Brief regering : Verslag van de informele Europese Raad en Europese Politieke Gemeenschap op 1 en 2 oktober 2025
21 501-20 Europese Raad
36 230 Europese Politieke Gemeenschap
Nr. 2294 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2025
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de informele
Europese Raad en Europese Politieke Gemeenschap op 1 en 2 oktober 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel
Verslag informele Europese Raad en Europese Politieke Gemeenschap van 1 en 2 oktober
2025
Op 1 oktober jl. vond in Kopenhagen, onder Deens voorzitterschap van de Raad, een
informele Europese Raad (iER) plaats, tegen de achtergrond van incursies in het Europese
luchtruim en verstoringen door drones in verschillende Europese steden, waaronder
in Denemarken. De Deense Minister-President Mette Frederiksen dankte haar Europese
collega’s voor de steun die was geleverd om het Deense luchtruim veilig te houden
gedurende de bijeenkomsten in Kopenhagen. Ook Nederland leverde experts.
Op de agenda stond allereerst de Europese veiligheid en defensie. Doel van de bespreking
was de Europese Raad (ER) van 23 oktober a.s. voor te bereiden, waar een routekaart
zal voorliggen met een overzicht van alle inspanningen die moeten leiden tot defensiegereedheid
in 2030. Lidstaten konden bij deze informele Raad inbreng leveren voor deze routekaart.
Voorafgaand aan de Raad presenteerde de Europese Commissie een scoping paper waarin, naast reeds aangekondigde instrumenten en bestaand beleid, ook een aantal
nieuwe initiatieven is opgenomen. De Commissie kondigde in dit paper aan dat een jaarlijks
rapport defensiegereedheid inzicht zal moeten bieden in de gezamenlijke vorderingen
ten aanzien van defensiegereedheid. Nieuwe flagship-projecten uit het scoping paper betroffen onder meer initiatieven op het gebied van drones en het versterken van
de capaciteiten aan de oostgrenzen.
Er bestond overeenstemming onder regeringsleiders over de urgentie en het belang van
defensiegereedheid. De gebeurtenissen van de afgelopen weken onderstreepten deze nog
eens. Wel klonken vragen over de door de Europese Commissie voorgestelde flagship-projecten, zoals het drone -initiatief, o.a. ten aanzien van taakverdeling en de
uitvoerbaarheid. De expertise die Oekraïne had opgedaan bij oorlogvoering met drones
kon de EU daarbij van groot nut zijn. Mogelijkheden voor samenwerking met Oekraïne
worden dan ook uitgebreid, ook om de productie en inzet van drones te vergroten. Een
aantal leiders, waaronder de Minister-President, stelde, in relatie tot de flagship projecten van de Commissie, dat de NAVO, niet de EU, verantwoordelijk is voor collectieve
afschrikking en verdediging. De EU heeft een belangrijke ondersteunende en faciliterende
rol bij het versterken van de Europese defensiegereedheid, onder meer bij het versterken
van de Europese defensie-industrie; de opschaling van productiecapaciteit; financiering;
en het vereenvoudigen van wetgeving en terugdringen van regeldruk. Commissie voorzitter
Von der Leyen bevestigde overigens dat de relatie met de NAVO uitstekend is en er
geen sprake is van overlap. Rollen en verantwoordelijkheden zijn duidelijk, aldus
de Commissie.
Een aantal regeringsleiders van vooral Zuidelijke lidstaten wees er op dat de dreiging
weliswaar het grootst is aan de Oostflank, maar dat defensiegereedheid breder moest
worden bezien, ook vanuit het oogpunt van georganiseerde misdaad en migratie, die
bijdragen aan het dreigingsniveau (360 graden benadering). Hoewel de Commissie geen
nieuwe financieringsvoorstellen deed, merkte een aantal lidstaten op dat de omvang
van de benodigde middelen zo groot is, dat bijstand voor nationale begrotingen geboden
zal zijn. Dit stuitte op weerstand van een aantal andere lidstaten, die wezen op de
5% die in NAVO-verband is overeengekomen en via nationale begrotingen moet worden
gerealiseerd door scherpe budgettaire keuzes te maken. Europese instrumenten als SAFE
en de nationale ontsnappingsclausule onder het SGP kunnen hier uitsluitsel bieden.
De Commissie merkte wederom op dat 19 lidstaten hebben ingetekend voor SAFE en dat
het maximum bedrag voor SAFE met deze aanvragen reeds is overschreden. Nederland sprak
zich uit voor een eerlijke verdeling van lasten, ook in relatie tot steun aan Oekraïne,
en bij de uitwerking van de Prioritised Capability Areas (PCA’s) die tijdens de ER van 6 maart jl. zijn overeengekomen. Nederland heeft zich
gemeld als co-lead voor de drones en counter-drones PCA, als ook voor de PCA militaire
mobiliteit. De ER van 23 oktober a.s. zal opnieuw stil staan bij defensiegereedheid.
Het tweede agendapunt betrof een korte bespreking van Oekraïne. President Zelensky
nam via een videoverbinding deel. In zijn optreden wees Zelensky op de urgente financieringsbehoeften
van Oekraïne, de noodzaak om voortgang te boeken in het EU-toetredingstraject – voor
Oekraïne en Moldavië – en riep hij op tot verdergaande sancties tegen Rusland, met
name gericht op de energiesector. Als antwoord op de financieringsnoden presenteerde
de Commissie de contouren van een plan om reparatieleningen te verstrekken aan Oekraïne
op basis van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden. De Commissie zal een voorstel
uitwerken waarbij lidstaten garant staan voor deze leningen, om de risico’s te kunnen
spreiden. Tegelijkertijd klonk ook bezwaar vanuit een lidstaat, vanwege het risico
op kapitaalvlucht, rechtsgang en tegenmaatregelen, die hoge kosten met zich kunnen
meebrengen. Het kabinet steunt in lijn met de motie Van Campen/Boswijk1 de uitwerking van het Commissie voorstel, waarbij het goed oog zal houden voor juridische,
financiële en technische haalbaarheid, eerlijke lastenverdeling onder EU-lidstaten
en betrokkenheid van de G7 partners. Het kabinet vindt het hierbij belangrijk dat
de steun aansluit op de noden van Oekraïne. Nederland riep op de steun aan Oekraïne
voort te zetten, deze eerlijker te verdelen over de lidstaten en te voorkomen dat
er ongewenste gaten vallen, in lijn met motie Boswijk.2
Voorzitter van de Raad Costa bracht de uitbreidingsmethodologie ter sprake, tegen
de achtergrond van de voortdurende blokkade vanuit één lidstaat ten aanzien van de
opening van cluster 1 in de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne. Om voortgang
te kunnen realiseren, brak Costa een lans voor het openen van clusters met gekwalificeerde
meerderheid van stemmen in plaats van met unanimiteit. Het sluiten van hoofdstukken
zou dan wel met unanimiteit moeten blijven plaatsvinden. Binnen de Raad bestaat hierover
geen overeenstemming. Ook de Minister-President heeft de voorzitter van de Raad laten
weten dat Nederland vanwege het op merites gestoelde uitbreidingsbeleid, waarbij de
Kopenhagen criteria centraal staan, niet kan instemmen met zijn suggestie, die overigens
voor alle kandidaat-lidstaten zou gelden. De in 2020 voor het laatst aangepaste uitbreidingsmethodologie
kan uitsluitend met unanimiteit worden gewijzigd. Hiermee is uitvoering gegeven aan
de motie van Campen die de regering oproept vast te houden aan unanimiteit.3
Europese Politieke Gemeenschap
Aansluitend aan de informele Europese Raad vond de Europese Politieke Gemeenschap
(EPG) plaats, waaraan meer dan veertig Europese regeringsleiders deelnamen, als ook
de leiders van een aantal internationale organisaties waaronder de NAVO, de Raad van
Europa en de OESO. Ook tijdens deze bijeenkomst stond de veiligheid van Europa centraal,
in het licht van de voortdurende Russische agressieoorlog in Oekraïne. De veiligheid
van Oekraïne is rechtstreeks verbonden met de veiligheid van Europa.
De Minister-President nam deel aan een ronde tafel over veiligheid en weerbaarheid,
waarbij hij de noodzaak onderstreepte vaart te maken met het ontwikkelen van Europese
capaciteiten, en opriep tot het doorzetten en ophogen van steun aan Oekraïne, waarbij
het belang van een eerlijke lastenverdeling ook hier werd benadrukt.
En marge van de EPG kwam, op initiatief van Frankrijk, een groot aantal regeringsleiders
bijeen om een coalitie voor het tegengaan van drugssmokkel te lanceren. Nederland sluit zich aan bij deze coalitie om gezamenlijk drugssmokkel
tegen te gaan, criminele geldstromen aan te pakken en preventie en de gezondheidskant
van het drugsbeleid te versterken. Daarnaast vond een aantal bilaterale ontmoetingen
plaats. De waarde van de EPG is vooral dat deze de gelegenheid biedt in breed Europees
verband informeel te spreken over uitdagingen en kansen, en dat er tussen regeringsleiders
hierover vrijelijk gewisseld kan worden. De eerstvolgende EPG zal op 4 mei 2026 plaatsvinden
in Jerevan, Armenië.
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken