Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bezoek aan het Zuyderland Ziekenhuis
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bezoek aan het Zuyderland Ziekenhuis (ingezonden 23 augustus 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 september
2024).
Vraag 1
Welk algemeen gevoel heeft u overgehouden aan uw bezoek aan het Zuyderland Ziekenhuis?1
2
Antwoord 1
Op 15 augustus jl. ben ik op bezoek geweest in het Zuyderland ziekenhuis te Heerlen.
Het doel van het bezoek was om mij – vanuit verschillende perspectieven – te laten
informeren over de ontwikkelingen in de regio op het gebied van zorg en gezondheid,
en specifiek over de toekomstige inrichting van het Zuyderland Medisch Centrum. Hierbij
heb ik geluisterd naar de verschillende betrokken stakeholders, zoals burgers, zorgpersoneel,
medewerkers van de ambulancezorg, huisartsen, zorgverzekeraar, burgemeesters en ziekenhuisbestuur.
Ik kijk terug op een waardevol werkbezoek en ben blij dat iedereen is gekomen.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de opzet van het werkbezoek aan het ziekenhuis? Wat vond u van de
verhouding van de onderdelen van uw bezoek, waarin verschillende voor- en tegenstanders
van het uitkleden van het Heerlense ziekenhuis u hebben bijgepraat? Heeft u het gevoel
dat u evenwichtig bent geïnformeerd? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom heeft u voor deze
opzet gekozen?
Antwoord 2
Het werkbezoek bestond uit 3 drie onderdelen. In deel 1 heeft de Regietafel (waar
naast het ziekenhuis, de zorgverzekeraar CZ, de huisartsen, ambulancevervoer en Burgerkracht
Limburg en de voorzitter Lea Bouwmeester deel van uitmaken) een toelichting gegeven
op het doorlopen proces en hoe de tafel is gekomen tot de huidige plannen voor de
toekomstige inrichting van de (ziekenhuis)zorg in Zuid-Limburg. Vervolgens hebben
respectievelijk de gemeente Heerlen en de Ziekenhuisalliantie in een programma onderdeel
en de gemeente Sittard-Geleen, gemeente Echt-Susteren en gemeente Vaals in een programma
onderdeel ieder ca. een uur gereflecteerd op de voorgestelde plannen. De betrokken
partijen hebben zelf invulling kunnen geven aan deze reflectie. De opzet van het programma
is in afstemming met de aanwezige partijen tot stand gekomen. Er wordt sterk wisselend
naar de problematiek gekeken. Ik heb veel verschillende standpunten gehoord. Alle
betrokkenen willen vanuit hun eigen standpunt het beste voor de regio. Toch zijn er
nog een aantal punten van discussie, zoals de geboortezorg.
Vraag 3
Bent u van mening dat de gemeente Heerlen en Parkstad-regio voldoende betrokken zijn
bij de plannen van de regietafel? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
De gemeenten gaan zelf over of zij vinden dat ze voldoende betrokken zijn bij de plannen
van de regietafel. De voorzitter van de regietafel heeft toegelicht dat alle betrokken
gemeenten in de regio van het ziekenhuis nadrukkelijk betrokken zijn bij het denkproces
van de regietafel. De regietafel heeft meerdere bijeenkomsten met gemeenten, colleges
B&W, provincie en andere stakeholders gehouden.
Vóór en na de regietafel-overleggen is gesproken met burgemeesters van twee gemeenten
(Heerlen en Sittard-Geleen) zodat hun punten onderdeel waren van het gesprek.
De voorzitter van de regietafel heeft aangegeven dat de gemeente Heerlen heeft verzocht
om direct – via de regietafel – en zelfstandig mee te kunnen beslissen over de toekomst
van het Zuyderland Medisch Centrum in Heerlen. De voorzitter van de regietafel heeft
aangegeven dat er alleen een gemeentevertegenwoordiging aan kon schuiven als alle
(16) gemeenten op één lijn zitten. Dat was niet het geval. Ook tijdens mijn werkbezoek
kwamen de verschillende perspectieven vanuit de betrokken gemeenten zeer sterk naar
voren.
Vraag 4
Welke nieuwe inzichten heeft u opgedaan tijdens uw werkbezoek? Kunt u deze toelichten
per onderdeel van uw werkbezoek?
Antwoord 4
Aan uw Kamer is toegezegd om u vóór de Algemene Politieke Beschouwingen te informeren
over het werkbezoek aan het Zuyderland. Deze brief zal uitgebreid ingaan op wat ik
van dit bezoek heb geleerd en ontvangt u nadat ik ook gesproken het met de gouverneur
van Limburg.
In antwoord op deze vraag kan ik alvast aangeven dat ik tijdens het werkbezoek een
goed inzicht heb verkregen in het proces dat de afgelopen periode is doorlopen en
de zeer uiteenlopende perspectieven van de verschillende stakeholders op de plannen.
In het eerste deel van het werkbezoek is stil gestaan bij het proces tot nu toe. Er
is toegelicht dat er in 2023 een plan is opgesteld waarbij het ziekenhuis in Heerlen
in de avond en nacht zou worden gesloten en waarbij de acute zorg niet meer beschikbaar
zou zijn. In het ziekenhuis in Sittard-Geleen zou de bestaande situatie niet worden
gewijzigd. Vanuit burgers, professionals, politiek en andere partners was hier veel
verzet tegen waardoor dit plan eind 2023 van tafel is gegaan. Vervolgens is gekozen
om een proces te organiseren waarbij alle stakeholders konden meepraten en meedenken
over de toekomstige inrichting van het ziekenhuis. Onder voorzitterschap van Lea Bouwmeester
heeft de regietafel via een brede maatschappelijke verkenning onderzocht hoe de zorg
bij Zuyderland het beste vorm kan krijgen. Hierbij is ook input opgehaald bij stakeholders
buiten de regietafel, waaronder de gemeenten. Deze verkenning heeft geleid tot een
plan voor een volwaardiger ziekenhuis in Heerlen dan oorspronkelijk in 2023 was voorgenomen.
Het ziekenhuis blijft dag en nacht open. De ouderen en zieke bewoners uit de regio
kunnen in het nu voorliggende plan voor bijna alle zorg naar het ziekenhuis in Heerlen
blijven gaan. De complexe en intensieve spoedzorg vindt dan plaats in Sittard-Geleen
(Spoedeisende Hulp en Intensive Care). Voor veel voorkomende spoedvragen organiseren
Zuyderland en de huisartsen in Heerlen gezamenlijk spoedzorg (incl. stabilisatiefunctie).
In aanvulling op de organisatie van beide ziekenhuizen wordt de samenwerking in dat
plan in de gehele zorgketen geïntensiveerd. Ten slotte komt er een sociaal hospitaal
voor mensen met meervoudige problematiek zoals kwetsbare ouderen of mensen met een
schuldenproblematiek.
Vervolgens heb ik in de delen 2 en 3 van het programma kennisgenomen van de verschillende
perspectieven die er leven. Een delegatie van de gemeente Heerlen en de Ziekenhuisalliantie
heeft zorgen geuit o.a. over de reisafstanden, de acute verloskunde en de verminderde
aantrekkelijkheid van de Parkstadregio. Heerlen heeft aangegeven dat nog nader gekeken
wordt naar de mogelijkheden om de kosten van de vastgoedinvestering (in geval de keuze
wordt gemaakt om de SEH en IC niet in Sittard-Geleen maar in Heerlen te vestigen)
te reduceren en er is een eigen bereikbaarheidsonderzoek gestart. Vanuit de gemeenten
Echt-Susteren, Vaals en Sittard-Geleen is benadrukt dat het doorlopen proces zorgvuldig
is geweest. Zij hebben er vertrouwen in dat de plannen kwalitatief goede zorg in de
regio zullen bieden.
Vraag 5
Waarom weigert u zich vooralsnog te mengen in de verdere besluitvorming rond het ziekenhuis?
Antwoord 5
Tijdens het werkbezoek heb ik vooral geluisterd. Ik waardeer het enorm dat alle partijen
zijn gekomen om hun perspectief te delen. Ik ben in gesprek gegaan met betrokken burgers,
de patiënten in het ziekenhuis, het zorgpersoneel en de huisartsen uit de regio om
zo een goed beeld te vormen van de situatie.
Ik vind het belangrijk dat iedereen, ongeacht zijn of haar woonplaats, toegang heeft
tot kwalitatief goede zorg. Dat geldt ook voor de inwoners van de Parkstadregio. De
inwoners van deze regio verdienen – net al iedereen in Nederland – een ziekenhuis
dat zo volwaardig mogelijk is.
Het is aan het ziekenhuisbestuur om met alle relevante partijen goede afgewogen keuzes
te maken waarbij de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg zijn
geborgd. Ik besluit hier niet over. Wel heb ik aangegeven dat in het Hoofdlijnenakkoord
is afgesproken dat het uitgangspunt van het beleid dat ik uitwerk is dat streekziekenhuizen
open blijven en dat er onderzoek wordt gedaan naar alternatieve bekostigingsvormen
van de spoedzorg, anders dan het huidige stelstel van marktwerking. Dit wordt uitgewerkt
in het Regeerprogramma dat enkele dagen voor Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
Vraag 6
Wat heeft de fractie van de PVV en de heer Wilders met uw eigen standpunt over het
ziekenhuis in Heerlen te maken? Waarom verwijst u naar hen om een oordeel te hebben
over het plan van de regietafel?
Antwoord 6
Ik beantwoord deze vragen als Minister van VWS. Het is aan de PVV fractie om hier
een eigen oordeel over te vormen.
Vraag 7
Wat is op dit moment het formele standpunt van het kabinet over het ziekenhuis in
Heerlen: moet de SEH, de IC en de verloskunde wel of niet openblijven in Heerlen?
Kunt u dit standpunt toelichten?
Antwoord 7
Ik besluit niet over de organisatie van de zorg in de regio, dat is een besluit van
de individuele zorgaanbieders in afstemming met hun stakeholders.
De toezichthouders – IGJ en NZa – bewaken of de kwaliteit en de toegankelijkheid van
zorg geborgd blijft conform de daarbij geldende wet- en regelgeving. In het Hoofdlijnenakkoord
is afgesproken dat het uitgangspunt van het beleid dat ik uitwerk is dat streekziekenhuizen
open blijven en dat er onderzoek wordt gedaan naar alternatieve bekostigingsvormen
van de spoedzorg, anders dan het huidige stelstel van marktwerking. Dit wordt uitgewerkt
in het Regeerprogramma dat enkele dagen voor Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
Vraag 8
Wat is het verschil tussen «spoedzorg» en «spoedeisende hulp» volgens u? Kunt u dit
antwoord toelichten?
Antwoord 8
Spoedzorg is een verzamelbegrip dat breder is dan alleen spoedeisende hulp. Dus naast
acute zorg in een ziekenhuis (zoals SEH, acute verloskunde en intensive care) ook
de zorg die bijvoorbeeld door een ambulancedienst of een huisartsenpost geleverd wordt.
Vraag 9
Wat is volgens u het belang van geboortezorg in ziekenhuizen? Behoort geboortezorg
volgens u bij een «volwaardig» ziekenhuis? Bent u van mening dat geboortezorg moet
blijven in Heerlen? Zo ja, wat gaat u hiervoor doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Tijdens het bezoek aan het Zuyderland ziekenhuis bleek dat geboortezorg een onderwerp
is waar nog veel discussie over is. Ik heb gemerkt dat zeer verschillend wordt gedacht
over wat een volwaardig ziekenhuis is. Het zou goed zijn als hier door de betrokkenen
langer over wordt doorgesproken in relatie tot de regioplannen. In de regioplannen
wordt bepaald wat in de regio belangrijk is.
Vraag 10
Kunt u volledig en concreet aangeven wat een «AZA» is zoals het Zuyderland heeft aangekondigd
voor de Parkstad-regio, aan welke formele kwaliteitseisen moet een «AZA» voldoen en
wat voor ingrepen kan een «AZA» niet in plaats van een SEH & IC?
Antwoord 10
Zuyderland is op korte termijn door personeelsgebrek genoodzaakt om de afdeling spoedeisende
hulp (SEH) op 1 locatie te concentreren. Op 1 oktober 2024 tot 2030 zal de SEH op
locatie Heerlen geconcentreerd zijn en zal er op locatie Sittard-Geleen een Acute
Zorg Afdeling (AZA) worden ingericht met een hoogwaardig team aan artsen en verpleegkundigen
die 24 uur per dag open is. In nauwe samenwerking met huisartsen worden verwezen patiënten
met een duidelijke acute zorgvraag op deze afdeling behandeld. Patiënten met een complexe
en/of levensbedreigende spoedvraag worden doorgeleid naar de locatie Heerlen.
Het is belangrijk te benoemen dat er een duidelijk verschil is tussen de AZA vanaf
1 okt 2024 en de spoedzorg zoals deze er vanaf 2030 uit gaat zien. Zuyderland gaat
niet de AZA die vanaf 1 oktober 2024 in Sittard-Geleen start één op één verplaatsen
naar Heerlen vanaf 2030. De inrichting van de spoedzorg vanaf 2030 wordt de komende
jaren ontwikkeld, samen met huisartsen, op basis van actuele ontwikkelingen in de
spoedzorg.
Vraag 11
Wat verstaat u – zonder te refereren naar hoe ingewikkeld het is – onder een «volwaardig»
ziekenhuis? Welke onderdelen behoren daartoe?
Antwoord 11
Er bestaat geen formele definitie van een volwaardig ziekenhuis en ik heb gemerkt
dat er zeer verschillend over wordt gedacht.
Vraag 12
Kunt u aangeven wat u bedoelt met uw uitspraak dat met de nieuwbouw van Zuyderland
in Heerlen de regio «een splinternieuw ziekenhuis krijgt dat zo volwaardig mogelijk
is vormgegeven»? Kunt u bevestigen dat u hiermee aangeeft dat een ziekenhuis zonder
spoedeisende hulp in Heerlen ook een volwaardig ziekenhuis is in uw ogen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 12
In de plannen die nu voorliggen kunnen volgens het Zuyderland ziekenhuis naar verwachting
85% van alle zorgvragen van patiënten blijvend bij het vertrouwde dichtstbijzijnde
ziekenhuis terecht, dus Heerlen of Sittard-Geleen. Beide ziekenhuislocaties blijven
24/7 open blijven en voor het grootste deel van de inwoners in de regio gaat er niets
veranderen. Tijdens mijn bezoek aan het Zuyderland heb ik geconstateerd dat er nog
openstaande punten zijn waaronder de invulling van de acute verloskunde, hier moet
nog over worden door gesproken.
Vraag 13
Bent u van mening dat zo’n volwaardig ziekenhuis moet blijven bestaan in Heerlen?
Zo ja, hoe gaat u daarvoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ik heb gezegd «zo volwaardig mogelijk» maar voor sommigen is dat een ziekenhuis met
alles erop en eraan. Dus ook traumazorg en dergelijke. Zoals aangegeven bij vraag
5 ben ik niet degene die het besluit neemt, dat is aan zorgaanbieders in afstemming
met hun stakeholders maken. Via de toezichthouders (IGJ en NZa) bewaak ik of de kwaliteit
en de toegankelijkheid van zorg geborgd blijft. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken
dat het uitgangspunt van het beleid dat ik uitwerk is dat streekziekenhuizen open
blijven en dat er onderzoek wordt gedaan naar alternatieve bekostigingsvormen van
de spoedzorg, anders dan het huidige stelstel van marktwerking. Dit werken we uit
in het Regeerprogramma dat enkele dagen voor Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
Vraag 14
Constaterende dat Zuyderland aangeeft dat 85% van de zorg behouden blijft in Heerlen,
het bekend is dat 85% van de geleverde zorg in een ziekenhuis poliklinisch is, kunt
u volledig en concreet aangeven welke zorg eventueel niet meer geleverd zal worden
in Heerlen?
Antwoord 14
Voor het beantwoorden van deze vraag is contact opgenomen met het Zuyderland ziekenhuis.
Zij geven het volgende aan. In bijgevoegde infographic (bijlage 1) staat op hoofdlijnen
hoe het zorgaanbod op basis van de plannen vanaf 2030 over de locaties verdeeld wordt.
Zorgaanbod locatie Heerlen vanaf 2030:
Acute zorg
Op deze locatie wordt 24/7 acute zorg verleend in samenwerking met de huisartsen.
Op deze locatie komt een speciale voorziening voor acute opname en behandeling voor
ouderen in een kwetsbare situatie. Het ziekenhuis, de ouderenzorg en de huisartsen
gaan dit samen doen.
Dagbehandelcentrum
Er wordt een hypermodern dagbehandelcentrum gebouwd in Heerlen. Vaak uitgevoerde operaties
zoals knie-, heup en staar operaties worden hier gedaan. Ook Poliklinieken blijven
op deze locatie zoals patiënt gewend is (bv KNO, dialyse en endoscopie)
Sociaal Hospitaal
Naast de locatieprofielen in Heerlen en Sittard-Geleen wordt er een Sociaal Hospitaal
ontwikkeld. Huisartsen en medisch specialisten treffen in hun spreekkamer regelmatig
inwoners van wie het huishouden te maken heeft met verschillende uitdagingen, zoals
schulden, armoede en gezondheidsproblemen.
Het Sociaal Hospitaal is een vorm van hulpverlening die zich richt op meerdere problemen
tegelijk. Zodat inwoners meer controle over hun leven krijgen. De dokter kan hen verwijzen
naar de plek waar ze de juiste ondersteuning krijgen. Hierdoor worden niet alleen
zij geholpen, maar wordt ook de druk op de zorgprofessionals verlicht.
Vraag 15
Hoe beoordeelt u het feit dat Eindhoven 2 SEH’s heeft (60.000 minder inwoners dan
Parkstad), Utrecht 3 SEH’s heeft (met 75.000 meer inwoners), maar dat Parkstad zijn
laatste SEH dreigt te verliezen? Vindt u dat in rechtvaardig en verantwoord?
Antwoord 15
Ik begrijp uw punt. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat het uitgangspunt
van het beleid dat ik uitwerk is dat streekziekenhuizen open blijven en dat er onderzoek
wordt gedaan naar alternatieve bekostigingsvormen van de spoedzorg, anders dan het
huidige stelstel van marktwerking. Dit wordt uitgewerkt in het Regeerprogramma dat
enkele dagen voor Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
In het geval van een SEH gaat het om de bereikbaarheid voor inwoners en de zorg die
een SEH kan leveren op basis van het ziekenhuisprofiel. Hierbij kunnen verschillende
factoren van belang zijn, zoals de omvang van de betreffende SEH en de organisatie
van het hele acute zorglandschap in de gehele regio. Hierbij wordt uitgegaan van de
bereikbaarheid in de zin van spreiding over Nederland. Er wordt niet uitgegaan van
het aantal inwoners in het adherentiegebied van betreffend ziekenhuis of de grootte
van een SEH. Een SEH moet voldoen aan het door de professionals zelf opgestelde kwaliteitskader
spoedzorg keten, voor het leveren van kwalitatief goede zorg.
Op dit moment geldt voor ziekenhuizen een beschikbaarheidsbijdrage voor het in stand
houden van de SEH indien de SEH-locatie van een ziekenhuis gevoelig is voor de bereikbaarheid
van de in het adherentiegebied wonende inwoners. Het Regionaal Overleg Acute Zorg
(ROAZ) maakt met alle zorgpartijen in betreffende regio afspraken over de bereikbaarheid
en toegankelijkheid van acute zorg.
Vraag 16
Hoe zouden de sociaaleconomische factoren van de regio in Zuid-Limburg – de inwoners
behoren tot de armste, ongezondste en meest vergrijzende regio – een rol moeten spelen
volgens u bij de beslissing over het ziekenhuis in Heerlen? Vindt u het verantwoord
dat deze regio met bijna 300.000 inwoners alleen wordt voorzien van een «AZA»?
Antwoord 16
Ik vind het belangrijk dat iedereen, ongeacht zijn of haar woonplaats, toegang heeft
tot kwalitatief goede zorg. Ik besef me zeer goed met welke complexe uitdagingen de
betrokken regio te maken heeft, zoals sociaaleconomische achterstanden, het personeelstekort,
de groeiende zorgvraag onder andere als gevolg van de vergrijzing en de relatief ongezonde
leefstijl in de regio. Juist de samenhang van verschillende dossiers vraagt veel meer
dan vroeger om een integrale benadering en regionale aanpak waarbij het ziekenhuis
een belangrijk maar niet het enige relevante aspect is, zoals ook het adviesrapport
Elke Regio Telt! en de daaruit voortvloeiende aanpak laat zien. Regionale uitdagingen
vragen om regionale oplossingen over meerdere beleidsterreinen.
Vraag 17
Kun u tot in detail onder elkaar zetten welke wetten en regels het financieren van
ziekenhuizen vanuit de overheid in de weg zitten? Ben u bereid te onderzoeken welke
uitzonderingen hiervoor gemaakt kunnen worden, net zoals in het verleden is gebeurd?
Antwoord 17
Onze zorg (of het nu een huisartsenpraktijk of ziekenhuis is) wordt van oudsher privaat
gefinancierd. De redenen van de voorgenomen toekomstplannen van het Zuyderland zijn
ingegeven door een personeelstekort en niet door een financieringsprobleem. Indien
financiering naast de gebruikelijke financiering via de zorgverzekeraars vanuit VWS
gewenst is dan dient rekening gehouden te worden met de Europese staatssteunregels.
Subsidies aan ziekenhuizen zijn staatssteun in de zin van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie (VWEU) en zijn in beginsel verboden. Hiervoor is in
beginsel voorafgaand toestemming van de Europese Commissie vereist.
Ik acht een onderzoek naar uitzonderingen op de staatssteunregels dan ook niet opportuun.
Wel heeft het aanpakken van de personeelskrapte in de zorg zeer grote prioriteit.
Voor alle zorginstellingen geldt dat zij, al dan niet in samenwerking in een regio,
de uitdaging hebben om met het beschikbare personeel zo optimaal mogelijk zorg te
verlenen.
Vraag 18
Kunt u aangeven wat u bedoelt met uw uitspraak «Ik kan niet de volledige SEH redden.
Dat ligt niet binnen mijn mogelijkheden.»? Hoe verhoudt zich dit tot eerdere uitspraken
van u zoals «De Minister moet er pal voor gaan staan dat de regionale intensive cares
en spoedeisendehulpposten openblijven»? Bent u bereid – net zoals u van eerdere Ministers
vroeg – pal voor de regionale intensive cares en spoedeisendehulpposten te gaan staan?
Zo nee, wat is er in de tussentijd veranderd?
Antwoord 18
Ik kan niet 1 SEH redden, maar ik kan mij wel inzetten voor een andere inrichting
van het zorglandschap. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat het uitgangspunt
van het beleid dat ik uitwerk is dat streekziekenhuizen open blijven en dat er onderzoek
wordt gedaan naar alternatieve bekostigingsvormen van de spoedzorg, anders dan het
huidige stelstel van marktwerking. De toegankelijkheid van de (ziekenhuis)zorg voor
alle patiënten in alle regio’s in Nederland is voor mij heel belangrijk en een speerpunt
in het hoofdlijnenakkoord. De komende periode wordt dit verder uitgewerkt in het Regeerprogramma.
Vraag 19
In de Limburger geeft u aan dat videobellen kan worden inzetten als alternatief voor
de spoedeisende hulp, hoe ziet u hierin een oplossing bij inwoners die in acute gezondheidsnood
verkeren?
Antwoord 19
Videobellen is een hulpmiddel bij planbare zorg en spoedzorg, maar kan nooit een vervanging
zijn. Videobellen is een concreet voorbeeld van innovatie binnen de zorg waar in de
COVID-periode veel ervaring mee is opgedaan. Video bellen helpt om patiënten snel
de juiste zorg op de juiste plek te geven en maakt het mogelijk om diagnose en behandeling
op afstand te starten. Patiënten worden daarmee sneller geholpen en er zijn minder
reisbewegingen nodig. Ik zie videobellen niet als alternatief maar als een hulpmiddel
voor zowel planbare zorg als spoedzorg.
Vraag 20
Vindt u de afbraak van onze ziekenhuiszorg en acute zorg nog steeds «hemeltergend»
zoals u eerder betoogde? Vind u dat als u niet ingrijpt uzelf meehelpt aan die hemeltergende
afbraak? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
Ja, ik vind de afbraak van onze ziekenhuiszorg en acute zorg nog steeds hemeltergend
en bovendien onverstandig. Als Minister zet ik mij in om de afspraken in het Hoofdlijnenakkoord
te realiseren. Daarin is afgesproken dat het uitgangspunt van het beleid dat ik uitwerk
is dat streekziekenhuizen open blijven en dat er onderzoek wordt gedaan naar alternatieve
bekostigingsvormen van de spoedzorg, anders dan het huidige stelstel van marktwerking.
De komende periode wordt dit verder uitgewerkt in het Regeerprogramma.
Vraag 21
Wat is het kabinetsstandpunt betreft marktwerking in de ziekenhuiszorg? Kunt u dit
toelichten?
Antwoord 21
In het debat over de regeringsverklaring heeft de Minister-President uw Kamer een
notitie toegezegd over het kabinetsstandpunt op marktwerking in de zorg. Ik zal u
deze notitie dit najaar toesturen.
Vraag 22
Op welke termijn kunnen wij het onderzoek verwachten waarin alternatieve bekostigingsvormen,
anders dan het huidige stelsel van marktwerking, van de spoedzorg wordt onderzocht?
Antwoord 22
In het Hoofdlijnenakkoord is aangegeven dat er onderzoek wordt gedaan naar alternatieve
bekostigingsvormen van de spoedzorg. Momenteel werk ik aan de uitwerking hiervan en
daarbij betrek ik het advies3 van de NZa, dat in januari is opgeleverd over de bekostiging van de acute zorg.
Vraag 23
Welke regionale afspraken tussen ziekenhuizen heeft u al gemaakt over de bereikbaarheid
bij acute zorg in de buurt en van streekhuizen zoals in uw hoofdlijnenakkoord staat?
Wanneer kunnen we deze afspraken verwachten?
Antwoord 23
De afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord worden momenteel verder uitgewerkt. Ik verwacht
dat deze enkele dagen voor Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
Vraag 24
Kunt u aangeven wanneer u in gesprek gaat met de Limburgse gouverneur Emile Roemer?
Wat is voor u het doel van dit gesprek? Bent u bereid de Tweede Kamer te informeren
over de uitkomsten van dat gesprek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 24
Op dit moment wordt een afspraak met de heer Roemer ingepland. Ik ga ervan uit dat
deze afspraak in elk geval in de eerste helft van september plaatsvindt en ben graag
bereid uw Kamer hierover te informeren. Ik zal de inzichten uit dit gesprek daarom
meenemen in de toegezegde Kamerbrief over een verslag van het werkbezoek aan het Zuyderland.
Vraag 25
Kunt u uw uitspraak «Het betekent niet dat iedereen zijn handtekening eronder heeft
gezet, zover is het nog niet.» toelichten? Kunt u een lijst geven met partijen die
u schaart onder «iedereen»? Is het voor u acceptabel dat niet «iedereen» zijn handtekening
zet onder de plannen van de regietafel? Zo nee, klopt het dat eventuele nieuwe plannen
op deze manier dus niet door kunnen gaan?
Antwoord 25
Er zijn nog open eindes zijn waarover de betrokken partijen moeten doorpraten, zoals
bijvoorbeeld de acute verloskunde. Ik vind het belangrijk dat partijen zo veel als
mogelijk gezamenlijk uitwerking geven aan de toekomstplannen en dat er naar elkaar
wordt geluisterd.
Vraag 26
Bent u het eens met de bestuursvoorzitter David Jongen dat u veel van zijn argumenten
«omarmde»? Zo ja, kunt u uitleggen met wat en waarom u het met hem eens bent? Zo nee,
met welke argumenten van hem bent u het niet eens en waarom?
Antwoord 26
Dat geldt voor alle betrokkenen. Tijdens het werkbezoek heb ik geluisterd en ben in
gesprek gegaan met betrokken burgers, de patiënten in het ziekenhuis, het zorgpersoneel,
de huisartsen uit de regio en andere partijen om zo een goed beeld te vormen van de
situatie.
Vraag 27
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden en deze antwoorden uiterlijk één week
vóór het bezoek van de commissie VWS aan het Zuyderland ziekenhuis toe sturen?
Antwoord 27
Aangezien u deze vragen op vrijdag 23 augustus heeft gesteld is het niet mogelijk
deze vragen binnen de gevraagde termijn – voor maandag 26 augustus – te beantwoorden.
Ik heb getracht de vragen zo snel als mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.