Brief regering : Monitoring balanced approach Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 580
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2025
Op 2 april 2025 heeft het kabinet de Europese balanced approach-procedure voor Schiphol
afgerond. Met het maatregelenpakket dat voortkomt uit deze balanced approach-procedure
wordt beoogd per november 2025 een reductie van 15 procent van het aantal ernstig
gehinderden en woningen te realiseren. Het effect van het maatregelenpakket is gebaseerd
op berekeningen vooraf. De volgende stap is om te monitoren of met het maatregelenpakket
het beoogde effect wordt gerealiseerd. De monitoring hangt zodoende ook samen met
de brief die de Kamer op 28 mei 2025 heeft ontvangen over de Roadmap Schiphol1. Ter voorbereiding op de monitoring, en zoals toegezegd aan het lid Postma tijdens
het Commissiedebat Luchtvaart van 4 februari 20252, ontvangt de Kamer hierbij het plan van aanpak voor de monitoring van het maatregelenpakket.
Monitoring BA maatregelenpakket
Met het monitoren van het maatregelenpakket wil het kabinet vaststellen of een reductie
van 15 procent – ten opzichte van de referentiesituatie en bovenop de autonome ontwikkelingen
– per november 2025 is gerealiseerd. Hierbij gaat het om de reductie van woningen
en ernstig gehinderden in respectievelijk de 58 en 48 dB(A) Lden geluidscontouren op het etmaal en woningen en ernstig slaapverstoorden in respectievelijk
de 48 en 40 dB(A) Lnight geluidscontouren in de nacht.
Het effect van het maatregelenpakket als geheel wordt in kaart gebracht, alsmede het
effect van de individuele maatregelen. Dat gebeurt door wijzigingen die als gevolg
van de maatregelen optreden in de praktijk, te projecteren op de referentiesituatie
zoals ook gehanteerd voor het geluidsdoel in de balanced approach-procedure. Door
de monitoring op een zelfde manier in te richten wordt gedurende de gehele procedure
van dezelfde systematiek uitgegaan, zodat een goede vergelijking kan plaatsvinden
tussen verwachte en gerealiseerde effecten. Dat geldt zowel voor het effect van het
totale maatregelenpakket als voor de individuele effecten. Met het effect van de individuele
maatregelen kan bovendien inzichtelijk worden gemaakt of de maatregelen die door KLM
Groep worden genomen, zoals Additionele vlootvernieuwing en Inzet stillere toestellen in de nacht, conform verwachting worden uitgevoerd en daarmee het beoogde doel bereiken. Ook
kan het effect van de door Schiphol ingebrachte maatregel Tariefdifferentiatie hierdoor in kaart worden gebracht.
Totstandkoming plan van aanpak
Het Ministerie van IenW heeft het onderzoeksbureau To70 de opdracht gegeven om uitvoering
te geven aan de monitoring. Voor de opzet van de monitoring heeft onderzoeksbureau
To70 in samenwerking met Beelining een plan van aanpak gemaakt.
Bij het opstellen van het plan van aanpak zijn de direct betrokken stakeholders betrokken.
In de zomer heeft een consultatieronde plaatsgevonden waarbij Schiphol, luchthavenmaatschappijen,
de BRS en de MRS zijn geraadpleegd. Van de geraadpleegde partijen hebben Schiphol,
KLM, de BRS en de MRS schriftelijk gereageerd. Nadien hebben vervolgoverleggen plaatsgevonden
over deze inbreng.
De schriftelijke reacties van deze partijen hebben geleid tot wijzigingen in de conceptversie
van het plan van aanpak. Deze wijzigingen hebben de monitoring en de leesbaarheid
van het plan van aanpak verbeterd. Dit heeft geleid tot de definitieve versie van
het plan van aanpak dat de Kamer hierbij ontvangt.
Aanpak monitoring
Het geluidsdoel is uitgedrukt in een procentuele afname van het aantal ernstig gehinderden,
slaapverstoorden en woningen binnen geluidscontouren rondom de luchthaven ten opzichte
van de referentiesituatie, en bovenop autonome ontwikkelingen. Het aantal ernstig
gehinderden, slaapverstoorden en woningen wordt berekend op basis van de gemiddelde
geluidbelasting over een heel gebruiksjaar. Hoewel de maatregelen uiterlijk per november
2025 ingevoerd3 moeten zijn, betekent de methodiek van het berekenen op basis van jaargemiddelden
dat pas na 1 november 2026 definitief kan worden bepaald wat het daadwerkelijke effect
op het verkeersbeeld van de maatregelen is geweest op basis van een heel gebruiksjaar.
De maatregel Inzet stillere toestellen in de nacht is bijvoorbeeld een maatregel die per november 2025 ingevoerd moet zijn maar pas
na een volledig gebruiksjaar is duidelijk of de toestellen daadwerkelijk conform de
maatregel zijn ingezet. Die informatie is nodig om vervolgens de geluidsreductie ten
opzichte van de referentiesituatie in kaart te kunnen brengen.
Om vooruitlopend op de definitieve uitkomsten (eind 2026) vinger aan de pols te kunnen
houden is voorzien in drie monitoringsmomenten. Bij elk monitoringsmoment kan meer
gebruik worden gemaakt van realisatie gegevens over gebruiksjaar 2026. Voor het eerste
monitoringsmoment, bij de start van het gebruiksjaar, wordt gebruik gemaakt van de
prognose over gebruiksjaar 2026 om al een eerste beeld te krijgen van het effect van
de maatregelen.
Het tweede meetmoment is halverwege het gebruiksjaar 2026. Bij dit meetmoment worden
realisatiegegevens over het eerste halfjaar en actuele gegevens voor het tweede halfjaar
gebruikt om het effect van de maatregelen te monitoren.
Het derde meetmoment is per november 2026. Het eerste jaar na invoering van het maatregelenpakket
is dan afgerond. Op basis van de gerealiseerde gegevens kan definitief worden bepaald
wat het gerealiseerde effect is van het maatregelenpakket.
Vervolgproces
De Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van de monitoring op drie momenten;
na 1 november 2025 (verwachting januari 2026), na 1 april, na 1 november 2026.
Na 1 november 2026 kan definitief worden bepaald of het maatregelenpakket het geluidsdoel
voor de eerste fase heeft gehaald. Op dit moment is de verwachting dat het effect
van het maatregelenpakket dat nu wordt doorgevoerd 15 procent is. Uit de monitoring
zal moeten blijken of deze verwachting klopt, of dat er een grotere of kleinere restopgave
is.
Overige ontwikkelingen
Het doel voor de eerste fase van -15% moet worden behaald bovenop de autonome ontwikkelingen
per november 2025. Uiteraard is het ook van belang alle andere ontwikkelingen in kaart
te brengen. Daarom wordt er momenteel gewerkt aan een methodiek om naast de effecten
van de individuele maatregelen en het maatregelenpakket, ook de autonome ontwikkelingen
tot en met 1 november 2025 in kaart te brengen. Het gaat hierbij om de autonome ontwikkelingen
tussen de referentiesituatie, november 2024, en de implementatiedatum van de maatregelen,
november 2025. Samen met het onderzoeksbureau en Schiphol werkt IenW momenteel aan
een methodiek om deze ontwikkelingen in kaart te brengen en de effecten ervan uit
te kunnen drukken in een (reductie)percentage ten opzichte van de referentiesituatie.
Dit is geen onderdeel van het plan van aanpak voor de monitoring van het maatregelenpakket,
en zal dus apart van deze monitoring in kaart worden gebracht. Hiermee kom ik tegemoet
aan de toezegging aan het lid De Groot (VVD) in het Kamerdebat van 10 september 20254.
Na het behalen van het reductiepercentage in fase 1 resteert er naar verwachting nog
een opgave om te komen tot de realisatie van het volledige geluidsdoel van 20%. Voor
de invulling van deze resterende opgave is het relevant wat er na dit maatregelenpakket,
dus na november 2025, aan geluid reducerende ontwikkelingen plaatsvindt. Daarom wordt
naast de monitoring van het maatregelenpakket ook de totale verstilling na november
2025, zowel autonoom als additioneel, in kaart gebracht. Ook dit behoort niet tot
de monitoring van het maatregelenpakket, dus is het geen onderdeel van het plan van
aanpak, maar het is wel relevant voor het vervolg.
Tot slot
Er vinden gesprekken plaats met KLM over het vastleggen van afspraken over de maatregelen
uit de balanced approach procedure die zien op KLM, te weten: additionele vlootvernieuwing
en de inzet van de stilste toestellen in de nacht. Deze gesprekken lopen nog.
Eerder heeft het kabinet toegezegd eveneens een plan van aanpak voor het resterende
percentage van het geluidsdoel aan de Kamer te sturen. Gezien de besluitvorming onder
mijn ambtsvoorganger over het meenemen van autonome vlootvernieuwing voor het behalen
van het resterende percentage moet de formulering van het geluidsdoel in het Actieplan
omgevingsgeluid Schiphol 2024–2029 worden aangepast.
De Tweede Kamer zal in een volgende voortgangsbrief over beide onderwerpen worden
geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
R. Tieman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat