 1043 of een AKI 1044.
Hoe de deblokkering in de praktijk werkte en hoe het zou moeten werken wordt meegenomen
in het eerdergenoemde vervolgonderzoek naar de waarborgen voor projectcode 1043. Als
er signalen zijn dat de deblokkeringsprocedure niet altijd juist is toegepast, dan
zullen deze nader onderzocht worden. Op dit moment zijn deze signalen ons niet bekend.
Vraag 6
Welke andere uitworplijsten zijn er die werking hebben als ware het een zwarte lijst?
Antwoord 6
Zoals tevens aangegeven in de beantwoording van de Kamervragen van het lid Omtzigt4 is er geen duidelijke (juridische) definitie, ook niet in de AVG, wat een zwarte
lijst is. Dat laat onverlet dat de Belastingdienst de processen zorgvuldig en conform
en wet- en regelgeving, zoals de AVG, moet uitvoeren. Dit betekent dat burgers niet
onterechte gevolgen zouden mogen ondervinden van toezicht- en handhavingsprocessen.
Ten aanzien van de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) heeft KPMG geconcludeerd5 dat er onvoldoende waarborgen waren om aan de zes kernbeginselen van de AVG te voldoen.
Hierdoor is de behandeling van burgers niet in alle gevallen voldoende zorgvuldig
geweest en is in een aantal gevallen inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer
van burgers, bijvoorbeeld doordat signalen te lang zijn bewaard en mogelijk verder
verwerkt zijn buiten FSV om. Het KPMG-rapport concludeert dat er binnen de in het
rapport beschreven context, geen primaire processen of toezichtprocessen zijn gevonden
die in dezelfde mate risicosignalen verwerken, of die een sterke gelijkenis met FSV
vertonen. Het rapport bevat een overzicht van in meer of mindere mate vergelijkbare
toezichtprocessen.
Om nog beter in beeld te krijgen welke lijsten en applicaties er zijn en waarvoor
ze precies gebruikt worden, heb ik besloten om een grondige, dienstbrede analyse uit
te voeren waarbij het gehele applicatie- en gegevenslandschap wordt doorlopen.
Totdat het onderzoek is afgerond, zorgen wij voor extra waarborgen rondom de toezichtprocessen
(o.m. meerogenprincipes). We zorgen ook voor extra waarborgen ten aanzien van de criteria
op basis waarvan aangiften worden geselecteerd voor behandeling, de rechtsstatelijkheid
van de beoordeling, de mogelijkheid van belastingplichtigen om in bezwaar en beroep
te gaan als zij het niet eens zijn met het oordeel en het tijdig verwijderen van onterecht
gebleken vermeldingen van gegevens. We laten uw Kamer voor het AO Belastingdienst
weten hoe we dat precies gaan inrichten.
Specifiek voor 1043 geldt dat we de komende periode geen AKI-codes 1043 en 1044 aan
aangiften koppelen en de beoordeling van uitgeworpen aangiften in het kader van de
AKI-codes 1043 en 1044 extra laten toetsen door fiscaal-rechtelijke vakspecialisten.
Deze periode stopt zodra helder is welke waarborgen getroffen zijn die de rechtstatelijke
toekenning van deze AKI’s garanderen. Deze maatregelen zijn toegelicht in de brief
van 12 oktober jl. «Onderzoek naar projectcode 1043 en beantwoording Kamervragen»
waaraan deze beantwoording is bijgevoegd.
Vraag 7
Is er intern aan de bel getrokken over uitworplijsten die de werking van een zwarte
lijst hebben?
Antwoord 7
Er zijn mij geen signalen bekend dat er intern aan de bel is getrokken over problemen
omtrent dergelijke lijsten. Wel is de Belastingdienst begonnen aan een uitgebreide
inventarisatie van de gebruikte lijsten en applicaties en hun werking. De resultaten
van deze zoekactie zullen zorgvuldig geanalyseerd worden. Ten behoeve van dit onderzoek
worden oude gegevens bewaard.
Uw Kamer heeft daarnaast een specifiek verzoek gedaan om te stoppen met schonen. Zoals
aangegeven begrijpen wij dit verzoek. Eerder hebben wij aangegeven dat de lopende
vernietigingsactiviteiten door Doc-Direkt voor wat betreft toeslagendossiers zijn
stopgezet en dat de dossiers die voor vernietiging in aanmerking zouden komen apart
zijn opgeslagen. Ook is, ten aanzien van Toeslagen, besloten om managementverslagen,
mails en overige zaakgebonden informatie tot nader order niet te vernietigen.
Wij willen dit ook gaan doen ten aanzien van de omgang met risico-selectie en fraudesignalen.
Wij zullen de niet-gestructureerde informatie, zoals mails en afdelingsschijven, bewaren
voor verder onderzoek. Uiteraard worden de juiste juridische en technische waarborgen
hierbij in acht genomen. Voor de ondersteunende systemen ten behoeve van de handhaving-
en toezichtprocessen onderzoeken we hoe we kunnen waarborgen dat de informatie uit
deze systemen beschikbaar blijft voor verder onderzoek.
Vraag 8
Kunt u de gespreksinstructies van de BelastingTelefoon om mensen te woord te staan
die onderwerp waren van fraudeonderzoeken, van CAF, zowel binnen Toeslagen als daarbuiten,
als ook van uitworplijsten als 1043, naar de Kamer sturen?
Antwoord 8
Ja, deze instructies zijn als bijlage6 meegestuurd. De belastingtelefoonmedewerkers gebruiken voor het verstrekken van informatie
aan belastingplichtigen (burgers en bedrijven) dialoogondersteuningen en kunnen daarnaast
een aantal informatiesystemen raadplegen. De basislijn is dat belastingtelefoonmedewerkers
alleen informatie verstrekken aan belastingplichtigen waarover belastingplichtigen
zelf ook (kunnen) beschikken. De Belastingtelefoon heeft nadere instructies voor het
informeren van de belastingplichtige bij project 1043 en 1044. In deze instructies
is over project 1044 opgenomen dat sprake is van georganiseerde fraude. Dit is fout,
aangezien projectcode 1044 ziet op «Steekproef Ondernemingen» en niet ziet op systeemfraude.
Dit heeft daarom mogelijk tot een verkeerd beeld geleid bij de behandelend medewerker
van de BelastingTelefoon. We betreuren dit. De instructies worden op dit punt verbeterd
en geactualiseerd. Daarnaast staat in de dialoogondersteuning op enkele plekken project
1043/1044 waar AKI-code 1043/1044 wordt bedoeld (zie bijlage »Criteria niet opstarten
AVA-proces aangifte IB en bijlage »DO 1043/1044). Ook deze instructie wordt verbeterd.
Vraag 9
Kunt u de handboeken voor de zogeheten AKI's naar de Kamer sturen?
Antwoord 9
Ja, de Handleiding ABS Beheertaken is als bijlage7 meegestuurd.
Vraag 10
Welke methoden gebruikt de Belastingdienst in zijn wens fraude aan te tonen? Is dit
enkel boekencontrole en het uitvragen van gegevens, of zijn er ook andere methoden,
zoals het plaatsen van spyware in computers van bijvoorbeeld mensen die veel aangiften
doen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
De Belastingdienst plaatst geen spyware in computers van mensen.
Voor het opsporen van systeemfraude hanteert de Belastingdienst verschillende methoden.
Dit gebeurt met name middels de hiervoor beschreven controles bij binnenkomst van
de aangifte aan de «Poort», door middel van reguliere risicoselectie, door de aanpak
van facilitators door het CAF (Combiteam Aanpak Facilitators) en de samenwerking met
externe (overheids)organisaties.
Zoals ook genoemd in de brief van 10 juli jl.8 is het werk van het CAF-team per 3 juli jl. opgeschort.
Door middel van controles bij binnenkomst van de aangifte aan de «Poort» kunnen vroegtijdig
aan de hand van diverse soorten gegevens en contra-informatie onjuiste uitbetalingen
van gelden worden voorkomen.
Voor uitgeworpen aangiften die worden geselecteerd voor een inhoudelijke beoordeling,
geldt dat aanvullende bewijsstukken en gegevens kunnen worden opgevraagd. Indien stukken
worden opgevraagd, wordt de aangifte na ontvangst van de gevraagde bewijsstukken beoordeeld
op fiscale juistheid aan de hand van alle relevante gegevens (waaronder de overgelegde
bewijsstukken). In geval van afwijking van de ingediende aangifte wordt belastingplichtige
in kennis gesteld van (het voornemen tot) afwijking. Een eventuele reactie wordt beoordeeld
en uiteindelijk leidt dit tot vaststelling van de aanslag. Deze definitieve aanslag
is achtereenvolgens vatbaar voor bezwaar en beroep.
De samenwerking met andere overheidsorganisaties en private partijen, zoals banken,
de Financial Intelligence Unit (FIU) en het Anti Money Laundering Centre (AMLC), is
bedoeld om fraude te bestrijden, de compliance te verhogen, eventueel witwassen te
bestrijden en ervaring op te doen met publiek-private informatiedeling en samenwerking.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.