Brief regering : Rapport Wajongdienstverlening UWV 2017- 2022
34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet
26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
35 213
Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele
andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten
en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong
Nr. 346
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2025
Inleiding
UWV ondersteunt mensen die recht hebben op een uitkering vanuit de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten (Wajong) om stappen te zetten op weg naar werk. In de periode 2015–2017
zijn alle mensen in de Wajong ingedeeld in een groep met arbeidsvermogen of in een
groep zonder arbeidsvermogen. UWV is aansluitend in 2018 gestart met een nieuw dienstverleningsmodel
Wajong. Centraal in dit model staat dat UWV de gehele populatie mensen met arbeidsvermogen
actueel in beeld heeft en houdt. UWV maakt met alle mensen in de Wajong met arbeidsvermogen
(hernieuwde) afspraken over hun re-integratie. UWV zet daarbij activerende ondersteuning
in en maakt maximaal gebruik van dienstverlening als scholing, ingekochte re-integratietrajecten
en re-integratie instrumenten zoals proefplaatsing en loondispensatie. Daarnaast is
meer aandacht gekomen voor het aan het werk houden van mensen in de Wajong. Gelijktijdig
met de introductie van het nieuwe dienstverleningsmodel zijn SZW en UWV het gezamenlijke
kennisprogramma «onbeperkt aan het werk» gestart om effectiviteit van onder andere
deze dienstverlening in beeld te brengen, door te ontwikkelen en te versterken. In
2020 is op basis van onderzoek1 vastgesteld dat het niet mogelijk is om de netto effectiviteit vast te stellen. In
de vervolgonderzoeken is daarom met name gefocust op de ontwikkelingen in arbeidsparticipatie
en maatschappelijke participatie van de doelgroep. De synthesestudie «Wajongdienstverlening
UWV 2017–2022», uitgevoerd door onderzoeksbureau de Beleidsonderzoekers, is het sluitstuk van onderzoek naar een periode investeren in de dienstverlening
aan mensen in de Wajong.
Met deze brief bied ik uw Kamer de synthesestudie «Wajongdienstverlening UWV 2017–2022»
aan. Dit rapport dient als input voor de periodieke evaluatie Wajong die eind 2025
verschijnt en biedt daarnaast input voor de verdere doorontwikkeling en versterking
van de activerende dienstverlening aan mensen met arbeidsvermogen in de Wajong.
In het vervolg van mijn brief ga ik in op de ontwikkeling in de Wajong-dienstverlening,
informeer ik u over de resultaten van deze dienstverlening en ga ik in op de beleidsconsequenties
ten aanzien van de toekomstige dienstverlening aan deze groep cliënten.
Mooie stappen gezet in de doorontwikkeling van de dienstverlening
Op basis van de beschikbare informatie over de uitvoering van deze dienstverlening
concluderen de onderzoekers dat de uitvoering van de Wajongdienstverlening een positieve
ontwikkeling laat zien. De belangrijkste aspecten hiervan zijn:
− Een toenemend bereik van de doelgroep met de dienstverlening;
− Een uitbreiding van het beschikbare instrumentarium voor de doelgroep;
− Een positieve waardering van UWV-professionals van het beschikbare instrumentarium
en hun inschatting dat de instrumenten voor het merendeel van de Wajongers bijdragen
aan het benutten van hun mogelijkheden voor arbeidsparticipatie;
− Een positieve ontwikkeling in de waardering van Wajongers voor de dienstverlening
van UWV.
De onderzoekers constateren dat het succes van de dienstverlening niet alleen afhankelijk
is van de mate waarin de klant dichter naar de arbeidsmarkt toe is gebracht door de
dienstverlening van UWV. De uiteindelijk arbeidsparticipatie wordt ook bepaald door
de kansen die de doelgroep krijgt op de arbeidsmarkt en dus door de mate waarin werkgevers
bereid zijn deze doelgroep in dienst te nemen.
Arbeidsparticipatie lijkt te stabiliseren
De arbeidsparticipatie is ten opzichte van 2017 licht gestegen, maar in de afgelopen
jaren – afgezien van een tijdelijke daling door corona – vrij stabiel gebleven (tabellen
1a–1d). Alhoewel er dus beperkt sprake is van een toename van de arbeidsparticipatie
van Wajongers, kunnen we deze ontwikkeling – gezien het afsluiten van de Wajong voor
nieuwe instroom van mensen met arbeidsvermogen, de sluiting van de sociale werkvoorziening
en het toenemend aandeel Wajongers dat werkzaam is bij een reguliere werkgever – als
een positieve ontwikkeling zien, waar de dienstverlening van UWV mogelijk aan heeft
bijgedragen. De banenafspraak heeft de bereidheid van werkgevers om mensen in dienst
te nemen positief beïnvloed, maar een recent rapport van de NLA2 laat zien dat een groot deel van de doelgroep banenafspraak, waaronder mensen in
de Wajong met arbeidsvermogen, niet of beperkt aan het werk komen.
Tabel 1a: Aantal mensen in de Wajong met arbeidsvermogen
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Totaal
115.200
114.000
112.200
111.700
109.300
107.300
105.338
103.281
Tabel 1b: Aantal mensen in de Wajong met arbeidsvermogen werkend in loondienst
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Bij reguliere werkgever
34.900
36.900
37.000
35.200
36.800
37.100
38.008
36.597
In of via Wsw
21.500
20.800
19.600
18.800
18.000
17.500
16.052
16.123
Totaal
56.300
57.700
56.600
54.000
54.800
54.700
54.060
52.720
Als % van groep met arbeidsvermogen
48,9%
50,7%
50,4%
48,4%
50,2%
50,9%
51,3%
51,0%
Tabel 1c: Aantal mensen in de Wajong met arbeidsvermogen werkend als zelfstandige
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Uitsluitend zelfstandige
2.360
2.760
3.130
3.550
3.760
4.160
4.721
5.160
Combinatie met loondienst
780
1.010
1.070
1.100
1.160
1.410
795
917
Totaal
3.140
3.770
4.200
4.650
4.930
5.570
5.516
6.077
Tabel 1d: Aantal werkenden in loondienst en/of als zelfstandige
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Totaal
58.660
60.460
59.730
57.550
58.560
58.860
58.781
57.880
Als % van groep met arbeidsvermogen
50,9%
53,0%
53,2%
51,5%
53,6%
54,9%
55,8%
56,0%
Bron: Samengestelde tabel met cijfers uit Rapport Wajongdienstverlening UWV 2017–2022
aangevuld met cijfers over 2023 en 2024 uit UWV kwantitatieve info bij jaarverslag
2024.
De groep mensen die Wajong dienstverlening ontvangt is zeer divers
UWV zet persoonlijke dienstverlening in voor alle mensen in de Wajong met arbeidsvermogen.
Dit is een omvangrijke groep van ruim 103 duizend mensen eind 2024. Deze groep is
zeer divers in geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en type beperking. Door het afsluiten
van nieuwe instroom in de Wajong voor mensen met arbeidsvermogen neemt de gemiddelde
leeftijd geleidelijk toe, maar eind 2022 was meer dan de helft van deze groep jonger
dan 35 jaar, 84% van de groep is jonger dan 44 jaar.
Om voortgang in de mate van maatschappelijke- en arbeidsparticipatie zichtbaar te
maken hanteert UWV in het dienstverleningsmodel 4 klantfasen:
1. Stabiliseren en participeren;
2. Werkfit worden;
3. Op weg naar werk;
4. (Duurzaam) aan het werk.
Eind 2021 is ruim 50% van de mensen met arbeidsvermogen aan het werk in loondienst.
UWV zet voor hen in op werkbehoud en bij beëindiging van de dienstbetrekking het zo
snel als mogelijk weer plaatsen van deze mensen op de arbeidsmarkt.
Van de mensen die niet aan het werk zijn zit eind 2021 naar schatting slechts 24%
in klantfase 3 en wordt begeleid richting werk. Circa 34% van de niet werkenden zit
in klantfase 2 met als doel werkfit worden en circa 42% zit in klantfase 1 met als
doel stabiliseren en participeren3.
De groep in klantfase 1 is daarmee de grootste groep van mensen die nog niet werken
in de Wajong. De afstand tot de arbeidsmarkt voor deze groep is (erg) groot. Dit is
een groep waar relatief vaak multiproblematiek aan de orde is en die slechts in beperkte
mate deelneemt aan het maatschappelijke verkeer en zich daarmee vaak in een sociaal
isolement bevindt. Ook mensen die vanwege medische redenen tijdelijk niet beschikbaar
zijn voor re-integratie behoren tot deze groep. De dienstverlening voor deze groep
bestaat naast monitoring uit de schakelfunctie (doorverwijzen naar de juiste instanties)
en de inkoop van modulaire dienstverlening gericht op het verhogen van de maatschappelijke
participatie.
Veel mensen worden jaarlijks (weer) aan het werk geholpen ...
... maar een substantieel deel komt niet in beweging
Tabel 1b laat zien dat het aandeel mensen met arbeidsvermogen dat werkt in de Wajong
lijkt te stabiliseren. Figuur 5.2 in het rapport laat echter zien dat circa 39% van
de mensen in de Wajong een jaar na plaatsing nog bij dezelfde werkgever werkt. Circa
23% werkt bij een andere werkgever en 38% werkt niet meer. Mensen in de Wajong krijgen
vaak te maken met baanverlies en wisselingen tussen banen. Het blijft daarom van belang
om, naast het ondersteunen van mensen in de Wajong bij werkbehoud te blijven investeren
in het (opnieuw) aan het werk helpen van niet-werkenden.
UWV rapporteert periodiek over het aantal gerealiseerde plaatsingen van mensen met
een Wajong-uitkering op de arbeidsmarkt (tabel 2). Daarbij geeft UWV aan dat het steeds
moeilijker wordt om plaatsing te realiseren. Dit komt mede doordat er sinds 2015 geen
nieuwe jonggehandicapten met arbeidsvermogen meer in de Wajong kunnen instromen en
de realisatie van het aantal plaatsingen mede afhangt van de mate waarin UWV erin
slaagt om mensen die al langer een Wajong-uitkering hebben aan het werk te helpen.
Het onderzoek laat zien dat plaatsingen realiseren voor mensen die al langer niet
aan het werk zijn, met elk jaar dat iemand niet aan de slag gaat, steeds moeilijker
wordt. Ruim 76% van de mensen die eind 2022 niet aan het werk waren heeft in de 3
jaar daarvoor nooit gewerkt4. Ondanks deze uitdagingen slaagt een substantieel deel van de mensen in de Wajong
er toch in om met ondersteuning van UWV (opnieuw) aan het werk te gaan.
Tabel 2: Realisatie plaatsingen Wajong
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Plaatsingen (norm 8.000)
9.000
8.400
8.604
6.675
7.051
7.715
7.055
6.077
Contractverlengingen
Nb
Nb
9.828
9.721
8.605
8.857
8.870
8.335
Bron: Jaarverslagen en kwantitatieve informatie UWV 2017–2025
Veel plaatsingen hebben echter betrekking op mensen die al aan het werk waren en na
beëindiging een nieuwe baan nodig hadden. Met ingang van het nieuwe dienstverleningsmodel
zet UWV sinds 2018 ook in op werkbehoud. Daarbij ondersteunt het mensen in de Wajong
bij het verlengen van de dienstbetrekking met de werkgever. Indien zij het werk dreigen
te verliezen wordt al dan niet via een jobcoach ingezet op ondersteuning van de werkgever
en de werknemer ten behoeve van werkbehoud. Sinds 2025 is het ook mogelijk voor degenen
die niet in aanmerking komen voor een jobcoach om de re-integratiedienst werkbehoud
in te kopen. Mocht de dienstbetrekking eindigen dan zet UWV in op het snel weer ondersteunen
naar een nieuwe functie. Van de mensen die werken bij een reguliere werkgever is het
aandeel dat werkt met een vaste aanstelling sinds 2017 gestegen van 45% naar 60% in
2022.
Zoals aangegeven wordt het steeds lastiger om de mensen in de Wajong die niet werken
aan de slag te helpen. Onderzoek van de NLA laat zien dat maar een klein deel van
de groep die niet werkt ook niet wil werken. Uit de synthese leren we dat dit onder
andere komt vanwege slechte ervaringen met werk en/of onzekerheid over het inkomen
als zij gaan werken en de beperkte mate waarin zij vooruitgaan in inkomen door werk.
Professionals geven daarnaast aan dat een deel van de mensen die niet werken geen
arbeidsvermogen hebben, waarschijnlijk ook niet op termijn.
Daarnaast zijn er verschillende andere redenen waarom mensen langdurig in klantfase
1 verblijven. Het onderzoek biedt belangrijk inzicht in de mate van arbeidsparticipatie
en de omvang van de groep die het niet lukt om weer aan het werk te komen. De onderzoekers
geven aan dat professionals met name voor de mensen in klantfase 1 instrumenten missen
om deze groep stappen richting de arbeidsmarkt te laten zetten. De onderzoekers bevelen
daarom ook aan om voor deze groep de dienstverlening verder door te ontwikkelen.
Zowel het rapport van de NLA als van de Beleidsonderzoekers geven aan dat investeren
in mensen een succesfactor is om hen aan het werk te helpen. De hoge caseload maakt
echter dat professionals onvoldoende tijd hebben om in alle mensen voldoende tijd
te investeren. Meer tijd om te investeren in mensen alleen is echter onvoldoende om
mensen aan de slag te helpen. Het is daarom wenselijk om met name beter inzicht te
krijgen in de reële mogelijkheden van mensen die (langdurig) in klantfase 1 zitten
opdat deze groep gerichter en met meer succes benaderd kan worden.
Doorontwikkeling van de Wajong dienstverlening
Blijven inzetten in het (opnieuw) aan het werk helpen en houden van mensen
De arbeidsparticipatie van mensen in de Wajong met arbeidsvermogen lijkt zich te stabiliseren.
Mensen in de Wajong krijgen echter nog vaak te maken met baanverlies en wisselingen
tussen banen. Inzet op baanbehoud en investering in (het verbeteren van) de begeleiding
van Wajongers is en blijft daarmee onverminderd nodig. UWV blijft daarom inzetten
op werkzoekenden en werkenden door hen te ondersteunen naar en op het werk, in beeld
te houden, te ondersteunen bij hun loopbaanontwikkeling en op het moment dat zij hun
baan (dreigen te) verliezen zo snel als mogelijk weer terug naar werk te begeleiden.
Ontwikkelen van dienstverlening voor mensen in klantfase 1
Het wordt daarnaast steeds lastiger om mensen aan de slag te helpen. Een groot deel
van hen heeft sinds 2018 nooit gewerkt. Professionals geven aan dat een deel van hen
geen reële kans heeft om bij een reguliere werkgever aan de slag te komen. Zij geven
aan dat voor hen andere vormen van participatie, zoals vrijwilligerswerk, dagbesteding
of beschut werk, zouden moeten worden gestimuleerd.
De onderzoekers vragen zich daarom af in hoeverre het nog doelmatig is om gegeven
de doelstelling van werkhervatting te blijven investeren in re-integratie voor deze
groep? Dilemma daarbij is dat het gaat om een groep relatief jonge mensen. Daarom
wil ik nu nog niet stoppen met investeren in de participatie van deze mensen. Samen
met UWV zie ik nog mogelijkheden om deze groep te activeren.
Pilot handelingsperspectieven klantfase 1
In opdracht van UWV heeft Regioplan, samen met Centerdata en de TU-Delft een onderzoek
gedaan naar hoe de situatie van mensen het handelen beïnvloedt en hoe je deze kennis
kan benutten om re-integratie te bevorderen5. Uit dit onderzoek bleek dat mensen op vijf manieren kunnen vastzitten in een «adaptieve
cyclus», waardoor zij vaak niet verder kunnen in het re-integratie proces.
TU-Delft heeft in dat kader een interventie ontwikkeld, welke in beeld brengt waar
mensen vastzitten en welke handelingsperspectieven er zijn om mensen weer verder te
helpen in hun proces. UWV is samen met de TU-Delft een pilot gestart om deze interventie
verder door te ontwikkelen. De focus ligt daarbij op het toepassen van deze interventie
op mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in klantfase 1. Deze pilot biedt
naar verwachting meer inzicht in de reële kansen van mensen en biedt UWV wellicht
nieuwe mogelijkheden om mensen, met name de mensen die al lang in klantfase 1 zitten,
te helpen stappen te zetten. Ik verwacht de uitkomsten van deze pilot eind 2026.
Ontwikkelen nieuwe aanpakken voor groep in klantfase 1
Daarnaast heeft UWV door de jaren heen, vaak regionaal en op kleine schaal, ervaring
opgedaan met verschillende aanpakken/methodieken om mensen met een grote afstand tot
de arbeidsmarkt naar werk te begeleiden. UWV gaat een nadere analyse uitvoeren op
deze werkwijzen en onderzoeken of door bundeling van de werkzame bestanddelen van
deze aanpakken alternatieve interventies kunnen worden ontwikkeld.
Op basis van de uitkomsten van de pilot en de analyse van eerdere werkwijzen ga ik
met UWV in overleg over de inzet van de dienstverlening aan de groep mensen in klantfase
1. Ik zal u hierover zoals gebruikelijk met de stand van de uitvoering op de hoogte
houden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
J.N.J. Nobel
Indieners
-
Indiener
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid