Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2192
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 augustus 2020
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 12 augustus 2020
over de geannoteerde agenda voor de informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse
Zaken van 14 augustus 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2191).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 augustus 2020 aan de Minister van Buitenlandse
Zaken voorgelegd. Bij brief van 14 augustus 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus 2020. Zij hebben hierover de
volgende vragen:
Wit-Rusland
De fractieleden van de VVD vragen of het kabinet zich doorgaand wil inzetten om, gezamenlijk
met de Europese partners, op te treden tegen de kennelijke vervalsing van verkiezingsuitslagen
in Wit-Rusland, de onderdrukking en intimidatie van de democratische oppositie en
de recente onderdrukking van demonstranten door de autoriteiten, waaronder het op
EU-niveau zo mogelijk met gerichte sancties die personen te treffen die verantwoordelijk
zijn voor grove mensenrechtenschendingen. Ook vragen zij welke consequenties aan de
recente gebeurtenissen kunnen worden verbonden in termen van de verschillende vormen
van EU-hulp aan Wit-Rusland. Daarnaast vragen zij of de EU voorbereid is op de dreiging
vanuit Moskou die samenhangt met een eventuele toekomstige democratisering in Minsk.
1. Antwoord van het kabinet
Het kabinet acht het van groot belang de druk op de Wit-Russische autoriteiten op
te voeren om het geweld tegen demonstranten te stoppen, te werken aan de-escalerende
maatregelen, te zorgen voor een eerlijke telling van de stemmen en om verantwoording
af te leggen aan de bevolking over de onregelmatigheden en verdenkingen van verkiezingsfraude.
Gezien het verloop van de verkiezingen en het harde optreden van de Wit-Russische
ordediensten tegen vreedzame demonstranten en journalisten, is het kabinet van mening
dat in EU-verband nieuwe gerichte sancties tegen personen die betrokken zijn bij dit
geweld en de stembusfraude moeten worden onderzocht. Van belang is wel dat de bevolking
en het maatschappelijk middenveld niet geraakt worden door sancties of eventuele andere
maatregelen en dat zij, omwille van effectiviteit, in een breed internationaal verband
vorm krijgen. Voorts is het belangrijk dat de EU-relatie met Wit-Rusland kritisch
tegen het licht wordt gehouden. Dit zal ook de inzet zijn van het kabinet tijdens
de RBZ van 14 augustus.
De relatie tussen de EU en Wit-Rusland krijgt vooral gestalte in het kader van het
Oostelijk Partnerschap (OP). Binnen het huidig MFK (2014–2020) ontving Wit-Rusland
onder het European Neighborhood Instrument (ENI), het primaire financieringsinstrument voor de nabuurschapsregio, tot nog toe
tussen de EUR 18 en EUR 30 mln per jaar. Daarmee is Wit-Rusland na Azerbeidzjan de
kleinste ontvanger binnen het OP. De middelen onder het ENI hebben tot doel bij te
dragen aan stabiliteit, welvaart en vrede langs de randen van de Europese Unie. Prioriteiten
voor het kabinet liggen vooral bij rechtsstaatontwikkeling, anti-corruptiemaatregelen
en mensenrechten. Het kabinet hecht veel waarde aan conditionaliteit binnen het OP. Dat betekent dat de EU als gevolg van de recente gebeurtenissen de
financiële steun aan Wit-Rusland ook kritisch moet bezien. Derhalve zal het kabinet
tijdens de RBZ de Commissie oproepen te onderzoeken of binnen de aan Wit-Rusland gecommitteerde
middelen een reallocatie kan plaatsvinden die ten goede komt aan het maatschappelijk
middenveld en andere hervormingsgezinde krachten in Wit-Rusland.
Wat betreft de opstelling van Rusland meent het kabinet dat de Russische president
weliswaar president Lukashenko heeft gefeliciteerd met de verkiezingsuitslag, maar
dat uiteindelijk ook Rusland belang heeft bij een stabiel, veilig en welvarend Wit-Rusland.
Het is uiteindelijk aan de burgers van Wit-Rusland om de toekomst van hun land te
bepalen, zonder ongewenste inmenging door andere landen.
Turkije
De leden van de VVD-fractie steunen het kabinet in een daadkrachtige afwijzing van
de Turkse aanstalten om seismografisch onderzoek te doen nabij Griekse eilanden. Zij
vragen welke mogelijke repercussies kunnen worden aangekondigd. Zij nemen met belangstelling
kennis van de aankondiging van President Macron om in het licht van de Turkse acties
in samenspraak met Europese partners waaronder Griekenland de Franse militaire aanwezigheid
in de Oostelijke Middellandse Zee te versterken. Welke rol ziet het kabinet hierbij
voor de EU en de afzonderlijke lidstaten?
2. Antwoord van het kabinet
Het kabinet steunt oproepen van Hoge Vertegenwoordiger Borrell en diverse EU-lidstaten
tot de-escalatie van de huidige spanningen en tot directe dialoog tussen Turkije en
Griekenland. Duitsland heeft de afgelopen weken een actieve rol gespeeld om een proces
van directe dialoog tussen Griekenland en Turkije over maritieme afbakening tot stand
te brengen. Ook Hoge Vertegenwoordiger Borrell benadert de partijen actief om bilaterale
besprekingen weer te starten. Het kabinet is er voorstander van dat de Raad deze initiatieven
steunt. Het afzien van acties die bestaande spanningen vergroten is cruciaal met het
oog op de-escalatie. In geval van voortdurende Turkse activiteiten blijft het kabinet
aanvullende maatregelen niet uitsluiten, waarbij ook de effectiviteit van eventuele
maatregelen moet worden meegewogen.
De leden van de VVD-fractie zijn ook gealarmeerd door de kennelijke wens van de Turkse
regering om zich terug te trekken uit de Conventie van Istanboel inzake het voorkomen
en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, alsook indicaties dat
Polen hetzelfde zou willen doen. Zij vragen of het kabinet wil inzetten op inventarisatie
door de EU van de mogelijke negatieve maatregelen die ten aanzien van deze landen
kunnen worden genomen indien hiertoe wordt overgegaan.
3. Antwoord van het kabinet
Geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld blijft wereldwijd een zorgelijk en hardnekkig
probleem. Het kabinet hecht daarom ook een groot belang aan de Istanboel Conventie
bij de aanpak van geweld tegen vrouwen en meisjes en huiselijk geweld. Daarnaast blijft
het kabinet zich internationaal inzetten voor rechten van vrouwen en meisjes en gelijke
rechten van LHBTI-personen.
Oproepen om uit de Conventie terug te treden volgt het kabinet dan ook met zorg. Tegelijkertijd
stelt het kabinet vast dat er op dit moment zowel in Turkije als in Polen nog geen
formele regeringsvoorstellen liggen voor terugtrekking uit de Conventie. Zowel maatschappelijk
als politiek zijn in Turkije veel geluiden te horen die de Conventie steunen. Het
kabinet blijft de zaak op de voet volgen en zal in internationaal en EU-verband bezien
of, en zo ja welke, verdere actie opportuun en effectief is. Ten aanzien van Polen
zal uw Kamer spoedig een separaat antwoord ontvangen op de vragen van de leden Van
den Hul en Ploumen over deze kwestie.
Libanon
De leden van de VVD-fractie steunen de inspanningen van het kabinet en van de EU om
de bevolking van Libanon te ondersteunen na de verwoestende explosie in Beiroet. Zij
vragen of het aangekondigde Franse initiatief ten aanzien van de Libanese politiek
een Europese component heeft, wat het initiatief behelst en hoe het kabinet daar tegenover
staat.
4. Antwoord van het kabinet
President Macron heeft tijdens zijn bezoek aan Beiroet op 6 augustus jl., daags na
de ramp, benoemd dat Libanon een nieuw «politiek pact» nodig heeft dat de verdeling
van het land tegengaat en de bestrijding van corruptie mogelijk maakt. De details
daarvan zijn nog onbekend, maar het kabinet deelt het standpunt van Frankrijk dat
gehoor gegeven moet worden aan de legitieme eisen van het Libanese volk om rekenschap,
transparantie en bestrijding van corruptie. Daarnaast acht het kabinet het van belang
dat er een onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van de ramp komt en dat er een
Libanese regering aantreedt die in staat is om de nodige hervormingen door te voeren.
Venezuela
De leden van de VVD-fractie zijn blijvend bezorgd over de doorgaande crisis in Venezuela,
die de lokale bevolking maar ook het Koninkrijk raakt. Zij vragen over welke middelen
de Internationale Contactgroep kan beschikken en hoe deze worden ingezet.
5. Antwoord van het kabinet
De Internationale Contact Groep (ICG) is een verbond van landen die zich verenigd
hebben met als doel zich in te zetten voor de organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen
en het vergroten van de toegang voor humanitaire hulp. Op het humanitaire vlak is
bewerkstelligd dat enkele VN-organisaties, zoals UNICEF, beperkte humanitaire toegang
hebben tot Venezuela. Het politieke spoor richt zich vooral op het opvoeren van diplomatieke
druk om te komen tot een politiek proces waarin afspraken gemaakt kunnen worden die
nodig zijn voor een democratische en vreedzame oplossing voor de crisis. De ICG blijft
aandringen op geloofwaardige onderhandelingen tussen het Maduro-bewind en de brede
oppositiecoalitie. Hoge Vertegenwoordiger Borrell heeft afgelopen weken zelf gesprekken
gevoerd met de regering en oppositie. Helaas zonder positieve uitkomst. Het Maduro-bewind
was niet bereid om in te stemmen met minimale voorwaarden die nodig zijn voor vrije
en eerlijke verkiezingen. De Hoge Vertegenwoordiger heeft daarom aangekondigd op korte
termijn een nieuwe bijeenkomst te organiseren van de ICG. Daar zal met alle leden
gesproken worden over hoe om te gaan met de aankomende parlementsverkiezingen en de
verdere inzet om toe te werken naar een vreedzame en democratische oplossing.
Inbreng van de fractie van het CDA
Wit-Rusland
De leden van de CDA-fractie zien op dit moment dat de verkiezingen in Wit-Rusland
totaal vervalst zijn. Indien de zittende machthebber 80% van de stemmen krijgt en
er zelfs niet een kleine demonstratie voor hem is, dan is het duidelijk dat hij alle
draagvlak verloren heeft. Dat betekent dat Nederland en de Europese Unie voor de belangrijke
keuze komen te staan of zij het resultaat erkennen.
Er vindt nu fors politiegeweld plaats en het is van groot belang zeer zorgvuldig te
handelen als Unie, zeker omdat ook Rusland zich hierin mengt en zal mengen. Lukt dat
per unanimiteit of is er een land dat president Loekasjenko nog steunt? De leden van
de CDA-fractie herinneren zich namelijk nog een recent contact tussen de premier van
Hongarije en president Loekasjenko. Blokkeert Hongarije vergaande actie? Indien dat
zo is, welke opties hebben de andere Lidstaten dan?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Baltische en Nordic landen een vergaande
verklaring hebben afgegeven (https://eng.lsm.lv/article/politics/diplomacy/nordic-and-baltic-foreign…). Dat zijn veelal collega landen uit de gewaardeerde Hanzeliga. Wil het kabinet meedoen
met de gezamenlijke verklaring van de Baltische en Nordic landen?
Polen, Litouwen en Letland hebben een voorstel gedaan voor mediation (https://uk.reuters.com/article/uk-Wit-Rusland-election-lithuania-mediat…). Het zou goed zijn als dat breed gedragen wordt in de Unie. Wil het kabinet meedoen
met het initiatief van Polen, Litouwen en Letland voor mediation onder voorwaarden
(stoppen geweld, vrijlating gevangenen) en anders sancties?
De leden van de CDA-fractie vinden het van groot belang om de uitslag, die overduidelijk
gemanipuleerd is, niet te erkennen. Wil het kabinet de uitslag van de verkiezingen
niet erkennen?
Tot slot, de leden van de CDA-fractie waarderen het dat Nederland zelf wel een beperkte
waarneming gedaan heeft. Het is van groot belang dat de weinige mensen die wel waarneming
gedaan hebben, dit openbaar maken. Wilt u het verslag van beperkte verkiezingsobservaties
die de Nederlandse post in Minsk gedaan heeft, zo spoedig mogelijk openbaar maken
in het Engels? Er is namelijk nauwelijks sprake geweest van onafhankelijke observatie
en het is van groot belang onafhankelijke bevindingen te hebben, hoe beperkt de missie
ook was.
6. Antwoord van het kabinet
Het kabinet heeft kennis genomen van de verklaring van de Baltische en Noordse landen,
die naast een zestal EU-lidstaten ook door Noorwegen en IJsland is onderschreven.
Deze landen hebben een lange traditie van nauwe samenwerking op velerlei terreinen.
De kernelementen van de verklaring van deze landen en die van de Hoge Vertegenwoordiger
namens de 27 EU-lidstaten op 11 augustus jl. komen grotendeels overeen. Deze eenstemmigheid
acht het kabinet, zeker in de huidige situatie, van het grootste belang. Ook het plan
zoals gedeeld door President Nausèda van Litouwen mede namens Poolse, Estse en Letse
collega’s, is in lijn met de EU-verklaring: het plan bestaat uit drie stappen (a)
de-escalatie van de situatie en een einde aan het geweld tegen vreedzame demonstranten,
(b) het vrijlaten van politieke gevangenen en (c) het opzetten van een dialoog tussen
de autoriteiten en de samenleving. Nederland ondersteunt de suggestie van een bemiddeling.
Dit zal ongetwijfeld ter sprake komen tijdens de Raad.
Welke positie de verschillende lidstaten ten aanzien van verschillende voorstellen
zullen innemen, zal tijdens de Raad moeten blijken.
Zoals ook aangegeven in de Kamerbrief en de EU-27 verklaring van 11 augustus jl. is
het kabinet van oordeel dat de verkiezingen niet vrij en eerlijk, noch in lijn met
internationale standaarden, zijn verlopen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2190). De voorlopige verkiezingsuitslag ontbeert derhalve legitimiteit. Desondanks acht
het kabinet het noodzakelijk de communicatielijnen met de Wit-Russische autoriteiten
open te houden, niet alleen om de Europese waarden uit te dragen en de Europese belangen
te behartigen (inclusief veiligheid, stabiliteit, mensenrechten en de democratische
rechtsstaat), maar ook te voorkomen dat Wit-Rusland in een isolement raakt. In de
optiek van het kabinet is het, ondanks alle zorgelijke ontwikkelingen in Wit-Rusland,
niet in het belang van Nederland of de EU als dit land verder van de Europese normen
en waarden afdrijft.
Inzake het verslag van de verkiezingswaarnemingen verwijst het kabinet naar de open
brief van 13 augustus jl. (zie bijlage 11) namens verschillende Europese diplomaten, waaronder de Nederlandse tijdelijk zaakgelastigde
in Minsk, die deelnamen aan de beperkte waarnemingsmissie. Deze brief geeft een duidelijke
appreciatie van het verloop van de verkiezingen in en rond Minsk en vormteen belangrijke
indicatie van de problemen en onregelmatigheden rondom de verkiezingen. Het kabinet
betreurt eens te meer dat de Wit-Russische autoriteiten de OVSE, door een te late
uitnodiging, niet in staat hebben gesteld een waarnemingsmissie te sturen om het verloop
van de verkiezingen systematisch te monitoren.
Inbreng van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de bijeenkomst van Europese Ministers van Buitenlandse Zaken op 14 augustus
as.
Wit-Rusland
De leden van de D66-fractie spreken hun grote zorgen uit over de onlangs in Wit-Rusland
gehouden verkiezingen, de frauduleuze verkiezingsuitslag en het daaropvolgende geweld
tegen vreedzame demonstranten. Zij veroordelen deze acties van het regime van Loekasjenko
ten zeerste. Zij vragen het kabinet om een steviger stellingname dan tot nu toe ingenomen.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet bovengenoemde acties te veroordelen,
idealiter in EU-verband, desnoods bilateraal. Graag een reactie.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet of het klopt dat de kiesraad van Wit-Rusland
nog geen formele uitslag heeft gepresenteerd? Wat betekent dat volgens het kabinet?
Zij roepen het kabinet met klem op de nu gecommuniceerde uitslag van de verkiezingen
niet te erkennen. Graag een reactie.
Een oproep tot dialoog, zoals het kabinet voorstelt, is pijnlijk als die niet gepaard
gaat met serieuze maatregelen om de bevolking te beschermen. Het is niet eerlijk om
van burgers die bloedend in de straat liggen te verwachten dat zij in dialoog willen
met het regime dat hen elke avond neerknuppelt. De leden van de D66-fractie roepen
het kabinet daarom klemmend op om, samen met andere EU-landen, de hoofden en hoge
officieren van veiligheidsdiensten te waarschuwen dat zij persoonsgerichte sancties
(inreisverboden, bevriezen van tegoeden) opgelegd zullen krijgen indien het geweld
tegen vreedzame demonstranten voortduurt. Graag een reactie. Welke mogelijkheden ziet
Nederland om aanvullende gerichte sancties te nemen richting het regime? En wanneer
wordt nu eindelijk de Europese Magnitsky Wet van kracht? Indien consensus binnen EU-verband
niet mogelijk blijkt, vragen de leden van de D66-fractie om deze maatregelen te nemen
met de grootst mogelijke groep van EU-landen en op z’n minst dat Nederland zich aansluit
bij de gezamenlijke verklaring van de Baltische en Scandinavische landen. Graag een
reactie.
De leden van de D66-fractie vragen daarnaast of de beperkte verkiezingsobservaties
die de Nederlandse diplomatieke post in Minsk gedaan heeft zo spoedig mogelijk openbaar
gemaakt kunnen worden in het Engels. Graag een reactie.
7. Antwoord van het kabinet
Het kabinet heeft in de Kamerbrief d.d. 11 augustus gesteld dat de verkiezingen in
Wit-Rusland eerlijk noch vrij waren. Daarnaast is het belang onderstreept van meer
druk op de Wit-Russische autoriteiten om onmiddellijk te stoppen met het geweld tegen
vreedzame demonstranten. Het kabinet veroordeelt het geweld. Inzet van het kabinet
voor de extra ingelaste (informele) Raad van 14 augustus is te bespreken hoe deze
en andere oproepen aan de Wit-Russische regering extra kracht bij te zetten, om zo
de druk op de Wit-Russische autoriteiten om hieraan gehoor te geven op te voeren.
Op moment van schrijven is er inderdaad nog geen formele bekendmaking geweest van
de officiële verkiezingsuitslag door de autoriteiten. Voor zover bekend hebben de
autoriteiten tot 19 augustus de tijd om deze uitslag bekend te maken. Dit
maakt naar de mening van het kabinet de oproep de stemmen eerlijk te tellen eens te
meer relevant. De redenen van het nog niet formaliseren van de uitslag zijn onbekend.
Zie voor wat betreft de kabinetspositie over het al dan niet erkennen van de verkiezingsuitslag
het antwoord op vraag 6.
Er is een EU-sanctieregime van kracht tegen Wit-Rusland dat bestaat uit een wapenembargo,
een verbod op export van goederen die voor binnenlandse repressie kunnen worden gebruikt
en sancties die zijn ingesteld tegen vier personen in verband met de verdwijning van
een aantal personen in Wit-Rusland in 1999/2000. Dit sanctieregime is begin dit jaar
verlengd tot 28 februari 2021. Zoals het kabinet schrijft bij de beantwoording van
vraag 1 is het de inzet te onderzoeken of in aanvulling hierop nieuwe gerichte sancties
tegen personen kunnen worden genomen die betrokken zijn bij het geweld en de stembusfraude.
Nadat de inzet van het kabinet om te komen tot een EU-mensenrechtensanctieregime in
december 2019 in de Raad Buitenlandse Zaken werd beloond met brede politieke steun,
is vlak voor de zomer door de EU-lidstaten overeenstemming bereikt over de uitgangspunten
van dit sanctieregime. Dat betekent dat nu gestart zal worden met de onderhandelingen
over een Raadsbesluit. Vanzelfsprekend zal het kabinet het voortouw blijven nemen
om aanname van het Raadsbesluit te bespoedigen, maar het blijft moeilijk te voorspellen
hoe lang dat gaat duren. Uiteindelijk moeten alle EU-lidstaten het eens worden over
het Raadsbesluit en hiermee instemmen.
Voor de vragen over het aansluiten van Nederland bij de gezamenlijke verklaring van
de Baltische en Noordse landen en het openbaar maken van het verslag van het ambassadekantoor
te Minsk van de beperkte verkiezingswaarnemingsmissie zie de beantwoording onder vraag
6.
Inbreng van de fractie van GroenLinks
De leden van de fractie van GroenLinks hebben met instemming kennis genomen van het
besluit morgen een extra (informele) vergadering van de EU RBZ bijeen te roepen. Met
name het grove en grootschalige geweld na de evident oneerlijk verlopen verkiezingen
in Wit-Rusland vraagt om een snelle en daadkrachtige reactie van de EU. Is de Minister
bereid zich ervoor in te zetten dat de informele RBZ, waarin nu eenmaal per definitie
geen besluiten kunnen worden genomen, zonder uitstel wordt gevolgd door een schriftelijke
procedure waarin wel gemeenschappelijk te nemen maatregelen worden afgesproken? Het
is in de visie van de fractie van GroenLinks onwenselijk dat concrete besluiten pas
zouden worden genomen op de eerstvolgende formele RBZ, die immers pas op 24 september
plaatsvindt.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen de Minister meer duidelijkheid over
de Nederlandse inzet tijdens de komende informele RBZ. Gaat Nederland zich er voor
inzetten dat de EU de uitslag van de verkiezingen niet erkent en dat aan de bezwaren
die oppositie-kandidaat mevrouw Tichanovskaja bij de kiescommissie heeft ingediend,
tegemoet wordt gekomen? Kan de Minister de Tweede Kamer meer inzicht geven in de «onregelmatigheden»
die een diplomatieke waarnemersmissie, waar ook ons land aan deelnam, vaststelde.
Hoe kan de EU er, in de visie van het kabinet, aan bijdragen dat de bevolking van
Wit-Rusland op korte termijn de mogelijkheid krijgt om zich op een vrije en democratische
manier uit te spreken over de politieke toekomst van hun land? Is het kabinet het
met de leden van de fractie van GroenLinks eens dat de oneerlijke manier waarop de
verkiezingen zijn verlopen en het extreme geweld tegen de eigen bevolking in de dagen
daarna het laatste restje legitimiteit van de huidige regering en zijn president hebben
doen verdwijnen? Wat heeft dit voor gevolgen voor de relatie tussen de EU, cq Nederland,
en Wit-Rusland, met name in het toekomstige, dit jaar herziene, Oostelijk Partnerschap?
De leden van de fractie van GroenLinks steunen de Nederlandse inzet, onder meer via
Matra en het Mensenrechtenfonds, voor het maatschappelijk middenveld in Wit-Rusland.
Uitbreiding van deze steun is nu van essentieel belang. Wil de Minister hiervoor morgen
in de RBZ een lans breken? Ziet hij mogelijkheden voor deze gewenste uitbreiding,
nu de repressie tegen de eigen bevolking in Wit-Rusland zo’n extreme vorm aanneemt?
Tenslotte vragen de leden van de fractie van GroenLinks wat de positie van het kabinet
zal zijn tegenover de vraag of de in 2016 afgezwakte sancties weer zullen moeten aangescherpt?
De leden van de fractie van GroenLinks achten het van groot belang dat de verantwoordelijken
voor verkiezingsfraude en geweld tegen demonstranten middels persoonsgerichte sancties
rechtstreeks met de gevolgen van hun optreden worden geconfronteerd.
8. Antwoord van het kabinet
Van belang is dat de EU-besluitvorming goed voorbereid en ordentelijk verloopt. Bijeenkomsten
van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken, die per videoconferentie worden gehouden
zijn informeel. De Raad kan derhalve ook geen besluiten nemen tijdens dergelijke videoconferenties.
Eventuele besluiten voortvloeiend uit deze bijeenkomsten worden genomen via de schriftelijke
procedure.
Voor een uitgebreider indicatie van de Nederlandse inzet zie het antwoord op vraag
1. Voor het kabinetstandpunt inzake het erkennen van de verkiezingen zie het antwoord
op vraag 6.
De huidige situatie vraagt om een stapsgewijze en gezamenlijke benadering vanuit de
EU. Eerst moet ingezet worden op een geloofwaardige en eerlijke uitslag van de reeds
gehouden verkiezingen – ondanks de onregelmatigheden die hierbij hebben plaatsgevonden.
Om dit te bereiken moeten de uitgebrachte stemmen op een eerlijke manier geteld worden.
Ook moet tegemoet gekomen worden aan de bezwaren die mevrouw Tichanovskaja heeft geuit
bij de kiescommissie. Daarnaast is het belangrijk dat de autoriteiten verantwoording
afleggen aan de bevolking over de onregelmatigheden en verdenkingen van verkiezingsfraude
die zijn geconstateerd.Mogelijkerwijs is het organiseren van nieuwe verkiezingen een
manier om uit de huidige impasse te geraken. Dat is echter in de eerste plaats aan
de burgers van Wit Rusland om te bepalen.
Voor de vragen over de bevindingen van het ambassadekantoor te Minsk in de beperkte
verkiezingswaarnemingsmissie verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 6.
De recente gebeurtenissen zullen hun weerslag hebben op de relatie tussen de EU en
Wit-Rusland in het kader van het OP. Tegelijkertijd geeft het OP de EU een instrument
in handen om met de Wit-Russische autoriteiten in gesprek te blijven gaan over onder
andere bevordering van de rechtsstaat en eerbiediging van mensenrechten, onder andere
via de reguliere mensenrechtendialoog. Hoewel het partnerschap nog niet het gewenste
resultaat heeft opgeleverd is het wel goed de dialoog met Wit-Rusland te blijven voeren.
Nederland steunt het inroepen van het OVSE Moskou Mechanisme. Dit mechanisme biedt
de mogelijkheid een internationale missie van onafhankelijke experts naar Wit-Rusland
te sturen om onderzoek te doen naar mensenrechtenschendingen. Dit zal dan een onafhankelijk
rapport opleveren waarin de situatie in Belarus beschreven zal worden. Gesprekken
hierover zijn gaande in Wenen. Om dit mechanisme te activeren is er, naast de Nederlandse
steun, steun van negen andere landen nodig.
Het respecteren van de democratische burgerrechten van de bevolking en het houden
van vrije en eerlijke verkiezingen zijn basisvoorwaarden voor de legitimiteit van
een regering in de ogen van zijn bevolking. Het kabinet roept de Wit-Russische regering
dan ook op om aan deze voorwaarden te voldoen.
Het kabinet hecht veel waarde aan het ondersteunen van hervormingsprocessen in Wit-Rusland
en zet daar via zowel bilaterale als Europese sporen op in. Nederland voert sinds
jaar en dag het Matra/Mensenrechtenprogramma uit in Wit-Rusland. Via het mensenrechtenfonds
worden o.a. projecten op het vlak van persvrijheid, de positie van LGBTI, vrijheid
van meningsuiting, en de positie van mensenrechtenverdedigers uitgevoerd. Ook de versterking
van het maatschappelijk middenveld via het Matra-fonds maakt deel uit van de bilaterale
inzet en draagt bij aan meer pluriformiteit in de Wit-Russische politieke en sociaal-maatschappelijke
context. Het bevorderen van people-to-people contacten is daarbij essentieel.
Vanwege de constante druk die de overheid van Wit-Rusland op het maatschappelijk middenveld
legt – en op de organisaties die dit ondersteunen – worden deze programma’s uitgevoerd
vanuit de Nederlandse ambassade in Warschau. Daarvoor is per jaar circa EUR 1 miljoen
(Matra EUR 300.000 en Mensenrechtenfonds EUR 700.000) beschikbaar om activiteiten
op het gebied van het maatschappelijk middenveld te ondersteunen.
Het kabinet is bereid om de mogelijkheid te onderzoeken de Matra-inzet en Mensenrechtenfondsinzet
in Wit-Rusland te versterken gelet op de uitzonderlijke politieke situatie en de katalyserende
rol die het maatschappelijk middenveld daarin speelt. Zoals opgenomen in het antwoord
op vraag 1 zal het kabinet de Commissie daarnaast oproepen te onderzoeken of binnen
de aan Wit-Rusland gecommitteerde middelen een herallocatie kan plaatsvinden die ten
goede komt aan het maatschappelijk middenveld en andere hervormingsgezinde krachten
in Wit-Rusland.
Op de vraag of de in 2016 versoepelde sancties opnieuw gaan worden ingevoerd, verwijst
het kabinet naar het antwoord op vraag 1.
Turkije
Wat betreft het eigenmachtige optreden van de Turkse regering in de oostelijke Middellandse
Zee, vragen de leden van de fractie van GroenLinks de Minister naar zijn visie op
de mogelijkheden om Turkije te laten inbinden. Kan op de meest korte termijn van EU-zijde
een diplomatiek initiatief worden verwacht om de spanningen die het Turkse optreden
veroorzaakt te verminderen?
9. Antwoord van het kabinet
Voor de beantwoording op deze vraag wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2.
Inbreng van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de geannoteerde agenda van de
informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken, het verslag
van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli 2020 en de brief van de Minister van Buitenlandse
Zaken d.d. 11 augustus 2020 inzake recente ontwikkelingen in Wit-Rusland.
Wit-Rusland
De leden van de SP-fractie hebben grote zorgen over de ontwikkelingen in Wit-Rusland
rond de presidentsverkiezingen van afgelopen zondag. Grootschalige repressie, beperkte
of geen toegang tot internet, tekenen van ernstige onderdrukking, toepassing van buitensporig
geweld en gebruik van verdovingsgranaten door de politie tegen vreedzame demonstranten
en journalisten, arbitraire arrestaties. Het is goed dat de Minister de zorgen van
deze leden deelt en het geweld tegen vreedzame demonstranten veroordeelt. De leden
van de SP-fractie zouden nog wel een aantal aanvullende acties van de Minister willen
zien. Is de Minister bereid om ook het geweld tegen journalisten te veroordelen en
vrijlating van alle politiek gevangenen te verzoeken? Heeft de Minister hierover al
contact gehad met de Wit-Ruslandsische autoriteiten? Zo nee, waarom niet en wil hij
dat alsnog doen?
De leden van de SP-fractie vragen wanneer de Minister wil besluiten om de uitslag
van de verkiezingen, die volgens de Minister oneerlijk zijn verlopen, ongeldig te
verklaren? Hoe realistisch is het te verwachten dat de autoriteiten van Wit-Rusland
nu wel zullen overgaan tot eerlijke publicatie van de verkiezingsresultaten zoals
de Minister verlangt? Welke criteria en voorwaarden hanteert de Minister bij het al
dan niet besluiten tot erkenning van de verkiezingsuitslag? Wanneer zijn de stemmen
van de presidentsverkiezingen in Wit-Rusland volgens de Minister op een eerlijke en
accurate wijze geteld? Welke voorwaarden stelt de Minister aan dit proces? Wat als
dit proces niet tot stand komt? Zal de Minister dan overgaan tot het niet erkennen
van de verkiezingsuitslag? Waarom wel of niet? Welke feiten zijn de Minister bekend
over de uitslag van de presidentsverkiezingen? Wat zijn de verkiezingsresultaten voor
oppositiekandidate Svetlana Tichanovskaja en zittend president Alexander Loekasjenko?
Hoe groot is de steun voor de zittende president volgens informatie van de Minister?
Hoe groot is het verzet tegen de verkiezingsuitslag?
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister bereid is om de ontwikkelingen in
Wit-Rusland in de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) te
bespreken en het initiatief te nemen om samen met tenminste negen andere landen, het
Moskou mechanisme in werking te stellen voor uitvoering van een internationaal gedragen
onderzoek naar de gebeurtenissen in Wit-Rusland?
De leden van de SP-fractie vragen welke gevolgen de huidige ontwikkelingen hebben
voor de kritische dialoog met Wit-Rusland via de EU in het Oostelijk Partnerschap?
Wat is de inzet van de Minister aanstaande vrijdag tijdens de informele RBZ? De Minister
kiest voor een stapsgewijze benadering, met ruimte om de druk op de autoriteiten van
Wit-Rusland op te voeren. Welke te onderscheiden stappen ziet het kabinet voor zich?
Welke sanctiemogelijkheden zal de Minister bepleiten? Is de Minister bereid hierbij
sancties die de bevolking treffen, bij voorbaat uit te sluiten?
10. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 1, deelt het kabinet de zorgen van
de SP-fractie. De EU, en daarmee Nederland, heeft de Wit-Russische autoriteiten reeds
opgeroepen alle gearresteerden vrij te laten en de fundamentele vrijheden (incl. persvrijheid)
te respecteren. De Hoge Vertegenwoordiger heeft daarbij het onacceptabele geweld en
de repressie t.a.v. de vrijheid van de media, vergadering en meningsuiting veroordeeld.
Zoals genoemd acht het kabinet het cruciaal dat de EU in dezen gezamenlijk optreedt.
Dit heeft de voorkeur boven bilaterale actie.
Zoals ook aangegeven onder vraag 6 beoordeelt het kabinet de verkiezingen niet als
vrij en eerlijk, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden. De voorlopige
verkiezingsuitslag ontbeert derhalve legitimiteit. Het is niet aan het kabinet om
te speculeren over de waarschijnlijkheid van verschillende scenario’s. De criteria
voor een eerlijk en vrij verkiezingsproces, waaronder het tellen van de stemmen, zijn
uitgebreid gespecificeerd door het «Office for Democratic Institutions and Human Rights» (ODIHR) van de OVSE. Het kabinet onderschrijft deze normen. Ook Wit-Rusland heeft
zich als OVSE-lid aan deze voorwaarden te houden. Het kabinet ziet het als EU gezamenlijk
besluiten over concrete maatregelen als de meest aangewezen manier om de druk op de
Wit-Russische regering op te voeren.
Voor zover op moment van schrijven bekend is de voorlopige officiële uitslag 80% van
de stemmen voor Loekasjenko tegen 10% voor oppositieleider Svetlana Tichanovskaja.
Gezien de dagenlange en massale protesten tegen de uitslag, is het aannemelijk is
dat de steun voor de oppositie in werkelijkheid vele malen groter is. Het kabinet
acht deze voorlopgie cijfers dan ook niet geloofwaardig. Het is voor het kabinet onmogelijk
vast te stellen wat de verhoudingen dan wel zijn.
Zie inzake de veranderende relatie tussen de EU en Wit-Rusland in het kader van het
Oostelijk Partnerschap het antwoord op vraag 8.
Nederland steunt het inroepen van het OVSE Moskou Mechanisme zoals genoemd in de beantwoording
van vraag 8. Gesprekken hierover zijn reeds gaande in Wenen. Ook na de verkiezingen
van 2010 in Wit-Rusland is dit instrument ingeroepen. Destijds werd de aangestelde
rapporteur de toegang tot het land geweigerd. Desondanks is een rapport opgesteld
door de in het kader van het Moskou Mechanisme aangestelde experts van grote waarde,
omdat het dient als basis waarop Wit-Rusland aangesproken kan worden.
Zie voor de verschillende stappen rondom het verkiezingsproces vraag 9. Het kabinet
zal in de Raad pleiten voor gerichte maatregelen tegen verantwoordelijken voor het
geweld en de verkiezingsfraude. Daarbij zal het kabinet er voor waken geen maatregelen
te treffen die de bevolking treffen.
Turkije
Turkije verricht proefboringen in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Afgelopen
week is ook weer door Turkije gebombardeerd in Irak waarbij volgens berichten twee
Iraakse militairen zouden zijn omgekomen. Turkije bezet ook altijd nog delen van Noord-Syrië
en voert in de regio expansiepolitiek met interventies in Libië en het oostelijk deel
van de Middellandse Zee. Dit alles draagt bij aan groeiende spanningen in de regio
en escalatie met buurlanden. De spanningen tussen Turkije, Griekenland en Cyprus zijn
de afgelopen weken toegenomen. De leden van de SP-fractie vragen welke stappen van
betrokken partijen volgens de Minister hebben bijgedragen aan escalatie? Jarenlange
gesprekken en waarschuwingen van de EU ten spijt, gaat Turkije verder met de acties
in het oostelijk deel van de Middellandse Zee, met als resultaat verhoogde militaire
aanwezigheid van Griekenland en Frankrijk. Hoe denkt de Minister nog vast te kunnen
houden aan de-escalatie, gezien de escalerende acties van de Turkse regering? Wat
is de inzet van de Minister komende vrijdag?
11. Antwoord van het kabinet
Er bestaat reeds geruime tijd onenigheid tussen Turkije en Griekenland over maritieme
grenzen tussen beide landen. De EU heeft de afgelopen 2 jaar herhaaldelijk Turkije
aangesproken op gasboringen in gebied dat Griekenland en Cyprus als hun exclusieve
economische zone beschouwen. De spanningen zijn recentelijk opnieuw opgelopen na de
Griekse aankondiging van een bilaterale maritieme demarcatie-overeenkomst met Egypte
op 6 augustus jl. Turkije, dat van mening is dat geen rekening is gehouden met Turkse
belangen, heeft onder begeleiding van zijn marine opnieuw een schip gezonden, waarna
de Griekse marine in staat van paraatheid is gebracht. De Turkse Minister van Buitenlandse
Zaken heeft daarnaast aanvullende proefboringen aangekondigd. Het kabinet steunt oproepen
van de Hoge Vertegenwoordiger Borrell en diverse EU-lidstaten tot de-escalatie van
de huidige spanningen en tot directe dialoog tussen Turkije en Griekenland. Duitsland
heeft de afgelopen weken een actieve rol gespeeld om een proces van directe dialoog
tussen Griekenland en Turkije over maritieme afbakening tot stand te brengen, waarbij
voortgang werd geboekt. Ook Hoge Vertegenwoordiger Borrell benadert de partijen actief
om bilaterale besprekingen weer te starten. Het kabinet is er voorstander van dat
de Raad voor Buitenlandse Zaken deze initiatieven steunt. Het afzien van acties die
deze spanningen vergroten zijn cruciaal met het oog op de-esclatie.
Libanon
De ongekend grote explosie in de haven van Beiroet is een grote ramp voor Libanon.
Met veel menselijk leed, doden en enorme economische schade in een land dat gebukt
gaat onder grote politieke, sociale en economische problemen. Wat is de Minister bekend
over de als gevolg van de explosie aangerichte schade? De leden van de SP-fractie
zijn van mening dat de internationale gemeenschap, waaronder ons land, alles in het
werk moet stellen om hulp te bieden aan de Libanese bevolking. Afgelopen zondag is
op initiatief van de Franse president Macron een donorconferentie georganiseerd voor
Libanon. Wat zijn de uitkomsten van deze conferentie geweest? De leden van de SP-fractie
juichen de door Nederland ingezette (nood)hulp toe. De Minister schrijft dat voor
substantiële hulp aan Libanon hervormingen worden geëist. De Libanese regering is
als gevolg van massale volkswoede inmiddels afgetreden, is het niet aan de Libanese
bevolking om hun eigen toekomst te bepalen, zo vragen de leden van de SP-fractie?
Welke mogelijkheden ziet de Minister hiertoe? Kan de Minister concretiseren welke
hervormingen hij voorstaat? En ziet hij dergelijke eisen niet als een belemmering
voor snelle opbouw van het land na deze dramatische explosie en verwoesting?
12. Antwoord van het kabinet
De schade als gevolg van de explosie is enorm. OCHA rapporteerde op 11 augustus 220
doden en 110 vermisten. Daarnaast zijn er ongeveer 6.000 gewonden gevallen. Ook de
schade aan de infrastructuur is buitengewoon groot: de overheid schat dat zo’n 300.000
mensen dakloos zijn geraakt in Beiroet en omgeving, waarvan naar schatting 80.000
kinderen. De haven van Beiroet is grotendeels onbruikbaar geworden en er zijn tenminste
drie ziekenhuizen en 12 centra voor primaire gezondheidszorg door de explosie zwaar
beschadigd of zelfs geheel onbruikbaar. De indirecte schade van de explosie op de
voedselvoorraad en humanitaire hulp is ook significant. Door de ontploffing is naar
schatting 120.000 (metrische) ton aan voedselvoorraden vernietigd en zijn graansilo’s
zwaar beschadigd. 80% van de Libanese voedselvoorziening wordt geïmporteerd en 85%
van de graanvoorraden werd in de haven opgeslagen. Volgens ECHO is de resterende graanvoorraad
nog genoeg voor 4 – 6 weken. Ook hulpgoederen aan Syrië komen aan via de Libanese
haven en zullen andere routes moeten zoeken. De haven van Tripoli – het primaire alternatief
voor de haven van Beiroet – heeft maar een derde van de capaciteit van Beiroet. Dit
heeft ook negatieve impact op de aanvoerlijnen.
Tijdens de donorconferentie van 9 augustus jl. is bijna USD 300 mln. en grote hoeveelheden
materiele steun beloofd. Er is ook nadruk gelegd op het belang van coördinatie, om
te zorgen dat de hulp op efficiënte wijze op de juiste plek terecht komt. Er is afgesproken
dat dit onder VN-leiderschap dient te gebeuren. Er zijn door de VN vier prioriteiten
gesteld, namelijk: zorg, voedsel, de rehabilitatie van scholen en de rehabilitatie
van gebouwen. De buurlanden hebben hun hulp aangeboden: Cyprus stelde zijn havens
en luchthavens beschikbaar voor de respons, Jordanië bood zichzelf aan als logistieke
hub.
Nederland heeft tijdens de donorconferentie benadrukt dat het van groot belang is
dat tegemoet wordt gekomen aan de eisen van de Libanese bevolking. De demonstraties
van de afgelopen week en de massale demonstraties in oktober vorig jaar maken duidelijk
dat corruptie, de economische crisis en het gebrek aan rekenschap het vertrouwen in
het politieke leiderschap ernstig hebben geschaad. Zonder hervormingen die daar verandering
in brengen zal dat vertrouwen niet hersteld worden en zal de situatie eerder verslechteren
dan verbeteren. Meer substantiële steun gericht op de langere termijn zal in dat geval
niet effectief ingezet kunnen worden en het risico meedragen dat de bestuurlijke en
politieke problemen juist in stand worden gehouden.
Inbreng van de fractie van de PvdA
De leden van de PvdA-fractie maken zich grote zorgen over de situatie in Wit-Rusland.
Het is overduidelijk dat de verkiezingen niet eerlijk zijn verlopen. Met geweld en
intimidatie zijn vervolgens protesten onderdrukt. De belangrijkste oppositiekandidaat
heeft het land moeten ontvluchten en duizenden mensen zitten vast in Loekasjenko’s
gevangenissen. Deze gebeurtenissen dienen door Nederland en de EU streng veroordeeld
te worden. Erkent het kabinet dat het regime van Loekasjenko iedere legitimiteit ontbeert,
en zal het kabinet de gang van zaken in Wit-Rusland met de sterkste bewoordingen veroordelen?
De leden van de PvdA-fractie vragen of het kabinet de door het regime afgekondigde
verkiezingsuitslag accepteert. Gaat Nederland ondubbelzinnig de uitslag als onrechtmatig
dan wel ongeldig bestempelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke gevolgen heeft dit?
Wat is de inzet van Nederland in deze: hertelling, nieuwe verkiezingen of wellicht
andere mogelijkheden? In hoeverre heeft Nederland zicht op de daadwerkelijke resultaten
van de verkiezingen? In hoeverre hebben Nederland en de internationale gemeenschap
zicht gehad op het verloop van de verkiezingen? Is de Minister bereid in te zetten
op nieuwe verkiezingen, met internationale waarnemers en met deelname van oppositiekandidaten
die nu in de gevangenis zitten?
De leden van de PvdA-fractie achten het noodzakelijk dat het geweld zo snel mogelijk
stopt. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om hiertoe druk uit te oefenen, zodat
mensen in Wit-Rusland vreedzaam kunnen demonstreren? Door welke organisaties wordt
dit geweld uitgevoerd? Welke personen dragen hiervoor verantwoordelijkheid? In hoeverre
worden de betrokken organisaties en personen reeds gesanctioneerd en welke mogelijkheden
bestaan er om sancties op te leggen en uit te breiden?
De leden van de PvdA-fractie of de Minister bereid is in Europees verband er voor
te pleiten sancties zo snel mogelijk te intensiveren? Ligt er reeds een plan klaar
voor uitbreiding van sancties, en in hoeverre is Nederland betrokken bij het ontwerp
van een nieuw sanctieregime? Heeft de Minister in de voorbereiding al contact gehad
met collega’s om aanscherping sancties te bepleiten? Hoe ligt het speelveld? Is Nederland
bereid om Wit-Rusland per onmiddellijk uit het EU Oostelijk Partnerschap te zetten?
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de positie van Nederland is ten aanzien van
Europese lidstaten die het Loekasjenko regime steunen, zoals Hongarije. Welke gevolgen
kan dit hebben voor Europese besluitvorming? Indien de Europese resultaten ten aanzien
van een versterkt sanctieregime tegenvallen, is Nederland dan bereid unilateraal strengere
maatregelen te treffen? Is het kabinet zich ervan bewust dat Nederland een van de
belangrijkste handelspartners voor Wit-Rusland is, en daarmee een relatief belangrijke
rol kan spelen in het onder druk zetten van het regime, mede omdat vrienden van het
regime aanzienlijke posities in de economie bezetten? Worden er door Buitenlandse
Zaken en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RWO) nog handelsmissies naar Wit-Rusland
georganiseerd, en zo ja, in hoeverre wordt dit heroverwogen? In hoeverre wordt geld
door het regime gecreëerd door via Nederland olie door te verkopen?
De leden van de PvdA-fractie vragen of het kabinet enig beeld heeft van de omvang
van het geweld en het aantal opgepakte mensen. Is bekend welke mensen gevangen zitten,
en waar zij gevangen zitten? Er zijn berichten dat gevangenen regelmatig worden mishandeld,
en dat hen voedsel wordt onthouden. In hoeverre kloppen deze berichten? Wat wordt
door Nederland en de EU gedaan om de slachtoffers te helpen, gevangen vrij te krijgen
en de misdaden te exposeren? Hebben Nederland, andere landen en/of NGO’s toegang tot
gevangenissen om de situatie te inspecteren?
13. Antwoord van het kabinet
Het kabinet deelt de zorgen van de PvdA fractie en veroordeelt het geweld, de intimidatie
en de arrestaties. Nederland zal zich in de Raad inzetten voor een gezamenlijke veroordeling
door de EU.
Zoals ook aangegeven onder vraag 6 erkent het kabinet de verkiezingen niet als vrij
en eerlijk, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden. De voorlopige
verkiezingsuitslag ontbeert derhalve legitimiteit. Zoals aangegeven onder vraag 12
heeft het kabinet geen geverifieerde informatie over de verkiezingsuitslag buiten
het feit dat het waarschijnlijk is dat deze geen accuraat beeld geeft van de stemverhoudingen.
Het zicht van Nederland en de internationale gemeenschap op het verloop van de verkiezingen
is zeer beperkt. De OVSE is niet in staat gesteld waarnemers te sturen. Daardoor moest
gevaren worden op de observaties van een klein aantal onafhankelijk waarnemers, journalisten
en burgers. Daarnaast was er de beperkte diplomatieke waarnemingsmissie waaraan ook
de Nederlandse Tijdelijk Zaakgelastigde deelnam. Zie vraag 8 voor meer details over
de stapsgewijze inzet die het kabinet voorstaat ten aanzien van de verkiezingsuitslag,
hertellingen en het houden van nieuwe verkiezingen.
Voor zover bekend maken zijn op dit moment voornamelijk politie en ordetroepen betrokken
bij het neerslaan van de demonstraties.
Zoals gesteld in antwoord op vragen van de fractie van de SP en GroenLinks geeft het
Oostelijk Partnerschap (OP) de EU een instrument in handen om met de Wit-Russische
autoriteiten in gesprek te gaan over onder andere bevordering van de rechtsstaat en
eerbiediging van mensenrechten, onder andere via de reguliere mensenrechtendialoog.
De gebeurtenissen van de afgelopen tijd laten zien dat het partnerschap overduidelijk
nog niet tot louter bevredigende resultaten heeft geleid. Tegelijkertijd biedt het
OP ook een platform aan onder andere Wit-Russische maatschappelijke organisaties,
journalisten, parlementsleden en rechters om in gesprek te gaan met hun collega’s
uit de EU. Daar ziet het kabinet veel meerwaarde in. Derhalve acht het kabinet het
beëindigen van de relaties met Wit-Rusland in het kader van het OP niet opportuun.
Wel moet worden bezien in hoeverre de voordelen van het OP voor de Wit-Russische autoriteiten
zo veel mogelijk kunnen worden beperkt ten faveure van het maatschappelijk middenveld
en hervormingsgezinde krachten.
Wat betreft de vraag van de PvdA over Hongarije merkt het kabinet op dat tijdens de
Raad zal moeten blijken welke positie de verschillende lidstaten ten aanzien van verschillende
voorstellen zullen innemen.
Wat betreft de economische relaties met Wit-Rusland kan worden gemeld dat dit land
op plaats 87 staat wat betreft landen waarnaar ons land goederen exporteert (cijfers
2019). Er vinden geen handelsmissies plaats. Wel behandelen RVO en het ambassadekantoor
in Minsk op ad-hoc basis informatieverzoeken van bedrijven, bijvoorbeeld op het vlak
van over landbouw. Aangezien enkele pijpleidingen door Wit-Rusland lopen, speelt dit
land ook een rol bij de doorvoer van energie vanuit Rusland naar de EU.
Door middel van een door de (hele) EU opgestelde en ingediende resolutie heeft de
internationale gemeenschap, vertegenwoordigd in de VN-mensenrechtenraad, nog in juli
zorg uitgesproken over de situatie van journalisten en over gevangenisomstandigheden.
De Raad riep Wit-Rusland op om zijn internationaalrechtelijke verplichtingen na te
komen. Door de resolutie werd ook het monitor-werk van de Speciale Rapporteur weer
met een jaar verlengd. De rapporteur constateerde op basis van ontvangen gegevens
dat ook in 2019 zaken van het gebruik van geweld tegen arrestanten of gedetineerden
meestal niet worden onderzocht, een enkele recente zaak daargelaten.
Het is moeilijk vast te stellen hoeveel mensen zijn gearresteerd. Naar opgave van
het Wit-Russische Ministerie van Binnenlandse Zaken zou het om circa 6700 mensen gaan;
en het worden er elke dag meer. Het geweld op straat vindt naar inschatting hoofdzakelijk
zijn oorsprong in het ongekend harde optreden van de ordetroepen tegen doorgaans vreedzaam
betogende burgers. De berichten dat gevangenen worden mishandeld en dat hen voedsel
wordt onthouden zijn bekend; het is vanwege de massale arrestaties echter lastig om
deze berichten te verifiëren en de omvang ervan vast te stellen. vanwege de enorme
schaal waarop burgers gearresteerd zijn. De Wit-Russische autoriteiten worden aangesproken
op de ontwikkelingen, zo hebben alle EU-vertegenwoordigers in Minsk, waaronder Nederland,
op 13 augustus jl. de overheid in het openbaar opgeroepen het geweld te stoppen, en
de politieke gevangenen vrij te laten. Bilaterale bijeenkomsten vinden op dit moment
niet of nauwelijks meer plaats, mede omdat de autoriteiten van Belarus slechts sporadisch
reageren op de gebruikelijke kanalen. Nederland geeft m.h.o.o. de effectiviteit de
voorkeur aan gezamenlijk EU-optreden.
Voor de beantwoording van de vraag over sancties verwijst het kabinet naar het antwoord
op vraag 1.
In hoeverre is er zicht op de situatie buiten Minsk, niet alleen in steden als Vitebsk
en Gomel, maar ook op het platteland? Welke mogelijkheden hebben Nederland en de internationale
gemeenschap om zich hiervan een beeld te ontwikkelen, en indien nodig ondersteuning
te verlenen?
De belangrijkste oppositiekandidaat Tichanovskaja heeft moeten uitwijken naar Litouwen,
nadat haar man eerder al gevangen was genomen. In de aanloop naar de verkiezingen
zijn ook andere leden van de oppositie geïntimideerd en het leven onmogelijk gemaakt.
Wat gaat de Minister doen om politici en anderen in de oppositie te ondersteunen?
Hoe wordt hun veiligheid buiten Wit-Rusland gewaarborgd? Is Nederland bereid om mensen
die Wit-Rusland om politieke redenen ontvluchten op te nemen, en wat gaat het kabinet
doen om deze personen te helpen?
Na 26 jaar Loekasjenko regime is het maatschappelijk middenveld in Wit-Rusland vernietigd.
De meeste mensen in Wit-Rusland hebben nog nooit in een vrij en democratisch land
gewoond. De leden van de PvdA-fractie vragen wat Nederland doet om het maatschappelijk
middenveld te versterken, en wat Nederland doet om organisaties en personen die streven
naar vrijheid en democratie in Wit-Rusland te ondersteunen. De leden van de PvdA-fractie
vragen om hiervoor meer middelen vrij te maken. Voorts vragen zij in hoeverre Nederland
kan helpen bij democratie-educatie. Bijvoorbeeld door omgekeerde verkiezingsobservaties
voor jongeren uit Wit-Rusland om hier te zien hoe vrije verkiezingen werken, of door
trainingen te geven aan activisten en anderen.
De leden van de PvdA-fractie constateren dat onafhankelijke nieuwsgaring en een vrij
internet onontbeerlijk zijn om te komen tot een vrij en democratisch Wit-Rusland.
In hoeverre kunnen, al dan niet West-Europese, journalisten werken in Wit-Rusland,
en wat wordt er gedaan om hen te beschermen? Een correspondent van NRC is gewond geraakt
in Minsk, wat heeft Nederland gedaan om haar en andere journalisten te beschermen?
In hoeverre kan Nederland helpen met het opzetten van internetverbindingen in Wit-Rusland
die niet worden gecensureerd of gecontroleerd door het regime?
De leden van de PvdA-fractie vragen welke gevolgen de gebeurtenissen hebben voor het
visa-beleid ten aanzien van Wit-Rusland. Enerzijds moet het regime zoveel mogelijk
in de bewegingsvrijheid beknot worden. Anderzijds is het essentieel dat gewone mensen
uit Wit-Rusland in aanraking komen met onze samenleving, om zo deze beelden mee te
nemen naar het eigen land. Deelt het kabinet deze observatie en hoe wordt hier vervolg
aan gegeven?
14. Antwoord van het kabinet
De internationale gemeenschap in Wit-Rusland is relatief klein en het is lastig om
in een land, dat vijf keer zo groot is als Nederland, een gedetailleerd beeld van
de situatie in de rurale gebieden te krijgen, zeker omdat de afgelopen dagen het internet
in Wit-Rusland niet werkte. In EU-kader wordt er evenwel samengewerkt om de beschikbare
informatie van zowel de grote steden als daarbuiten bij elkaar te krijgen zodat we
ons een zo goed mogelijk beeld van de situatie kunnen vormen.
Zoals gemeld in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2187) zijn op 1 juli de visumfacilitatieovereenkomst en terugkeer- & overnameovereenkomst
tussen de EU en Wit-Rusland in werking getreden. De visumfacilitatieovereenkomst is
wederkerig en voorziet onder andere in minder verplichte ondersteunende documenten
bij visumaanvragen en lagere visumleges voor Wit-Russische onderdanen. De overeenkomst
verlaagt de barrière voor Wit-Russische burgers om naar de EU te reizen. Van visumliberalisering
is op dit moment geen sprake.
Het kabinet zal zich blijven uitspreken tegen het vastzetten van politici op politieke
gronden en zal zich zowel in EU-verband als bilateraal inzetten voor de vrijlating
van politieke gevangenen. Daartoe zet NL momenteel in op het verhogen van de druk
op de Wit-Russische autoriteiten, voor meer details over de Nederlandse inzet verwijs
ik u naar vraag 1.
De veiligheid van Wit-Russische oppositieleden in het buitenland zijn de verantwoordelijkheid
van het land waar zij zich op dat moment bevinden. Personen uit Wit-Rusland die zich
in Nederland bevinden en menen in aanmerking te komen voor internationale bescherming
kunnen in ons land asiel aanvragen. In een asielprocedure beoordeelt de Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND) op individuele basis of een persoon in aanmerking komt
voor een tijdelijke verblijfsvergunning asiel in Nederland.
Wat betreft de vragen van de PvdA-fractie inzake wat Nederland doet om het maatschappelijk
middenveld te versterken, verwijs ik u naar het antwoord op vraag 8.
Journalisten werken vaak onder moeilijke omstandigheden in Wit-Rusland. Voor het bevorderingen
van vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, waaronder begrepen het werk van
journalisten, heeft Nederland in 2.019 EUR 400.000 ingezet vanuit het Mensenrechtenfonds.
Nederland financiert ook het legal defense fund van de Nederlandse NGO Free Press Unlimited. Mediaprofessionals uit de hele wereld (ook Nederlandse journalisten in het buitenland)
kunnen hier aanspraak op maken wanneer zij geconfronteerd worden met juridische bedreigingen.
Nederland heeft onmiddellijk consulaire hulp verleend aan de in Minsk gewond geraakte
correspondent van NRC Handelsblad. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft constant
contact met haar gehouden vanaf het moment dat ze gewond raakte tot het moment dat
ze veilig in Nederland terugkeerde.
Inbreng van de fractie van de Partij voor de Dieren
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus. Zij beschouwen de gebeurtenissen
in Wit-Rusland als verontrustend en hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich ernstige zorgen over het
toenemende geweld van de Wit-Russische autoriteiten jegens de demonstranten en het
oplopende aantal arrestaties. Ondanks hard optreden van de politie en dreigementen
van president Loekasjenko gaan de protesten tegen de verkiezingsuitslag in Wit-Rusland
onverminderd door. Inmiddels is het aantal officieel bevestigde arrestaties opgelopen
tot 6.000 en zijn er zeker twee doden gevallen. Op beelden is te zien dat grote aantallen,
vaak jonge, mensen de straat opgaan en voor hun rechten opkomen, en dat de Wit-Russische
autoriteiten veel en excessief geweld tegen demonstranten en arrestanten gebruiken.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie sluiten zich aan bij de veroordeling
van het kabinet van het gewelddadige optreden van de autoriteiten. De leden vragen
het kabinet bij de autoriteiten van Wit-Rusland te blijven aandringen op de vrijlating
van gevangen genomen demonstranten.
De verkiezingen worden door velen in Wit-Rusland en daarbuiten als niet eerlijk en
vrij beschouwd. In zijn brief van 11 augustus jl. zegt de Minister «duidelijke aanwijzingen»
te hebben gekregen dat de verkiezingen niet volgens internationale standaarden zijn
verlopen. Tevens heeft het Nederlandse ambassadekantoor in Minsk deelgenomen aan een
diplomatieke waarnemersmissie waarbij onregelmatigheden zijn bemerkt. Kan het kabinet
toelichten om wat voor onregelmatigheden het gaat? Kan het kabinet bevestigen dat
de verkiezingen frauduleus van aard zijn geweest?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hechten veel waarde aan de vrijheid
van meningsuiting en persvrijheid. De leden zijn dan ook zeer verontrust door de berichten
over vermiste en gearresteerde journalisten. Journalisten die nog voor kritische online
media durven te werken, worden volgens ooggetuigen gericht onder vuur genomen door
veiligheidstroepen. Ziet het kabinet een rol voor de Nederlandse ambassade in het
beschermen van journalisten, die met gevaar voor hun veiligheid waken over onafhankelijke
berichtgeving? Kan de Minister zijn Europese collega’s wijzen op de EU-richtsnoeren
voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers en er op aandringen hun ambassades
en missies bescherming te laten bieden aan zowel mensenrechtenverdedigers als journalisten?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen over de effectiviteit
van de stapsgewijze aanpak in EU-verband die de Minister aankondigt in zijn brief.
Dit beleid heeft de repressie in het land in de afgelopen 26 jaar niet doen afnemen.
Waarom denkt de Minister dat deze aanpak nu wel effectief zal zijn? Kan de Minister
toelichten of de Hongaarse positie een gezamenlijke EU-inzet in gevaar brengt? Waarom
wil de Minister een EU-reactie afwachten en niet, zoals Denemarken, Estland, Finland,
IJsland, Letland, Litouwen, Noorwegen en Zweden hebben gedaan, zelfstandig een positie
innemen? Ziet het de Minister de kans om met deze landen op te trekken, als overeenstemming
binnen de EU-27 niet mogelijk blijkt? Voorts vragen de leden van de Partij voor de
Dieren-fractie om een reactie van de Minister op het plan dat Polen, Litouwen en Letland
gezamenlijk hebben ontwikkeld om de situatie in Wit-Rusland te de-escaleren.
15. Antwoord van het kabinet
Voor de vragen over de bevindingen van het ambassadekantoor te Minsk in de beperkte
verkiezingswaarnemingsmissie verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 6. Daarnaast
zijn er verschillende berichten vanuit burgers, onafhankelijke waarnemers en journalisten
die duiden op verkiezingsfraude. Niet alleen op de verkiezingsdag zelf maar ook in
de aanloop naar de verkiezingen door grootschalige repressie, een gebrek aan vrije
media en de grote druk op (en arrestatie van) oppositiepolitici. Zoals ook aangegeven
in de Kamerbrief en de EU-27 verklaring van 11 augustus jl. erkent het kabinet de
verkiezingen niet als vrij en eerlijk, noch als zijnde in lijn met internationale
standaarden.
Wat betreft de vragen over de rol van de Nederlandse ambassade in het beschermen van
journalisten, verwijs ik u graag naar de beantwoording van vraag 14. Nederland onderschrijft
het belang van de richtsnoeren inzake de bescherming van mensenrechtenverdedigers,
en zal ze, voor zover nodig, nogmaals onder de aandacht brengen.
De relatie tussen de EU en Wit-Rusland krijgt vooral gestalte in het kader van het
Oostelijk Partnerschap (OP). De inzet van de EU binnen het OP is daarbij vooral gericht
op het bijdragen aan stabiliteit, welvaart en vrede langs de randen van de Europese
Unie. De Nederlandse beleidsinzet ten opzichte van Wit-Rusland is flankerend aan die
van de Unie, prioriteit voor het kabinet ligt vooral bij rechtsstaatontwikkeling,
anti-corruptiemaatregelen en mensenrechten. Het kabinet is van mening dat deze beleidsinzet,
hoewel geen garantie tot succes, op de lange termijn de juiste is.
Wat betreft de vraag over de verklaring van de Baltische en Noordse landen verwijst
het kabinet u naar de beantwoording van vraag 6. Deze verklaring is volledig in lijn
met de EU-verklaring.
Wat betreft de vraag over het plan van Polen, Litouwen, Estland en Letland, alsook
de positie van Hongarije, zie eveneens de beantwoording van vraag 6.
Inbreng van het lid van Kooten-Arissen
Het lid van Kooten-Arissen heeft kennisgenomen van het nieuws rondom de verkiezingen
in Wit-Rusland en heeft naar aanleiding daarvan de volgende vragen aan de Minister
van Buitenlandse Zaken:
1) De Minister had kunnen zien aankomen wat er stond te gebeuren met de verkiezingen
en de nasleep daarvan in Wit-Rusland. Wat heeft de Minister gedaan om als lid van
de OVSE bij te dragen aan vrije en democratische verkiezingen in Wit-Rusland?
16. Antwoord van het kabinet
Het organiseren van eerlijke en vrije verkiezingen is eerst en vooral de verantwoordelijkheid
van de deelnemende Staat zelf, die zich hierbij kan laten adviseren door de OVSE.
Het kabinet betreurt dat de Wit-Russische overheid de OVSE niet in staat heeft gesteld
een waarnemers naar Wit-Rusland te laten komen om het verkiezingen (en de aanloop
naar verkiezingsdag) te monitoren. Mede namens Nederland heeft de EU en het Duitse
EU-voorzitterschap in de aanloop naar 9 augustus diverse malen aangedrongen op eerlijke
en vrije verkiezingen in Wit-Rusland, het respecteren van fundamentele rechten van
kiezers en geprotesteerd tegen het uitsluiten van oppositiekandidaten. Ook hebben
zij diverse malen namens de 27 lidstaten van de EU aangedrongen tijdig de OVSE uit
te nodigen.
2) Heeft de Minister op enige tijd contact gehad met andere leden van de EER/EU/OVSE/VN
voorafgaand aan de verkiezingen in Wit-Rusland om bij te dragen dan wel de regering
van Wit-Rusland te wijzen op het belang van vrije en democratische verkiezingen? En
heeft de Minister hier voorwaarden aan verbonden?
17. Antwoord van het kabinet
Zowel binnen de EU, OVSE als VN-verband heeft Nederland samen met andere landen Wit-Rusland
opgeroepen eerlijke en vrij verkiezingen te organiseren. Een voorbeeld is het nationale
statement van Nederland tijdens de mensenrechtenraad op 10 juli jl. Zie ook het statement
van de Hoge Vertegenwoordiger op 7 augustus jl. De vereisten voor eerlijke en vrije
verkiezingen staan uiteengezet in de richtlijnen van de OVSE.
3) Heeft de Minister kennisgenomen van het feit dat oppositiekandidaten voorafgaand
aan de verkiezingen zijn opgepakt, gevlucht of in ballingschap zijn gegaan? Hoe heeft
de Minister hierop gereageerd en welke stappen heeft de Minister genomen.
18. Antwoord van het kabinet
Voor het antwoord op deze vraag zie de beantwoording van vraag 16 en 17.
4) Op basis waarvan erkent de regering de huidige verkiezingsuitslag, ondanks dat
de ambassade spreekt over «ongeregeldheden»?
19. Antwoord van het kabinet
De kabinetspositie over het al dan niet erkennen van de verkiezingsuitslag vindt u
in de beantwoording van vraag 6.
5) Is de Minister op de hoogte dat er door de EU verschillende embargo’s van kracht
zijn op Wit-Rusland?
20. Antwoord van het kabinet
Ja. In EU-verband zijn sancties van kracht tegen Wit-Rusland, inclusief een wapenembargo
en een verbod op de export van goederen die kunnen worden gebruikt voor binnenlandse
repressie.
6) Is de Minister op de hoogte dat verschillende journalisten foto’s hebben gedeeld
waarop te zien is dat er wapens en ammunitie worden gebruikt die direct herleidbaar
zijn naar Europese landen, zoals vele gevonden lege kogelhulzen die in Polen zijn
gemaakt en wapens (machinepistolen en geweren) uit Duitsland.
21. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is niet bekend met deze foto’s en heeft op dit moment geen aanwijzingen
dat het EU-wapenembargo tegen Wit-Rusland wordt geschonden, wat niet uitsluit dat
er op beperkte schaal smokkel plaatsvindt.
7) Wat gaat de Minister aanvullend doen om toe te zien dat de embargo’s effectief
worden gehandhaafd aangezien dit nog steeds fout gaat?
22. Antwoord van het kabinet
Alle vergunningaanvragen voor wapenexport worden getoetst aan de acht criteria van
het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake Wapenexport (2008/944/GBVB). Tijdens deze
toets wordt onder andere gekeken of de transactie waarvoor een vergunning wordt aangevraagd
inbreuk maakt op een wapenembargo dat door de VN, EU of OVSE is afgekondigd (criterium
1). Ook wordt er getoetst of er een duidelijk risico is dat de goederen een ongewenste
eindbestemming krijgen, bijvoorbeeld dat ze via een derde land illegaal naar een embargoland
worden gesmokkeld (criterium 7).
In de Raadswerkgroep voor conventionele wapens (COARM) worden regelmatig ervaringen
en best practices uitgewisseld ten aanzien van de handhaving van wapenembargo’s. Nederland heeft zich
in 2019 in de Raadswerkgroep uitgesproken voor meer aandacht naar en uitwisseling
van informatie ten behoeve van de handhaving van wapenembargo’s. Nederland zal in
de eerstvolgende Raadswerkgroep van september 2020 specifiek aandacht vragen voor
de handhaving van het wapenembargo ten aanzien van Wit-Rusland.
8) Aannemende dat Loekasjenko noch gaat aftreden noch nieuwe verkiezingen uitschrijft,
terwijl van fraude sprake lijkt, is het zaak verdere stappen te ondernemen en daarmee
de druk op de Wit-Russische regering op te voeren. Is de Minister dat met het lid
van kooten-Arissen eens? Welke middelen zijn hiervoor nationaal voorhanden? Waarom
wil de Minister perse de maatregelen van de EU afwachten? In wiens belang is dat?
23. Antwoord van het kabinet
Voor het antwoord op deze vraag zie de beantwoording van vraag 1.
9) Is de Minister bereid om nieuwe verkiezingen af te dwingen, op de zeer korte termijn
georganiseerd in samenwerking met en onder het toeziend oog van de OVSE? Zo nee, waarom
niet? En waarom zou dat niet in het belang zijn van de Wit-Russische burgers en onze
uitgedragen democratische waarden en vrijheden?
24. Antwoord van het kabinet
Het is niet aan het kabinet om verkiezingen in een andere staat af te dwingen.
10) Kan de Minister duidelijk uiteenzetten welke stappen hij kan nemen die direct
de veiligheid voor burgers garandeert in Wit-Rusland?
25. Antwoord van het kabinet
De mogelijkheden voor het kabinet om direct de veiligheid van burgers in Wit-Rusland
te garanderen zijn beperkt. Nederland wil, in EU-verband, de druk op de Wit-Russische
autoriteiten opvoeren met als eerste doel het geweld te stoppen en een vrijlating
van de politieke gevangenen te bewerkstelligen.
11) De Nederlandse export naar Wit-Rusland is goed voor tenminste 250 miljoen euro
aldus het CBS. Kan de Minister onderzoeken dat daarbij geen goederen zijn uitgevoerd
dan wel doorgevoerd die redelijkerwijs gebruikt hebben kunnen worden om de bevolking
te onderdrukken? En kan de Minister duidelijk uiteenzetten hoe hier op wordt toegezien?
26. Antwoord van het kabinet
Gezien het wapenembargo worden er geen militaire goederen (of goederen die kunnen
worden gebruikt voor binnenlandse repressie) vanuit of via Nederland naar Wit-Rusland
geëxporteerd. Zie ook de beantwoording onder vraag 22.
12) Wat kan de Minister doen om de veiligheid van journalisten, waaronder Nederlandse,
in Wit-Rusland te garanderen? Met in acht te nemen dat inmiddels het aantal gearresteerde
internationale journalisten meer dan 50 bedraagt en er geweld is gebruikt tegen verschillende
journalisten van waaronder de BBC en AP door de ordetroepen.
27. Antwoord van het kabinet
Het is buitengewoon ernstig dat journalisten worden gehinderd in hun vrijheid verslag
te doen van de ontwikkelingen; dat zij gearresteerd worden (met geweld) is volstrekt
onacceptabel. Nederland is echter niet in staat om de veiligheid van journalisten
op het grondgebied van Wit-Rusland te garanderen. Zoals uiteengezet in vraag 13, heeft
de internationale gemeenschap middels een door de (hele) EU opgestelde en ingediende
resolutie in de VN-mensenrechtenraad, nog in juli zorg uitgesproken over o.a. de situatie
van journalisten. De Raad riep Wit-Rusland op om zijn internationaalrechtelijke verplichtingen
na te komen. Nederland steunt eveneens de persvrijheid middels projecten via het mensenrechtenfonds;
hiervoor verwijs ik u graag naar het antwoord op vraag 14.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier