Verslag van een rapporteur : Verslag van de rapporteurs over EU-hervormingen
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3252
VERSLAG VAN DE RAPPORTEURS
Vastgesteld 2 oktober 2025
Introductie
In februari 2024 heeft de vaste Kamercommissie voor Europese Zaken ons aangesteld
als rapporteurs voor het thema EU-hervormingen, naar aanleiding van de aankondiging
van de mededeling van de Europese Commissie over pretoetredingshervormingen en beleidsevaluaties,
die op 20 maart 2024 is gepubliceerd1. Tot november 2024 vervulde ook het lid Van Campen de rol van rapporteur op dit thema.
Op 30 januari 2025 hebben wij een tussenverslag gepubliceerd2, waarin we de activiteiten beschreven die we tot dan toe ondernomen hadden in het
kader van het rapporteurschap.
In dit eindverslag geven wij hierop een aanvulling met de laatste activiteiten die
we ondernomen hebben en geven we aanbevelingen over het vervolg.
Leeswijzer
Dit eindverslag beginnen we met onze kernpunten en aanbevelingen. Daarna gaan we in
op het doel dat dit EU-rapporteurschap zich gesteld had, onze bevindingen en een terugkoppeling
van de recente activiteiten: de uitkomst van het door ons gevraagde briefadvies van
de Adviesraad Internationale Betrekkingen over EU-hervormingen op drie deelterreinen:
buitenlands beleid, financiën en rechtsstatelijkheid en de technische briefing. Ook
hebben we een brief geschreven aan de rapporteur EU-hervormingen in het Europees parlement,
Sandro Gozi. Ten slotte geven we een overzicht van de overige activiteiten die we
ondernomen hebben tijdens dit rapporteurschap.
In de bijlagen treft u een overzicht van de kansen en risico’s van de meest genoemde
EU-hervormingen om de slagkracht van de EU te behouden. Daarnaast is een overzicht
gemaakt van hervormingen die zonder Verdragswijziging kunnen plaatsvinden en hervormingen
die Verdragswijziging vereisen.
Kernpunten en aanbevelingen
– Kies als kabinet, maar ook als Kamer, een heldere positie en wees hierover in het openbaar duidelijk. Het is daarnaast belangrijk om tijdig positie te kiezen. Er is immers een kans dat sommige hervormingen plotseling en snel
plaatsvinden, zeker als hier geen Verdragswijziging voor nodig is.
– Sluit Verdragswijziging niet uit. Hoewel ad-hoc oplossingen op de korte termijn kunnen helpen, kan het nodig zijn
om serieus na te denken over en ons voor te bereiden op een Verdragswijziging om te
voorkomen dat we in de toekomst door crises worden verrast.
– Gezien de aankomende verkiezingen sluiten wij het rapporteurschap EU-hervormingen
hierbij af. Wij adviseren de nieuwe vaste Kamercommissie Europese Zaken na ommekomst
van de nieuwe voorstellen van de Europese Commissie (verwacht: najaar 2025) opnieuw een rapporteurschap EU-hervormingen in te stellen om dit debat en de ontwikkelingen grondig te blijven volgen. Het valt te overwegen
om, indien het rapporteurschap EU-hervormingen voortgezet worte, dit nauwer te betrekken of te integreren met het rapporteurschap EU-uitbreiding. Hoewel het huidige rapporteurschap los stond van de grootte van de EU, is het duidelijk
dat wanneer de EU besluit tot uitbreiding met meerdere kandidaat-lidstaten, de noodzaak
tot hervormen acuut wordt. In dat opzicht zijn deze thema’s aan elkaar gelinkt.
Op 27 juni 2024 is de Minister van Buitenlandse Zaken verzocht een kabinetsappreciatie
te geven van het rapport Sailing on High Seas. Deze appreciatie wordt nog verwacht.
Doel van het EU-rapporteurschap
Het rapporteurschap richt zich op het monitoren van EU-voorstellen en ontwikkelingen
met betrekking tot pretoetredingshervormingen binnen de Europese Unie. Dit betreft
een prioritair aandachtsgebied van de vaste Kamercommissie voor Europese Zaken. Het
doel is het versterken van de informatiepositie van de commissie, het bevorderen van
een zorgvuldige behandeling van EU-voorstellen en het verkrijgen van inzicht in mogelijke
overlap met andere Kamercommissies.
De inhoudelijke focus ligt op de centrale vraag hoe de EU haar slagvaardigheid kan
vergroten, ongeacht haar omvang, en welke hervormingen – institutioneel of anderszins
– daarvoor noodzakelijk zijn. Daarbij wordt met name gekeken naar economische, geopolitieke
en rechtsstatelijke slagvaardigheid. De meest genoemde voorstellen die hiertoe gedaan
zijn worden in dit verslag beoordeeld op hun kansen en risico’s (zie bijlage 1). Op
basis daarvan doen wij bovenstaande aanbevelingen.
Bevindingen van de rapporteurs
Er zijn vele antwoorden mogelijk op de vraag hoe de EU slagvaardiger kan worden ongeacht haar omvang, en welke hervormingen hiertoe
noodzakelijk zijn. Uit de door ons gevoerde gesprekken en uitgevoerde onderzoeken zijn enkele gemene
delers:
• Versnel de besluitvorming, met name door gebruik te maken van bestaande mogelijkheden binnen de verdragen,
zoals passerelle clausules, om over te stappen van unanimiteit naar gekwalificeerde
meerderheidsbesluitvorming (QMV), vooral op het terrein van Gemeenschappelijk Buitenlands-
en Veiligheidsbeleid en de begroting.
• Werk samen in kleinere coalities. Wanneer consensus ontbreekt, kunnen groepen van lidstaten sneller handelen binnen
of buiten het EU-kader, mits dit open is voor toetreding van andere lidstaten.
• Zorg voor betere coördinatie en voorbereiding. Zo wordt door de AIV voorgesteld om op het terrein van defensie te gaan werken met
een Europese Veiligheidsraad die besluitvorming op hoog politiek niveau voorbereidt
en versnelt.
• Versterk de externe vertegenwoordiging van de EU. Zorg voor coherenter optreden naar buiten toe en betere afstemming tussen EU-instellingen
en lidstaten.
• Zorg voor flexibeler begrotingsbeleid. Kortere begrotingscycli leidt tot meer flexibiliteit en mogelijkheden tot sneller
aanpassen aan geopolitieke ontwikkelingen.
• Versterk het rechtsstatelijkheidsinstrumentarium. Het huidige gebrek aan mogelijkheden tot ingrijpen van de EU ondermijnt de geloofwaardigheid
en brengt de legitimiteit van besluitvorming in gevaar.
Hieronder en in de bijlagen worden verschillende hervormingsvoorstellen genoemd die
kunnen bijdragen aan bovenstaande doelen.
De discussie over interne EU-hervorming lijkt in de EU geen urgentie te hebben. Terwijl het Europees parlement regelmatig nieuwe rapporten opstelt over
het belang van EU-hervormingen, lijkt dit bij de Europese Commissie en zeker bij de
Raad geen weerklank te krijgen. Al sinds de Conferentie over de Toekomst van Europa,
waar concrete voorstellen3 voor EU-hervormingen zijn gedaan die in november 2023 door het Europees parlement
ook aan de Europese Raad zijn aangeboden, worden formele discussies hierover uit de weg gegaan. Het blijkt een lastig dossier:
de pretoetredingshervormingen en beleidsevaluaties die de Europese Commissie in maart
2024 zou presenteren bleken slechts kaders aan te duiden. De daadwerkelijke uitwerking van de voorstellen is door de Europese
Raad vooruitgeschoven en tot op heden nog steeds niet gepubliceerd. Het Europees parlement
heeft in januari 2024 nog een nieuwe rapport4 gepubliceerd over EU-hervormingen. Het meest recente conceptrapport5 van rapporteur Gozi wordt dit najaar in het Europees parlement behandeld.
Tijdens de gesprekken met experts en in de verschillende onderzoeken die gedaan zijn
naar de mogelijkheden tot EU-hervormingen, stuitten we geregeld op dilemma’s. Twee voorbeelden hiervan:
• Aanbevolen wordt om meer met gelijkgestemde coalities te gaan werken om op die manier
toch vooruit te kunnen met een kleinere groep lidstaten. Dit wordt ook wel een EU
van meerdere snelheden genoemd, of het werken met concentrische cirkels. Het verhoogt
de slagkracht en snelheid, kan tot politieke en diplomatieke druk leiden waardoor
consensus sneller bereikt wordt en kan praktische oplossingen bieden bij blokkades
in besluitvorming. Maar hierbij loop je het risico op een verdeeld Europa terwijl
eenheid belangrijk is. Bovendien kan het leiden tot fragmentatie, kan het de democratische
legitimiteit verminderen, leiden tot uitsluiting en ongelijke toegang en kan het juridisch
complex zijn.
• Een overgrote meerderheid van EU-lidstaten spreekt zich in het openbaar uit vóór de
verbetering van het rechtsstatelijkheidsmechanisme, maar de Raad pakt op cruciale
momenten niet door met de artikel 7-procedure, bijvoorbeeld vanwege het risico hier
ooit zelf onderwerp van te worden of vanwege de vrees bilaterale relaties op het spel
te zetten, waardoor het huidige instrumentarium bot blijkt.
Terugkoppeling over de ondernomen activiteiten
1. AIV-briefadvies en presentatie
In het najaar van 2024 heeft de Tweede Kamer op ons initiatief besloten de Adviesraad
Internationale Vraagstukken (AIV) advies6 te vragen over mogelijke EU-hervormingen om de EU slagvaardiger en daadkrachtiger
te maken, ook met het oog op een eventuele EU-uitbreiding. Dit in het licht van eventuele
EU-uitbreiding, geopolitieke ontwikkelingen, rechtsstatelijke uitdagingen, concurrentievermogen
en budgettaire uitdagingen. Op 15 april 2025 verscheen het briefadvies Daadkracht:
EU-hervormingen van GBVB, begroting en rechtsstaat7. Wij hebben via de commissie Europese Zaken het kabinet om een reactie8 gevraagd op dit advies, dat op 6 juni verscheen, zodat dit nog betrokken kon worden
bij het plenaire debat over de Staat van de Europese Unie van 12 juni 2025.
AIV-advies: daadkracht en draagvlak nodig voor het slagvaardig houden van de EU
De AIV stelt vast dat de veranderde wereldorde – met name door de Russische agressie
en de onzekerheid over de Amerikaanse veiligheidsgaranties – de EU dwingt tot versterking
van haar slagkracht in het buitenlands beleid, het financieel instrumentarium en de
handhaving van fundamentele waarden. De conclusie van het rapport is dat niet alleen
politieke wil en voldoende financiële middelen nodig zijn om de EU sterk en slagvaardig
te maken, ook interne samenhang gebaseerd op een brede instemming met de Europese
koers en Europese waarden is hiervoor nodig. De AIV benadrukt het belang van EU-hervormingen
en geeft hiervoor opties, maar geeft ook de dilemma’s weer die hierbij komen kijken.
De AIV komt tot de volgende bevindingen en aanbevelingen:
– Urgentie van hervormingen door geopolitieke druk
De Russische oorlog tegen Oekraïne en de hernieuwde onzekerheid over de Amerikaanse
steun onder president Trump benadrukken de noodzaak voor de EU om haar eigen strategische
autonomie en daadkracht te versterken, vooral op het gebied van veiligheid, defensie
en buitenlandse betrekkingen.
– Slimme hervormingen zonder verdragswijziging
De AIV pleit voor pragmatische stappen binnen de bestaande verdragen, zoals het gebruik
van passerelle-clausules om besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid mogelijk
te maken, nauwere samenwerking in kleinere coalities, en het versterken van de rol
van nationale parlementen in EU-besluitvorming.
– Versterking van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB)
Aanbevolen wordt om waar mogelijk over te stappen op besluitvorming met gekwalificeerde
meerderheid, een Europese Veiligheidsraad op te richten voor betere coördinatie, en
externe EU-optredens te versterken via aanpalende beleidsterreinen waar met gekwalificeerde
meerderheid wordt besloten, zoals handel en energie.
– Modernisering van de EU-begroting
De EU-begroting moet ruimer, flexibeler en strategischer worden, met meer nadruk op
grensoverschrijdende publieke goederen zoals defensie, energie-infrastructuur en digitale
innovatie. Blijf daarnaast mede uit eigenbelang ook investeren in interne samenhang
en cohesie. Sta open voor nieuwe vormen van financiering, zoals nieuwe eigen middelen
en gezamenlijke schulden.
– Bescherming van de rechtsstaat als fundament van de Unie
De AIV benadrukt het belang van effectieve handhaving van EU-kernwaarden. Instrumenten
zoals budgettaire conditionaliteit en inbreukprocedures moeten actiever worden ingezet.
Nederland kan hierin een voortrekkersrol spelen, onder meer door samenwerking met
gelijkgezinde lidstaten. Blijf hierover in gesprek met andere nationale parlementen
en het EP.
– Voer als parlement het gesprek met parlementen van andere lidstaten en het Europees
parlement
De AIV geeft aan dat parlementaire betrokkenheid cruciaal is voor het versterken van
het democratisch draagvlak van EU-besluitvorming. Dit als onderdeel van de oproep
om de kwaliteit van de besluiten en van wetgeving te versterken. Een daadkrachtige
EU zonder breed draagvlak heeft geen toekomst, aldus de AIV.
Dilemma’s
Naast bevindingen en aanbevelingen schetst de AIV ook verschillende dilemma’s. Deze
dilemma’s illustreren dat hervormingen noodzakelijk zijn, maar politiek gevoelig blijven.
De AIV pleit daarom voor een open en transparant debat over deze spanningsvelden,
met oog voor zowel effectiviteit als legitimiteit.
De dilemma’s die genoemd worden:
1. Daadkracht versus draagvlak
De EU moet slagvaardiger worden in haar optreden, met name op het gebied van buitenlands
beleid en veiligheid. Tegelijkertijd mag dit niet ten koste gaan van democratische
legitimiteit. Meer besluitvorming via gekwalificeerde meerderheid (QMV) kan de effectiviteit
vergroten, maar kan ten koste gaan van draagvlak en roept weerstand op bij sommige
lidstaten die vrezen voor verlies van nationale zeggenschap.
2. Strategische slagkracht versus nationale controle
Om grote strategische uitdagingen aan te kunnen en geopolitiek weerbaarder te worden,
is een grotere EU-begroting nodig. Dit vereist hogere bijdragen, nieuwe eigen middelen
of gezamenlijke schulden. Lidstaten, waaronder Nederland, zijn echter terughoudend
om financiële controle deels over te dragen aan het EU-niveau.
3. Rechtsstatelijke handhaving versus politieke gevoeligheid
Hoewel de EU over instrumenten beschikt om schendingen van de rechtsstaat aan te pakken
(zoals artikel 7-procedures en budgettaire conditionaliteit), ontbreekt vaak de politieke
wil om deze effectief in te zetten. Lidstaten vrezen voor precedentwerking of schade
aan bilaterale relaties. Dit gaat ten koste van de geloofwaardigheid.
4. Consensus versus voortgang
Unanimiteit belemmert voortgang op cruciale dossiers. Samenwerking in kleinere coalities
biedt uitkomst, maar ondermijnt mogelijk de eenheid van de Unie. De vraag is hoe ver
lidstaten bereid zijn te gaan in het loslaten van consensus als norm.
5. Nationale belangen versus Europees gemeenschappelijk belang
Besluiten die in het Europese belang zijn, kunnen nationaal controversieel zijn. Dit
geldt bijvoorbeeld voor sancties, defensie-uitgaven of hervormingen van de begroting.
Nationale parlementen en publieke opinie spelen hierin een cruciale rol.
Kabinetsreactie
In haar reactie op bovenstaand AIV-rapport merkt het kabinet op dat het hecht aan
een slagvaardig gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB), een modern
meerjarig financieel kader (MFK) en een robuust rechtstaatsinstrumentarium. Het kabinet
is het eens dat het in de huidige geopolitieke situatie van belang is om de effectiviteit
en legitimiteit van de EU te versterken. Daarbij dienen vooral de huidige verdragen
ten volle benut te worden en moet nagedacht worden over verbeteringen, zoals het gebruik
van constructieve onthouding, nauwere samenwerking en intergouvernementele samenwerkingsverbanden.
Ook is het kabinet het eens dat de EU de regie dient te pakken in een onzekere Europese
veiligheidsorde en zet op verschillende manieren in op de vergroting van de effectiviteit
van het GBVB.
Het is mogelijk om QMV-besluitvorming op GBVB-terrein uit te breiden onder het huidige
verdrag, maar volgens het kabinet is daarvoor op dit moment onvoldoende draagvlak
onder de EU-lidstaten. Het kabinet steunt de door de AIV genoemde alternatieven zoals
constructieve onthouding van stemmen. Op het advies van de AIV om een Europese Veiligheidsraad
op te richten reageerde het kabinet de Europese Raad dit de facto al is. Het kabinet
onderschrijft het belang van versterking van rechtsstatelijkheid in de EU. Voor wat
betreft de aanbeveling van de AIV meer te investeren in de EU reageert het kabinet
dat het inzet op beperking van de stijging van Nederlandse afdrachten en dat ambitieus
beleid moet plaatsvinden binnen de budgettaire randvoorwaarden, door het MFK te moderniseren.
2. Brief aan EP-rapporteur Gozi EU-hervormingen
De oproep van de AIV om het gesprek aan te gaan met andere parlementen en het Europees
parlement hebben we ter harte genomen. Naast de ECPRD-uitvraag onder nationale parlementen
die we in het kader van dit rapporteurschap hebben uitgevoerd, hebben we eind juni
2025 ook een brief gestuurd aan EP-rapporteur Sandro Gozi waarin we een reactie gaven
op zijn concept-rapport en het briefadvies van de AIV onder de aandacht brachten.
De Interparlementaire commissiebijeenkomst van de AFCO-commissie over de institutionele
consequenties van EU-uitbreiding9 op 25 juni 2025 konden we helaas niet bijwonen.
3. Overige ondernomen activiteiten tijdens het EU-rapporteurschap
Naast bovenstaande activiteiten hebben we in de afgelopen anderhalf jaar het volgende
ondernomen:
– Gesprekken met nationale en internationale experts.
– Verzoeken aan de Minister van Buitenlandse Zaken om spoedige kabinetsappreciaties, zoals op de Commissiemededeling over pretoetredingshervormingen10. De kabinetsappreciatie op het rapport Sailing on High Seas wordt nog verwacht.
– Technische briefings zijn georganiseerd, zoals over de Commissiemededeling over pretoetredingshervormingen
en beleidsevaluaties.
– Uitvraag onder nationale parlementen in de EU (ECPRD) naar de standpunten over interne hervormingen van de EU en de belangrijkste
deelaspecten daarbij.
– In het najaar van 2024 hebben in de Tweede Kamer verschillende rondetafelgesprekken plaatsgevonden die aan het onderwerp van dit rapporteurschap linken, zoals een rondetafelgesprek
over het rapport Letta, Much more than a Market11 (12 september 2024), over EU-uitbreiding12 (6 november 2024), en over het rapport Draghi, The future of European Competitiveness13 (11 december 2024).
Voor meer informatie over bovenstaande activiteiten, zie het tussenverslag14.
De rapporteurs, Klaver Dassen
Kansen en risico’s EU-hervorming
Besluitvorming en instellingen
Kansen
+
Risico’s
-
Efficiëntere besluitvorming en versterking slagkracht: QMV voorkomt blokkades door individuele lidstaten en bevordert compromisvorming en
coalitievorming. QMV versterkt de EU als geopolitieke speler omdat snellere reactie
op crises en strategische uitdagingen mogelijk is.
besluitvorming van veto naar gekwalificeerde meerderheid (QMV)
Verlies van nationale zeggenschap: nationale belangen kunnen overstemd worden, ook op gevoelige terreinen zoals defensie,
belastingen en buitenlandse politiek. Dit kan voorkomen worden door aanvullende mechanismen
zoals een soevereiniteitsclausule, aangepaste stemverhoudingen en opt-outregelingen.
Voorbereiding op EU-uitbreiding: met meer lidstaten wordt het risico op blokkades groter. QMV maakt besluitvorming
in een EU van 30+ leden werkbaar en voorkomt verlamming.
Politieke verdeeldheid: QMV is geen oplossing voor fundamentele politieke verdeeldheid tussen lidstaten. Bij
grote meningsverschillen kan ook QMV besluitvorming blokkeren.
Efficiëntere besluitvorming: een kleiner College van Commissarissen kan leiden tot meer samenhang, minder versnippering
van bevoegdheden en snellere besluitvorming binnen de Europese Commissie. Ook kunnen
zwaardere en betekenisvollere portefeuilles worden gecreëerd, wat de effectiviteit
van beleid ten goede komt.
Beperken van het aantal Europees Commissarissen
Politiek verzet van lidstaten:
lidstaten hechten sterk aan nationale vertegenwoordiging in de Commissie. Beperking
kan leiden tot weerstand en verlies van legitimiteit van EU-beleid in nationale context.
Met name voor kleinere lidstaten kan het ontbreken van een eigen Commissaris worden
gezien als verlies van invloed en status binnen de EU.
Voorbereiding op uitbreiding: in een EU met 30+ lidstaten is het onpraktisch om elke lidstaat een eigen Commissaris
te geven. Beperking voorkomt een logge en inefficiënte Commissie.
EU-begroting
Kansen
+
Risico’s
-
Voorbereiding op EU-uitbreiding: een groter budget maakt het mogelijk om nieuwe lidstaten zoals Oekraïne en Moldavië
op te nemen zonder bestaande lidstaten te benadelen.
Verhoging EU-budget
Politiek draagvlak en nationale weerstand: meer middelen naar de EU leidt tot een vrees voor een grotere rol van de Europese
Commissie, verlies van nationale zeggenschap en het risico dat EU-bijdragen niet in
verhouding staan tot nationale baten.
Versterking van strategische autonomie. Verhoogde investeringen in defensie, energie, digitale infrastructuur en klimaat maken
de EU minder afhankelijk van externe machten zoals de VS, China en Rusland.
Verdeling en rechtvaardigheid: Zonder hervorming van het «juste retour»-principe (wat een land terugkrijgt van wat
het betaalt), kan het moeilijk zijn om een eerlijke verdeling van middelen te garanderen.
Flexibiliteit, veerkracht en schaalgrootte: een groter en flexibeler budget stelt de EU in staat om sneller te reageren op crises
en onvoorziene omstandigheden (pandemieën, geopolitiek), vergroot de financiële slagkracht
van de EU en biedt kansen om te profiteren van schaalgroottevoordelen.
Governance en toezicht: een groter budget vereist robuustere controlemechanismen om misbruik en inefficiëntie
te voorkomen. Duidelijke afspraken zijn nodig over conditionaliteit en transparantie
om vertrouwen in EU-uitgaven te behouden.
Meer flexibiliteit en responsiviteit: een kortere cyclus maakt het mogelijk om sneller in te spelen op geopolitieke en
economische ontwikkelingen, zoals crises, technologische veranderingen, noodzaak tot
investeren in bv. veiligheid/klimaat, of EU-uitbreiding.
Verkorting MFK-cyclus van 7 naar 5 jaar
Meer onderhandelingsdruk en instabiliteit: kortere cycli betekenen vaker intensieve onderhandelingen tussen lidstaten, wat
tijdrovend en politiek gevoelig is.
Versterking van strategische sturing: door elke vijf jaar een nieuw MFK te koppelen aan het strategisch programma van de
Commissie, ontstaat meer samenhang tussen politieke ambities en financiële middelen.
Verlies van continuïteit op lange termijn en minder planningszekerheid: sommige investeringen, zoals infrastructuur en onderzoek, vereisen stabiele financiering
over langere periodes.
Rechtstaat en democratie
Kansen
+
Risico’s
-
Handhaving van EU-waarden. Het koppelen van fondsen aan rechtsstatelijke naleving biedt een effectief instrument
om lidstaten te stimuleren de fundamentele waarden van de EU te respecteren, zoals
democratie, persvrijheid en onafhankelijke rechtspraak. Conditionaliteit zorgt ervoor
dat de Kopenhagencriteria niet alleen gelden vóór toetreding, maar ook na toetreding.
Versterking van budgettaire conditionaliteit: koppeling van EU-fondsen aan naleving
van rechtsstatelijke principes
(met icoon)
Politieke spanningen, blokkades en fragmentatie. Lidstaten kunnen conditionaliteit ervaren als politieke chantage, wat kan leiden
tot verharding van standpunten en blokkades in andere beleidsdossiers. Bij uitsluiting
van lidstaten uit bepaalde fondsen of programma’s kan dit de interne cohesie van de
EU onder druk zetten.
Legitimiteit van EU-uitgaven. Budgettaire conditionaliteit garandeert dat EU-gelden niet terechtkomen bij regeringen
die fundamentele waarden ondermijnen, wat de legitimiteit van het EU-budget versterkt.
Impact op burgers. Er bestaat een risico dat burgers indirect worden gestraft voor het gedrag van hun
regering, bijvoorbeeld door het wegvallen van subsidies of investeringen.
Verhoogde effectiviteit en slagkracht: door het verlagen van de stemdrempel wordt het eenvoudiger om sancties op te leggen
bij ernstige schendingen van EU-waarden, zoals de rechtsstaat en democratie. Het voorkomt
dat één lidstaat de procedure blokkeert, wat de geloofwaardigheid van de EU versterkt
als hoeder van haar eigen waarden.
Hervorming van de Artikel 7-procedure: bijvoorbeeld door verlagen stemdrempel
Politieke spanningen en terughoudendheid. Lidstaten kunnen terughoudend zijn om de procedure te steunen uit angst zelf ooit
onderwerp van sancties te worden. Ook kunnen lidstaten die aangesproken worden hun
samenwerking op andere terreinen frustreren als vergelding.
Gelijk speelveld voor alle lidstaten. Het maakt duidelijk dat EU-lidmaatschap gepaard gaat met naleving van fundamentele
waarden, en dat schendingen consequenties hebben – ook voor bestaande lidstaten.
Juridische en institutionele complexiteit: de hervorming vereist aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, wat
een langdurig en politiek gevoelig proces is.
BIJLAGE 2 – EU HERVORMINGEN ZONDER EN MÉT VERDRAGSWIJZIGING
Hieronder volgt een niet-uitputtend overzicht van door verschillende experts vaak
genoemde hervormingsvoorstellen, waaronder de AIV, de Frans-Duitse werkgroep en de
commissie Meijers, met daarbij aangegeven of Verdragswijziging nodig is of niet.
Hervormingsvoorstellen waarvoor géén Verdragswijziging nodig is
– Geleidelijke invoering van meer beluitvorming obv gekwalificeerder meerderheid (QMV)
via passerelle clausules (ook bij EU-begroting, maar niet bij defensie).
– Politieke verplichting om gebruik vetorecht toe te lichten
– Vasthouden aan 751 of minder zetels in het Europees parlement
– Besluit over grootte en organisatie Europese Commissie (tenzij onderscheid gemaakt
wordt tussen Commissarissen waarbij sommigen stemrecht behouden, anderen niet)
– Wijzigen van procedure om Commissievoorzitter aan te wijzen
– Nauwere samenwerking op GBVB-terrein of bij EU-begroting
– Betere motivering constructieve onthouding (van stemming onthouden zonder deze tegen
te houden)
– Versterking rol Hoge Vertegenwoordiger/EDEO
– Verhogen van EU-begroting (conform Draghi)
– Uitbreiding aantal nieuwe eigen middelen (ontvangsten) in het MFK
– Uitfasering rebates EU-begroting
– Ad-hoc gemeenschappelijke schulden aangaan
– Modernisering EU-begroting of wijziging van besluitvormingsprocedure EU-begroting
– Meer flexibiliteit door begrotingscyclus van 5 jaar i.p.v. 7 jaar
– Vergroot rol van het maatschappelijk middenveld in de artikel 7-procedure
– Versterk de effectiviteit van het rechtsstaatinstrumentarium, bijvoorbeeld via sanctionering
– Versterkt toezicht en consistente toepassing van het rechtsstaatinstrumentarium
– Betrek kandidaat-lidstaten bij het rechtsstaatinstrumentarium
– Vergroot bereik budgettaire conditionaliteit rechtsstaat naar andere fondsen
– Streefdatum instellen voor wanneer EU klaar is voor EU-uitbreiding
– Toetreding EU-lidstaten in kleinere groepen van kandidaat-lidstaten («regatta»)
– Toetredingsproces herzien met introductie QMV (als uiteindelijke beslissing op basis
van unanimiteit blijft)
Hervormingsvoorstellen waarvoor wél Verdragswijziging nodig is
– Bevoegdheidsoverdracht GBVB met vrijwel algehele invoering QMV (behalve bij bv uitzending
strijdkrachten)
– Herbalancering QMV, voordeel voor kleine lidstaten1
– QMV obv supermeerderheid (unanimiteit min 1) voor soevereiniteit kritische besluiten1
– Opt-outs op nieuwe QMV terreinen1
– QMV met sovereign safety net
1 (lidstaten mogen tegenhouden als vitale nationale belangen bedreigd worden)
– Verplichting loyale samenwerking uitbreiding GBVB met bevoegdheid EU Hof
– Vervanging unanimiteit met QMV tav EU-begroting met soevereiniteitsclausule of herschikking
QMV bij EU-begroting
– Permanente faciliteit voor gemeenschappelijke schulden
– Uitbreiding solidariteitsclausule (art 122 VEU)
– Herziening besluitvorming art.7-procedure door meerderheidsbesluitvorming aan te
passen, bijvoorbeeld viervijfde meerderheid i.p.v. unanimiteit min één.
– Introduceer deadline voor besluitvorming artikel 7-procedure
– Versterken van automatische sanctie artikel 7-procedure
– Status van geassocieerde EU-lidstaten creëren
– Toezichtsmechanisme instellen op eerbiediging van fundamentele waarden door toetredende
lidstaten
X Noot
1
Maatregelen om eventuele invoering van QMV beter acceptabel te maken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Jesse Klaver, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Laurens Dassen, Tweede Kamerlid