Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de reactie transparantie-initiatief Eurogroep
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1381
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 15 november 2018
De vaste commissie voor Europese Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Financiën over zijn brief van 10 juli 2018 inzake de reactie op
het transparantie-initiatief Eurogroep (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1355).
De vragen en opmerkingen zijn op 11 oktober 2018 aan de Minister van Financiën voorgelegd.
Bij brief van 14 november 2018 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Van Oosten
Adjunct-griffier van de commissie, Buisman
Algemeen
De leden van de VVD-fractie zien af van het inzenden van vragen/opmerking voor het
schriftelijk overleg over de reactie transparantie-initiatief Eurogroep.
De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over de brief van
het kabinet inzake de reactie transparantie-initiatief Eurogroep en de reactie van
Eurogroepvoorzitter Centeno aan het Nederlandse en Deense parlement als reactie op
het rapport «Opening up closed doors».
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de wijze waar op de Eurogroep
zich controleerbaar opstelt.
De leden van de 50PLUS-fractie zien af van inbreng voor het schriftelijk overleg over
de reactie transparantie-initiatief Eurogroep.
Transparantie Eurogroep
De leden van de CDA-fractie hebben vragen over de brief van Eurogroepvoorzitter Centeno
aan het Nederlandse en Deense parlement als reactie op het rapport «Opening up closed doors», in bijlage 11. De Eurogroepvoorzitter geeft aan dat de Eurogroep volgens de verdragen een informeel
lichaam van de EU is. De leden van de CDA-fractie merken op dat de Eurogroep vergaande
besluiten neemt over bijvoorbeeld reddingsprogramma’s en verzoeken het kabinet in
te gaan op het opstellen van een intern statuut waarin wordt vastgelegd dat de transparantiebepalingen
van de Europese Unie worden nageleefd en dan vooral de transparantierichtlijn en het
opnemen van de posities van de individuele lidstaten in de notulen. Deelt het kabinet
die mening, zo vragen de leden van de CDA-fractie? Zo het kabinet deze mening niet
deelt, hoe kunnen de leden van de parlementen en het publiek dan controleren hoe miljardensteun
verschaft wordt?
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet eveneens of hij de uiting van Eurogroepvoorzitter
Centeno deelt dat de Eurogroep veel heeft gedaan om beter begrepen te worden door
de burgers en daarbij aan te geven welke initiatieven dat volgens het kabinet zijn.
Bovendien vragen deze leden of het kabinet van mening is dat de Eurogroep, en alle
formele Europese instituties, niet de plicht hebben om zichzelf te presenteren bij
de burger en inzichtelijk te zijn voor alle controlerende lichamen, zoals nationale
parlementen, welke een rol spelen in de Europese democratie. In maart 2016 heeft de
Eurogroep besloten dat alle documenten, onder drie voorwaarden, gepubliceerd moeten
worden. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om aan te geven om hoeveel
documenten dat gaat en welk percentage niet wordt gepubliceerd? De Eurogroepvoorzitter
stelt dat de implementatie van de transparantieregels uit 2016 telkens verbeterd moeten
worden. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet welke verbeteringen volgens
hem gemaakt kan worden en vragen het kabinet om de Eurogroepvoorzitter uit te nodigen
in het Nederlandse parlement wanneer hij zijn onderzoek ter verbetering van transparantie
heeft afgerond.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet ten slotte om nadrukkelijk onze dank
over te brengen voor de ontvangen brief en dat de voorzitter van de eurogroep de aanbevelingen
in overweging neemt. Immers, ondanks alle tekortkomingen in deze brief, wachten de
leden nog steeds op een antwoord van de voorzitter van de Europese Raad de heer Tusk.
Tot slot verzoeken de leden van de CDA-fractie het kabinet het stuk opnieuw te agenderen
bij de Eurogroep en te bewerkstelligen dat er een nieuw statuut komt, dat de transparantierichtlijn
wordt nageleefd, dat de individuele posities van lidstaten vermeld worden. Is het
kabinet daartoe bereid zo vragen de leden van de CDA-fractie?
De voorzitter van de Eurogroep, Mario Centeno, deelde over de vergadering van 7 september
2018 te Wenen het volgende, zo lazen de leden van de GroenLinks-fractie: «I have also informed ministers of my intention to review the transparency initiative
adopted by the Eurogroup in 2016 and consider further improvements.»2 Wanneer verwacht het kabinet dat hierover gesproken zal worden? Wat zal Nederland
bijdragen aan het gesprek over transparantie? Welke voorstellen tot verbetering van
transparantie kunnen worden gedaan op korte termijn? En hoe verwacht Nederland dat
de andere Eurolanden zich zullen opstellen, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie.
Het kabinet benoemt de Eurogroep als intergouvernementeel gremium, zo lezen de leden
van de GroenLinks-fractie in Kamerstuk 21 501-20 nr. 1355. De Eurogroep wordt genoemd in het verdrag van Lissabon, zo constateren deze leden.
Deelt het kabinet de mening dat de Europese waarden, verworven in het verdrag van
Lissabon, integraal van toepassing zijn op de Eurogroep? Zo nee, waarom niet? Ziet
het kabinet een meerwaarde van het erkennen van de Eurogroep als EU-instelling in
de toekomst, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie? Zo ja, zet Nederland zich
hiervoor in om dit te realiseren? Zo nee, waarom niet? Is de politieke verantwoording
van de Eurogroep nu gewaarborgd in alle landen van de Eurozone? Zou in dit verband
niet de rol van het Europees Parlement moeten worden versterkt?
Er zijn signalen dat het juridisch kader sterk afwijkt van de politieke realiteit,
zo menen de leden van de GroenLinks-fractie. Zo wordt benoemd dat de Eurogroep geen
beslissingsorgaan is (zie bijvoorbeeld C-105/15 P – Mallis and Malli v Commission
and ECB, paragraaf 47). Neemt de Eurogroep beslissingen? Zo ja, hebben deze beslissingen
juridisch effect op derde partijen? Zo nee, zou naar de mening van Nederland de Eurogroep
een beslissingsbevoegdheid moeten krijgen?
II Reactie van de Minister
De leden van de CDA-fractie verzoeken het kabinet in te gaan op het opstellen van
een intern statuut waarin wordt vastgelegd dat de transparantiebepalingen van de Europese
Unie worden nageleefd en dan vooral de transparantierichtlijn en het opnemen van de
posities van de individuele lidstaten in de notulen.
Zoals u weet hecht het kabinet zeer aan transparantie van het Europese besluitvormingsproces.
Dit geldt ook voor de Eurogroep. Ten aanzien van de Eurogroep heeft de parlementair
advocaat, in het gevraagde advies over dit onderwerp, vastgesteld dat het Europese
transparantierecht niet van toepassing is op informele gremia.3 Dit neemt niet weg dat informele organen zich kunnen committeren om vergelijkbare
voorzieningen te treffen. Zo zijn er in de Eurogroep de afgelopen jaren reeds verschillende
afspraken gemaakt om transparantie te vergroten. Zo worden op de website van de Eurogroep
geannoteerde agenda’s van Eurogroepen vooraf gepubliceerd, wordt na afloop van een
Eurogroep een samenvattende brief gepubliceerd, en worden documenten ter voorbereiding
op thematische discussies in principe voor de Eurogroep en na bespreking in de Eurogroup
Working Group (EWG) gepubliceerd. Al deze documenten zijn terug te vinden op de publieke
website van de Eurogroep4, waar ook de persconferentie na afloop van de Eurogroep is terug te zien. Op deze
manier is informatie over de Eurogroep in het algemeen en over de afzonderlijke Eurogroep-vergaderingen
breed en publiekelijk beschikbaar.
Ook wordt per half jaar een werkprogramma opgesteld voor het aankomende semester waarin
wordt opgenomen welke onderwerpen er waarschijnlijk besproken zullen worden per vergadering.5 Dit draagt bij aan meer lange termijn focus, kan helpen bij het voorbereiden van
de discussies en vergroot de transparantie van de discussies in de Eurogroep.
De documenten ter voorbereiding op thematische discussies worden in principe voor
de Eurogroep en na bespreking in de EWG gepubliceerd, tenzij deze documenten nog niet
definitief zijn en/of nog substantieel gewijzigd (kunnen) worden, deze documenten
vertrouwelijke of marktgevoelige informatie bevatten, of wanneer de auteur van of
het instituut achter deze documenten beargumenteerd bezwaar aantekent tegen publicatie
(een bezwaar van de auteur zal vaak ingegeven zijn door één van de eerste twee redenen).
Van deze uitzonderingsclausule wordt slechts in beperkte mate gebruikgemaakt. Daarbij
kan worden aangetekend dat veel discussies in de Eurogroep een gedachtewisseling betreffen
over verschillende onderwerpen zonder dat daar een vooraf opgesteld stuk aan ten grondslag
ligt. Het kabinet ziet weinig meerwaarde in het creëren van een nieuw statuut.
Er worden, anders dan de samenvattende brief, geen notulen opgesteld van de Eurogroep.
Het kabinet kan ook niet ingaan op individuele posities van lidstaten aangezien er
in de richtsnoeren van de Eurogroep (kop 7) is geregeld dat bijeenkomsten van de groep
onder een geheimhoudingsplicht vallen. In het verslag wordt wel zo goed mogelijk een
weergave opgenomen van het krachtenveld zonder hierbij individuele inbreng eenzijdig
openbaar te maken.
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie hoe de leden van de parlementen en het publiek
dan kunnen controleren hoe miljardensteun verschaft wordt.
Ten aanzien van de Eurogroep is het van belang om te benadrukken dat de Eurogroep
een informeel orgaan is waar de Ministers van Financiën van de Eurozone samenkomen.
Deze Ministers leggen verantwoording af aan hun eigen parlement. De Eurogroep heeft
geen formele rol binnen de Europese Unie en EU-verdragen en neemt dus ook geen formele
besluiten over steunprogramma’s.
Ten aanzien van bijvoorbeeld steunprogramma’s van het Europees Stabiliteitsmechanisme
(ESM), zoals het in augustus jl. afgeronde Griekse ESM-programma, worden officiële
besluiten genomen in de Raad van gouverneurs en Raad van bewind van het ESM. Dit geldt
bijvoorbeeld voor een besluit over de start van een ESM-programma (Raad van gouverneurs)
en de goedkeuring van de afzonderlijke leningdelen binnen een lopend programma (Raad
van bewind). De Tweede Kamer wordt voorafgaand aan de besluitvorming in de Raad van
gouverneurs en Raad van bewind van het ESM geïnformeerd conform het specifiek daarvoor
opgestelde informatieprotocol ESM/EFSF-besluiten.6
In lijn met dit informatieprotocol heeft de Tweede Kamer bijvoorbeeld de mogelijkheid
om zich uit te spreken over de start van een ESM-programma. Zo zullen relevante documenten
op basis waarvan de Raad van gouverneurs kan besluiten tot steunverlening meteen aan
de Kamer worden gezonden zodra deze beschikbaar zijn. Tot de relevante documenten
behoren in ieder geval het Memorandum of Understanding en de Financial Assistance
Facility Agreement. Dit laatste document betreft een conceptakkoord over de financiële
leningvoorwaarden tussen het ESM en de steunaanvragende lidstaat. Binnen zeven kalenderdagen
na verzending van deze documenten aan de Kamer zal het kabinet zijn positie ten aanzien
van de ESM-steunaanvraag schriftelijk kenbaar maken aan de Kamer. Voorafgaand aan
het moment van besluitvorming door de Raad van gouverneurs is het wenselijk dat het
kabinet en de Kamer van gedachten wisselen over het Nederlandse standpunt. In het
informatieprotocol ESM/EFSF-besluiten is ook opgenomen dat het kabinet bij de besluitvorming
in de Raad van gouverneurs een parlementair voorbehoud zal maken indien de relevante
documenten later dan drie werkdagen voor het voorziene moment van besluitvorming worden
ontvangen. Dit houdt de verplichting in geen onomkeerbare besluiten te nemen voordat
hierover overleg heeft plaatsgevonden met de Kamer. Ook indien gebruik van de spoedstemprocedure7 aan de orde is, zal zo mogelijk voorafgaand aan het voorziene besluitvormingsmoment
met de Tweede Kamer overleg plaatsvinden. Als dat niet mogelijk blijkt, zal de Minister
van Financiën een standpunt innemen en hierover achteraf aan de Kamer schriftelijk
verantwoording afleggen.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om aan te geven hoeveel documenten
er in de Eurogroep worden behandeld en welk percentage niet wordt gepubliceerd.
Over het algemeen worden relevante stukken voor de verschillende onderwerpen op de
agenda van de Eurogroep openbaar gemaakt op hun website. Op deze site zijn ook relevante
stukken van afgelopen vergaderingen publiekelijk beschikbaar.8 Daarnaast geeft de regering mede op grond van artikel 68 van de Grondwet actief invulling
aan de informatieplicht aan de Kamer ten aanzien van de Eurogroep. Het kabinet tracht
bij elke Eurogroep relevante stukken zo vroeg mogelijk met uw Kamer te delen door
(verwijzingen naar) de stukken met de geannoteerde agenda (GA) of het verslag mee
te sturen.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet welke verbeteringen volgens hem gemaakt
kunnen worden aan de implementatie van de transparantieafspraken uit 2016.
Zoals de heer Centeno in de brief aangeeft, zijn er ook na het maken van de afspraken
in maart 2016 en juni 2017 stappen gezet in het verbeteren van de transparantie en
informatievoorziening van de Eurogroep, zoals de afspraken rondom publicatie van documenten,
het publiceren van een lijst van aanwezigen, het uitnodigen van gasten om deel te
nemen aan deelsessies etc. Nederland heeft zich altijd hard gemaakt voor meer transparantie
in de Eurogroep en zal dit blijven doen. Zo heb ik onder andere de nieuwe voorzitter
van de EWG, de heer Vijlbrief, gevraagd om samen met de nieuwe Eurogroepvoorzitter,
de heer Centeno, transparantie nadrukkelijker op de agenda te zetten. Het kabinet
kijkt uit naar de inventarisatie van de voorzitter van de Eurogroep.
Verder vragen de leden van de CDA-fractie het kabinet om de Eurogroepvoorzitter uit
te nodigen in het Nederlandse parlement wanneer hij zijn onderzoek ter verbetering
van transparantie heeft afgerond.
Het kabinet gaat niet over de uitnodigingen van de Kamer.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet eveneens of hij de uiting van Eurogroepvoorzitter
Centeno deelt dat de Eurogroep veel heeft gedaan om beter begrepen te worden door
de burgers en daarbij aan te geven welke initiatieven dat volgens het kabinet zijn.
Het kabinet deelt de uiting van de voorzitter van de Eurogroep dat er de afgelopen
jaren belangrijke stappen zijn ondernomen om de transparantie van de Eurogroep te
verbeteren zoals in de beantwoording hierboven aangeduid.
Ook vragen de leden van de CDA-fractie of het kabinet van mening is dat de Eurogroep,
en alle formele Europese instituties, niet de plicht hebben om zichzelf te presenteren
bij de burger en inzichtelijk te zijn voor alle controlerende lichamen, zoals nationale
parlementen, welke een rol spelen in de Europese democratie.
Het afleggen van verantwoording over discussies in de Eurogroep gebeurt primair op
nationaal niveau, waar de Ministers van Financiën verantwoording afleggen aan hun
eigen parlement. Zo wordt in Nederland voorafgaand aan elke Eurogroep een Algemeen
Overleg (AO) met de Kamer gehouden waar de Kamer de gelegenheid heeft om met de Minister
van Financiën over de Nederlandse inzet van gedachten te wisselen en vragen te stellen.
Om dit overleg te faciliteren wordt de Kamer voorafgaand aan de Eurogroep middels
een GA geïnformeerd over de agendapunten en wordt er inzicht gegeven in de te bespreken
onderwerpen en waar mogelijk een weergave gegeven van de stukken (voor zover die reeds
zijn ontvangen). Ook ontvangt de Kamer elke keer na afloop van de Eurogroep een verslag.
Op deze manier span ik me in om de Kamer zowel vooraf als achteraf zo goed te informeren
over de onderwerpen die voorliggen, het krachtenveld daarbij en de Nederlandse inbreng
daarin. Dit is juist vanwege die verantwoordingstaak belangrijk. De voorzitter van
de Eurogroep houdt in de regel na elke Eurogroep een persconferentie om uitleg te
geven over de besprekingen.
Tot slot verzoeken de leden van de CDA-fractie het kabinet het stuk opnieuw te agenderen
bij de Eurogroep.
Zoals de heer Centeno aangeeft in zijn reactie is er afgelopen september in de Eurogroep
weer stilgestaan bij transparantie van de Eurogroep. Het onderwerp heeft dus de aandacht
van de voorzitter en het kabinet acht het vooralsnog niet opportuun om op dit moment
(wederom) aan te dringen op het agenderen van het onderwerp.
De leden van de Groenlinks fractie vragen wanneer het kabinet verwacht dat over transparantie
zal worden gesproken en wat Nederland hierbij zal inbrengen.
Op dit moment is agendering van het onderwerp van transparantie in de Eurogroep nog
niet voorzien. Zodra dit op de agenda staat, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd
middels de geannoteerde agenda die voorafgaand aan de Eurogroep aan de Kamer wordt
verstuurd. Daarin zal ook de Nederlandse inzet worden vermeld.
De leden van de Groenlinks-fractie vragen voorts welke voorstellen tot verbetering
van transparantie kunnen worden gedaan op korte termijn en hoe Nederland verwacht
dat de andere Eurolanden zich zullen opstellen.
Op dit moment heeft het kabinet geen concrete voorstellen voor ogen voor het vergroten
van transparantie van de Eurogroep, maar kijkt uit naar de inventarisatie van de voorzitter
van de Eurogroep. Voor het slagen van voorstellen ter verbetering van de transparantie
in de Eurogroep is de steun van de andere 19 lidstaten essentieel. Zoals u weet hecht
Nederland al jaren veel belang aan transparantie en loopt op dit onderwerp vaak voorop.
Dit neemt niet weg dat in het verleden initiatieven ter verbetering van de transparantie
in de Eurogroep, goed zijn ontvangen. Een voorbeeld hiervan zijn de initiatieven in
2016 die op brede steun konden rekenen.
De leden van de Groenlinks fractie vragen voorts of het kabinet de mening deelt dat
de Europese waarden, verworven in het verdrag van Lissabon, integraal van toepassing
zijn op de Eurogroep?
De waarden uit de EU-verdragen zijn op de Eurogroep van toepassing.
De leden van de Groenlinks-fractie vragen of de Eurogroep beslissingen neemt of eventuele
beslissingen juridisch effect hebben op derde partijen en of de Eurogroep een beslissingsbevoegdheid
zou moeten krijgen. Daarnaast vragen leden van de GroenLinks-fractie of het kabinet
een meerwaarde ziet in het erkennen van de Eurogroep als EU-instelling in de toekomst.
De Eurogroep is een gremium waar de Ministers van Financiën van de Eurozone informeel
samenkomen, waar van gedachte gewisseld kan worden over verschillende onderwerpen,
maar waar geen officiële besluiten genomen worden. Het kabinet ziet geen meerwaarde
in het toekennen van een beslissingsbevoegdheid aan de Eurogroep. Besluiten over Europese
onderwerpen kunnen genomen worden in de Raad van de Europese Unie, conform het verdrag
van de Europese Unie, en voor financieel-economische onderwerpen betreft dit de Ecofinraad.
Besluiten over steunprogramma’s worden genomen door het ESM.
De leden van de Groenlinks-fractie vragen verder of de politieke verantwoording van
de Eurogroep nu gewaarborgd is in alle landen van de Eurozone.
De Ministers van Financiën van de verschillende lidstaten leggen verantwoording af
aan hun eigen parlement. Elke lidstaat richt de politieke verantwoording in op basis
van de geldende constitutionele bepalingen. De informatievoorziening is in veel lidstaten
minder intensief dan in Nederland.
Voorts vragen de leden van de Groenlinks-fractie of de rol van het Europees Parlement
moet worden versterkt.
De Eurogroep is een informeel overlegorgaan zonder beslissingsmacht en een grotere
rol van het Europees Parlement bij besluiten van de Eurogroep is dus niet mogelijk.
Wel is er een economische dialoog waarbij de voorzitter van de Eurogroep periodiek,
op uitnodiging van het Europees Parlement, toelichting geeft op dossiers die in de
Eurogroep worden besproken. Bij wetgevende dossiers is de Raad in veel gevallen medewetgever
met het Europees Parlement, ook wanneer bepalingen alleen op de lidstaten van de eurozone
van toepassing zijn. Tot slot heeft de heer Centeno, zoals hij ook in zijn brief aangeeft,
de voorzitter van de ECON commissie van het Europees Parlement uitgenodigd om in september
jl. een keer deel te nemen aan een deel van de vergadering van de Eurogroep. Ten aanzien
van steunprogramma’s van het ESM, zoals het in augustus jl. afgeronde Griekse ESM-programma,
worden officiële besluiten genomen in de Raad van gouverneurs en Raad van bewind van
het ESM. Het ESM is internationaal verdrag en het gaat hierbij om garanties vanuit
de landen van de Eurozone. Om die reden ligt de verantwoording hiervoor ook bij de
landen zelf en niet bij het Europees Parlement.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
H.P.C. Buisman, adjunct-griffier