Amendement : Amendement van het lid Stoffer over verkleining van de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners
35 927 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)
Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER
            
Ontvangen 3 november 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
0Ba
In artikel 8.9, eerste lid, vervalt «van het totaal» en wordt na «algemene heffingskorting»
                           ingevoegd «vermeerderd met 13 1/3% van het totaal van de voor de belastingplichtige
                           geldende».
                        
II
In artikel I, onderdeel D, onder 1, wordt «€ 395» vervangen door «€ 565».
III
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
E
In artikel 10.6a, eerste zin, wordt «vermelde percentage» vervangen door «als tweede
                           vermelde percentage».
                        
IV
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst en in de tekst wordt «In de Wet
                        inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2023 in» vervangen door «In»
                        en wordt na «tweede lid,» ingevoegd «wordt».
                     
2. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef ingevoegd, luidende: De Wet inkomstenbelasting
                        2001 wordt met ingang van 1 januari 2023 als volgt gewijzigd:.
                     
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. In artikel 8.14a, tweede lid, wordt het als laatste vermelde bedrag verlaagd met
                                 € 170.
                              
V
Na artikel II worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel IIA
                     
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2024 in artikel 8.14a,
                        tweede lid, het als laatste vermelde bedrag verlaagd met € 3.
                     
Artikel IIB
                     
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2025 in artikel 8.14a,
                        tweede lid, het als laatste vermelde bedrag verlaagd met € 3.
                     
Artikel IIC
                     
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2026 in artikel 8.14a,
                        tweede lid, het als laatste vermelde bedrag verlaagd met € 57.
                     
VI
Aan artikel XXVI worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h
                        door een puntkomma, vier onderdelen toegevoegd, luidende:
                     
i. indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar
                                 2023 wordt toegepast: artikel II, onderdeel 2, eerst toepassing vindt nadat genoemd
                                 artikel 10.1 bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;
                              
j. indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar
                                       2024 wordt toegepast: artikel IIA eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1
                                       bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;
                                    
k. indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar
                                       2025 wordt toegepast: artikel IIB eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1
                                       bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;
                                    
l. indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar
                                       2026 wordt toegepast: artikel IIC eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1
                                       bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast.
                                    
Toelichting
               
Diverse onderzoeken en rapporten tonen aan dat de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners
                  groot is, en dat eenverdieners in veel gevallen financieel onder druk staan. Zo bleek
                  uit het rapport «Eenverdieners onder druk» uit 2018 dat het belastingdrukverschil
                  tussen een- en tweeverdieners met jonge kinderen inmiddels de grenzen van doelmatigheid
                  verkent en dat Nederland internationaal gezien tot de top behoort wat betreft het
                  verschil in druk tussen een- en tweeverdieners. Tevens concludeerde het rapport van
                  de Commissie Draagkracht dat de belastingdruk van eenverdieners niet altijd recht
                  doet aan hun draagkracht.
               
Recent heeft de Kamer een motie aangenomen waarin uitgesproken is dat een volgend
                  kabinet concrete maatregelen moet nemen om de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners
                  te verkleinen, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de inkomenspositie
                  van lage inkomens en middeninkomens en hun hoge marginale druk (Kamerstuk 35 925, nr. 79). Met dit amendement wordt een concrete maatregel voorgesteld.
               
Met dit amendement wordt geregeld dat de voorziene afbouw van de uitbetaalbaarheid
                     van de algemene heffingskorting, met 6 2/3% per jaar tot 0% in 2023, wordt bevroren
                     op het niveau van 2021 (13 1/3%) en dat voor latere jaren dus geen verdere afbouw
                     van de uitbetaalbaarheid van de algemene heffingskorting plaatsvindt. De afbouw van
                     de uitbetaalbaarheid van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting
                     (IACK), met 6 2/3% per jaar tot 0% in 2023, blijft wel gehandhaafd.
                  
De budgettaire derving als gevolg van dit amendement wordt gedekt door een verlaging
                     van het maximumbedrag van de IACK met € 170, in aanvulling op de reeds in onderhavig
                     wetsvoorstel voorgestelde verlaging met € 395. Het maximumbedrag van de IACK wordt
                     naast de per 1 januari 2022 voorgestelde verlaging van in totaal € 565 op grond van
                     het Belastingplan 2021 per 1 januari 2022 verhoogd met € 77. Per saldo is voor 2022
                     dan sprake van een beleidsmatige verlaging van het maximumbedrag van de IACK met € 488.
                     Aangezien de budgettaire derving per jaar oploopt wordt in aanvulling hierop ter dekking
                     het maximumbedrag van de IACK per 1 januari 2023 nogmaals verlaagd met € 170, per
                     1 januari 2024 verlaagd met € 3, per 1 januari 2025 eveneens verlaagd met € 3 en per
                     1 januari 2026 verlaagd met € 57. De verlaging van de IACK per 1 januari 2026 zorgt
                     ervoor dat de budgettaire derving in de periode tussen 2026 en 2060 gemiddeld genomen
                     gedekt is.
                  
Door de aanpassing van de IACK gaan enkel huishoudens met een verzamelinkomen van
                  ruim € 51.000,– er licht op achteruit. Het CPB heeft ten behoeve van het IBO-deeltijdwerk
                  een aantal varianten doorgerekend waarin de IACK werd aangepast. Daaruit bleek dat
                  een verlaging van € 650 miljoen via het opbouwpercentage van de IACK zou leiden tot
                  een daling van het arbeidsaanbod met 0,1 procentpunt. De omvang van de verlaging op
                  de IACK in dit amendement is ongeveer 60 miljoen. Omdat het gaat om een verlaging
                  zal dit een negatief effect hebben op het arbeidsaanbod, maar dit effect is naar verwachting
                  vrijwel nihil.
               
Stoffer
Indieners
- 
              
                  Indiener
 Chris Stoffer, Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
| Fracties | Zetels | Voor/Tegen | 
|---|---|---|
| VVD | 34 | Tegen | 
| D66 | 24 | Tegen | 
| PVV | 17 | Voor | 
| CDA | 14 | Tegen | 
| PvdA | 9 | Tegen | 
| SP | 9 | Voor | 
| GroenLinks | 8 | Tegen | 
| PvdD | 6 | Voor | 
| ChristenUnie | 5 | Tegen | 
| FVD | 5 | Voor | 
| DENK | 3 | Voor | 
| Groep Van Haga | 3 | Voor | 
| JA21 | 3 | Voor | 
| SGP | 3 | Voor | 
| Volt | 3 | Tegen | 
| BBB | 1 | Voor | 
| BIJ1 | 1 | Tegen | 
| Fractie Den Haan | 1 | Tegen | 
| Omtzigt | 1 | Voor | 
 
          