Schriftelijke vragen : Extra belastingdruk voor scholen die het lerarentekort proberen op te vangen middels een RTC
Vragen van de leden Rog, Omtzigt (beiden CDA), Bisschop en Stoffer (beiden SGP) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over extra belastingdruk voor scholen die het lerarentekort proberen op te vangen middels een RTC (ingezonden 4 april 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de oprichting van Regionale Transfer Centra (hierna: RTC) in het
primair onderwijs1 en het feit dat het Ministerie van SZW dit aanmoedigt middels subsidiegelden2?
Vraag 2
Deelt u de mening dat een RTC als bovenbestuurlijke samenwerkingsvorm een goed middel
is om boventallig personeel in het onderwijs voor de sector te behouden en de instroom
in de WW in krimpregio’s te voorkomen door middel van begeleiding van werk naar werk?
Vraag 3
Is er voor de heffing van omzetbelasting een verschil tussen het matchen van personeel
(waarbij het onderwijsgevend personeel niet in dienst is van het RTC maar op de loonlijst
staat van de aangesloten schoolbesturen) en het ter beschikking stellen van personeel
(waarbij het onderwijsgevend personeel in dienst is van bijvoorbeeld een uitzendbureau)?
Vraag 4
Is er voor de heffing van omzetbelasting een verschil tussen instellingen die uitsluitend
de matchingskosten in rekening brengen aan het aangesloten schoolbestuur of instellingen
die een commerciële vergoeding in rekening brengen?
Vraag 5
Klopt het dat de Belastingdienst recent het standpunt heeft ingenomen dat matching
niet rechtstreeks nodig is voor de onderwijsprestatie van de onderwijsinstelling en
dat daarom de koepelvrijstelling niet van toepassing is voor RTC’s? Kunt u dit standpunt
motiveren, aangezien onderwijzend personeel essentieel is om onderwijs te kunnen geven
en basisscholen moeite hebben om voldoende gekwalificeerde onderwijzers voor de klas
te krijgen?
Vraag 6
Klopt het dat de Belastingdienst recent het standpunt heeft ingenomen dat het matchen
van personeel gelijk moet worden gesteld aan het ter beschikking van personeel en
daarom als concurrerende activiteit van de koepelvrijstelling is uitgesloten?
Vraag 7
Hoe verhoudt dit standpunt zich tot de definitie van het ter beschikking stellen van
personeel in het besluit van 14 december 2018 met nr. 2018-22809 namelijk: de situatie
waarin de uitlener personeel ter beschikking stelt aan de inlener waarbij dat personeel
onder toezicht of leiding van de inlener arbeid verricht?
Vraag 8
Hoe kan een belastingplichtige te weten komen dat onder het ter beschikking stellen
van personeel ook moet worden begrepen het matchen van personeel en hoe verhoudt dit
zich tot het rechtszekerheidsbeginsel? Hoe verhoudt dit zich tot de uitspraak van
Hof Amsterdam van 12 augustus 19853?
Vraag 9
Herinnert u zich de mededeling in het algemeen overleg btw bij samenwerkingsverbanden
bij gemeenten van uw voorganger, dat de Belastingdienst in het kader van de vormgeving
van samenwerkingsverbanden, om te voorkomen dat het samenwerken leidt tot een additionele
btw-last gemeenten heeft «aangeboden ze hier zo goed mogelijk bij te assisteren, als
een soort denktank, op een serviceachtige manier»?4
Vraag 10
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat schoolbesturen vanwege de samenwerking
via een RTC voor de matchingsactiviteiten tegen een extra btw-last oplopen terwijl
zij samenwerken om tekorten in het onderwijs zo efficiënt mogelijk tegen te gaan?
Vraag 11
Bent u bereid bij scholenkoepels op eenzelfde manier mee te denken op welke manier
zij kunnen samenwerken om personeelstekorten te verkleinen zonder dat dit leidt tot
additionele btw-lasten?
Indieners
-
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Gericht aan
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
M.R.J. Rog, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
R. Bisschop, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Chris Stoffer, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.