Brief regering : Voorhang Instructieregel permanente bewoning recreatiewoningen en uitvoeringslast Toeslagen
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid
en subsidies
Nr. 1379
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Ontvangen ter Griffie op 2 oktober 2025.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 30 oktober 2025.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 31 oktober 2025.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2025
Hierbij bied ik u het ontwerpbesluit aan houdende wijziging van het Besluit kwaliteit
leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving om in bepaalde omstandigheden
bestaand gebruik van recreatiewoningen voor wonen voor langere tijd toe te staan (Besluit
permanente bewoning recreatiewoningen). De voorlegging geschiedt in het kader van
de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure in artikel 23.5 van de Omgevingswet
en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat
het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens
zal worden vastgesteld.
Het kabinet heeft in het Hoofdlijnenakkoord en Regeerprogramma reeds aangekondigd
om mensen die voor hun hoofdverblijf zijn aangewezen op een recreatiewoning zekerheid
te willen bieden over hun situatie. Deze instructieregel vormt de uitwerking van die
afspraak. Daarmee heb ik invulling gegeven aan de gedane toezegging van de leden Kemperman
(BBB) en Van Hattem (PVV) en heb ik de motie van de leden Mooijman (PVV), Wijen-Nass
(BBB) en De Groot (VVD) afgedaan.1
Op dit moment staan circa 60.000 mensen in de BRP ingeschreven op een vakantiepark,
het werkelijke aantal bewoners ligt hoger. Omdat bewoning vaak niet in overeenstemming
is met het omgevingsplan, verkeren bewoners in onzekerheid: gemeenten kunnen handhaven,
terwijl verhuizen naar een reguliere woning door de woningnood vaak niet mogelijk
is. Gezien het tekort aan betaalbare woningen en de noodzaak om bestaande gebouwen
optimaal te benutten, wil dit kabinet alle mogelijke woonoplossingen inzetten. Eén
daarvan is het tijdelijk legaliseren van bestaande permanente bewoning van recreatiewoningen.
Met een nieuwe instructieregel wordt bewoning die op 16 mei 2024 al bestond, onder
voorwaarden toegestaan voor een periode van tien jaar.
De instructieregel heeft gevolgen voor de post huurtoeslag op de Rijksbegroting, omdat
permanente bewoning kan leiden tot recht op huurtoeslag. Omdat er weinig zicht is
op de kenmerken van de woonsituaties op vakantieparken (eigendomssituatie, huurprijs,
huishoudsamenstelling en huishoudinkomen) en daarmee op de mogelijke effecten op de
huurtoeslag, is het niet goed mogelijk een goede raming te maken. Het Ministerie van
VRO benut aankomende maanden om middels (steekproefsgewijs) onderzoek een aannemelijkere
raming te maken van de extra uitgaven die dit beleid met zich meebrengt voor de post
huurtoeslag. De extra kosten van de intensivering zal binnen de post huurtoeslag worden
gedekt en verwerkt bij de voorjaarsbesluitvorming.
De instructieregel heeft ook grote gevolgen voor de werkzaamheden van Dienst Toeslagen.
Uit de uitvoeringstoets van Dienst Toeslagen – die gericht is op handhaafbaarheid,
fraudebestendigheid, complexiteitsgevolgen, interactie burgers/bedrijven en noodzakelijke
aanpassingen van systemen – blijkt dat het voorliggende voorstel, in combinatie met
het huidige beleid omtrent huurtoeslag, niet uitvoerbaar wordt geacht. Dit komt met
name door de grote piek in aanvragen die na inwerkingtreding van de instructieregel
in korte tijd handmatig behandeld zou moeten worden, in combinatie met de onvolledige
registratie van recreatiewoningen in de BAG en BRP. Dit oordeel neem ik heel serieus.
Tegelijkertijd geldt ook voor de gevolgen voor de uitvoering dat deze nog niet exact
te bepalen zijn, mede vanwege de onzekere aannames over de woonsituaties op vakantieparken.
Het eerder genoemde onderzoek zal daarom ook helpen om de uitvoeringslast nauwkeuriger
in te schatten. Tegelijkertijd wordt onderzocht of er oplossingen zijn die de uitvoerbaarheid
bevorderen en de uitvoeringslast voor Dienst Toeslagen beperken. Mocht dit leiden
tot kosten voor het wijzigen van flankerend beleid, wordt dit gedekt op de begroting
van VRO. Dit geldt ook voor de incidentele kosten voor de uitvoering.
De hierboven genoemde onderzoeken zullen leiden tot een herijkte uitvoeringstoets
van Dienst Toeslagen, waarna de instructieregel voor advies naar de Raad van State
verzonden zal worden.
Vanwege de urgentie van de woningnood, en de grote onzekerheid waarin mensen in recreatiewoningen
soms verkeren, breng ik de instructieregel reeds nu in procedure.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening