Schriftelijke vragen : De aanbesteding van zware berging
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de aanbesteding van zware berging (ingezonden 9 mei 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de openbare aanbesteding van zware bergingswerkzaamheden
op Nederlandse hoofdwegen door Rijkswaterstaat, waarmee de dienst afstapt van de gebruikelijke
onderhandse gunning?1 2
Vraag 2
Is de veronderstelling juist dat op dit moment 39 bedrijven met 59 uitrijlocaties
zijn gecontracteerd voor zware berging en dat dit met de nieuwe tenderregeling teruggebracht
zou moeten worden naar 17 percelen cq. bedrijven, met minimaal twee uitrijlocaties
per perceel?
Vraag 3
Is de veronderstelling juist dat aangestuurd wordt op het verkorten van aanrijtijden?
Vraag 4
Houden bergingsbedrijven voldoende ruimte om zware bergingsvoertuigen in te zetten
voor activiteiten voor derden, zoals het nu het geval is?
Vraag 5
Hoeveel grote voertuigen die op enigerlei wijze strandden op Nederlandse hoofdwegen
zijn afgelopen jaar afgesleept door gecontracteerde bergingsbedrijven respectievelijk
door niet-gecontracteerde bedrijven?
Vraag 6
Hoe waardeert u het feit dat vrachtauto’s met pech steeds vaker afgesleept worden
door bandenbedrijven en truckdealers, waarbij waarschuwingsvoertuigen van Rijkswaterstaat
ingeschakeld worden op kosten van Rijkswaterstaat, terwijl bergingsbedrijven deze
beveiliging op eigen kosten moeten regelen?
Vraag 7
Kunt u een inschatting geven van de kostprijs van 24/7-beschikbaarheid van zware bergingsvoertuigen
met drie bergingsspecialisten voor incidentenmanagement met ongeveer 5% bezettingsgraad
en de hoge opleidings- en certificeringseisen?
Vraag 8
Deelt u de verwachting dat het op deze wijze omschakelen van onderhandse gunning naar
een openbare aanbesteding, de daaraan gekoppelde inzet op het verlagen van het aantal
te contracteren bergingsbedrijven en de aanscherping van de eisen en het ontbreken
van een vergoeding voor de 24/7-beschikbaarheid, zal leiden tot een prijzenslag in
de sector met tariefstellingen onder de kostprijs? Deelt u ook de verwachting dat
dit zal leiden tot situaties waarin het contract niet uitgevoerd kan worden, met op
de middellange termijn zeker negatieve gevolgen voor de inzet van zware bergingsvoertuigen
ten behoeve van snelle afhandeling van file-veroorzakende incidenten?
Vraag 9
Deelt u de verwachting dat het inkorten van de aanrijtijden zal leiden tot onveilige
situaties buiten de Randstad als gevolg van irreële aanrijtijden?
Vraag 10
Bent u bereid de voorgestelde tenderregeling en de opgenomen voorwaarden te heroverwegen,
mede op basis van de uitkomsten van de lopende marktconsultatie en de ondermijning
van de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van zware berging te voorkomen?
Vraag 11
Bent u bereid de optie van een bodemprijs op basis van kostprijsonderzoek daarbij
mee te nemen?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Chris Stoffer, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.