Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het verslag
35 268 Wijziging van de Mediawet 2008 houdende verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met een jaar
Nr. 6
                   NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
            
Ontvangen 9 oktober 2019
De regering dankt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de
                  schriftelijke inbreng bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Mediawet 2008 houdende
                  verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst
                  met een jaar. De regering heeft met veel belangstelling kennisgenomen van de vragen
                  en opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA en D66. In onderstaande beantwoording
                  wordt de indeling van het verslag van de commissie gevolgd.
               
1. Invoering maatregelen kabinetsbrief Visie toekomst publiek omroepbestel: waarde
                  voor het publiek en een nieuwe concessie- en erkenningperiode
               
De leden van de D66-fractie vragen of de regering uitputtend kan aangeven welke voorgestelde
                        maatregelen, naast de ledenaantallen en maatregelen over aanbodkanalen, met de volgende
                        concessieperiode in werking zullen treden. Wat wil de regering voordat het nieuwe
                        concessiebeleidsplan op 1 november 2020 wordt ingediend, concreet hebben aangepast,
                        zo vragen deze leden.
                     Zij vragen ook of de regering voor de plenaire behandeling van de onderhavige wetswijziging
                        een tijdpad voor de voorgestelde wijzigingen, die voor de nieuwe concessieperiode
                        doorgevoerd dienen te zijn, aan de Kamer kan doen toekomen.
Gelijktijdig met de Mediabegrotingsbrief zal er een zogenoemd spoorboekje aan de Kamer
                     worden gezonden. In dat spoorboekje zal worden aangegeven welke maatregelen worden
                     meegenomen in het wetsvoorstel en welke maatregelen op een andere manier worden uitgewerkt.
                     Ook zal per maatregel worden aangegeven op welk moment welke stappen worden genomen.
                     Vanzelfsprekend zal de Kamer op de hoogte worden gehouden van de uitwerking van deze
                     maatregelen, ook nadat het spoorboekje is verstuurd.
                  
Verder vragen de leden van de D66-fractie op welk moment de regering verwacht de nieuwe
                        eisen die naast de ledenaantallen, zoals geschetst in de visiebrief, aan omroepen
                        worden gesteld om hun draagvlak en vertegenwoordiging in de samenleving te toetsen
                        en hiermee hun plaats in het omroepbestel te verantwoorden, geformuleerd te hebben.
                        Aan welke eisen denkt de regering op dit moment? Welke mogelijkheden ziet de regering
                        om nog vóór de komende concessieperiode deze eisen te schetsen, bijvoorbeeld met behulp
                        van pilots of andere steekproeven? Zij vragen ook of de regering het ermee eens is
                        dat het onwenselijk zou zijn als op dit punt pas concrete veranderingen in de concessieperiode
                        vanaf 2027 zullen plaatsvinden, en hoe de regering dat gaat voorkomen.
In het spoorboekje zal de regering de Kamer informeren over de maatregelen uit de
                     visiebrief. Hierbij zal ook een tijdspad worden aangegeven. Over welke eisen kunnen
                     gaan gelden naast ledenaantallen en vanaf welk moment gaat de regering in gesprek
                     met de stakeholders. Daar wil de regering niet op vooruitlopen.
                  
2. Consultatie
               
De leden van de CDA-fractie geven aan te lezen dat de omroeporganisaties gevraagd
                        hebben of onderzocht kan worden of de peildatum voor de ledentelling van 31 december
                        2019 kan worden aangehouden vanwege de inspanningen die reeds door omroepen zijn verricht
                        met het oog op deze peildatum, en dat de regering aangeeft dat dit nader zal worden
                        bezien. Zij vragen of de regering een laatste stand van zaken kan geven of aan het
                        verzoek tegemoet wordt gekomen en wanneer hier duidelijkheid over komt.
Gegeven de voorgenomen verlenging van de concessieperiode van de landelijke publieke
                     omroep, is het logisch om ook de peildatum voor de ledentelling met één jaar uit te
                     stellen naar 31 december 2020. Ik heb begrepen dat de omroepen daar nu ook mee in
                     kunnen stemmen. Het besluit om de peildatum te verplaatsen kan pas genomen worden
                     nadat beide Kamers hebben ingestemd met dit wetsvoorstel.
                  
De leden van de D66-fractie vragen wat de huidige ledenaantallen van de aspirant-omroepen
                        HUMAN, PowNed en WNL zijn en of de regering verwacht dat met de verlaging van het
                        minimumaantal leden deze aspirant-omroepen in de nieuwe concessieperiode binnen het
                        bestel blijven.
Voor de huidige ledenaantallen van de aspirant-omroepen verwijst de regering naar
                     het antwoord1 op vraag 114 van de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur
                     en Wetenschap over de brief van 14 juni 2019 inzake Visie toekomst publiek omroepbestel:
                     waarde voor het publiek2. De ledeneis voor aspirant-omroepen met een voorlopige erkenning die «blijvend» willen
                     toetreden tot het publieke bestel wordt verlaagd van 150.000 naar 50.000. Dat geeft
                     de huidige aspirant-omroepen WNL, PowNed en HUMAN een grotere kans om in het bestel
                     te blijven, maar het blijft een verantwoordelijkheid van deze aspirant-omroepen zelf
                     om te voldoen aan de eisen voor een erkenning.
                  
Deze leden vragen verder wat de reden is dat omroepen hebben verzocht om de bestaande
                        peildatum voor de ledentelling van 31 december 2019 te handhaven. Is dit een verzoek
                        dat gedeeld wordt door alle omroepen? Zo nee, welke niet? Wanneer geeft de regering
                        hier uitsluitsel over, zo vragen deze leden.
De omroepen hebben dit verzoek gedaan vanwege inspanningen die dit jaar door met name
                     de aspirant-omroepen zijn verricht met het oog op de huidige peildatum van de ledentelling
                     op 31 december 2019. Inmiddels hebben de omroepen hun inspanningen tijdelijk stopgezet
                     omdat zij er van uitgaan dat de erkenningperiode wordt verlengd en ze de inspanningen
                     beter kunnen richten op de nieuwe peildatum.
                  
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
                  A. Slob
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.