Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Staat van het Consulaire - 2018
35 000 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019
Nr. 58 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 13 februari 2019
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 7 december 2018 inzake de Staat
van het Consulaire – 2018 (Kamerstuk 35 000 V, nr. 51).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 februari 2019. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Vraag 1
Op welke plekken wordt nu en op korte termijn gewerkt met externe dienstverleners?
Antwoord
In de bijlage vindt u een overzicht van de locaties waar Nederland momenteel en op
korte termijn samenwerkt met externe dienstverleners voor visumaanvragen en paspoortaanvragen1.
Vraag 2
Op welke plekken wordt nu en op korte termijn gewerkt met mobiele teams?
Antwoord
Inzet van mobiele teams vanuit ambassades en consulaten-generaal wordt niet centraal
geregistreerd, maar vanuit Den Haag wel aangemoedigd, zeker in gebieden waar veel
Nederlanders wonen. Ook in 2019 zal hier weer veel aandacht voor zijn. In de praktijk
organiseren veel posten in hun ressorts consulaire spreekuren. Deze worden tijdig
aangekondigd op de websites en via bestaande netwerken, bijvoorbeeld via honorair
consuls. De reizen worden zorgvuldig voorbereid, want deze vragen voor- en nazorg.
Steeds wordt gekeken of capaciteit en budget hier ruimte voor laten.
Momenteel wordt een Vliegende Brigade ingericht die ambassades en consulaten onder
bijzondere omstandigheden kan gaan versterken. Zo’n Vliegende Brigade kan zo nodig
ook mobiele vingerafdrukopname-apparatuur (MVA) meenemen en daarmee paspoortaanvragen
innemen. Het streven is om deze in de loop van 2019 waar nodig op pad te sturen.
Voorbeelden van MVA-inzet in ressorts met veel Nederlanders:
Spanje
Ambassade Madrid bezoekt (jaarlijks) de Balearen in maart, de Canarische eilanden
in mei, La Nucía in juni, Barcelona in oktober en Málaga in november 2019. De inzet
op locatie van het consulaire team bedraagt gemiddeld twee tot tweeënhalve dag.
Frankrijk
Medewerkers van de Nederlandse ambassade in Parijs reisden in 2018 met mobiele apparatuur
naar Montpellier en Lyon. Op 26 en 27 maart 2019 brengen zij met het MVA een bezoek
aan Bordeaux.
Australië
Het consulaat-generaal in Sydney heeft in 2018 het MVA ingezet in Melbourne. Wegens
grote drukte aan de balie van het consulaat-generaal in Sydney, was er geen capaciteit
beschikbaar om in de tweede helft van 2018 het MVA in te zetten.
Voor 2019 zijn bezoeken gepland aan Perth, Brisbane en Adelaide. De wens bestaat om
indien mogelijk MVA-inzet te combineren met economische activiteiten.
Nieuw-Zeeland
Vanwege grote drukte op de ambassade heeft de ambassade in Wellington de afgelopen
jaren het MVA slechts spaarzaam ingezet, enkel voor gevallen waarbij op medische gronden
de aanvragers niet (meer) naar Wellington konden afreizen. De ambassade is wel van
plan om in 2019 het MVA weer in verschillende steden aan te bieden. Gedacht wordt
aan Auckland en Christchurch, waar een grote gemeenschap Nederlanders woont.
Verenigde Staten van Amerika
Ook in de VS worden consulaire spreekuren gepland.
– Medewerkers van het consulaat-generaal in New York gaan in april bijvoorbeeld naar
Boston.
– Consulaat-generaal Miami is half januari naar Dallas geweest, is voornemens om in
2019 naar Atlanta te gaan en onderzoekt verdere mogelijkheden voor 2019.
– Medewerkers van het consulaat-generaal in San Francisco organiseerden half december
een pop-up consulaat in Los Angeles. In vier dagen tijd hebben 180 Nederlanders daar
een paspoortaanvraag ingediend. De reis werd tevens benut om culturele en economische
banden aan te halen. De stad maakt momenteel een economische groei door in aanloop
naar de Olympische Spelen in 2028, het consulaat wil daar de Nederlandse private sector
goed voor positioneren. Het consulaat-generaal in San Francisco is van plan het MVA
in april 2019 in te zetten in Denver, Colorado en in de tweede helft van 2019 in Phoenix,
Arizona.
Zuid-Afrika
De ambassade in Pretoria heeft in 2018 diverse keren het MVA meegenomen op reis: twee
keer naar Windhoek, Namibië, een keer naar Gaborone, Botswana, Durban, La Réunion
en Mauritius en in de buurt van Pretoria is een bejaardentehuis met overwegend Nederlanders
bezocht. De ambassade in Pretoria gaat ook in 2019 weer regelmatig op pad met MVA.
Canada
– De ambassade in Ottawa is voornemens om in het najaar het MVA inzetten in het oosten
van Canada. De wens bestaat dit te combineren met economische activiteiten, eventueel
een activiteit met Veteranen en eventueel ook een cultureel evenement.
– Het consulaat-generaal in Vancouver heeft in 2018 in (regio) Edmonton met het MVA
paspoortaanvragen ingenomen. Het consulaat neemt het MVA eveneens mee op verzoek van
de honorair consul bij werkbezoek. Grotere steden als Calgary en Edmonton worden regelmatig
bezocht. Ook in 2019 zal het consulaat weer flexibel met het MVA omgaan. Meestal in
combinatie met een dienstreis naar Edmonton, Calgary of Saskatoon.
Latijns en midden Amerika
– De ambassade in San Jose heeft een divers ressort en heeft in 2018 het MVA ingezet
in Honduras, Guatemala, Nicaragua en Panama. In Panama is nu een permanente balie.
In februari 2019 wordt het MVA ingezet in Guatemala. Inzet van MVA is daar, net als
in 2018 in Honduras en Guatemala, onderdeel van de zogenoemde «pop-up ambassade».
– In Brazilië worden al jaren consulaire spreekuren op locatie georganiseerd. In 2018
heeft het consulaat-generaal te Sao Paulo het MVA vier keer ingezet. In februari tijdens
de honoraire consul conferentie op de ambassade in Brasilia. In juli tijdens een zeskamp
van dorpen met Nederlandse immigranten (nao-me-toque) en in oktober tijdens gevangenisbezoek
in Fortaleza. Tot slot in december bij een kennismakingsbezoek van de chef de poste
aan drie dorpen met Nederlandse immigranten, Arapoti, Castrolanda en Carambei.
– De Nederlandse ambassade in Buenos Aires gaat tweemaal per jaar twee of drie dagen
met het MVA op bezoek bij de honorair consulaten in Paraguay en Uruguay, dus één keer
per jaar per consulaat.
– De Nederlandse ambassade in Mexico-Stad zet het MVA over het algemeen twee keer per
jaar in. De meeste Nederlanders wonen in de omgeving van Cancun dus wordt het MVA
ingezet in Cancun maar ook in Belize of Guadalajara en vaak in combinatie met een
ander reisdoel. Op dit moment heeft de ambassade geen plannen voor 2019, maar als
de gelegenheid zich voordoet, wordt MVA weer meegenomen.
Vraag 3
Zijn er ook mobiele teams die meer diensten verlenen dan het afnemen van vingerafdrukken?
Zo ja, welke diensten?
Antwoord
Over het algemeen is daar geen vraag naar. Een enkele keer wordt een verklaring van
in leven zijn afgegeven of een optieverklaring in ontvangst genomen.
Inname van paspoortaanvragen op locatie en met MVA wordt soms wel gecombineerd met
gedetineerdenbezoek, een dienstreis met economische doeleinden of bezoek aan een evenement
waar veel Nederlanders zijn.
Vraag 4
In hoeverre wordt gepoogd de Paspoortwet te moderniseren, teneinde verdere digitalisering
van het proces van documentverstrekking mogelijk te maken?
Antwoord
Zoals in de Kamerbrief over digitalisering van consulaire documentverstrekking van
16 oktober jl. (Kamerstuk 25 764, nr. 112) en in de Staat van het Consulaire (Kamerstuk 35 000 V, nr. 51) is uiteengezet is de verschijningsplicht van belang voor de veiligheid en betrouwbaarheid
van het reisdocumentenstelsel. De beschikbare techniek om het aanvraagproces volledig
digitaal te maken is op dit moment nog onvoldoende, waardoor persoonlijke verschijning
voorlopig nog aan de orde zal blijven.
We werken wel aan verdere digitalisering van het aanvraagproces. Stappen worden gezet
om in 2020 zo maximaal mogelijk digitaal te zijn. Via bijvoorbeeld een online aanvraagformulier,
waarin de aanvrager in de toekomst online de persoonlijke gegevens kan invullen en
de benodigde documenten kan uploaden. Tevens is de inzet erop gericht om tot een zo
maximaal mogelijke versoepeling van het aanvraagproces te komen. Bijvoorbeeld door
het uitbreiden van paspoortdienstverlening via externe dienstverleners in bijvoorbeeld
het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Australië en Canada en bredere inzet
van het MVA.
Vraag 5
Op welke wijze wordt de tevredenheid van Nederlanders in het buitenland die een hulpaanvraag
bij Buitenlandse Zaken hebben ingediend gemeten? Op welke wijze wordt gehandeld wanneer
Nederlanders aangeven hierover ontevreden te zijn?
Antwoord
Sinds oktober 2018 worden doorlopend alle Nederlanders die in het buitenland een dienst
hebben aangevraagd uitgenodigd om hun (on)tevredenheid over het aanvraagproces te
delen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het zogenaamde «klanttevredenheidsonderzoek»
(KTO). De mening wordt gevraagd over o.a. reistijd tot ambassade, de informatie op
de website alsook de klantvriendelijkheid aan de telefoon en bij de balie.
De feedback uit de eerste periode van meting klanttevredenheid laat volgende zien:
– 40,9% van de uitgenodigde Nederlanders heeft hun mening gegeven (3.896 respondenten);
– 8,7 is het gemiddelde cijfer voor het aanvraagproces;
– 85% geeft een 8 of hoger (deze groep respondenten is zeer tevreden over de totale
dienstverlening van Buitenlandse Zaken rondom het aanvragen
– van een document);
– 38,5% vindt reistijd (zeer) bezwaarlijk (deze ontevredenheid heerst vooral in landen
die in oppervlakte groot zijn en waar maar één locatie is voor het aanvragen van een
paspoort of identiteitskaart).
Op welke wijze wordt gehandeld wanneer Nederlanders aangeven hierover ontevreden te
zijn?
Afhankelijk van de geuite zorgen wordt bezien welke follow-up mogelijk is.
Ontevredenheid over de reistijd wordt meegewogen in besluitvorming over inzet mobiel
vingerafdrukopnameapparaat en bij de te maken keuze voor locaties waar de paspoortdienstverlening
met een EDV kan worden uitgebreid.
Ontevredenheid over de informatie op de website dient als concrete input voor verbetering
door de web redactie van deze informatie.
Ontevredenheid over de klantvriendelijkheid aan een balie wordt gedeeld met desbetreffende
ambassade. De ambassade kan hierop contact opnemen met respondent (mits hij daar toestemming
voor heeft gegeven) om de oorzaak van de ontevredenheid zo goed mogelijk te begrijpen
en daar waar mogelijk deze weg te nemen of toe te lichten.
Ontevredenheid over het telefonisch contact wordt gedeeld met de coördinatoren die
de consulair voorlichters van het 24/7 BZ contactcenter coachen en aansturen.
Hiernaast wordt eens per maand door een team van drie niet-direct betrokken medewerkers
een analyse gemaakt van de open antwoorden welke werden gegeven door ontevreden klanten.
Vraag 6
Hoeveel procent van de hulpaanvragen van Nederlanders in het buitenland worden door
Buitenlandse Zaken naar tevredenheid afgehandeld? Hoeveel procent wordt onvoldoende
afgehandeld?
Antwoord
85% van de klanten die een paspoort heeft aangevraagd, geeft de dienstverlening een
8 of hoger.
Vraag 7
Hoe vaak komt het voor dat Nederlanders in het buitenland andere verwachtingen van
dienstverlening van Nederlandse ambassades en consulaten hebben dan geleverd kan worden?
Op welke punten speelt dit?
Antwoord
In 2018 had 2% van de gestelde vragen betrekking op diensten die de Nederlandse ambassades
en consulaten niet aanbieden. De helft hiervan had betrekking op dienstverlening die
de rijksoverheid niet aanbiedt.
Vraag 8
Wordt er, buiten visa, verblijf en inburgering, consulaire dienstverlening verschaft
aan niet-Nederlanders die het land zijn uit gezet? Zo ja, welke dienstverlening biedt
Nederland? Wordt consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders die het land zijn
uitgezet bepaald aan de hand van mogelijke risico’s voor mensenrechtenschendingen?
In hoeverre wordt met andere woorden erop toegezien dat uit Nederland verwijderde
vreemdelingen waarvan in Nederlandse verblijfsprocedures is vastgesteld dat zij geen
redenen hebben om te vrezen voor hun eigen overheid, ook daadwerkelijk geen gevaar
van schending(en) van hun mensenrechten bij terugkeer lopen?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken verleent, buiten visa, verblijf en inburgering,
geen consulaire bijstand aan uitgezette vreemdelingen. Personen die in aanmerking
komen voor consulaire bijstand zijn (1) houders van de Nederlandse nationaliteit en
(2) houders van een Nederlands vluchtelingen- of vreemdelingenpaspoort.
Vraag 9
Op welke termijn is het «Loket Buitenland» naar verwachting volledig in werking?
Vraag 10
Welke departementen zijn bij de totstandkoming en functionering van het «Loket Buitenland»
betrokken? Hoeveel wordt hier financieel door deze departementen aan bijgedragen?
Antwoord op vraag 9 en 10
De ontwikkeling van het «Loket Buitenland» gaat volgens een groeimodel. Via de bestaande
website Nederlandwereldwijd.nl en het bestaande 24/7 contact center worden stap voor
stap en case-by-case meer producten en diensten ontsloten. Dat is een meerjarig traject.
Het gaat om een veelheid en een grote variëteit aan producten, diensten en daarvoor
verantwoordelijke overheidsorganisaties. Dit betekent ook dat de mate van dienstverlening
via de kanalen van het loket kan verschillen. Voor relatief eenvoudige producten zal
meer mogelijk zijn via het loket dan voor complexe diensten waar al snel tweedelijns
specialisten van de verantwoordelijke organisatie voor nodig zijn. Dit jaar worden
voor deze verschillende «smaken» enkele modaliteiten ontwikkeld op basis van de ervaringen
met de eerste deeltrajecten. Uit het klantonderzoek dat ik u per brief van 31 januari
jl. (Kamerstuk 32 734, nr. 35) heb aangeboden blijkt dat er nog veel te verbeteren valt in de dienstverlening.
In deze brief heb ik u tevens geïnformeerd over de eerste resultaten en voortgang
van het project, de samenwerking met diverse uitvoeringsorganisaties en de plannen
voor 2019. Met ieder van de partijen in de stuurgroep worden over de deeltrajecten
die met hen worden gestart afspraken gemaakt over inzet van capaciteit en middelen.
Vraag 11
Wat is de gemiddelde responstijd waarbinnen Nederlanders in het buitenland reactie
ontvangen op hun hulpvraag?
Antwoord
Van 70% van de hulpvragen die telefonisch worden gesteld in het Nederlands, Engels,
Frans of Spaans is de responstijd minder dan 30 seconden. Dit geldt 24 uur per dag
en 7 dagen per week. Hulpvragen die via e-mail worden gesteld, worden binnen 48 uur
beantwoord.
Vraag 12
In welke talen is informatie over de Nederlandse consulaire dienstverlening beschikbaar?
Is daarmee de geboden informatie voldoende toegankelijk?
Antwoord
De informatie over de Nederlandse consulaire dienstverlening wordt voor de doelgroep
«Nederlanders in het buitenland» aangeboden via de website www.nederlandwereldwijd.nl. Deze website wordt in zes talen aangeboden: Nederlands, Engels, Frans, Spaans, Duits
en Portugees.
Vraag 13
Welke internationale samenwerking vindt er plaats om huwelijksdwang en achterlatingen
te voorkomen? Wat houdt de Europese samenwerking, zoals bedoeld op pagina 29, op dit
gebied in? Welke interdepartementale en internationale samenwerking creëert hulp aan
slachtoffers van huwelijksdwang en achterlatingen?
Antwoord
Nederland is en blijft voorstander van een robuuste Europese samenwerking op consulair
terrein en draagt daar actief aan bij in de Consulaire Raadswerkgroep van de Europese
Unie (COCON). Daarnaast werkt Nederland op verschillende consulaire thema’s nauw samen
met landen buiten de EU, waaronder bijvoorbeeld Canada, de Verenigde Staten en Noorwegen.
Nederland heeft in het afgelopen jaar een voortrekkersrol gehad voor wat betreft de
internationale samenwerking op het gebied van huwelijksdwang en achterlating in de
focuslanden van de Eenheid Huwelijksdwang van Buitenlandse Zaken. Zoals ook vermeld
in de evaluatie van deze eenheid huwelijksdwang werd bijvoorbeeld in Pakistan – samen
met Canada en het VK – een Consular Cooperation Initiative (CCI) op het gebied van huwelijksdwang georganiseerd (Evaluatie Eenheid Huwelijksdwang/uitvoering
nader gewijzigd amendement Ten Broeke c.s., Kamerstuk 34 550V, nr 52). Hierbij zijn tussen deelnemende landen ervaringen uitgewisseld en is gesproken
over gezamenlijke mogelijkheden om bijstand te verlenen aan slachtoffers van huwelijksdwang
en andere vormen van eergerelateerd geweld in Pakistan. Dergelijke internationale
samenwerking draagt bij aan een verdere optimalisering van de consulaire bijstand
die aan slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland geboden
wordt: landen kunnen van elkaars aanpak leren en nuttige contacten uitwisselen van
bijvoorbeeld lokale hulporganisaties. Ook kunnen de deelnemende landen waar nodig
een gezamenlijke demarche uitvoeren richting de lokale autoriteiten om specifieke
knelpunten in de consulaire dienstverlening bij slachtoffers van huwelijksdwang en
achterlating onder de aandacht te brengen en de medewerking van de lokale autoriteiten
op deze punten te bevorderen.
Tot slot wordt bilateraal nauw samengewerkt met de Britse Forced Marriage Unit voor wat betreft Nederlandse slachtoffers van huwelijksdwang die in het VK woonachtig
zijn. Deze slachtoffers hebben wel de Nederlandse nationaliteit, maar wonen soms al
hun hele leven in het VK. In dergelijke gevallen kan de Britse rechter bijvoorbeeld
een Forced Marriage Protection Order opleggen om de terugkeer van het slachtoffer naar het VK te bevorderen, maar is het
aan de Nederlandse autoriteiten om een reisdocument te verlenen. Het Ministerie van
Buitenlandse Zaken werkt in deze gevallen ook op casus-niveau nauw samen met de Britse
autoriteiten.
Vraag 14
Op welke termijn worden de uitkomsten naar het onderzoek over stemmen in het buitenland
door Nederlanders voor de Eerste Kamer verwacht?
Antwoord
In haar brief van 15 oktober 2018 (Kamerstukken 31 142 en 33 829, nr. 87) heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties u geschreven dat
zij de opties in kaart gaat brengen om Nederlanders die in het buitenland wonen invloed
te geven op de samenstelling van de Eerste Kamer. Zij zal daarbij gebruik maken van
eerder, in het kader van de regeling voor de Openbare Lichamen, gemaakte analyses
en adviezen. Haar planning is erop gericht, aldus die brief, om in het voorjaar de
Kamer de opties, inclusief de mogelijke (juridische) consequenties daarvan, voor te
leggen. Voor de Nederlandse kiezers die woonachtig zijn in Bonaire, Saba en Sint Eustatius
is dit inmiddels geregeld. De Grondwet is aangepast waardoor op 20 maart 2019 de kiezers
in deze openbare lichamen voor het eerst kunnen stemmen voor de leden van een kiescollege
voor de Eerste Kamer.
Vraag 15
In welke tien ambassadesteden kunnen Nederlanders bij de komende verkiezingen voor
het Europees parlement stemmen?
Antwoord
Momenteel biedt de Kieswet alleen de mogelijkheid tot het instellen van briefstembureaus
op ambassades. De mogelijkheid van het instellen van stembureaus op ambassades, dus
waar fysiek kan worden gestemd, is niet in de Kieswet voorzien. Tegen die achtergrond
is het nu niet mogelijk het fysiek stemmen op ambassades en consulaten mogelijk te
maken. Wel bestaat de (wettelijke) mogelijkheid om de briefstem in persoon af te geven
bij een briefstembureau, om op die wijze de uitgebrachte stem over te brengen. Dat
kan tot 15.00 uur lokale tijd op de dag van stemming.
In mijn brief van 13 november 2018 met Kamerstuk 32 734, nr. 33, heb ik uw Kamer geschreven dat ik voor de verkiezingen van het Europees parlement
op 23 mei a.s., in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
vijf ambassades in Europese hoofdsteden met een omvangrijke Nederlandse gemeenschap
zal aanwijzen om als briefstembureau te fungeren. Te weten: Berlijn, Londen, Madrid,
Parijs en Rome. Tevens heb ik ook de ambassades in Canberra, Jakarta en Washington
aangewezen om als briefstembureau te fungeren. Op die locaties kan ook op locatie
de uitgebrachte stem worden ingediend.
In Brussel zal op de gehele ochtend van de verkiezingsdag het stemmen op de ambassade
op pragmatische en publieke wijze worden gefaciliteerd; daarover zal communicatie
naar stemgerechtigden plaatsvinden.
Vraag 16
Welke vormen van consulaire dienstverlening worden geboden aan Nederlandse kinderen
van ouders met jihadistische motieven die naar buitenlandse strijdgebieden zijn getrokken
en verblijven in Syrië en Irak?
Antwoord
De Nederlandse ambassade in Damascus is gesloten en de Nederlandse overheid heeft
geen diplomatieke betrekkingen met Syrië. De Nederlandse overheid verleent geen (consulaire)
bijstand in Syrië.
Nederlandse kinderen van ouders die met jihadistische motieven naar buitenlandse strijdgebieden
zijn getrokken die in Syrië verblijven, zullen door de Nederlandse overheid worden
bijgestaan als ze bij een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in de regio
verschijnen.
In Irak heeft Nederland wel een diplomatieke vertegenwoordiging. Door de veiligheidssituatie
kunnen de Nederlandse ambassade in de hoofdstad Bagdad en het consulaat-generaal in
de stad Erbil echter alleen zeer beperkte consulaire hulp bieden.
Vraag 17
Op welke punten verwachten respondenten uit de publieke consultatie betere informatievoorziening
van de rijksoverheid dan momenteel in wordt voorzien? Op welke wijze worden de uitkomsten
vertaald naar beleidswijzigingen?
Antwoord
De publieke consultatie heeft onder meer duidelijk gemaakt dat veel burgers geen volledig
beeld hebben van wat het geheel aan consulaire dienstverlening inhoudt en onder welke
voorwaarden en in welke context die plaatsvindt. Men baseert de informatie op de eigen
ervaring en op het deel waarop men zelf zicht heeft gehad en put minder uit algemene
bronnen. Met de Staat van het Consulaire van 7 december 2018 (Kamerstuk 35 000 V, nr. 51) is een belangrijke stap gezet in de communicatie door het scheppen van een breed
overzicht van wat de concrete dienstverlening in het buitenland in concreto inhoudt.
Een meerderheid van de respondenten verwacht betere informatievoorziening van de rijksoverheid
richting Nederlanders in het buitenland. Vooral de informatie over de veiligheidssituatie
in het buitenland laat volgens de respondenten te lang op zich wachten. Men verwacht
sneller actuele informatie in het reisadvies, op sociale media en via de Informatieservice
van Buitenlandse Zaken.
Specifiek voor de reisadviezen geeft een aantal respondenten aan dat deze de actuele
situatie ter plaatse niet accuraat weergeven. Enkele respondenten geven op dit punt
het advies om de reisadviezen te laten toetsen door Nederlanders die in het betreffende
land wonen, of door lokale vertegenwoordigers van reisorganisaties bij het advies
te betrekken. Verder constateert een aantal respondenten dat op verschillende plaatsen
in het reisadvies waar specifieke informatie wordt verwacht, algemene informatie wordt
gegeven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de rubriek over gezondheid.
Een aantal respondenten adviseert om de verschillende informatiediensten voor Nederlanders
in het buitenland (zoals de Reisapp en de Informatieservice) beter bekend te stellen
via campagnes, met name voor de zomer begint. Daarnaast adviseren respondenten de
website van Buitenlandse Zaken overzichtelijker in te delen en zoveel mogelijk informatie
online beschikbaar te stellen. Het gebruik van chatbots zou daarbij een handige toevoeging
kunnen zijn. Enkele respondenten geven aan dat het nuttig is om lokale bijeenkomsten
voor Nederlanders in het buitenland te organiseren en regelmatig nieuwsbrieven uit
te brengen. Daarnaast wordt ook de samenwerking met reisorganisaties, vliegmaatschappijen
(kleurcode reisadvies op vliegticket) en andere EU-landen genoemd om te komen tot
een goede informatievoorziening aan Nederlanders die naar het buitenland gaan of daar
al zijn. Tot slot adviseren enkele respondenten in de informatievoorziening ook rekening
te houden met zakelijke reizigers.
Opvolging:
– Op dit moment wordt een plan uitgewerkt om het proces van actualiseren reisadviezen
verder te verbeteren en de informatie in de adviezen verder aan te scherpen.
– Wanneer burgers onjuistheden in het reisadvies aantreffen, ontvangt BZ deze graag.
Dit kan via het contactformulier op de website nederlandwereldwijd.nl.
– Via o.a. de wintercampagne van BZ wordt aandacht gevestigd op de Reisapp en het bestaan
van de website nederlandwereldwijd.nl. Richting de zomer zal ook aandacht worden besteed
aan het promoten van de informatiediensten voor Nederlanders in het buitenland.
– BZ werkt nauw samen met stakeholders in de reisbranche, zoals reisorganisaties, alarmcentrales,
verzekeraars en vliegmaatschappijen. Er vinden regelmatig gezamenlijke overleggen
plaats over de veiligheid in het buitenland.
– Het 24/7 Contact Center werkt momenteel aan het ontwikkelen van een chatfunctie, zodat
Nederlanders ook via die weg bij BZ terechtkunnen met al hun consulaire vragen.
– BZ werkt continu aan het verbeteren van de informatievoorziening via o.a. de website
www.nederlandwereldwijd.nl.
– Tijdens o.a. een zakelijk reisevent in 2018 bleek het verschil in informatiebehoefte
van zakelijke reizigers t.o.v. leisure reizigers miniem. BZ acht de investering in aparte informatievoorziening voor zakelijke
reizigers op dit moment derhalve niet opportuun.
Vraag 18
Welke landen kennen, in tegenstelling tot Nederland, wel een nationale wet die voorschrijft
wat consulaire bijstand is en hoe de overheid deze moet bieden?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken beschikt niet over een volledig overzicht hiervan.
Bij de totstandkoming van de Staat van het Consulaire heeft het ministerie kennisgenomen
van hoofdpunten van het consulaire beleid van Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Zweden
en Canada. Duitsland beschikt met het Gesetz über die Konsularbeamten, ihre Aufgaben
und Befugnisse («Konsulargesetz») over een consulaire wet. Dat geldt evenzeer voor
Belgie, waar in 2018 het wettelijke kader voor cosulaire dienstverlening is vastgesteld.
Ook Nederland beschikt over wetten over aspecten van de consulaire dienstverlening:
• Consulaire Wet (1871) die de consulaire ambtenaren de bevoegdheid geeft handelingen
te verrichten in burgerlijke zaken (zoals het opmaken van burgerlijke akten).
• Rijkswet op de consulaire tarieven (2002) die bepaalt dat de overheid een vergoeding
kan vragen voor consulaire diensten.
• Rijkswet consulaire bescherming EU-burgers (2017), die bepaalt dat Nederland op eenzelfde
wijze consulaire bijstand verleent aan andere EU-burgers die buiten de EU geen ambassade
of consulaat hebben in het land in kwestie, als aan Nederlanders.
Zie annex 4 van de Staat van het Consulaire («wettelijke kaders»).
Vraag 19
Wat wordt concreet geregeld in nationale wetgeving in andere landen waarin wordt voorgeschreven
wat consulaire bijstand is en hoe de overheid deze moet bieden?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken beschikt niet over een volledig overzicht van
landen met consulaire wetgeving. Een voorbeeld dat het ministerie kent is het Duitse
Konsulargesetz. Deze wet regelt onder meer de bevoegdheden en taken van consulaire
ambtenaren. De afronding van de cosulaire wetgeving in Belgie in 2018 leidde daareveneenstot
nieuwe kaders, bevoegdheden en taken van de federale overheid van Belgie.
Vraag 20
Welke voordelen worden ervaren in landen die een nationale wet kennen die voorschrijft
wat consulaire bijstand is en hoe de overheid deze moet bieden?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft hier geen kennis van.
Vraag 21
Wat zijn de nadelen van het ontbreken van een nationale wet die voorschrijft wat consulaire
bijstand is en hoe de overheid deze moet bieden?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft hier geen kennis van.
Vraag 22
Is de capaciteit van de overheidsorganisaties bestand tegen de ontwikkelingen in relatie
tot Brexit het komende jaar? Zo nee, welke stappen worden ondernomen om de Staat van
het Consulaire bestand te maken voor de verdere Brexit ontwikkelingen?
Welk lange termijn effect heeft de Brexit op de consulaire dienstverlening van Nederland?
Zijn er Nederlanders die gebruik hebben gemaakt van de consulaire dienstverlening
van het Verenigd Koninkrijk in 2017 en 2018? Zo ja, welke consulaire dienstverlening
zal het Verenigd Koninkrijk in de toekomst aan Nederlanders kunnen verschaffen en
andersom?
Antwoord
Nederland zet zich in voor een actieve internationale samenwerking voor wat consulaire
dienstverlening betreft. Dit doet Nederland zowel binnen EU-verband als ook met partners
buiten de EU, waaronder bijvoorbeeld Canada, VS, Noorwegen.
Op de korte termijn bereidt Nederland zich voor op alle scenario’s, waaronder ook
het no deal scenario. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken bereidt zich – samen met de post in
Londen en het 247 Contact Center – proactief voor op een mogelijke (tijdelijke) toename
van hulpvragen van Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de uittreding
uit de Europese Unie.
Op de lange termijn lijken de gevolgen voor wat betreft de samenwerking met het Verenigd
Koninkrijk ten aanzien van de verlening van consulaire bijstand beperkt. De verlening
van consulaire bijstand is een nationale bevoegdheid. Op basis van het EU-recht geldt
wel het recht op consulaire bijstand van niet-vertegenwoordigde EU-burgers in derde
landen (EU Richtlijn 2015/637 van de Raad van 20 april 2015). Dit op het EU-werkingsverdrag gebaseerde recht op (consulaire) bescherming van niet-vertegenwoordigde
EU-burgers zal na een eventuele uittreding uit de EU van het VK komen te vervallen.
Een VK-vertegenwoordiging is dan niet meer juridisch verplicht om consulaire bijstand
te verlenen aan een in nood verkerende Nederlander in een land waar Nederland geen
eigen vertegenwoordiging heeft (en vice versa). Vooralsnog zijn er geen concrete aanwijzingen
dat het VK dergelijke praktische consulaire vertegenwoordigingsafspraken niet meer
zou willen uitvoeren na een uittreding uit de EU. Het is uiteraard mogelijk om hierover
opnieuw afspraken te maken met het VK in het kader van de toekomstige relatie met
het VK. Het VK heeft eerder ook aangegeven te willen streven naar «wederzijdse consulaire
dienstverlening in derde landen» (waar ofwel EU-lidstaten ofwel het VK geen vertegenwoordiging
hebben.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft geen statistieken beschikbaar over hoeveel
Nederlanders in recente jaren gebruik hebben gemaakt van de consulaire dienstverlening
van het VK, maar het gaat – naar schatting – om kleine aantallen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier